Behandeling van ADHD en verslaving: “ADHD’ers zijn echt zulke leuke mensen om mee te werken”

Bij mensen met een verslaving is er vaak ook sprake van bijkomende psychische problemen. Zo zien we heel regelmatig de combinatie van verslavingsproblemen en ADHD. Ingrid Balkenende, senior behandelaar bij NK: “We zien bij mensen met ADHD vaak dat ze middelen gaan gebruiken als een soort ‘zelfmedicatie’. Ze gaan bijvoorbeeld blowen of drinken om wat rustiger te worden. Dat hoeven niet altijd dempende middelen te zijn. Als iemand in mijn spreekkamer zegt dat hij van speed rustig wordt, gaan bij mij alle alarmbellen rinkelen, want speed werkt op een bepaalde manier hetzelfde als Ritalin.” Over volle papierbakken, saaie wachtkamers en keihard fietsen met een lekke band…

Genotmiddelen als zelfmedicatie creëren meer problemen dan ze oplossen, maar dat mensen met ADHD er soms hun toevlucht toe nemen, begrijpt Ingrid wel: “Ik zie het al meteen bij de intake: dit zijn mensen met een enorme onrust in hun lijf en hun hoofd. Het is alsof ze altijd leven met een volle papierbak; terwijl ze een papiertje oprapen dat er uit valt, komen er alweer nieuwe papieren bij. Ze zijn voortdurend aan het verzamelen en opruimen.”

Niet beseffen hoe druk je bent

Het gebeurt regelmatig dat bij Ingrid mensen op gesprek komen die nog helemaal geen diagnose ADHD hebben, maar wel dit soort gedrag vertonen. Ingrid: “Die denken: zo ben ik gewoon. Ze herkennen zichzelf niet in andere mensen met ADHD, maar ze beseffen niet hoe druk en onrustig ze zelf zijn. Ik vraag dan of ze typische ADHD-kenmerken herkennen: moeite met autoriteit, met tien dingen tegelijk bezig zijn maar er geen eentje afmaken, moeite om ergens op te focussen of weerstand te bieden aan impulsen… Het is aan hen of ze dit verder willen laten onderzoeken of niet. Een diagnose kan je verder helpen, maar het is ook mogelijk dat je het helemaal niet wilt weten.”

De pieken missen

ADHD speelt niet alleen een rol bij het ontstaan van verslaving, maar ook bij de behandeling ervan. Ingrid: “Als je moeite hebt met impulsbeheersing en concentratie, dan is dat wel een factor die het herstel wat lastiger maakt. Medicijnen zoals Ritalin zouden je dan rustiger kunnen maken, zodat ook het stoppen met gebruiken makkelijker wordt, maar helaas moet je wel drie maanden abstinent zijn voor je onderzocht kan worden op ADHD en medicijnen mag gaan gebruiken… Als je al een diagnose hebt voordat je verslavingsproblemen kreeg, ligt dat anders. Maar ook dan is het instellen van de medicatie vaak een heel traject, een traject waar mensen met ADHD weinig geduld voor hebben. Terugval hoort er vaak echt bij. En vergeet niet dat medicijngebruik ook nadelen heeft. Je wordt er rustiger van, maar mensen met ADHD vinden die pieken soms ook fijn en handig bij hun werk of hobby’s. Als die er niet zijn, voelt dat soms als een gemis. Voor iedereen is dat een individuele afweging, en het is belangrijk dat je als behandelaar meedenkt met de wensen en behoeften van die persoon. Want die staan centraal.”

Keihard fietsen met een lekke band

“Als behandelaar van mensen met ADHD moet je extra investeren in de werkrelatie. In de behandeling is psycho-educatie een heel belangrijk onderdeel: hoe werkt het brein van iemand met ADHD? Maar je benadering is misschien nog wel belangrijker dan de behandeling zelf. Mensen met ADHD hebben vaak hun hele leven al gehoord dat ze dingen niet goed konden. ‘Let nou eens op! Doe nou eens je best!’ Ze werden als kind gezien als vervelende lastpakken die niet wilden luisteren. Maar het is geen onwil, het is onmacht! Een positieve benadering is dus cruciaal. Zeg niet: ‘jij moet dit of dat’, want daar zijn ze vaak allergisch voor geworden. Vraag liever ‘zou het handig zijn om…?’ Neem hen serieus, focus op wat ze wél goed kunnen en doen, daar bloeien mensen met ADHD vaak enorm van op.

Het is echt een vooroordeel, helaas soms ook nog binnen de zorg, dat mensen met ADHD ongemotiveerd zouden zijn. Ze zijn vaak juist heel erg gemotiveerd! Ze komen te laat op de afspraak, ze vergeten hun huiswerk, maar ze komen wel. Ik had een cliënte die er voor een afspraak veel te laat achter kwam dat de band van haar fiets lek was. Ze heeft die toen zo hard mogelijk opgepompt en extra middelen genomen om nog sneller te kunnen fietsen, zodat ze zo ver mogelijk kwam voor die band weer leeg was. Dan kun je zeggen: ‘Het was wel een heel slecht idee om meer middelen te gebruiken.’ Maar je kunt haar ook, voor je het over verstandige keuzes hebt, prijzen omdat ze zo ontzettend haar best heeft gedaan om toch nog op de afspraak te komen. Je kunt er van alles van vinden, maar ze was wél gemotiveerd!”

‘Jemig wat is het hier saai!’

“Ja weet je, ik hou van die doelgroep. Het zijn zulke leuke mensen om mee te werken. Ze zijn energiek, eerlijk, recht voor zijn raap, leggen hele snelle, vaak originele en grappige associaties. Als ik met een cliënt in de wachtkamer bij de huisarts zit, en ze roept ineens uit: ‘Jemig wat is het saai hier!’, dan moet ik daar gewoon erg om lachen. Ze prikken er ook meteen doorheen als jij niet eerlijk bent, als jij uitvluchten en smoezen verzint, dus als behandelaar moet je ook heel oprecht zijn. En als je hen dan met een positieve benadering, een goede behandeling en veel duidelijke structuur kan helpen bij hun herstel, dan is dat toch geweldig? Ik vind mijn werk echt heel leuk!”

Xtc: een onderschatte drug?

Eind 2018 werd in verschillende media gepleit voor het legaliseren van xtc. Xtc wordt immers voornamelijk recreatief gebruikt, heeft nauwelijks verslavingspotentieel en zuivere xtc zou minder schadelijk voor de gezondheid zijn dan legale middelen als alcohol en tabak. Legaliseren zou bovendien criminelen de wind uit de zeilen nemen. Als expert op het gebied van middelen en verslaving vonden we het belangrijk hierin enkele nuances aan te brengen en een tegengeluid te laten horen. Het gebruik van xtc, al of niet zuiver, heeft namelijk wel degelijk serieuze gezondheidsrisico’s. Bovendien willen we ook tegenwicht bieden tegen de verregaande normalisering van drugsgebruik. Daarom schreef senior preventiewerker en drugsexpert Alex van Dongen een gastopinie, die geplaatst werd in het Brabants Dagblad en BN de Stem. We vroegen Alex waarom xtc toch echt niet zo onschuldig is, én vroegen bovendien enkele cliënten hoe zij tegen legalisering aankijken.

Agressie of overdosis

Alex: “In het pleidooi voor legalisering wordt gesteld dat gebruik in vergelijking met bijvoorbeeld alcohol nauwelijks gezondheidsrisico’s geeft. Dat is appels met peren vergelijken. Schade bij alcohol is op korte termijn vaak gevolgschade, zoals rijden onder invloed en agressiedelicten;  gezondheidsschade ontstaat vaak pas op lange termijn. Het grootste risico van xtc is juist een overdosis. Dat zijn verschillende soorten risico’s die lastig met elkaar te vergelijken zijn. Ook de aantallen lopen enorm uiteen. Veel meer mensen drinken alcohol, dus komen incidenten als gevolg hiervan ook vaker voor. Maar dat wil niet zeggen dat xtc niet schadelijk is.”

Familie van overleden gebruikers

Ook bij de lagere risico’s van zuivere xtc plaatst Alex kanttekeningen. Hij weet uit testresultaten van het Drugs Informatie en Monitoring Systeem (DIMS) dat slechts bij uitzondering vervuilde xtc wordt aangetroffen. Er overlijden meer mensen na het gebruik van xtc met alleen de werkzame stof MDMA dan na het gebruik van vervuilde pillen.

Alex: “Ik weet uit mijn contacten met gebruikers, ouders en netwerkpartners dat gebruik van xtc – ook gebruik van ‘zuivere’ xtc – wel degelijk tot gezondheidsklachten kan leiden. Sommige frequente gebruikers hebben klachten als depressieve gevoelens, concentratie- en waarnemingsproblemen. Maar het kan ook acuut fatale gevolgen hebben. Twee keer heb ik contact gehad met de familie van overleden gebruikers. Eén keer werd dat veroorzaakt door overgevoeligheid voor MDMA en één keer door het slikken van meerdere pillen op een avond. Gebruikers weten wel dat meerdere pillen op een avond nemen gevaarlijk is, maar zodra zij onder invloed zijn, verandert de risicobeoordeling. En dan doen ze het toch, ook al kennen ze de feiten.”

Alex pleit voor de uitbreiding van de DIMS-testlocaties, waarvan er in Brabant zeven zijn: Breda, Den Bosch, Eindhoven, Helmond, Oss, Roosendaal en Tilburg. De openingstijden zouden verruimd moeten worden en de laboratoriumcapaciteit vergroot. Alex: “Je houdt dan goed zicht op de markt en kunt met gebruikers in gesprek over gebruik en risico’s.”

Een miljard pillen

Daarnaast heeft Alex bedenkingen bij de veronderstelling dat legaliseren drugscriminelen de wind uit de zeilen zou nemen en het aantal illegale dumpingen van drugsafval zou terugdringen. Alex: “Uit onderzoek blijkt dat slechts een klein deel van de in ons land geproduceerde xtc voor de Nederlandse markt bestemd is. Het leeuwendeel is voor de export. Dat is ook logisch, omdat in het buitenland veel meer betaald wordt voor de xtc. Schattingen uit 2017 geven aan dat in ons land in dat jaar bijna een miljard xtc-pillen werden geproduceerd met een straatwaarde van een kleine 20 miljoen euro.”

Kansloos

Alex: “Legaliseren van xtc is dus zeker niet het ei van Columbus: niet voor het voorkomen van gezondheidsproblemen, en niet voor het terugdringen van criminaliteit. Ik verwacht ook zeker niet dat hiervoor binnen de politiek een groot draagvlak zal zijn. Een voorstel om xtc te legaliseren of reguleren lijkt op voorhand kansloos. Dat betekent zeker niet dat onze organisatie voorstander is van het criminaliseren van gebruik en gebruikers. Wij zijn juist voorstander van het niet strafbaar stellen van het bezit van middelen die voor eigen gebruik zijn bestemd.”

“Uiteindelijk is het goed dat deze proefballon opgelaten werd. Ik hoop dat de discussie aanleiding vormt om het huidige drugsbeleid tegen het licht te houden en na te denken over wat nodig is om problemen door xtc, maar ook door andere middelen, te voorkomen. Een goede monitoring, adequate preventie en voorlichting en effectieve behandelmethoden zijn daarbij cruciale instrumenten.”

Wat vinden cliënten?

Pieter*: “Ik snap niet dat ze van plan zijn xtc te legaliseren. Dat er geen gezondheidsrisico’s zijn bij zuivere xtc is absolute nonsens. Ik heb genoeg overdoseringen gezien die leidden tot ziekenhuisopnames door bijvoorbeeld oververhitting of psychoses. Het zijn gewoon harddrugs, die zorgen voor een enorme kater. Maar ook depressies, omdat de geluksstofjes die je aanmaakt, op raken. En ook de criminaliteit zal niet verdwijnen. Ik denk dat het overgrote deel van alles wat in Nederland geproduceerd wordt naar het buitenland gaat. We hebben hier de meeste kennis.”

Sara*: “Voor de gezondheid zou het wel kunnen helpen. Als xtc legaal gemaakt wordt, kan de kwaliteit in de gaten gehouden worden. Er is volgens mij nu veel rotzooi op de markt, je weet nooit precies wat je slikt. Of het drugscriminaliteit tegen gaat? Zou kunnen, maar die laten zich toch niet stoppen. Die komen vast met sterkere pillen zoals die bij mijn vriendengroep in ieder geval geliefder waren, of met iets nieuws. Ik zit niet in dat productiewereldje, maar weet wel dat het om heel veel geld gaat. Dat laten ze zich niet zomaar afpakken.”

Karel*: “Legaliseren zal niet beter zijn voor de gezondheid. Ik denk dat er weinig vervuiling is, ik hoor of lees daar niets over. En je kunt nu ook altijd pillen laten testen. Ik denk dat legaliseren eerder nadelig is. Ik verwacht dat er meer mensen zullen kiezen om te gaan gebruiken, dat er meer gebruikt gaat worden en al op jongere leeftijd. Ook zal legaliseren geen oplossing zijn voor de criminaliteit. Ik denk dat het meeste direct naar het buitenland gaat.”

* Pieter, Sara en Karel zijn gefingeerde namen.

Ouderen en verslaving: “Het maakt niet uit hoe oud je bent, ook een kleine verandering kan veel winst opleveren”

Alcoholgebruik bij 55-plussers wordt vaak gebagatelliseerd. Buiten de eigen (soms beperkte) kring is overmatig gebruik nagenoeg onzichtbaar en er is weinig overlast. Daarnaast wordt vaak gedacht, óók door ouderen zelf, dat verandering op oudere leeftijd toch geen zin meer heeft. Of dat je hem of haar dat borreltje ‘niet ook nog eens kunt afnemen’. Door deze stigma’s doen we een grote groep mensen ernstig tekort. Senior preventiewerker Bernard van ’t Klooster: “Onderschat nooit de positieve, lichamelijke effecten van minder drinken, zeker ook op oudere leeftijd.”

55-plussers komen via ons centrale telefoonnummer of via de huisarts terecht bij Novadic-Kentron, waar ze bij de afdeling Preventie een korte interventie van vier gesprekken kunnen volgen: de Moti 4. Senior preventiewerker Yvonne Rühl: “55-plussers die via hun huisarts voor de Moti 4 worden aangemeld, vinden zichzelf meestal niet verslaafd, maar realiseren zich wel dat ze een probleem hebben. Ze zijn vaak door omstandigheden meer gaan drinken. Denk aan het verlies van een partner of het wegvallen van werk en daarmee een nuttige dagbesteding én sociale context.”

Respect voor de huisarts

Bernard: “Bij jongeren zie je vaak dat ze het probleem wegwuiven: ‘Het was maar één keertje, het stelt niks voor, iedereen gebruikt…’ Bij ouderen is er vaker een gevoel van urgentie. En zeker als ze via de huisarts of praktijkondersteuner komen, nemen ze de gesprekken hier vaak heel serieus. Deze generatie heeft nog veel respect voor de autoriteit van de huisarts.”

Te weinig omhanden

Yvonne: “De hulp van Moti 4 is laagdrempelig en vooral gericht op inzicht in het eigen gebruik. Welke rol speelt het alcoholgebruik? Hoe is dat zo ontstaan? Bij 55-plussers vult het vaak een leegte. Mensen hebben bijvoorbeeld veel te weinig omhanden en voelen zich eenzaam. We kunnen dan bijvoorbeeld samen gaan kijken welke activiteiten plaatsvinden in de wijk waar deze persoon woont. Soms blijkt dat een uitgebreider zorgtraject nodig is. Maar vaak is bewustwording al genoeg, en hebben mensen aan de vier gesprekken voldoende om zelf weer de regie te kunnen nemen over hun eigen gebruik.”

Stigma

Bernard: “Het is heel belangrijk om de regie bij de cliënt te laten liggen. We gaan samen onderzoeken wat er aan de hand is, maar cliënten bepalen zelf welke keuzes ze maken. Wij adviseren daarbij. Daarin probeer ik vooral heel uitnodigend te zijn. Soms moet je daarin ook wel wat lichtheid brengen. Ouderen hebben de naam minder flexibel te zijn, maar ik merk dat dat vooral een stigma is van de maatschappij. En ook zelfstigma. Ze geloven soms zelf ook dat het geen zin meer heeft om te proberen te veranderen of dat ze überhaupt nog andere keuzes kunnen maken.”

Yvonne: “Als mensen al gewend zijn om te drinken, zorgen verlieservaringen – die toch vaak horen bij het ouder worden – er nogal eens voor dat bijna ongemerkt steeds meer wordt gedronken. Als bijvoorbeeld een partner wegvalt, denken mensen nogal eens: ‘Ach, wat maakt het uit, ik zit hier toch maar alleen.’ Ze geven het op. Maar ook ouderen kunnen nog heel goed veranderen. Zo kunnen ze werken aan hun zelfvertrouwen en het vergroten van hun netwerk door nieuwe activiteiten te ondernemen, vrijwilligerswerk te gaan doen.”

Zingeving

Bernard: “Het gaat in gesprekken vaak over zingeving. Als er een leegte ontstaat in je leven, bijvoorbeeld doordat je niet meer werkt en je kinderen het huis uit zijn, dan is het de vraag hoe je die leegte weer kunt vullen. Ik merk als preventiewerker dat die gesprekken soms heel intens zijn, het gaat vaak om wezenlijke dingen: je eigen sterfelijkheid en kwetsbaarheid, eenzaamheid, je relatie met kinderen en kleinkinderen, verbinding zoeken, een doel in je leven hebben.”

Yvonne: “Zo had ik een cliënt die eerder in behandeling was geweest en nu weer meer dronk dan ze zelf wilde. Haar moeder was overleden en ze had nu te veel lege tijd. Het was niet direct nodig om weer in zorg te gaan, dus hebben we samen gezocht naar een nieuwe invulling van haar tijd. Ze is toen vrijwilliger geworden in een buurthuis, wat haar zelfvertrouwen een grote boost gaf. Zeker nadat ze daar in alle openheid had verteld over haar verslavingsgevoeligheid. Ze voelde zich weer nuttig, haar leven had nieuwe zin gekregen.”

Afgeschreven

Bernard: “Ouderen worden veel te snel afgeschreven! Er wordt gezegd: ‘Waarom zou je nog zoveel moeite doen? Meneer is 82!’ Maar misschien leeft hij nog wel tien of vijftien jaar! Het zou toch mooi zijn als dat met een zekere kwaliteit van leven kon? Mensen onderschatten de effecten van een paar glazen per dag minder drinken. Je gaat er bijvoorbeeld beter van slapen, je bent minder suf overdag, hebt daardoor ook een beter contact met je omgeving… En vergeet ook het risico op vallen niet, dat door alcoholgebruik stukken hoger is. Een val kan, zeker op hogere leeftijd, ernstige gevolgen hebben, zoals blijvende invaliditeit. Minder drinken kan ervoor zorgen dat je langer actief en zelfstandig blijft, meer uit het leven haalt. Veel klachten die aan ouderdom worden toegeschreven, worden mede veroorzaakt of verergerd door alcoholgebruik.”

Minder snel van de wijs

Yvonne: “Ouder zijn heeft ook voordelen. Oudere mensen hebben veel levenservaring, ze kunnen putten uit een rijke encyclopedie van problemen die ze overwonnen hebben. Daar kun je op teruggrijpen: als dit je toen is gelukt, lukt dit vast ook wel. Ook hebben ze meer zelfkennis en zijn ze minder snel van de wijs te brengen. Een jongere denkt vaak heel zwart-wit: ‘Nee, dat kan ik echt niet, het komt nóóit meer goed!’, een oudere kan vaak beter nuanceren en relativeren. Ze hebben alles al eens meegemaakt. Dat kan een bron van kracht zijn om ook dit probleem grondig aan te pakken. Hoe oud je ook bent, je hebt altijd een Nieuwe Kans!”

Heel veel winst

Bernard: “We krijgen soms de vraag: moeten we nog aan die mevrouw of meneer gaan sjorren? Ik vind dat zo’n enorme dooddoener. Weegt het gedoe zwaarder dan de voordelen van minderen of stoppen? Ja, de alcohol kan de eenzaamheid minder voelbaar maken, maar je komt er daardoor ook niet eenvoudig meer uit. Mensen worden steeds ouder, de 70-jarige van nu is niet de 70-jarige van vroeger. Wijkteams, huisartsen en andere zorgverleners zouden veel alerter kunnen zijn op alcohol als bepalende factor voor zowel gezondheid als kwaliteit van leven. Maar er wordt nog steeds maar heel beperkt naar gevraagd of nog eens op teruggekomen. Alcohol is zo normaal dat je het niet meer ziet. Het maakt niet uit hoe oud je bent, ook een kleine verandering in je drinkgedrag kan heel veel winst opleveren.”

Terugblik Specialistische en BasisGGZ 2018 en vierde kwartaal

In dit overzicht vindt u de actuele ontwikkelingen in het vierde kwartaal van 2018 binnen de door de zorgverzekeraars gefinancierde zorg (Zvw-domein), die geleverd wordt door onze Specialistische en BasisGGZ-teams. U kunt lezen over de volgende thema’s:

  • opvallende ontwikkelingen in 2018:
    • Intensive Home Treatment (IHT) breidt zich uit;
    • het Etten-Leurse model;
    • pilot nieuwe GHB-behandeling;
    • vof Dubbele Diagnose Tilburg grondig verbouwd;
  • LVB-profielenstudie;
  • Dubbele Diagnose krijgt manager behandelzaken;
  • cliënten Kentra24 aan de wandel;
  • Brabantse gemeenten verdiepen zich in het Etten-Leurse model. 

Opvallende ontwikkelingen in 2018

Intensive Home Treatment (IHT) breidt zich uit

In de regio Noordoost had NK al een IHT-team, in 2018 is ook in de regio West-Brabant een IHT team gestart. De medewerkers van het IHT-team bieden maximaal zes weken acute zorg aan verslaafden in crisissituaties, bij voorkeur in de eigen omgeving en met partijen die al zorg verlenen aan of bemoeienis hebben met de betreffende cliënt. IHT heeft een positieve invloed op de wachttijd omdat met deze intensieve ambulante zorg een opname voorkomen of verkort kan worden. 

Het Etten-Leurse model

Afkicken van GHB is erg moeilijk, terugval komt in vergelijking met andere verslavingen vaak voor. De kans op terugval is een stuk groter als verslaafden na behandeling in hun eigen omgeving terugkeren. Daarom heeft NK met de gemeente Etten-Leur een specifieke aanpak voor GHB-cliënten ontwikkeld, inmiddels ook bekend als het ‘Etten-Leurse model’. Kern van die aanpak is de samenwerking tussen diverse partijen (gemeente, politie, verslavingszorg en jongerenwerk) maar vooral ook de manier waarop terugval wordt voorkomen. Die blijkt bij GHB in vergelijking met andere verslavingen extreem hoog. Een terugkeer in de eigen omgeving, waar cliënten weer volop met gebruik geconfronteerd worden, speelt daarbij een grote rol. Daarom wordt getracht om bovenregionale afspraken te maken om cliënten uit Etten-Leur na hun behandeling een (begeleide) woonplek aan te bieden buiten de eigen regio. Deze aanpak krijgt inmiddels ook landelijk de nodige waardering. In het vierde kwartaal vond ook een bijeenkomst plaats met de Brabantse gemeenten waarin dit model werd besproken. (Zie verder in dit overzicht.)

Pilot nieuwe GHB-behandeling

Binnen NK is een protocol ontwikkeld voor de detoxificatie van GHB-cliënten. In 2018 zijn als logische vervolgstap behandelrichtlijnen ontwikkeld, die onder andere het hoge terugvalpercentage moeten terugdringen. Daarvoor is het van belang dat de behandeling is afgestemd op bijkomende problematiek (bijvoorbeeld angst- en stemmingsklachten, het ontbreken van dagbesteding en een ondersteunend netwerk) en de voor GHB-cliënten specifieke hulpvraag. Kenmerkend zijn onder andere moedeloosheid door de vele stoppogingen en behoefte aan hulp bij praktische zaken als werk, wonen en tijdsbesteding. De nieuwe richtlijn, die door ZonMW gefinancierd werd, is eind 2018 als pilot gestart in de regio Roosendaal.

Vof Dubbele Diagnose Tilburg grondig verbouwd

In juni werden na een grondige renovatie de gebouwen van de Vof Dubbele Diagnose aan de Jan Wierhof heropend. De gebouwen zijn lichter en moderner geworden: een optimale omgeving om cliënten fijn te behandelen en hen Nieuwe Kansen te bieden.

Hieronder een terugblik op de ontwikkelingen in het vierde kwartaal.      

LVB-profielenstudie

In de regio Midden- en Noordoost-Brabant wonen ruim 4.600 mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB). Een kwetsbare doelgroep, bij wie vaak sprake is van “triple trouble”: naast de verstandelijke beperking hebben deze mensen ook een verslaving en psychische en sociale problematiek. Om te komen tot passende zorg(afspraken) is in deze regio’s de afgelopen twee jaar een door KPMG gefinancierde profielenstudie uitgevoerd.

Naast onze organisatie hebben achttien partijen uit de geestelijke gezondheidszorg, LVB-zorg, maatschappelijke opvang en onderwijs samen met gemeente Tilburg en zorgverzekeraar VGZ de doelgroep van mensen met een LVB in deze regio’s in kaart gebracht. De stuurgroep, waar namens NK Peter van Rijsbergen en Irene Dijkstra aan deelnemen, heeft met het opleveren van de eindrapportage LVB Profielenstudie inmiddels fase 1 en 2 afgerond: zes LVB-profielen zijn gedefinieerd en een ‘foto’ van de regio is gemaakt. Voor meer informatie hierover, zie de eindrapportage.

Inmiddels is een start gemaakt met fase 3, waarbij antwoord gezocht wordt op de vraag hoe we de zorg voor deze doelgroep goed vormgeven. Er zijn drie regionale werkgroepen ingericht (Den Bosch, Hart van Brabant Noord en Hart van Brabant Zuid), waarbij NK vertegenwoordigd is door Peter van Rijsbergen. Peter: “Onze opdracht is te komen tot een passend en effectief aanbod voor deze complexe doelgroep. Dat gebeurt in regionale werkgroepen, omdat samenwerking tussen partijen in de regio van cruciaal belang is. We zijn nu bezig om afspraken te maken over een gezamenlijk stappen- en zorgplan. Naar verwachting kan fase 3 medio 2019 afgerond worden.”

Dubbele Diagnose krijgt manager behandelzaken

Medio november is Coos Meester begonnen als manager behandelzaken voor de vof Dubbele Diagnose van NK en GGz Breburg in Tilburg en Breda. Coos gaat in deze nieuwe functie, die gecreëerd is om de inhoudelijke doorontwikkeling van Dubbele Diagnose vorm te geven, de zorg- en behandelinhoudelijke coördinatie op zich nemen. Belangrijke doelen zijn de implementatie van kwalitatief goed en passend zorgbeleid en versterking van de samenwerking met de moedermaatschappijen. Samen met de manager bedrijfsvoering, Jessie Nijman, gaat Coos integraal leidinggeven aan de multidisciplinaire teams van Dubbele Diagnose en is hij lid van het managementteam.

Cliënten Kentra24 aan de wandel

Sinds de evaluatie van het klinisch programma van Kentra24 in oktober is besloten de gebruikelijke ochtendbespreking na het ontbijt in een gezond en actief jasje te gieten. Iedere ochtend gaat de groep samen met de begeleiding om 9.00 uur een half uur wandelen. Voorheen was er op dit tijdstip een groepsmoment gepland, waarbij iedereen aan tafel zat (hing) en nog niet helemaal wakker was. Om de jongeren positief te activeren, is er besloten om te starten in de buitenlucht. In het begin gebeurde dit nog met enige tegenzin van de jongeren, maar inmiddels is dit volledig veranderd in enthousiasme. Nu zien we de jongeren al voor 9.00 uur klaar staan voor vertrek!

Daarbij valt op dat cliënten meer motivatie hebben om op tijd uit hun bed te komen en deel te nemen aan de wandeling, en zo dagelijks het weer (wind, regen en kou) te trotseren. Tijdens deze wandeling worden een aantal doelen bereikt: bewegen in de frisse lucht, wakker worden en ruimte maken voor een goed gesprek. De jongeren hebben op deze manier ook prettig onderling contact.

Brabantse gemeenten verdiepen zich in het Etten-Leurse model

Al eerder hebben wij bericht over de lof en waardering, ook landelijk, voor het Etten-Leurse model bij de behandeling van GHB-verslaafden. Op 6 november kwamen afgevaardigden en beleidsmedewerkers van zes regiogemeenten bijeen die zich bezig houden met beschermd wonen, opvang en/of indicatiestelling van GHB-cliënten om zich meer te verdiepen in de GHB-problematiek en kennis te maken met de aanpak van Etten-Leur.

Tijdens de bijeenkomst werd door Angela Aarts, Harmen Beurmanjer en Boukje Dijkstra, GHB-experts en onderzoekers van NK, aandacht besteed aan de specifieke kenmerken van de doelgroep. Wat maakt deze cliënten uniek en wat betekent dit voor behandeling, begeleiding en huisvesting? Vervolgens gaven senior preventiewerker Alex van Dongen en Jaap Malcontent van de gemeente Etten-Leur een toelichting op de Etten-Leurse aanpak. Begin 2019 staat dit thema weer op de agenda van het overleg tussen de zeven centrumgemeenten in Brabant, zodat de goede intenties van alle centrumgemeenten in afspraken vertaald kunnen worden.

Succesvolle aanpak GHB-verslaving in de startblokken

Voor de meeste mensen is een opname op de spoedeisende eerste hulp een traumatische gebeurtenis. Als je in coma raakt, met loeiende sirenes wordt afgevoerd en ontwaakt in een ziekenhuisbed, dan zal je daar op zijn minst enorm van schrikken. Maar mensen met een GHB-verslaving reageren vaak totaal anders. Als ze wakker worden uit een coma, zijn ze volledig helder, staan ze op en gaan ze weer naar huis. ‘Even een GHB-slaapje,’ noemen ze het zelf. Voor hen is dit bijna normaal.

Het is natuurlijk niet normaal, het is zelfs levensgevaarlijk, maar het geeft wel aan hoe grondig een GHB-verslaving op je leven inhakt. Omdat je elke twee of drie uur GHB moet gebruiken om zeer heftige ontwenningsverschijnselen te voorkomen, zijn mensen met een GHB-verslaving altijd onder invloed. Ze voelen niet meer hoe groot hun problemen zijn. En die zijn vaak enorm: werk, wonen, relaties, vrienden, familie, financiën, gezondheid: alles ligt op zijn kop. Gemeenten en instanties, zoals de politie, wooncorporaties, zorginstellingen enzovoorts, hebben er vaak hun handen vol aan. Want hoewel de aantallen GHB-gebruikers in absolute zin klein zijn – een fractie van bijvoorbeeld het aantal problematische alcoholgebruikers – veroorzaken ze buitenproportioneel veel overlast.

Dank aan de ziekenhuizen!

De indruk bij ziekenhuizen is dat het aantal toeneemt, maar er zijn cijfers nodig om dit beeld helder te krijgen. Boukje Dijkstra, senior wetenschappelijk medewerker: “Hoeveel mensen worden opgenomen op de SEH door GHB-gebruik? Dat willen we graag weten. Daarom hebben we de Brabantse ziekenhuizen benaderd en gevraagd of ze dit wilden registreren, en alle ziekenhuizen hebben toegezegd hieraan mee te doen! Dat is echt fantastisch, want het is volledig op vrijwillige basis. We waarderen dat enorm, dit geeft ons zeer waardevolle informatie!”

Heel veel leed voorkomen

Met de cijfers willen Boukje en haar collega’s een beter beeld krijgen van de gemeenten die eruit springen wat betreft GHB-problematiek. Boukje: “Deze gemeenten willen we benaderen om samen, op basis van deze getallen, de problemen in de gemeente door GHB nog beter in beeld te krijgen, én samen te gaan werken aan een effectieve aanpak ervan. GHB-verslaving is een zeer ernstige verslaving, waarvan het behoorlijk lastig is om te herstellen. Als expertisecentrum op dit gebied doet NK veel onderzoek naar een effectieve aanpak, en daarbij zijn ook al successen geboekt: de kans op terugval is de laatste jaren een stuk kleiner dan een aantal jaar geleden, van 65% naar 50% drie maanden na detoxificatie. Maar hoe eerder je de problemen aanpakt, hoe groter de kans op volledig herstel. Je kunt dan met minder complexe interventies voorkomen dat iemand volledig afglijdt, en daarmee voorkom je niet alleen heel veel leed voor de persoon zelf én zijn of haar omgeving, maar ook veel dure politie-inzet, spoedopnames, enzovoorts.”

Wat heeft iemand nú nodig?

Behalve een goed detoxificatieprotocol, waarbij NK de dosis medische GHB langzaam afbouwt, is het vooral van belang om de omgeving goed in te richten. Boukje: “Al voor detoxificatie moet je weten waar iemand daarna terecht komt. Waar gaat deze cliënt wonen, hoe brengt hij of zij de dag door? Problemen met instanties moeten worden opgelost, onderliggende psychische problemen behandeld. Het is dan van doorslaggevend belang dat je kunt samenwerken met alle andere betrokken partijen. In Etten-Leur is hiervoor een succesvolle aanpak ontwikkeld, waarbij iedereen bij elkaar aan tafel zit. De gemeente heeft de regie, maar aan tafel zitten ook politie, ggz, verslavingszorg, maatschappelijke opvang, wooncorporaties enzovoorts.”

Alex van Dongen, senior preventiemedewerker en één van de sleutelfiguren bij deze aanpak: “Samen bekijken we: wat heeft iemand nú nodig, en wie kan dat oppakken? We schakelen heel snel, en de rollen zijn heel duidelijk. Doordat iedereen er heel dicht bovenop zit, kan meteen de juiste hulp worden ingeschakeld. Deze ‘Etten-Leurse aanpak’ willen we graag ook in andere gemeenten toepassen.”

Een nieuwe start in een nieuwe omgeving

Als meer gemeenten meedoen met deze aanpak, wordt het hopelijk ook makkelijker om herstellende GHB-verslaafden buiten hun eigen regio te herhuisvesten. Boukje: “We zien dat de kans op terugval een stuk kleiner wordt als ze na hun opname in een heel andere omgeving opnieuw kunnen beginnen. Als ze na behandeling terugkeren in hun oude netwerk, vallen ze vaak binnen enkele maanden terug. Maar een écht nieuwe start, met een andere woning, een andere dagbesteding en een ander sociaal netwerk, vergroot de kansen op succes in aanzienlijke mate. Helaas beroepen veel gemeenten zich juist op regiobinding. We hopen dat meer gemeenten onderling afspraken gaan maken, zodat plaatsing buiten de eigen regio makkelijker wordt. Uiteindelijk is daar iedereen bij gebaat, ook de gemeenten zelf! Met steun van de cijfers uit de ziekenhuizen hopen we een eerste beeld te kunnen schetsen over de verspreiding van GHB-problemen over de gemeenten. Aan de hand daarvan kunnen we weer nieuwe stappen zetten.”

Cijfers 2018

In dit artikel vindt u de belangrijkste cijfers van 2018: u vindt hier cijfers over de totale instroom van cliënten en specifiek over jongeren. U vindt er informatie over het aandeel klinische behandeling, verschillende leeftijdscategorieën en primaire problematiek. Ook vindt u in dit artikel cijfers over ons personeelsbestand en de cliënttevredenheid in 2018.

Alle cliënten

In 2018 waren 7.688 cliënten in behandeling, versus 8.023 in 2017. Van hen zijn 1.145 cliënten klinisch opgenomen. Dit zijn alle opnames, ook andere financieringsstromen dan DBC en DBBC, maar exclusief woonvoorzieningen (hostels).

Primaire problematiek Aantal
Alcohol 2.617
Opwekkende middelen (cocaïne, amfetamine) 1.284
Opiaten 778
Cannabis 952
GHB 238
Gokken 261
Medicijnen (o.a. benzodiazepines) 97
Internet (gamen, chatten, erotiek) 90
Ketamine 52
Xtc 10
Overig1 54
Onbekend2 1.255

1 Bijvoorbeeld: lachgas, nicotine, hallucinogenen

2 Bijvoorbeeld omdat cliënten zich nog in de intake/diagnostiekfase bevinden, omdat ze alleen nog urinecontroles krijgen of omdat het cliënten zijn van de dag- en nachtopvang of een woonvoorziening.

Geslacht Aantal
man 5.811
vrouw 1.877

 

Leeftijd Aantal
> 50 jaar 1.907
24-50 jaar 4.920
18-23 jaar 769
< 18 jaar 92

Jeugd en jongeren (12-24 jaar)

In 2018 zijn in totaal 861 jongeren door Kentra24 (onderdeel van Novadic-Kentron) behandeld (klinisch en ambulant), versus 931 in 2017.

Primaire problematiek Aantal
Cannabis 332
Opwekkende middelen (cocaïne, amfetamine) 150
Alcohol 83
Gamen 48
Gokken 54
GHB 18
Xtc 8
Opiaten 2
Overig 56
Onbekend 110

 

Leeftijd aantal
12 1
13 7
14 5
15 11
16 23
17 45
18 71
19 121
20 113
21 146
22 143
23 175

 

Geslacht Aantal
man 667
vrouw 194

 Aantal medewerkers

Aantal fte per 1 januari 2018: 725
Aantal medewerkers per 1 januari 2018: 858

Aantal fte per 31 december 2018: 757
Aantal medewerkers per 31 december 2018: 890

Cliënttevredenheid

Domein N GEM
Totaal NK (Ambulant) 839 8,3
Specialistische GGZ en BasisGGZ 752 8,4
Zorg betaald vanuit de Wmo (gemeente) 88 8,1
Forensische zorg 51 8,0

N = aantal respondenten; GEM = gemiddelde score (0-10)

Het meetinstrument (CQI-GGZ-VZ-AMB) is een online vragenlijst van dertien vragen die aan het einde van de behandeling anoniem wordt ingevuld door de cliënt. De Specialistische GGZ en de Basis GGZ zijn binnen NK ondergebracht binnen hetzelfde team.

Conclusies

  • Cliënten die ambulant bij NK zijn behandeld en de CQI-vragenlijst hebben ingevuld, zijn erg tevreden over de behandeling die zij bij NK hebben gehad (rapportcijfer voor heel NK: 8,3).
  • Bijna de helft beoordeelt de behandeling bij NK met een 9 of hoger (46%), terwijl slechts 3% een 5 of lager geeft.
  • Vooral op het gebied van Bejegening (serieus nemen en begrijpelijk uitleggen) scoort NK hoog (gemiddeld 4,9 op een schaal van 1 tot 5).
  • De cliënttevredenheid van totaal NK is gedurende het afgelopen jaar gelijk gebleven ten opzichte van 2017. NK streeft er altijd naar om haar cliënttevredenheid te verbeteren!
  • De informatieverstrekking over zelfhulpprogramma’s, cliëntondersteuning en/of patiëntenverenigingen scoort het laagst (gemiddeld 3,9 op een schaal van 1 tot 5, 17% geeft score 1 of 2) en vormt daarmee een punt van aandacht.