Jongerenwerker Abdel: “Ik kom ook van de straat, ik weet hoe het is”- Praat van de straat: een interview met jongerenwerker Abdel JahJah over lachgas

Ze zijn de oren en ogen van de straat: jongerenwerkers. Om jongeren met problemen zo snel mogelijk op te sporen, werken preventiemedewerkers van Novadic-Kentron samen met veel andere partners. Waaronder Abdel JahJah, al 15 jaar jongerenwerker in de gemeente Etten-Leur. Abdel kan zich prima verplaatsen in ‘hangjongeren’: hij was vroeger één van hen.

Abdel: “Ik kom ook van de straat. Ik weet hoe het is om de hele dag rond te hangen en rotzooi te trappen. Het was een jongerenwerker die mij hieruit heeft geholpen en me deed inzien dat ik iets kan bereiken met mijn talenten. En dat is precies wat ik nu ook doe in mijn werk. Het geeft me veel voldoening als ik een jongere die in de problemen zit verder kan helpen. Bijvoorbeeld met zijn thuissituatie, door weer naar school te gaan of een baan te vinden.” Wanneer Abdel vermoedt dat een jongere overmatig middelen gebruikt, schakelt hij preventiewerker Alex van Dongen van Novadic-Kentron in. Abdel: “Jongerenwerkers zijn geen expert op het gebied van verslavingspreventie, maar we zijn wél expert in het motiveren van jongeren om met een preventiewerker in gesprek te gaan.”

Meer lachgas door corona

Volgens Abdel zijn cannabis en lachgas op dit moment de meest gebruikte middelen onder jongeren op straat. Abdel: “Cannabis is al jaren populair, maar ik zie wel dat sommige jongeren sinds corona meer zijn gaan blowen dan voorheen. Lachgas is sinds 2016 een probleem. Vanaf toen viel het niet meer onder de Geneesmiddelenwet, maar onder de Warenwet. De beschikbaarheid en daarmee het gebruik namen vervolgens enorm toe. Het gebruik van lachgas lijkt door corona ook toe te nemen doordat meer jongeren de straat op gaan. En dat is waar ze elkaar beïnvloeden.”

Het begint vaak op straat

Laten we het lachgasgebruik nader onder de loep nemen. Hoe begint het? Abdel: “Veel jongeren beginnen in groepsverband met het gebruiken van lachgas. Het begint vanaf de leeftijd dat ze op straat gaan hangen. We zien echter ook veel jongvolwassenen gebruiken die bijvoorbeeld een shishalounge bezoeken of met vrienden in een auto hangen op een afgelegen parkeerplaats. Op een gegeven moment zie je dat jongeren steeds vaker ook zonder hun vrienden gaan gebruiken. Vaak is dit een duidelijk signaal dat er verslavingsproblemen ontstaan.”

Verlamd door lachgas

Jongeren raken door het gebruik van lachgas vaak gedesoriënteerd. Ze weten bijvoorbeeld niet meer goed op welke dag en tijd ze leven en hebben moeite met het nakomen van afspraken. Abdel: “Het gebruik van lachgas heeft invloed op werk en school. Ook zijn er regelmatig auto-ongelukken door het gebruik. Onder invloed van lachgas kijken ze nergens meer naar. Vaak hebben gebruikers wel in de gaten dat het gebruik niet goed voor hen is en dat ze hulp nodig hebben. Zeker omdat ze een hele sterke zucht ervaren om steeds opnieuw te gebruiken.” Abdel ziet steeds vaker klachten bij jongeren door lachgasgebruik: “Je moet dan denken aan tintelingen in de handen en benen, moeilijk kunnen bewegen en problemen met het geheugen. In Etten-Leur is een jongere zelfs verlamd geraakt door lachgasgebruik. Hij kan niet meer lopen.”

Populair bij jongeren met een niet-westerse achtergrond

Volgens een rapport van het Trimbos-instituut (2020) zijn er inderdaad signalen die wijzen op een toename van problematisch lachgasgebruik en sociale en lichamelijke problemen als gevolg daarvan. De toename geldt voor alle gebruikers van lachgas, maar daarbinnen lijken jongeren en jongvolwassenen met een niet-westerse migratieachtergrond een belangrijke risicogroep. Abdel zegt dit te herkennen, maar waarschuwt ook meteen voor vooroordelen: “Soms wordt gesuggereerd dat bijvoorbeeld Marokkaanse of Turkse jongeren vaker lachgas gebruiken omdat dat mag van hun geloof. Dat is de grootste onzin die er bestaat. Jongeren weten maar al te goed dat het geloof alle middelen verbiedt die het bewustzijn veranderen. Het geloof biedt op dit gebied meer duidelijkheid dan de overheid.”

En veel jongeren hebben behoefte aan duidelijkheid, volgens Abdel. “De overheid zegt nu dat lachgas niet goed voor je is, maar het is niet verboden. Dat is een goed voorbeeld van onduidelijk beleid. Jongeren snappen dat niet. Kijk bijvoorbeeld naar het mondkapje: de overheid geeft het dringende advies om een mondkapje te dragen en niemand doet het. Vervolgens wordt het verplicht om een mondkapje te dragen en dan doet bijna iedereen het. Duidelijkheid bieden helpt!”

Lachgas om even te ontsnappen

Dat verklaart misschien waarom veel jongeren lachgas gebruiken, maar nog niet waarom veel jongeren met een migratieachtergrond dat doen. Abdel: “Dat heeft volgens mij met toekomstperspectief te maken. Veel Turkse en Marokkaanse jongeren zijn bang dat voor hen geen fijne baan in het vooruitzicht ligt. Lachgas kan voor deze jongeren even de stress wegnemen van het dagelijkse leven. Mijn advies is dan ook: bied jongeren perspectief en duidelijkheid.”

Hoop doet leven

Hoe problemen met lachgas beter voorkomen kunnen worden? Abdel heeft daar wel ideeën over: “Gemeenten kunnen bijvoorbeeld de beschikbaarheid beperken. Zo heeft de burgemeester van Arnhem lachgas verboden op basis van de Wet milieubeheer. Ook moeten we ouders meer ondersteunen op het moment dat zij nog iets te zeggen hebben over hun kind. Dat is meestal in de periode dat er nog geen lachgas wordt gebruikt. Het is overigens een misverstand dat ouders met een migratieachtergrond niet weten dat lachgas slecht voor je is. Ook dat is binnen onze gemeenschap echt wel bekend.” Bij sommige jongeren hangt het lachgasgebruik samen met een instabiele thuissituatie. Die instabiele thuissituatie moet volgens Abdel zo vroeg mogelijk gesignaleerd en aangepakt worden. “Als jongerenwerkers en preventiewerkers goed blijven samenwerken en de overheid ons helpt met duidelijke wetgeving, heb ik goede hoop. En hoop doet leven.”

Cliënten met chronische opiaatafhankelijkheid op de MAZ in Tilburg: “Het klinkt misschien raar, maar als iemand een goeie shot zet, kan ik daar ook van genieten”

Beide heren zijn eigenlijk per toeval terecht gekomen bij Novadic-Kentron. Peter en Emile waren verpleegkundigen bij respectievelijk een verpleeghuis voor jong dementerenden en een ziekenhuis. Nu werken ze met cliënten met een chronische opiaatafhankelijkheid die op de MAZ (Medisch Ambulante Zorg) in Tilburg medische heroïne of methadon krijgen en daarnaast medische begeleiding. Peter: “Het is de doelgroep die door velen wordt beschouwd als ‘het uitschot van de maatschappij’.” Daarover hebben ze nog wel het een en ander te zeggen. Bijvoorbeeld dat toeval niet alleen een rol speelt in hun carrières, maar ook alle verschil maakt in waar je in het leven belandt. Een van zijn cliënten, vertelt Peter, bleek op dezelfde school te hebben gezeten als hijzelf. Een gewone jongen, net als hij, zelfde generatie, zelfde woonplaats, zelfde achtergrond. “Maar ergens in het leven zijn er dingen gebeurd waardoor hij nu aan de ene kant van de tafel zit, en ik aan de andere.” 

Dat Peter en Emile per toeval terecht zijn gekomen op de MAZ, wil niet zeggen dat ze er niet ontzettend gepassioneerd over zijn. Dit interview kwam tot stand op initiatief van Peter zelf, die ons een mailtje stuurde over zijn werk:

“Ik heb zelden een groep mensen meegemaakt die zo betrokken is bij elkaar. Het is een groep cliënten waarvan velen elkaar al heel lang kennen, al voor ze bij de MAZ kwamen. Als er een medecliënt of collega ziek is, wordt er een kaartje gestuurd en wordt er vaak geïnformeerd hoe het met iemand gaat. Gaat er een collega weg, soms door een chronische ziekte, dan komt er ook een kaartje met soms een cadeautje en is er veel medeleven, ook als de collega al langere tijd weg is. Er wordt dan geld ingezameld. Voor sommige van onze cliënten is vijftig cent al een heel bedrag, maar toch wordt er geld gegeven. Als een cliënt zo ziek is dat er een ziekenhuisopname volgt, dan zijn er, als dat mag en kan, bezoeken in het ziekenhuis. Is iemand in de laatste fase van zijn leven, dan zijn er regelmatig bezoeken in het hospice. Als een cliënt overlijdt, dan is er verdriet, komen de verhalen, en wordt er een herinneringshoekje ingericht. […] We hebben bijzondere gesprekken, zijn eerlijk en open. Gesprekken zijn niet altijd gemakkelijk, maar het schept ergens vertrouwen. En ik, ik mag daar deel van zijn.”

“Het is een fantastische groep om mee te werken,” herhaalt Peter enkele keren in het interview. “Ze hebben ontzettend veel meegemaakt, alles en iedereen voorbij zien komen. Hun leven is gekenmerkt door tegenslagen, misbruik en trauma. Je houdt hen niet voor de gek, dus je contact met hen moet heel echt zijn.”

Niet te lief

Dat wil natuurlijk niet zeggen dat de MAZ een theekransje is. Peter: “Je moet wel heel duidelijk zijn over de regels. Soms proberen ze je uit, dan moet je stevig in je schoenen staan en ook consequent zijn in de handhaving. Zo mag je tijdens het roken van heroïne niks uit je zakken halen. Een cliënt die – met een uitdagende blik naar mij toe – toch een boterham uit zijn broekzak vist, stuur je weg. ‘Kom vanmiddag maar weer terug.’” Emile beaamt dit: “Je moet hun taal spreken. Niet te lief. Niet, zoals veel mensen dat geleerd hebben, dingen zeggen als ‘ik vind het niet prettig dat je zo tegen me doet’, maar gewoon ‘en nou kappen’. Ja, er wordt soms gescholden, er is meteen een reactie als je iets doet dat hen niet zint, dan roepen ze dat de regels ‘machtsmisbruik’ zijn. ‘Zie je wel,’ zeggen ze bijvoorbeeld. ‘Wij zijn gewoon junks voor jullie.’”

“Ik steel alleen van dealers”

Peter: “Dit zijn mensen die andere normen en waarden hebben, die het soms normaal vinden om te stelen, maar wel volgens hun eigen code: ‘Ik steel alleen van dealers.’ Emile: “Ook al is er wel eens verbale agressie, 99,9% van de tijd is de sfeer heel rustig. Het is een hecht en gemoedelijk groepje.”

Het laagste van het laagste…

Peter: “Het is ook een stabiele groep. Mensen die de verslavingszorg niet kennen, beschouwen cliënten van de medische heroïnebehandeling als ‘het laagste van het laagste’. Maar deze mensen hebben een vaste dagstructuur, hebben hier op de MAZ hun sociale contacten, een dak boven hun hoofd. Door de medische heroïnebehandeling veroorzaken ze bijna geen overlast meer, hebben nauwelijks nog contacten met justitie, hun gezondheid is veel beter en ze hebben veel minder bijgebruik van andere middelen. Ze komen hier hun heroïne gebruiken en gaan dan rustig weer naar huis.”

Het weer, politiek en voetbal

Emile: “Het zijn gewoon mensen hè, zoals jij en ik. Verschil is dat ze heel veel pech hebben gehad in het leven. Maar als je een half uur tegenover hen zit, heb je heel gewone huis-tuin-en-keukengesprekken. Over het weekend, over het weer, politiek, voetbal… Om hier te kunnen werken moet je stevig in je schoenen staan, maar vooral ook heel open-minded zijn en zorgzaam. Niet oordelen.”

Complimentjes

Peter: “En je moet een knop kunnen omzetten. Deze mensen genezen niet meer. Het hoogst haalbare is om hen stabiel te houden. Daar moet je aan wennen. Dat iemand voor je neus harddrugs gebruikt, dat moet je kunnen accepteren. Maar dan is het ook echt geweldig werk, je betekent echt iets voor deze mensen. Het klinkt misschien heel raar, maar als ik dan de spuitjes klaarmaak voor de twee cliënten die niet roken maar spuiten, en ik zie dat iemand meteen makkelijk een shot kan zetten en een goeie flash heeft, dan kan ik daar ook van genieten. Dat vinden zij dan weer heel grappig. Maar het gaat niet alleen om die heroïne. Het gaat vooral ook om het contact, ze hebben zo weinig positieve feedback gehad in het leven. Dat ze dan eens een keer een complimentje krijgen, dat ze er goed uitzien, een beetje zijn aangekomen, hun woning op orde hebben… We hebben ook cliënten die prachtige schilderijen maken. Dat iemand hen dan zegt dat ze iets goeds doen, daar leven ze enorm van op.”

Emile: “Een beetje empathie met de zwakkeren in de samenleving, dat is het allerbelangrijkste.”

De afbeelding bij dit artikel is een fragment van een schilderij van een van de cliënten van de MAZ.

Vijf belangrijke ontdekkingen door wetenschappers in de verslavingszorg

Eerst een persoonlijke ontdekking van NK-wetenschapper Boukje Dijkstra: “Ik kan me nog precies het moment herinneren dat ik dacht: ja, dáárom is onderzoek zo belangrijk. Voor mijn afstudeerproject werkte ik mee aan een studie naar het effect van Ritalin bij cliënten met ADHD en een verslaving. Cliënten kregen afwisselend ofwel een placebo, ofwel Ritalin. Toen ik hierbij betrokken raakte, waren er al een aantal cliënten ingestroomd en bleek Ritalin bij een deel effectief te zijn. Maar toen ik vroeg hoe de hulpverleners dat dan wisten, was het antwoord: ‘We nemen deze vragenlijst af, maar het is ook overduidelijk door de indruk die de cliënten maken.’ En ook de cliënten zelf wisten zeker of ze wel of geen Ritalin hadden gehad. Iedereen was er zo van overtuigd, dat niemand meer checkte of het wel klopte. En wat bleek toen ik het wél naging: één van de overtuigde cliënten deed het beter op een placebo dan op Ritalin terwijl iedereen natuurlijk het omgekeerde dacht… Voor mij was dat echt een eye-opener. Dáárom moet je onderzoek doen, want hoe overtuigd je ook van iets kan zijn, pas als je het onderzoekt, weet je ook of het echt zo is.”

Inmiddels is Boukje Dijkstra al láng afgestudeerd en heeft ze aan talloze studies meegewerkt. Ze is nu (onder meer) onderzoekscoördinator en supervisor bij Novadic-Kentron en traint andere professionals in het uitvoeren van onderzoek. Boukje: “Ik probeer vooral mijn passie op mensen over te dragen. Je moet continu kritisch op jezelf zijn, op de manier waarop je je werk doet. Alleen dan kun je ook echt de kwaliteit van je behandeling verbeteren.”

Iedereen zijn eigen overtuiging

Nog niet eens zó heel lang geleden, misschien nog wel tot in de jaren negentig, gebruikten hulpverleners in de verslavingszorg vooral hun eigen kompas. Boukje: “Ze volgden hun eigen overtuigingen. Er was nauwelijks inzicht in wat werkte en wat niet. Dus het kon zomaar gebeuren dat zo’n individuele, eigen aanpak bij de ene cliënt wel effectief was en bij de andere niet.” Sinds die jaren heeft de verslavingszorg een enorme kwaliteitsslag gemaakt. In vogelvlucht drie belangrijke ontdekkingen die de hele verslavingszorg ingrijpend hebben gewijzigd.

Hersenen geprogrammeerd door verslaving

Boukje: “Een van de grootste ontdekkingen is dat een langdurige verslaving je hersenen daadwerkelijk verandert. De hersenen worden zo geprogrammeerd dat ze altijd automatisch op zoek gaan naar het middel dat de verwachte beloning oplevert. Je kunt dat verschil ook aantonen op hersenscans. Je kunt de hersenen wel weer herprogrammeren, maar het is dus niet een kwestie van een knop omzetten of van wilskracht. Het betekent ook dat verslaving een chronische ziekte kan worden. Dat we langdurige opiaatverslaafden nu behandelen met medische heroïne, wat aantoonbaar effect heeft op gezondheid, bijgebruik van andere middelen, overlast voor de omgeving enzovoorts, is een bewezen effectieve behandelmethode die verder bouwt op dat bredere inzicht.”

Trauma’s aanpakken

Een andere belangrijke wetenschappelijke ontdekking is dat verslaving en psychische problemen vaak samen gaan. Boukje: “Het merendeel van mensen met een verslaving heeft ook psychische problemen. Bijvoorbeeld angsten of stemmingsklachten, ADHD of een persoonlijkheidsstoornis. Heel veel van onze cliënten hebben een trauma. De verslavingsproblemen en psychische problemen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en beïnvloeden elkaar over en weer. Dit heeft ook consequenties voor de behandeling: zo blijkt EMDR ook goed te werken bij mensen met een verslaving en traumatische ervaringen. [Zie bijvoorbeeld dit artikel.] Je moet dus niet wachten met het behandelen van één van beide stoornissen, maar ze gelijktijdig aanpakken.”

Een positievere aanpak

Een derde ontwikkeling die de aanpak van verslaving ingrijpend heeft veranderd, is de Community Reinforcement Approach. Boukje: “Bij CRA gaan we samen met de cliënt op zoek naar positieve alternatieven voor ongezond gedrag, die uiteindelijk meer beloningen opleveren. Stel dat iemand drinkt uit eenzaamheid, dan gaan we samen met de cliënt zoeken naar manieren om die eenzaamheid aan te pakken, bijvoorbeeld door een nieuwe hobby of vrijwilligerswerk, of het volgen van een socialevaardigheidstraining. Je kijkt dus naar veel meer levensgebieden dan alleen het gebruik. Veel studies hebben inmiddels uitgewezen dat deze aanpak effectief is, en NK heeft CRA volledig omarmd als behandelvisie. Het is een heel positieve en prettige manier van behandelen, maar eentje waarvan je ook weet dat die echt wérkt.”

Baanbrekend onderzoek naar GHB-verslaving

Het onderzoek naar CRA laat zien hoe nauw de wetenschap op dit gebied verweven is met de praktijk. Onderzoek op het gebied van verslaving is vaak doelgericht en heeft direct consequenties voor de behandelwijze. NK werkt graag mee aan dit soort direct toepasbaar onderzoek. Bij NK zijn dan ook wetenschappers actief die een belangrijke bijdrage leveren aan de kennis over verslaving.

Zo heeft NK de afgelopen jaren baanbrekend onderzoek verricht naar GHB-verslaving. Boukje: “Onder andere Harmen Beurmanjer en Alex van Dongen hebben onderzoeken uitgevoerd waaruit zeer waardevolle inzichten zijn voortgekomen. Zo weten we bijvoorbeeld nu dat de detox met afbouw van medische GHB veel veiliger is dan de traditionele methode met benzodiazepines. En dat het medicijn Baclofen effectief is tegen ‘zucht’ en daarmee terugval in GHB helpt te voorkomen. Ook hebben we veel inzicht gekregen in de kenmerken van GHB-verslaving. Zo hebben mensen met een GHB-verslaving vaak ook cognitieve problemen, bijvoorbeeld met verwerken en onthouden van informatie. Voor de behandeling is dit relevant om te weten, omdat dit betekent dat je informatie op een andere manier moet aanbieden. Door al dit onderzoek hebben we de terugval na de behandeling van deze complexe verslaving al aanzienlijk weten terug te dringen. Ook onze andere onderzoekers houden zich bezig met heel concreet en toepasbaar onderzoek. Zo onderzoekt Cor Verbrugge de effectiviteit van ervaringsdeskundigheid bij de behandeling en Laura De Fuentes cognitive bias modification: hoe je de automatische en onbewuste aandacht in het brein voor genotmiddelen op een heel directe manier kunt beïnvloeden door speciale computerspelletjes. Dit soort onderzoek is dus geen abstracte wetenschap, maar verandert echt de kwaliteit van onze behandelingen.”

Kort nieuws eerste kwartaal 2021

Via deze rubriek bieden wij u een overzicht van de meest opvallende ontwikkelingen en interessante informatie binnen onze organisatie. Hieronder leest u meer over:

  • verslavingsreclassering en forensische verslavingszorg geven kijkje in de keuken tijdens Festival Forensische Zorg;
  • Kloosterhotel ZIN en NK organiseren bijkomweekend voor naasten in juni;
  • nieuwe samenwerking Coup Cura en NK om verslaving te destigmatiseren;
  • plannen nieuwe woonvoorzieningen in regio Den Bosch;
  • internationaal onderzoek naar effecten van herstel bij drugsverslaving;
  • NK gaat voor TOPGGz;
  • zorgprestatiemodel bij NK. 

Verslavingsreclassering en forensische verslavingszorg geven kijkje in de keuken tijdens Festival Forensische Zorg

Eind januari vond het Festival Forensische Zorg plaats. Online dit keer, in verband met corona. Het thema van dit jaar was ‘Closed’. Een bijzonder toepasselijk thema, nu de wereld voor een groot deel op slot zit. Maar ook omdat de forensische zorg vaak achter gesloten deuren plaatsvindt. Hoog tijd dus om openheid te geven!

Samen maakten de medewerkers van de verslavingsreclassering en forensische verslavingszorg een video over hoe ze met de coronamaatregelen zijn omgegaan. Ook namen ze een podcast op met de toepasselijke titel Buitenstebinnen over het werk van de verslavingsreclassering bij de Penitentiaire Inrichting in Vught. Beluister hier de podcast! En tot slot creëerden ze zelfs een heuse escaperoom rondom het thema ervaringsdeskundigheid. Door middel van diverse puzzels liepen deelnemers het traject van een cliënt door, waarbij ze leerden hoe ervaringsdeskundigheid ingezet kan worden in dit proces. Mooie voorbeelden van samenwerking, kennis delen, transparantie en het gebruik van moderne middelen!

Kloosterhotel ZIN en NK organiseren bijkomweekend voor naasten in juni

Kloosterhotel ZIN en NK organiseren samen een bijkomweekend voor naasten van mensen met een verslaving. Naasten die het moeilijk hebben en wel wat positieve energie kunnen gebruiken, kunnen deelnemen aan een compleet verzorgd weekend (van 4 tot en met 6 juni) in het prachtig gelegen kloosterhotel van ZIN in Vught. Tijdens dit weekend kunnen ze bijkomen en de accu weer opladen, maar daarnaast doen ze ook mee aan een inspirerend en afwisselend programma dat wordt begeleid door ervaren trainers van ZIN en NK. Hier kunnen de naasten hun ervaringen delen met elkaar en krijgen ze handvatten om met meer compassie naar zichzelf en de ander te kijken, beter voor zichzelf te zorgen en op een gezonde, positieve manier om te gaan met de verslaving van de ander.

Het weekend wordt, dankzij subsidie van ZIN en stichting Sobriëtas, tegen zeer lage kosten (€ 95 voor het hele weekend) aangeboden. Dit is inclusief alle trainingen, maaltijden uit de 100% biologische keuken en overnachtingen op een hotelkamer met eigen douche en toilet. Ken je mensen die gebaat zouden zijn bij dit weekend? Klik hier voor meer informatie en het online aanmeldformulier.

Nieuwe samenwerking Coup Cura en NK om verslaving te destigmatiseren

In Nederland worstelt één op de tien mensen met een verslaving. Toch blijft het een moeilijk bespreekbaar onderwerp en wordt er daardoor vaak geen of te laat hulp gezocht. Om verslaving(szorg) in Brabant te destigmatiseren en kwetsbaarheid bespreekbaar te maken, werkt NK samen met kunstenaarscollectief Coup Cura. Muziek en theater zijn namelijk bij uitstek middelen voor het creëren van begrip en verbinding in de maatschappij. Na de voorstelling ‘Hunker’ in 2018 is nu het tweejarige project ‘MIST’ gestart.

Door middel van spoken words, virtual reality, theaterworkshops, beeldende kunst en een documentaire trekt Coup Cura Brabant in om leerlingen en het bedrijfsleven op een unieke manier te betrekken bij de destigmatiserende beweging. En aan het einde van de rit kunnen we opnieuw een indrukwekkende voorstelling verwachten. De Foundation van Zorg van de Zaak Netwerk, waar NK sinds 2020 onderdeel van is, ondersteunt dit project. Niet alleen financieel, maar ook vanuit inhoudelijke expertise. Lees meer over dit project in dit artikel met Suus Theuws, bestuurslid van de Foundation en Programmamanager Digitale Zorg bij NK.

Plannen nieuwe woonvoorzieningen in regio Den Bosch

Of je nu jong of oud, vitaal of kwetsbaar bent, iedereen heeft behoefte aan een eigen plek. Wanneer je worstelt met ernstige psychiatrische problemen en verslaving, is het echter knap lastig om op jezelf te wonen. En passende woonvoorzieningen voor deze kwetsbare groep zijn schaars. NK-bestuurders Walther Tibosch en Sigrid Wijnbergh schreven hierover onlangs het opiniestuk Het gat in de zorgstaat’, dat onder meer werd gepubliceerd in het Brabants Dagblad en het Eindhovens Dagblad.

De gemeente Den Bosch heeft in ieder geval wél concrete plannen voor een uitbreiding van de woonvoorzieningen voor deze kwetsbare groep. Aan de Zuiderparkweg opent begin 2022 een hostel voor gemiddeld dertig mensen met een chronische drugs- of alcoholverslaving en een psychische aandoening. De begeleiding en zorg ligt in handen van Reinier van Arkel, in samenwerking met NK. De bewoners krijgen hier 24-uurs zorg, intensieve begeleiding en toezicht. De bedoeling van hun verblijf is dat ze toewerken naar een meer zelfstandig leven.

Verder zijn er plannen voor een Voorziening Langdurig Verblijf (VLV) aan de Nieuwe Dijk, in de polder tussen Den Bosch, Den Dungen en Sint Michielsgestel. Hier wil Stichting Maartensdonk een plek creëren voor 22 dakloze mensen die zich niet staande weten te houden op andere plaatsen in de samenleving. Ze hebben psychische problemen en/of een licht verstandelijke beperking, in combinatie met verslaving. Wanneer deze VLV gerealiseerd zal worden, is nog onduidelijk.

Internationaal onderzoek naar effecten van herstel bij drugsverslaving

NK heeft deelgenomen aan een groot, meerjarig onderzoek naar herstel van drugsverslaving dat in verschillende landen tegelijk werd uitgevoerd: Engeland, Schotland, België en Nederland. Cliënten en ervaringswerkers van NK participeerden in dit onderzoek door het invullen van online vragenlijsten over hun eigen herstelproces. Eind 2020 verschenen de eerste resultaten van dit onderzoek in twee wetenschappelijke publicaties. In onze vorige nieuwsbrief berichtten we al over de effecten van deelname aan ervaringsgroepen op het herstel van drugsverslaving: dit leidt tot méér par­ti­ci­pa­tie, meer ver­an­de­rin­gen in so­ci­a­le net­wer­ken en een ster­ke­re toe­wij­ding om clean te blij­ven. Hieronder lichten we de andere publicatie uit over de invloed van de duur van het herstel op belangrijke levensgebieden.

Bij de 722 deelnemers werd onderscheid gemaakt tussen drie stadia van herstel: korter dan een jaar in herstel (18%), tussen één en vijf jaar (40%) en langer dan vijf jaar (42%). Onderzocht werd welke invloed de duur van het herstel heeft op huisvestingproblemen, criminaliteit, beroepssituatie en middelengebruik. Er is aangetoond dat herstel van verslaving gezien kan worden als een langdurig proces, waarbij ondersteuningsbehoeften in de loop van tijd verschuiven. Concreet betekent dat: hoe langer in herstel, hoe groter de kansen op een definitieve verbetering in de belangrijkste levensgebieden. 

NK gaat voor TOPGGz

NK staat voor excellente en innovatieve zorg voor iedereen. Soms is de zorgvraag licht en in andere gevallen is er hoogspecialistische zorg nodig. Cliënten met een complexe detoxificatie van GHB of opioïden vragen bijvoorbeeld om een zeer specialistische aanpak. Onze experts behandelen deze complexe vragen volgens de nieuwste methoden en de laatste wetenschappelijke inzichten. Om dit officieel uit te kunnen dragen, bereidt NK op dit moment de aanvraag voor het TOPGGz-keurmerk voor. We vragen deze aan voor de medium care klinische afdelingen in Vught die samen het Centrum Complexe Detox zullen vormen. Vanuit dit centrum bieden we (ook nu al) consultaties en second opinions voor ketenpartners en cliënten binnen én buiten Brabant. Bovendien creëren we met dit keurmerk meer ruimte voor onderzoek en innovatie.

Wil je meer weten over TOPGGz? Informeer dan bij de projectleiding via mariken.hulscher@novadic-kentron.nl of peter.greeven@novadic-kentron.nl.

Zorgprestatiemodel bij NK

Vanaf 1 januari 2022 wordt het zorgprestatiemodel ingevoerd in de geestelijke gezondheidszorg en de forensische zorg. Dit is een model voor vergoedingen in de zorg waarbij eenvoud voorop staat. Het model streeft naar eenvoudige regels, duidelijke nota’s en geen onnodige administratie. Het model gaat het huidige systeem van dbc’s (diagnosebehandelcombinaties), dbbc’s (diagnosebehandelbeveiligingscombinaties) en zzp’s (zorgzwaartepaketten) vervangen. In het nieuwe model bepalen de ‘prestaties’ welke vergoeding de zorgaanbieder krijgt. Een prestatie is in het nieuwe model bijvoorbeeld een consult of een overnachting in de kliniek. In de huidige bekostigingssystematiek zijn er veel soorten bekostiging, die zorgen voor veel administratie. Ook sluit de bekostiging vaak niet aan bij de zorg die iemand werkelijk krijgt. Eenvoudige zorg kan zo te duur zijn, terwijl de vergoeding voor complexe zorg soms weer te laag is. Door de lange looptijd van dbc’s en dbbc’s duurt het bovendien lang voordat de zorgnota kan worden verstuurd. Ook zijn zorgverleners veel tijd kwijt aan registratie: tijd die ze niet aan zorg kunnen besteden. Het belangrijkste doel van het nieuwe zorgprestatiemodel is eenvoud. De rekening van de zorg moet in het nieuwe model duidelijker worden voor cliënt en zorgverzekeraar. Ook wordt er bij het nieuwe zorgprestatiemodel gestreefd naar minder administratie en meer ruimte voor innovatie. In 2021 wordt het model verder uitgewerkt. Wilt u meer weten over het zorgprestatiemodel, kijk op Zorgprestatiemodel.nl. Mocht u vragen hebben over de invoering van deze nieuwe bekostigingssystematiek bij NK, dan kunt u mailen naar zorgprestatiemodelNK@novadic-kentron.nl.

 

Cijfers eerste kwartaal 2021  

In dit artikel vindt u de belangrijkste cijfers tot en met het eerste kwartaal van 2021: u vindt hier cijfers over de totale instroom van cliënten en specifiek over jongeren. U vindt er informatie over het aandeel klinische behandeling, verschillende leeftijdscategorieën en primaire problematiek. Ook vindt u in dit artikel cijfers over ons personeelsbestand in het eerste kwartaal van 2021.

Alle cliënten

In het eerste kwartaal van 2021 waren 5.151 cliënten in behandeling, versus 4.979 in het eerste kwartaal van 2020. Van hen zijn 384 cliënten klinisch opgenomen. Dit zijn alle opnames, ook andere financieringsstromen dan DBC en DBBC, maar exclusief woonvoorzieningen (hostels).

Primaire problematiek Aantal
Alcohol 1.582
Opwekkende middelen (cocaïne, amfetamine) 791
Opiaten 772
Cannabis 574
GHB 70
Gokken 118
Medicijnen (o.a. benzodiazepines) 376
Internet (gamen, chatten, erotiek) 14
Ketamine 29
Xtc 1
Overig1 51
Onbekend2 773

1 Bijvoorbeeld: lachgas, nicotine, hallucinogenen

2 Bijvoorbeeld omdat cliënten zich nog in de intake/diagnostiekfase bevinden, omdat ze alleen nog urinecontroles krijgen of omdat het cliënten zijn van de dag- en nachtopvang, een woonvoorziening of cliënten die behandeling krijgen via huisartsenpraktijken (onderaannemerschap)

Geslacht Aantal
Man 3.844
Vrouw 1.305
Onbekend 2

 

Leeftijd Aantal
Jonger dan 18 35
18-23 403
24-50 3.192
ouder dan 50 1.521

Jeugd en jongeren (12-24 jaar)

In het eerste kwartaal van 2021 zijn in totaal 438 jongeren door Nieuwe Kansen Jeugd (onderdeel van Novadic-Kentron) behandeld (van wie 54 klinisch), versus 460 in het eerste kwartaal van 2020.

Primaire problematiek Aantal
Cannabis 156
Opwekkende middelen (cocaïne, amfetamine) 71
Alcohol 27
Gamen 10
Gokken 22
GHB 7
Xtc 1
Opiaten 4
Overig 37
Onbekend 103

 

Leeftijd aantal
14 5
15 4
16 6
17 20
18 33
19 45
20 62
21 87
22 90
23 86

 

Geslacht Aantal
Man 326
Vrouw 1
Onbekend 111

Aantal medewerkers

Aantal fte per 1 januari 2021: 729
Aantal medewerkers per 1 januari 2021: 851

Aantal fte per 1 april 2021: 736
Aantal medewerkers per 1 april 2021: 857

Red Alert: Roze Tesla pillen verkocht als 2C-B met zeer hoge dosering DOC

Sinds begin april zijn er pillen die verkocht waren als 2C-B ingeleverd bij de testcentra van DIMS. Het betreft donkerroze, driehoekvormige pillen met een Tesla-logo. Na analyse blijken deze pillen geen 2C-B, maar een hoge dosis van het langwerkende tripmiddel DOC (2,5-dimethoxy-4-chlooramfetamine) te bevatten. DOC is een hallucinogeen die sterke tripeffecten met hevige hallucinaties en bijwerkingen zoals verhoogde hartslag, agressie, epileptische aanvallen en verhoogde lichaamstemperatuur. Op basis van deze informatie waarschuwt het Trimbos-instituut gebruikers om extra alert te zijn en deze pil niet te gebruiken. Als iemand deze pil al heeft ingenomen en daardoor hevige effecten ervaart, schakel dan medische diensten in en probeer de persoon in kwestie zoveel mogelijk te kalmeren.

Klik hier voor meer informatie en contactgegevens