Legalisering xtc als oplossing van de problemen of toch niet

Zondag 21 oktober hield Arjen Lubach in het programma Zondag met Lubach (bekijk hier het fragment, vanaf 14.35) een pleidooi voor de legalisering van xtc. Het zou een oplossing zijn voor problemen door criminaliteit en milieuschade als gevolg van de productie van xtc. Een hoogleraar zei zelfs letterlijk dat legalisering zou leiden tot ‘pillen die goed en zuiver zijn’. Arjen zei in vergelijkbare woorden: “Als je xtc legaal maakt vanaf 18 jaar, dan krijg je veilige pillen.” Ook werd gesteld dat xtc een veiliger middel is dan alcohol, cannabis en tabak. Na het pleidooi van zondag zullen veel mensen ervan overtuigd zijn dat legaliseren alleen maar voordelen heeft. Laten we de argumenten eens onder de loep nemen. Oordeel zelf of het allemaal zo duidelijk is als gesteld werd! De vier voors en tegens van de legalisering.

1. Legalisering is de oplossing voor criminaliteit en milieuschade.

Voor: legalisering haalt de wind uit de zeilen van criminelen en biedt een oplossing voor de vele drugslozingen. Voor een deel klopt dit, aangezien de productie voor de binnenlandse afzetmarkt in overheidshanden komt.

Tegen: studies wijzen uit dat veruit het grootste deel van de productie van xtc voor de buitenlandse markt is bestemd. In het World Drug Report uit 2008 staat dat 42% van de in beslag genomen xtc van Nederlandse origine is. Op deze cijfers is uiteraard het nodige af te dingen, maar als veel van de Nederlandse xtc-productie voor de buitenlandse markt is bestemd, zal legalisering in Nederland zeker geen oplossing zijn voor de criminaliteit en milieuschade.

2. Legalisering leidt tot pillen die goed en zuiver zijn.

Voor: de overheid kan bij xtc-pillen die zij zelf gaat produceren, ook zelf bepalen wat de sterkte is.

Tegen: het Trimbos-instituut stelt dat vaak wordt gedacht dat vooral vervuilde pillen (pillen die PMMA of mCCP bevatten naast of in plaats van MDMA) de oorzaak zijn van gezondheidsproblemen na xtc-gebruik. Maar dat klopt niet. In Nederland lijken vooral de hoge doseringen MDMA in xtc-pillen een belangrijke rol te spelen bij het aantal gezondheidsincidenten. Helaas lijken veel consumenten bewust op zoek te zijn naar hoog gedoseerde pillen. Het aanbod volgt op de vraag. De overheid kan laaggedoseerde pillen legaliseren, maar het ligt dan voor de hand dat consumenten er meer van gaan gebruiken. Goede en zuivere pillen bestaan niet. Door het zo te brengen, kan wel de vraag toenemen. Verder suggereert dit dat er zoiets bestaat als ‘goede, niet-schadelijke pillen’, maar deze bestaan niet.

3. Xtc is een veilig middel.

Voor: uit een risico-evaluatie van het RIVM, waarin negentien genotmiddelen zijn gerangschikt naar hun schadelijke karakter, blijkt dat xtc lager scoort dan legale middelen zoals alcohol en tabak. Ook is xtc nauwelijks verslavend. De evaluatie is uitgevoerd door een panel van negentien experts. Op basis van dit onderzoek zou legalisering geoorloofd zijn, omdat middelen die ‘meer’ schade veroorzaken in de samenleving, ook legaal zijn.

Tegen: je kunt ook stellen dat dergelijk onderzoek een pleidooi is voor het beperken van de beschikbaarheid van alcohol en tabak, in plaats van de beschikbaarheid van andere middelen te verruimen. Ook blijft het lastig om middelen op verschillende aspecten van schadelijkheid met elkaar te vergelijken. Verschillende wetenschappers menen dat dit soort ‘lijstjes’ methodisch niet kloppen en voorbij gaan aan de complexe werkelijkheid.

Dat alcohol in de gehele samenleving meer schade veroorzaakt dan xtc, is een goed te verdedigen punt. Het lastige is echter dat een vergelijking op individueel niveau veel lastiger te maken is. De ene persoon is immers gevoelig voor middel A en een ander persoon voor middel B. Arjen Lubach bagatelliseerde het feit dat per jaar enkele xtc-gebruikers overlijden aan het gebruik van xtc en dat dit in geen verhouding staat tot het aantal doden als gevolg van alcoholgebruik. Alcohol wordt echter veel meer en vaker geconsumeerd.

Eén van de meest voorkomende ernstige acute risico’s van het gebruik van xtc is oververhitting. Hoe hoger de dosering MDMA in xtc, hoe groter de kans op oververhitting. Maar oververhitting kan ook voorkomen bij lage doseringen MDMA. Sommige mensen zijn extra kwetsbaar: ze zijn zo gevoelig voor xtc dat kleine hoeveelheden bij hen al voor oververhitting zorgen. Ernstige acute gezondheidsproblemen door xtc-gebruik komen relatief weinig voor, maar kunnen wel een dodelijke afloop hebben. De alcoholdoden zijn veelal het gevolg van langdurig alcoholgebruik of van alcoholgebruik in het verkeer. De gemaakte vergelijking gaat dus scheef. Tot slot heeft er nog weinig onderzoek plaatsgevonden naar de langetermijneffecten van xtc, maar er zijn aanwijzingen dat het leidt tot waarnemingsstoornissen en stemmingsproblemen.

4. Gebruikers zijn niet aangewezen op een dubieuze dealer, maar kunnen naar een soort winkel.

Voor: het is klantvriendelijker als consumenten niet met allerlei dubieuze figuren in zee hoeven te gaan om aan hun middelen te komen. Ook kan dit voorkomen dat zij andere middelen aangeboden krijgen. Ten slotte kan de consument direct van goede informatie over gebruik en risico’s voorzien worden.

Tegen: er bestaat op dit moment nog geen effectief systeem om dergelijke middelen gecontroleerd te distribueren. Denk hierbij aan het voorbeeld van de coffeeshops: hierbij is de achterdeur nog steeds niet geregeld. Verder zorgt verhoogde beschikbaarheid ervoor dat gebruik, in ieder geval tijdelijk, stijgt en dat jongeren er makkelijker aan kunnen komen (net zoals bij alcohol en cannabis, middelen die volwassenen makkelijk voor jongeren kunnen halen). Tot slot suggereer je door het in winkels aan te bieden dat het middel veilig is. Zoals hierboven geïllustreerd bestaat er niet zoiets als risicoloos xtc-gebruik en zijn de effecten van dit middel nog niet volledig in kaart gebracht.

Wat vind jij…?

Harmen Beurmanjer en Alex van Dongen

Betere hulp voor mensen met verward gedrag

Er komt een sluitende aanpak voor hulp aan mensen met verward gedrag in de vorm van een leidraad met bijhorende checklist waarmee alle gemeenten en hulporganisaties in Brabant de hulp aan deze kwetsbare mensen op dezelfde wijze kunnen organiseren. Daarmee wordt de hulp aan deze mensen aanzienlijk verbeterd. Burgemeester Jan Pommer van Sint Michielsgestel en Karin van Esch, directeur GGD Hart voor Brabant hebben deze leidraad vanochtend namens de stuurgroep van het project Verward en dan? aangeboden aan Marieke Moorman, burgemeester van Bernheze en voorzitter van de Brabantse afdeling van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Zij zullen haar vragen de leidraad onder de aandacht te brengen bij alle Brabantse burgemeesters. Ruim 40 organisaties en gemeenten uit de regio Oost-Brabant hebben gewerkt aan deze sluitende aanpak. De leidraad en checklist zijn vanaf volgende week te downloaden op de website www.project.verwardepersoneninbrabant.nl.

Novadic-Kentron locatie Tilburg verhuist van Edisonlaan 15 naar Jan Wierhof 14

Op 24 en 25 augustus verhuizen alle diensten van Novadic-Kentron aan de Edisonlaan in Tilburg naar het terrein van GGz Breburg aan de Jan Wierhof. Vanaf 27 augustus zal Novadic-Kentron de nieuwe locatie aan Jan Wierhof 14, gebouw 1, in gebruik nemen. Dit gebouw is na een grondige renovatie helemaal opgeknapt en ingericht volgens de wensen van NK. Het is een mooie, overzichtelijke locatie geworden met een warme uitstraling voor zowel cliënten als personeel. Cliënten en bezoekers kunnen vanaf 27 augustus op de nieuwe locatie terecht.

Borg jij het cliëntperspectief? Project Thuis in Zuidoost zoekt een ervaringsdeskundig projectadviseur!

In de regio Den Bosch is het project Thuis in Zuidoost gestart. Dat moet ervoor zorgen dat de kanteling plaatsvindt van beschermd wonen naar meer participatie in de samenleving: van cliënt naar wijkbewoner! 

Thuis in Zuidoost richt zich op een afgebakend deel van Den Bosch. Vanuit de behoefte van mensen wordt op een integrale manier gewerkt. Doen wat nodig is; niet wat kan en mag. Samen doorbraken maken in complexe situaties, met behulp van intensieve training en coaching en door hervormingen van bestaande systemen. Thuis in Zuidoost is een initiatief van gemeente, zorgaanbieders, Breed Welzijn en woningcorporaties. Mensen met ervaringsdeskundigheid en hun naasten hebben een stevig positie.

Doen wat nodig is. Niet wat kan en mag.

We willen in Zuidoost een organisatie neerzetten die ondersteuning biedt aan mensen met problemen en/of verward gedrag. Dit gebeurt zo vroeg mogelijk en op het moment dat iemand ondersteuning wil en nodig heeft, zodat problemen niet onnodig escaleren en uitmonden in een crisis of verward gedrag. Daarbij is intercollegiale toetsing van belang. De ondersteuning is aangepast op de wisselende behoeften van de cliënt. Waar mogelijk en wenselijk wordt zijn of haar directe omgeving ingeschakeld. Professionals hebben ruime handelingsvrijheid om in de wijk te doen wat nodig is. Ze hebben de vrijheid om met intelligente ongehoorzaamheid creatief om te gaan met bestaande regelgeving. Zo ontstaat er een normatieve verantwoordingscultuur van mensen die samen willen weten, leren en verbeteren. Dat alles moet leiden tot effectieve en efficiënte ondersteuning met een hogere tevredenheid van cliënten, medewerkers én omwonenden. 

Inhoud van de functie

De specifieke rol van de ervaringsdeskundige projectadviseur, is de inbreng vanuit cliëntperspectief te borgen. Op de eerste plaats door in de projectgroep mee te denken en mee te werken aan de uitvoering van het project. En daarnaast zal de projectadviseur – samen met de projectleider – een adviserende rol vervullen in de stuurgroep. Tenslotte zal hij/zij voorzitter zijn van een te vormen klankbordgroep met ervaringsdeskundigen. In de uitwerking zal ook de bijdrage van familie-ervaringsdeskundigheid vormgegeven moeten worden.

Taken en activiteiten

  • deelnemen aan de projectgroep en meedenken over de vormgeving van een nieuwe werkwijze die gaandeweg verder ontwikkeld wordt;
  • zorgen voor de inbreng vanuit cliëntperspectief in bijeenkomsten;
  • een klankbordgroep opzetten van mensen met ervaringsdeskundigheid;
  • de bijeenkomsten met de klankbordgroep voorbereiden, deze voorzitten en de notulen uitwerken;
  • deelnemen aan het bestuurlijk overleg en adviseren vanuit het brede cliëntperspectief;
  • relaties onderhouden met stakeholders en waar nodig presentaties verzorgen.

Functie-eisen

In een transformatieproces is het belangrijk bewust te zijn van bestaande patronen, die los te kunnen laten en vrij te kunnen denken vanuit de gewenste werkwijze die aansluit bij mensen met psychische kwetsbaarheden. We vragen:

  • hbo-denk- en werkniveau;
  • kennis van het huidige zorgaanbod voor mensen met psychische kwetsbaarheden en/of LVB;
  • ruime ervaring in projectmanagement;
  • kennis van veranderingsprocessen;
  • minimaal drie jaar werkervaring op het gebied van ervaringsdeskundigheid;
  • persoonlijke cliëntervaring met een psychiatrische aandoening, ernstige psychische of psychosociale klachten en/of verslaving;
  • afgeronde opleiding tot ervaringsdeskundige om anderen op weg te helpen;
  • goede sociale en communicatieve vaardigheden in woord en geschrift;
  • kennis van de operationele praktijk/het primair proces in zorg, ondersteuning en wonen.

Competenties en gedragsindicatoren

  • kan goed samenwerken met mensen uit verschillende sectoren;
  • heeft feeling voor mensen met psychische kwetsbaarheden;
  • kan snel schakelen van operationeel naar beleids- naar bestuurlijk niveau en vice versa;
  • kan vanuit een helicopterview inzoomen op strategische details en maakt onderscheid tussen hoofd- en bijzaken;
  • is in staat mensen te binden en te verbinden;
  • neemt een duidelijke positie in vanuit het cliëntperspectief;
  • staat open voor vernieuwing.

Aantal uur en vergoeding

Inschatting is dat voor deze functie vier uur per week nodig is. De voorkeur gaat uit naar een zelfstandige opdrachtnemer die wij een passende vergoeding willen bieden voor een project van twee jaar.

We ontvangen je sollicitatie met cv graag uiterlijk 24 augustus 2018. De gesprekken zullen we op 30 augustus ’s ochtends voeren.

Voor nadere vragen en informatie kun je terecht bij:

Ann Meijer via email: a.meijer@s-hertogenbosch.nl of telefoon 06-15 56 72 19
Giel Driessen via e-mail: gdriessen@cello-zorg.nl of telefoon 06-46 60 13 53
Kim Brouwer via e-mail: kim.brouwer@novadic-kentron.nl of telefoon 06-57 41 75 52

Via deze personen is ook het projectplan verkrijgbaar.

Blog #6 Walther Tibosch: de juiste vragen stellen

De eigen kracht van ‘de burger’ wordt meer en meer aangesproken om mee te kunnen doen in Nederland. Een heel goed uitgangsprincipe, waarbij we wel moeten erkennen dat er niet zoiets bestaat als ‘dé burger’ of ‘de gemiddelde burger’. In veruit de meeste situaties kunnen burgers zich uitstekend redden en op een plezierige wijze meedoen in de samenleving. Heel veel mensen willen graag een bijdrage leveren aan de samenleving en denken na over het toevoegen van waarde aan het eigen leven (bewuster leven) of het leven van een ander (bijvoorbeeld mantelzorg). Maar op sommige momenten kan een burger voor korte of langere tijd heel kwetsbaar zijn of worden, en is deelnemen aan de samenleving niet meer vanzelfsprekend.

Juist dan is het belangrijk dat er zo veel mogelijk opties open blijven om mee te kunnen blijven doen. Dat de eigen kracht wordt gesteund en gestut en, als dat onvoldoende blijkt te zijn, dat er tijdelijk of langdurig passende ondersteuning wordt geboden.

In een innovatief project in de gemeente Oss (proeftuin Ruwaard) worden, wanneer het meedoen in het geding is, drie vragen gesteld: “Wat wil je bereiken?”, “Wat kun je zelf of met je naasten realiseren?” en “Waarbij heb je ondersteuning nodig?” Ik denk dat normaal gesproken iedereen het liefste gewoon mee kan doen zonder dat deze vragen worden gesteld. Maar is dat wél nodig, en het antwoord op die vragen leidt naar (betaalde) zorg of (betaalde) ondersteuning, dan moet professionele beoordeling plaatsvinden of de vraag en het doel reëel zijn en ook bijdraagt aan perspectief: weer mee kunnen doen.

Als aan die voorwaarden is voldaan, dan moeten we alle drempels wegnemen en moeten we, indien nodig, de zorg over muren en structuren heen organiseren. Als niet aan die voorwaarden is voldaan, is een goed en open gesprek nodig om (eigen) verantwoordelijkheden te duiden, grenzen aan te geven, wederzijdse verwachtingen aan te scherpen en inzicht te geven in het vervolg. In uiterste gevallen is juist niet ondersteunen of behandelen, of stoppen met ondersteuning of behandeling, ook een ingreep om de eigen kracht aan te boren en te versterken.

Binnen NK stimuleren we onze medewerkers om een open, positieve en professionele houding aan te nemen bij het stellen van deze vragen. Met onze kennis en kunde als basis luisteren en kijken we goed naar onze cliënten, en waar dat nodig is bieden we adequaat en zo snel mogelijk ondersteuning of behandeling, zodat we bijdragen aan het mee blijven doen of weer mee gaan doen! Maar ook onze samenwerkingspartners zijn onmisbaar om dit te kunnen doen. Dus laten we samen verantwoordelijkheid nemen en over muren en structuren heen denken en handelen. In nieuwe netwerken, met nieuwe bewezen methodes, zodat de eigen kracht niet wordt gefrustreerd maar juist blijvend wordt gestimuleerd.

Reactie Verslavingskunde Nederland op RIVM-rapport over ‘sjoemelsigaret’

Persbericht Verslavingskunde Nederland 

Tabaksverslaving is een ernstige verslavingsziekte, vergelijkbaar met alcohol- en drugsverslavingen. Tabaksverslaving of stoornis in het tabaksgebruik is opgenomen in de DSM-5 als erkende verslavingsdiagnose. Tabaksverslaving is een verslaving die grote gezondheidsschade teweegbrengt en dikwijls de dood tot gevolg heeft. Iedere dag sterven er tientallen mensen in ons land als gevolg van tabaksverslaving of als gevolg van het meeroken. Elk half uur sterft in ons land één roker, en verliezen familieleden, vrienden, kennissen en collega’s een dierbare. 

De tabaksindustrie blijkt, door toevoegingen van chemische stoffen en de manier waarop de sigaret geconstrueerd is, opzettelijk de kans op verslaving aan het product door gebruikers te vergroten. Bovendien blijkt de tabaksindustrie rokers en de samenleving als geheel structureel te misleiden over de schadelijkheid van sigaretten. Het moedwillig teweegbrengen van verslaving en zeer schadelijke stoffen toevoegen aan een product, zonder hierover transparant te communiceren, ziet Verslavingskunde Nederland als een zeer laakbaar feit. Verslavingskunde Nederland neemt hiermee stelling tegen de praktijken van de tabaksindustrie. 

Vanuit de visie om haar expertise op het gebied van verslaving optimaal in te zetten in de maatschappij zagen tien grote verslavingszorginstellingen en cliëntenorganisatie Het Zwarte Gat recent het als hun taak om ook aangifte te doen in de lopende zaak tegen de tabaksindustrie. Deze organisaties zijn, samen met een aantal andere partijen, verenigd in Verslavingskunde Nederland, de landelijke netwerkorganisatie van verslavingszorgaanbieders, kenniscentra en cliëntenorganisaties op het gebied van verslaving. Deze organisaties hopen hiermee bij te dragen aan het verminderen van het stigma op verslaving in het algemeen en tabaksverslaving in het bijzonder als “eigen schuld” en de drempel naar de hulpverlening te verlagen. 

Op 12 juni heeft RIVM de resultaten gepubliceerd van het onderzoek naar de teer-, nicotine- en koolmonoxide- (TNCO-) gehalten in honderd in Nederland te verkrijgen sigaretten. De TNCO-gehalten die gemeten zijn volgens de Canadian Intense (CI) methode zijn minimaal twee keer zo hoog als de gehalten gemeten met de wettelijk voorgeschreven ISO-methode. 

De organisaties van Verslavingskunde Nederland die aangifte hebben gedaan, zijn content met het onderzoek dat het RIVM heeft verricht. De resultaten passen in het beeld dat wij van de tabaksindustrie hebben en bevestigen nogmaals de reden van de gezamenlijke aangifte. 

Staatssecretaris Paul Blokhuis van VWS reageert ons inziens ook adequaat door direct de resultaten met de Kamer en zijn Europese collega’s te delen in het streven om de schade van het roken van tabak zo spoedig mogelijk verder terug te dringen. 

Recent heeft de Lidl besloten om de verkoop van tabak te stoppen. Het rapport van het RIVM onderstreept ook de juistheid van de beslissing die de Lidl heeft genomen. Ook de sigaretten van de Lidl blijken hogere TNCO-gehalten te laten zien bij gebruik van de CI-methode. We hopen dat ook andere tabaksverkopers op korte termijn dezelfde beslissing zullen nemen. 

De zorginstellingen aangesloten bij Verslavingskunde Nederland die de aangifte en deze reactie op het RIVM-rapport onderschrijven zijn: Novadic-Kentron, Jellinek, Verslavingszorg Noord Nederland, Brijder Verslavingszorg, Tactus Verslavingszorg, Mondriaan, Vincent van Gogh Instituut, Antes, Iriszorg, Leger des Heils, Cliëntenorganisatie Het Zwarte Gat en Kenniscentrum Verslaving Resultaten Scoren.