Steun voor volwassen kinderen van verslaafde ouders: “het taboe moet er echt af”

Ook al ben je volwassen, je blijft je hele leven het kind van je ouders. Dus als je ouders psychische problemen hebben of verslaafd zijn, heeft dat een enorme impact op je leven. Veel kinderen blijven zich hun hele leven schamen voor wat er thuis gebeurde. Maar Anne wil dat taboe doorbreken. “Je kunt er zelf niets aan doen, het is belangrijk dat het in de openbaarheid komt, zodat deze kinderen de juiste hulp en steun krijgen.” Anne (25) vertelt hoe zij langzaam maar zeker haar eigen leven volledig opofferde voor haar zieke ouders. Tot het moment dat ze zei: “En nu is het genoeg.”

Anne: “Mijn vader dronk al zolang ik me herinnerde. Hij was een heel intelligente, introverte en verlegen man. Mijn moeder was kostwinner en mijn vader zorgde voor mij. Als kind vond ik het heel normaal dat mijn vader vaak een biertje nam, ook als dat al ’s ochtends was. Wel moest ik vaker voor mijn vader zorgen dan mijn leeftijdsgenoten. Gelukkig had ik een opa en oma waar ik vaak naar toe kon en waar ik wel echt kind kon zijn.

Toen de verslaving van mijn vader erger werd, ging hij wel een paar keer naar een verslavingskliniek, daar ging het dan goed, tot hij weer thuis kwam. Toen ik in de brugklas zat, gingen mijn ouders scheiden. Ik ging aanvankelijk bij mijn vader wonen, maar zijn gezondheid werd steeds slechter. Hij dronk veel, at slecht en hij viel vaak. Toen ik vijftien was, ging ik dus weer bij mijn moeder wonen.”

Politie op de stoep

“En toen ging het helemaal mis. Na een paar maanden stond er ineens politie op de stoep. Mijn vader was dood gevonden in zijn huis. Een van de agenten, die nog niet wist dat mijn moeder nog niet op de hoogte was, zei: ‘Gecondoleerd met uw ex-man.’ We weten niet precies wat er gebeurd is, zijn lichaam heeft het misschien gewoon begeven. Het was echt een enorme schok, ik kon het eerst helemaal niet geloven. ‘Hij zit vast gewoon thuis, een boek te lezen’, dacht ik vaak. Maar op andere momenten stortte ik volledig in. Ik vond het niet eerlijk, ik had helemaal geen afscheid kunnen nemen. Ik miste hem verschrikkelijk, ik was echt een vaderskindje. Ik heb vaak gedacht: had ik niet meer moeten doen, mezelf meer moeten opofferen?”

Niemand deed iets

“Het klinkt misschien vreemd, maar ik neem het mijn vader helemaal niet kwalijk dat hij zoveel dronk. Hij probeerde mij altijd te beschermen, mij er niet mee te belasten. Ik was wel erg boos op onze familie. Niemand deed iets. Wij leefden van de bijstand, zij hadden een dikke auto onder hun kont, maar ze kwamen nooit langs, behandelden ons als vreemden. Ze zijn wel op komen dagen op de begrafenis, toen vonden ze het ineens heel erg. Maar waar waren ze toen wij hen nodig hadden? Ik heb toen alle banden doorgesneden.”

Zwervers

“Mijn beeld van mensen werd door die gebeurtenissen heel negatief. Niet alleen door mijn familie, ook door omstanders. Als mijn vader naar het café ging, ging ik mee, ik speelde dan met de kinderen van de cafébaas. Als we dan terug naar huis gingen, gebeurde het vaak dat mijn vader viel. Als kind moest ik hem dan optillen, wat natuurlijk niet lukte. Ik riep dan om hulp, maar werd volledig genegeerd. Iedereen dacht dat wij zwervers waren.”

Opnieuw in de hel

“Door alles wat er gebeurd was, besloot ik mijn derde jaar op het vmbo-t opnieuw te doen, zodat ik niet zou zakken in het aankomende examenjaar. Ik ben toen afgestudeerd en ging een grafische opleiding doen. Dat was de leukste periode van mijn leven. Maar toen ging het bergafwaarts met mijn moeder, die ook steeds meer ging drinken. Het was alsof ik van de ene in de andere hel terecht kwam. Ik woonde nog steeds bij haar en ook zij had valpartijen en opnieuw werden we door niemand geholpen. Voor mij was dit veel erger dan bij mijn vader. Toen was ik een kind, mijn vader had mijn moeder om hem te helpen. Nu stond ik er alleen voor. Terwijl mijn vader zijn problemen zoveel mogelijk bij mij weg probeerde te houden, leunde mijn moeder volledig op mij, en vond ze dat ook vanzelfsprekend.”

Voortdurend in de gaten houden

“Ik zorgde langdurige periodes voor mijn moeder, moest haar voortdurend in de gaten houden. Ik moest alles regelen, haar oprapen, instanties bellen, voor haar zorgen. Ik heb wel eens gedacht: ‘Zo hoeft het voor mij niet meer.’ Toen voor de zoveelste keer een ambulance naar ons huis moest komen, zei de ambulancebroeder tegen mij ‘Jij bent dus de mantelzorger.’ Voor mij was dat een nieuw idee, ik dacht dat mantelzorgers mensen waren die af en toe in een bejaardenhuis met de bewoners gingen wandelen, een kopje thee dronken met hulpbehoevenden. Deze man vroeg: ‘Hoe gaat het met jou?’ en pakte in het ziekenhuis ook een stoel voor mij. Ik moest bijna huilen door die vriendelijkheid, ik was het zo gewend om mezelf volledig weg te cijferen.”

Niet opkroppen

“Via de huisarts hoorde ik van hulpgroepen voor kinderen van psychisch zieke en verslaafde ouders. Vorig jaar kwam ik terecht bij zo’n gespreksgroep. Dat was zo fijn. Het was heel ongedwongen, en voor het eerst kon ik mijn verhaal vertellen, vond ik herkenning, steun en bevestiging van mensen die hetzelfde hadden meegemaakt. Toen besefte ik ook dat ik het niet moest blijven opkroppen, want daar ging ik aan kapot. En ook realiseerde ik me dat zolang ik bij mijn moeder bleef, ik zou blijven opdraaien voor haar zorg. Er kwam niemand, want ik was er. Dat heeft me gesloopt.

Ik heb toen een ander huis voor haar gezocht en eindelijk kwam er een goede regeling voor mijn moeder, met hulp aan huis. Ik kan nu mijn eigen leven opbouwen, mijn werk, vrienden, sport. Ik ben nog contactpersoon, maar ik word niet meer 24 uur per dag met de problemen geconfronteerd. Ik ben er klaar mee, ik moet wel. Natuurlijk was dat moeilijk, je voelt je als kind verantwoordelijk, maar de hulpverleners die er toen gelukkig wél waren, en de begeleiders van de gespreksgroep, gaven me de kracht om door te zetten.”

Achter de voordeur

“Met mijn verhaal hoop ik mensen te bereiken die zelf ook in deze shit zitten. Je moet echt niet in je eentje met je verhaal blijven lopen, het geeft je kracht en energie om het eruit te gooien. Daarna kun je weer verder. Het taboe moet er echt af, het gebeurt nu allemaal achter de voordeur. Er moet aandacht zijn voor het kind, en niet meteen jeugdzorg, want geen enkel kind wil het huis uit. Mijn verhaal is dus ook een oproep voor hulpverleners: let ook op het kind! Ga er niet van uit dat het met het kind goed gaat als de ouder of omgeving zegt: ‘Oh het gaat prima, mijn kind haalt alleen maar tienen op school.’ Ik was ook zo’n overpresteerder en ik kan je zeggen: het gaat vaak niet goed. Als er sprake is van een verslaving, is het kind vaak ook beschadigd.”

Steun in de KOPP/KOV-groepen

Er zijn KOPP/KOV-groepen (groepen voor kinderen van ouders met psychische problemen of een verslaving) door heel Brabant en voor alle leeftijdscategorieën, zowel kinderen als volwassenen. Neem contact op met preventie@novadic-kentron.nl voor meer informatie.

PITD-project Oss: snel hulp voor ontsporende jongeren

In Oss wordt al jaren gewerkt met het succesvolle PITD (Project Individuele Trajectbegeleiding Drugsgebruikers). Doel van dit project is om jongeren die door drugsgebruik in de problemen zitten of dreigen te komen, zo snel mogelijk in beeld te krijgen en met hen in gesprek te gaan. Hoe sneller dat gebeurt, hoe groter de kans dat we ernstige problemen kunnen voorkomen of deze succesvol kunnen behandelen. Angela Aben en Dennis van Dun, behandelaars van Kentra24, de jeugdkliniek van Novadic-Kentron in Sint-Oedenrode, werken voor PITD in Oss. Angela: “PITD heeft in Oss zijn waarde bewezen. Dennis is dit jaar ook in Meierijstad begonnen. Drugsgebruik onder jongeren speelt in alle gemeenten. Het zou mooi zijn als ook andere gemeenten gelden vrij maken voor PITD.”

Angela en Dennis zijn 24 uur per week actief in Oss. Ze zijn gehuisvest in het gebouw van de Stichting Jeugd en Gezin bij het jeugdteam van Ons Welzijn. Angela: “Voor vroegsignalering en vroeghulp is het een groot voordeel om vanuit één gebouw te werken. We hebben daardoor direct contact met de jeugdhulpverleners in Oss. Zij hebben daardoor meer oog voor drugsgebruik bij jongeren en weten dat problemen bij jongeren, bijvoorbeeld spijbelen, met gebruik te maken kunnen hebben. Als zij, of andere netwerkpartners zoals politie en onderwijs, problemen met drugs bij jongeren signaleren, worden wij direct ingeschakeld. Dat is pure winst.”

Op een bankje buiten

Angela en Dennis werken vooral outreachend: zij gaan in gesprek met jongeren op plekken die de jongeren zelf gekozen hebben. Dat kan thuis zijn, op school of ergens op een bankje buiten. Angela: “Veel jongeren hebben geen probleembesef als het gaat om drugsgebruik. “Iedereen gebruikt toch wel eens” is een zinnetje dat we regelmatig horen. Waarom zouden ze daarvoor naar een hulpverleningsinstantie gaan?

School, maatschappelijk werkers, jongerenwerk en jeugdagenten bespreken risicovolle gebruikers met ons. Als we denken dat dit een passende casus voor ons is, zoeken wij hen op voor een gesprek, meestal met een van de netwerkpartners. Soms zet zo’n gesprek een jongere al direct aan het denken, en gaat hij of zij zelf met het gebruik aan de slag. Maar het gebeurt ook dat jongeren pas na een tijd weer contact opnemen. Vaak is dan een verwijzing naar onze hulpverlening nodig. Dat gaat altijd geleidelijk, omdat Dennis en ik bij Kentra24 zelf de intake doen en verantwoordelijk behandelaar van die jongere zijn.”

Houvast bij moeilijke momenten

Een van de jongeren met wie Angela via PITD in contact kwam, is Sanne*, nu 19 jaar. Sanne: “Vier jaar geleden ging het niet best met me. Ik had problemen op school en er dreigde uithuisplaatsing. Ik blowde wel in die tijd, maar zag dat niet als probleem. Ik heb toen voor het eerst gesproken met Angela bij Jeugd en Gezin. En daarna ging ik naar Novadic-Kentron in Oss voor gesprekken. Toen werd me wel duidelijk dat ik problemen had door dat blowen.”

Sanne werd opgenomen bij Kentra24 in Sint-Oedenrode en Angela werd haar behandelaar. Later volgden nog twee opnames. “Inmiddels gaat het goed met me”, zegt Sanne. “Ik heb nu een eigen kamer en heb dagbesteding. Ik gebruik nog af en toe, maar dat is nu onder controle. Er zijn nog wel momenten dat ik het even moeilijk heb. Dan is het fijn dat ik altijd Angela kan bellen. Dat geeft het houvast dat ik nodig heb.”

Agressie oppikken

Minggoes Pessy van ONS Welzijn, medewerker basisteam jeugd in Oss, werkt veel samen met Angela en Dennis: “Het PITD is voor ons erg belangrijk. Het is in Oss veel makkelijker om met jongeren in gesprek te gaan over gebruik. Nu kan ik zeggen dat ik een collega heb die gespecialiseerd is in gebruik en verslaving en die graag met hen wil praten. Dat is toch anders dan dat ik die jongere moet verwijzen naar Novadic-Kentron. En elke dinsdag en donderdag spreken we elkaar, is ook een groot voordeel. Ik ben toevallig vanochtend nog op huisbezoek geweest met Dennis. Daar was sprake van agressie door gebruik. Ik pik dan de agressie op, Dennis het gebruik. Dat is toch perfect?” 

Kruisbestuiving

Naast de snelle interventies bij jongeren met drugsproblemen, heeft de intensieve samenwerking met de netwerkpartners nog een groot voordeel. Angela: “We kunnen veel van elkaar leren. Omdat we vanuit hetzelfde gebouw werken, is er sprake van een natuurlijke kruisbestuiving. Dennis en ik weten inmiddels veel van jeugdhulpverlening, onze collega’s in Oss weten nu op welke signalen ze moeten letten en hoe ze met jongeren het gesprek kunnen aangaan over drugsgebruik. We kunnen altijd bij elkaar terecht voor overleg en advies. Het PITD in Oss heeft een grote meerwaarde. Het is niet voor niets dat het Trimbos-instituut landelijk pleit voor intensivering van de samenwerking tussen verslavingszorg en jeugdhulpverlening. Ik hoop dan ook van harte dat dit artikel andere Brabantse gemeenten over de streep trekt.”

*Sanne is een gefingeerde naam

Cijfers derde kwartaal 2018

In dit artikel vindt u de belangrijkste cijfers tot en met het derde kwartaal van 2018: u vindt hier cijfers over de totale instroom van cliënten en specifiek over jongeren. U vindt er informatie over het aandeel klinische behandeling, verschillende leeftijdscategorieën en primaire problematiek. Ook vindt u in dit artikel cijfers over ons personeelsbestand.

Alle cliënten

In de eerste drie kwartalen van 2018 waren 6.872 cliënten in behandeling, versus 7.165 in de eerste drie kwartalen van 2017. Van hen zijn 932 cliënten klinisch opgenomen. Dit zijn alle opnames, ook andere financieringsstromen dan DBC en DBBC, maar exclusief woonvoorzieningen (hostels).

Primaire problematiek Aantal
Alcohol 2.334
Opwekkende middelen (cocaïne, amfetamine) 1.141
Opiaten 754
Cannabis 841
GHB 218
Gokken 224
Medicijnen (o.a. benzodiazepines) 98
Internet (gamen, chatten, erotiek) 79
Ketamine 43
Xtc 9
Overig1 44
Onbekend2 1.087

1 Bijvoorbeeld: lachgas, nicotine, hallucinogenen

2 Bijvoorbeeld omdat cliënten zich nog in de intake/diagnostiekfase bevinden, omdat ze alleen nog urinecontroles krijgen of omdat het cliënten zijn van de dag- en nachtopvang of een van onze woonvoorzieningen.

Geslacht Aantal
man 5.196
vrouw 1.676

 

Leeftijd Aantal
> 50 jaar 1.806
24-50 jaar 4.391
18-23 jaar 614
< 18 jaar 61

 Jeugd en jongeren (12-24 jaar)

In de eerste drie kwartalen van 2018 zijn in totaal 675 jongeren door Kentra24 (onderdeel van Novadic-Kentron) behandeld (klinisch en ambulant), versus 798 in de eerste drie kwartalen van 2017.

Primaire problematiek Aantal
Cannabis 275
Opwekkende middelen (cocaïne, amfetamine) 110
Alcohol 62
Gamen 45
Gokken 41
GHB 14
Xtc 7
Opiaten 6
Overig 42
Onbekend 73

 

Leeftijd Aantal
13 3
14 2
15 9
16 16
17 31
18 43
19 86
20 100
21 122
22 124
23 139

 

Geslacht Aantal
man 518
vrouw 157

Aantal medewerkers

Aantal fte per 1 juli: 733
Aantal medewerkers per 1 juli: 864

Aantal fte per 1 oktober: 755
Aantal medewerkers per 1 oktober: 885

Terugblik Novadic-Kentron algemeen derde kwartaal 2018

In dit artikel vindt u een terugblik op een aantal ontwikkelingen en gebeurtenissen binnen onze organisatie in het derde kwartaal van 2018. Er is weer veel gebeurd! Lees hieronder meer over:

  • locatie Tilburg verhuisd;
  • landelijke Dag Verslavingskunde bijzonder geslaagd;
  • VKN werkt mee aan Nationaal Preventieakkoord;
  • MHC fraai voorbeeld van ‘nieuwe GGZ’.

Locatie Tilburg verhuisd

Eind augustus is onze locatie in Tilburg verhuisd van de Edisonlaan naar de Jan Wierhof 14. De goed voorbereide verhuizing is vlot verlopen. Inmiddels is Jan Wierhof 14 zo’n twee maanden in gebruik. Het fraaie nieuwe onderkomen bestaat uit een grote open werkruimte, vijftien spreekkamers en er is een aparte ingang voor urinecontroles.

Anja (receptioniste): “Zelf zag ik wel op tegen de verhuizing; ik heb bijna veertien jaar aan de Edisonlaan gewerkt. Maar inmiddels bevalt deze nieuwe omgeving mij uitstekend. Alles is nieuw, de open werkruimte zorgt ervoor dat medewerkers elkaar makkelijk weten te vinden. Er zijn nog wel wat kinderziektes en verbeterpunten, maar die zijn of worden opgelost. Ook de cliënten zijn zeer te spreken over de nieuwe locatie. Ze vinden het in ieder geval allemaal mooi. Er zijn er nog wel die moeite hebben de ingang te vinden, maar dat is natuurlijk een eenmalig probleem.”

Carlijn, teamleider van de reclasseringswerkers in Tilburg, heeft de taak van ‘locatiemanager’. Zij gaat zitting nemen in de beheergroep van omwonenden en is eerste aanspreekpunt voor deze locatie. Carlijn is bezig met het voorbereiden van de officiële opening die voor donderdag 15 november gepland staat. Ketenpartners en medewerkers worden dan uitgenodigd voor de officiële opening aan het eind van de middag. Aansluitend worden in de vroege avond de deuren opengezet voor omwonenden en medewerkers die een kijkje willen komen nemen.

Landelijke Dag Verslavingskunde bijzonder geslaagd 

Ruim 500 deelnemers, afkomstig uit vele disciplines (behandelaars, ervaringsdeskundigen, mensen in herstel, wetenschappers en vertegenwoordigers van zorgverzekeraars, gemeenten en andere samenwerkingspartners) waren erbij op 16 oktober in Amersfoort, waar in de Rijtuigenloods ter gelegenheid van één jaar Verslavingskunde Nederland de eerste landelijke Dag verslavingskunde gehouden werd. Met als rode draad door het hele programma het thema herstel. In de opening door dagvoorzitter Walther Tibosch (voorzitter VKN en bestuurslid NK) kreeg Robert van de Graaf, initiatiefnemer van ‘Rook de zorg uit!’ en voorvechter van rookvrije generatie, de gelegenheid om drie organisaties (Mondriaan, Vincent van Gogh en Brijder) de bronzen en/of zilveren status te overhandigen. In het ochtendgedeelte was verder het woord aan twee keynotesprekers: Anneke Goudriaan (Van cliëntperspectief tot psychofarmaca) en Wouter Vanderplasschen (De rol van de hulpverlening bij herstel van verslaving). De ochtend werd op indrukwekkende wijze afgesloten door Anita Witzier. Zij voerde indringende gesprekken met drie cliënten die twee jaar geleden meegewerkt hebben aan de bij NK gefilmde televisieserie ‘Anita wordt opgenomen’.

In de pauze was er muziek van Re-Cover, de huisband van NK bestaande uit ex-cliënten die hun muzikale talenten benutten voor een gezamenlijke route naar herstel. Na de pauze waren er zestien deelsessies waar thema’s via workshops, presentaties en debatten werden besproken. Daaronder NK Charles Dorpmans over drugstrends en Martijn Planken over het project ‘Drugs, dat kunnen we hier niet gebruiken!’.

Vervolgens werd in de centrale hal de Herstelaward uitgereikt. Hendrik Hartevelt, vice-voorzitter van Stichting het Zwarte gat en voorzitter van de Cliëntenraad van NK, presenteerde dit onderdeel. Hij legde uit hoe uit 32 inzendingen drie projecten genomineerd waren en nodigde vertegenwoordigers van die projecten uit om een pitch te houden. Op basis van die pitches besliste het publiek door stemming over de eerste prijs. Die werd gewonnen door het Straatconsulaat uit Den Haag.

Aansluitend blikte Gabriel Anthonio, secretaris van VKN, terug op deze dag. Wat hem betreft was die bijzonder geslaagd en voor herhaling vatbaar. Deze goed georganiseerde dag werd afgesloten met de theatervoorstelling ‘Hunker’ van Coup Cura en de film ‘Slaaf’ van Jack Wouterse. Na afloop bleek dat de deelnemers het met Anthonio eens waren: de reacties op deze dag waren unaniem zeer positief. 

VKN werkt mee aan Nationaal Preventieakkoord 

Het afgelopen jaar is door een groot aantal landelijke partijen, waaronder naast Verslavingskunde Nederland onder andere het Voedingscentrum, de Hartstichting, de Alliantie Nederland Rookvrij, GGD-GHOR en de Fietsersbond, gewerkt aan een Nationaal Preventieakkoord. Er zijn drie hoofdthema’s benoemd: roken, problematisch alcoholgebruik en overgewicht. De komende jaren kunnen andere thema’s toegevoegd worden. Dit akkoord zal naar verwachting eind dit jaar  gelanceerd worden tijdens een officiële ondertekeningsbijeenkomst waarbij zoveel mogelijk samenwerkende partijen betrokken worden. Zo wordt een mijlpaal gemarkeerd waarbij de ondertekening niet het eindpunt, maar de start van een langere samenwerking is.

MHC fraai voorbeeld van ‘nieuwe GGZ’

Ruim vijf jaar na de oprichting van MHC (Mental Health Caribbean) is in het Tijdschrift voor Psychiatrie van juli haar ontstaansgeschiedenis beschreven. Deze maakt zichtbaar hoe de gehanteerde uitgangspunten, met daarbij nadruk op aansluiting bij lokale behoeften en mogelijkheden, hebben geleid tot een geïntegreerde, ontschotte, wijkgerichte, laagdrempelige en brede GGZ. Generalistisch werken op kleine schaal blijkt goed samen te kunnen gaan met kwalitatief hoogstaande ambulante zorg en met heel weinig beroep op klinische opnames.

Terwijl het FACT-team op Bonaire eind vorig jaar het predikaat ‘excellent’ ontving, is inmiddels ook besloten definitief af te zien van inrichting van een PAAZ in het ziekenhuis. Incidenteel wordt, in een goede samenwerking, kort beroep gedaan op reguliere bedden van het ziekenhuis. Ook de in het artikel geschetste afname van de noodzaak om cliënten tijdelijk uit te zenden naar andere eilanden of naar Europees Nederland, is sindsdien verder doorgezet. De data in het artikel bestrijken de periode tot 2016. Maar ook daarna zijn de kosten van het uitzenden van patiënten naar een ander eiland sterk afgenomen (tussen 2016 naar 2017 met ruim 80%). De herstelondersteunende zorg van MHC wordt dan ook met recht gezien als aanmoediging voor soortgelijke initiatieven in Nederland.

Terugblik Gemeentelijk domein derde kwartaal 2018

Het gemeentelijk domein omvat veel verschillende activiteiten – van jeugdzorg tot medische heroïne-units – maar al deze activiteiten hebben als gemeenschappelijk doel om mensen zoveel mogelijk in hun eigen omgeving te helpen. Er gebeurt veel binnen het gemeentelijk domein en ook in het derde kwartaal vonden bijzondere ontwikkelingen plaats. In deze nieuwsbrief leest u over:

  • cijfers testservice 2017;
  • veldonderzoek Nuland;
  • ex-cliënten Kentra24 worden opgeleid tot peersupporter;
  • Kentra24 aan de slag bij ‘Sterk Huis’.

Cijfers testservice 2017

Al 15 jaar kunnen gebruikers in zeven Brabantse steden bij onze testservice terecht om pillen, poeders en vloeistoffen te laten testen. De testservice is onderdeel van DIMS (Drugs Informatie en Monitoring Systeem), dat is ondergebracht bij het Trimbos-instituut. DIMS heeft 32 testservices door het hele land. DIMS geeft zicht op en inzicht in ontwikkelingen die zich voordoen op de Nederlandse drugsmarkt en de werkzame stoffen en samenstelling van middelen. Bij het aantreffen van vervuilde drugs met een groot risico voor de gezondheid, volgt er een regionale of landelijke waarschuwingscampagne (Red Alert). Zie ook het artikel dat hier eerder over is verschenen.

Niet voor ouders

Preventiewerker Charles Dorpmans, coördinator van de NK-testlocaties, noemt nog een belangrijk doel van de testservice: “Via de testservice komen wij in contact met gebruikers en gaan met hen in gesprek over drugs en drugsgebruik, met de boodschap dat het gebruik van drugs altijd risico’s met zich meebrengt. Ook als de consument de uitslag goed vindt.”

Bij de testservice melden zich soms ook ouders met samples die ze bij hun kind gevonden hebben. Zij willen achterhalen of hun kind drugs gebruikt. “We testen echter nooit voor ouders,” zegt Charles. “Alleen gebruikers zelf kunnen drugs laten testen. Uiteraard gaan we wel met die ouder in gesprek en verwijzen desgewenst naar andere mogelijkheden.”

Xtc koploper

Dat de testservice inmiddels veel bekendheid heeft en voorziet in een behoefte, blijkt wel uit de cijfers. In 2017 lieten 1.813 consumenten hun drugs testen. In de meeste gevallen werd xtc aangeboden (859 keer), gevolgd door cocaïne (210 keer) en speed (11 keer). Klik hier voor de volledige rapportage over 2017.

Veldonderzoek Nuland

Op verzoek van gemeenten doen preventiewerkers van NK onderzoek naar het gebruik van drugs en/of alcohol in Brabantse gemeenten. Doel is de mate van gebruik in de betreffende gemeente inzichtelijk te maken en op basis daarvan preventieve maatregelen te nemen. Eind vorig jaar trokken netwerkpartners in Nuland bij de gemeente aan de bel met signalen over drugsgebruik. Daarop werd de preventieafdeling gevraag een voorverkenning uit te voeren. Op basis van die verkenning gaat de gemeente met onze organisatie en andere netwerkpartners in gesprek over vervolgstappen.

Een van de onderzoekers is preventiewerker Patrick van Zon. Patrick: “We hebben de verkenning in Nuland uitgevoerd met de zogenaamde RAR-methode, dit staat voor Rapid Assessment and Respons. Begin dit jaar zijn we sleutelfiguren uit het jongerennetwerk gaan interviewen met een vaste vragenlijst. En via hen kregen we ook contact met een aantal jongeren met wie we in gesprek zijn gegaan over drugsgebruik in de gemeente. We waren vooral ongerust over de signalen van gebruik van ketamine. Het gebruik van die drug geeft grote risico’s. Ketamine heeft een groot verslavingspotentieel: er kan in tegenstelling tot andere trippers gemakkelijk psychische afhankelijkheid optreden. Door tolerantie heb je bovendien een steeds hogere dosis nodig. Langdurig ketaminegebruik is daarnaast schadelijk voor blaas en nieren.”

Bij deze voorverkenning in Nuland zijn geen aanwijzingen aangetroffen dat er sprake is van een extreme situatie. Net als in alle Brabantse steden en dorpen worden ook in Nuland drugs gebruikt. Om daar meer zicht op te krijgen, en met name met betrekking tot ketaminegebruik, zou vervolgonderzoek nodig zijn. Patrick: ”Drugsgebruik is al lang niet meer een exclusief probleem van de grote steden. Ook in plattelandsgemeenten krijgt men te maken met drugsgebruik. Daar vallen de excessen echter eerder op, trekken sleutelfiguren eerder aan de bel. De jongeren die wij tot nu gesproken hebben, doen er geheel ten onrechte vrij laconiek over. Zo kregen we van hen het volgende opvallende advies: “richt je meer op 12- en 13-jarigen, wij zijn toch al naar de kloten”. Dat advies maakt opnieuw duidelijk dat drugsgebruik langzaam maar zeker steeds normaler wordt. Een probleem dat we in de hele regio via het project ‘Drugs, dat kunnen we hier niet gebruiken’ willen aanpakken. Klik hier voor het volledige rapport.

Ex-cliënten Kentra24 worden opgeleid tot peersupporter

Onlangs is een pilot gestart waarin preventiewerkers Hanneke van Weert en Patrick van Zon ex-cliënten van Kentra24 opleiden tot peersupporter. De bedoeling is dat de ex-cliënten na een korte opleiding kunnen worden ingezet bij preventieactiviteiten. Zij kunnen dan vanuit hun eigen ervaring in gesprek gaan met en als vraagbaak dienen voor jonge gebruikers.

Afgelopen donderdag is gestart met de eerste twee aspirant-peersupporters. Hanneke en Patrick hebben met hen jongerencentra en ontmoetingsplekken van jongeren bezocht in Oss, Heesch en Uden. Ze hebben de vindplaatsen laten zien en het duo met de doelgroep kennis laten maken. Deze eerste kennismaking is de aspirant peers goed bevallen. De opleiding krijg nu een vervolg met een deskundigheidsbevordering van beide kandidaten. Aansluitend wordt een uitgebreidere kennismaking met de doelgroep gepland, waarbij de aanstaande peersupporters in gesprek gaan met de jongeren. Dan wordt definitief besloten of zij als peersupporter aan de slag kunnen.

Kentra24 aan de slag bij ‘Sterk huis’

Met ingang van 1 oktober heeft Kentra24 twee medewerkers gedetacheerd bij ‘Sterk huis’, een Tilburgse instelling die op vele terreinen hulp biedt. Wilma van den Oetelaar en Eefje Cools zijn voor respectievelijk acht en vier uur gestationeerd in het zogenaamde Fasehuis. Daar worden jongeren tussen 16 en 18 jaar getraind om zelfstandig te kunnen wonen. Wilma: “Veel van de jongeren van het Fasehuis gebruiken drugs. Het formele beleid is dat gebruikende jongeren weg moeten. In de praktijk gebeurt dat vooral bij gebruik van harddrugs; blowen wordt gedoogd als dat de begeleiding niet in de weg staat. Onze taak is divers: we praten met jongeren en begeleiders over hun gebruik, we adviseren en scholen medewerkers in het signaleren van gebruik en dit bespreekbaar maken en we adviseren de leiding over het beleid. Om hier goed invulling aan te geven, zitten we bij de cliëntbespreking en zijn we aanwezig op de afdeling.”

“We zijn nog zoekende naar wat allemaal moet gebeuren”, vervolgt Wilma. “We gaan beginnen met  individuele gesprekken met jongeren en begeleiders. Maar we willen later modules gaan inzetten als terugvalpreventie, cognitieve gedragstraining en sociale vaardigheidstraining, waarmee we in onze kliniek in Sint-Oedenrode werken. Die moeten we dan wel aanpassen, omdat het Fasehuis een andere setting heeft. Overigens hebben niet alle gebruikende jongeren een probleem. We hebben dus ook een preventieve taak om ervoor te zorgen dat dat zo blijft.”

De detachering is een proeftuin, waarin gedaan wordt wat ‘Sterk huis’ op dat moment nodig heeft. Wilma en Eefje zijn zich daarom ook nog aan het oriënteren. Wellicht is het nodig om hun uren uit te breiden. En er wordt bekeken of zij ook op andere afdelingen ingezet moeten of kunnen worden. Doel van het project is uiteindelijk dat leiding en medewerkers van ‘Sterk huis’ zelf met drugsgebruik leren omgaan.

Terugblik Zvw-domein derde kwartaal 2018

In dit overzicht vindt u de actuele ontwikkelingen in het derde kwartaal van 2018 binnen de door de zorgverzekeraars gefinancierde zorg (Zvw-domein), die geleverd wordt door onze Specialistische en BasisGGZ-teams. U kunt lezen over de volgende thema’s:

  • pilot nieuwe richtlijn GHB-behandeling;
  • onderzoek naar gebruik benzodiazepinen;
  • app ‘Alcohol in de hand’ niet meer beschikbaar;
  • GHB-protocol voor hostel en opvang Den Bosch.

 Pilot nieuwe richtlijn GHB-behandeling

Er is binnen NK inmiddels veel ervaring opgedaan met de detoxificatie van GHB-cliënten, waarvoor ook een protocol is ontwikkeld. Een logische vervolgstap is de ontwikkeling van behandelrichtlijnen die na de detox ingezet kunnen worden. Want hoewel cliënten met een GHB-verslaving veel lijken op cliënten met een verslaving aan andere middelen, onderscheiden zij zich daarvan vaak door hun relatief jonge leeftijd en korte verslavingsduur in relatie tot vaak ernstige problematiek en hoge terugval. Met financiering door ZonMw start binnen NK een pilot voor de nieuwe richtlijn. De pilot gaat in november van start in de regio Roosendaal. In oktober zijn de behandelaars uit deze regio getraind.

Hieronder een beknopt overzicht van veelvoorkomende bijkomende problemen en kenmerken van de hulpvraag bij behandeling van cliënten met een GHB-verslaving. De complete richtlijn zal medio 2019 gepresenteerd worden.

Kenmerken bijkomende problematiek:

  • poly-middelengebruik en hoge (kruis)tolerantie voor alcohol en kalmerende middelen;
  • aanwezigheid van angst- en stemmingsklachten (na detoxificatie);
  • aanwezigheid van cognitieve problemen (vooral bij cliënten met coma’s door GHB-gebruik);
  • beperkte/geen zinvolle dagbesteding en/of beperkt/geen steunend (en niet-gebruikend) netwerk;
  • cliënten ervaren ondanks nadelen vooral veel voordelen van GHB.

Kenmerken hulpvraag van de cliënt:

  • vaak gericht op niet meer afhankelijk willen zijn van GHB, maar niet direct een abstinentiewens;
  • overige hulpvragen vaak gericht op angst, stemming en emotieregulatie;
  • vraag om hulp bij praktische zaken als woning, werk en vrijetijdsbesteding;
  • beperkt inzicht ten aanzien van de (langetermijn)effecten van GHB;
  • hoge mate van moedeloosheid, vaak al meerdere behandelingen gestart in het verleden;
  • het vele ‘out gaan’ en bijkomstige vreemde gedrag wordt door naasten en hulpverlening vaak als zeer problematisch ervaren. Cliënten zijn zich hier beperkt van bewust en ervaren out gaan vaak niet als problematisch en zien het soms zelfs als doel.

Onderzoek naar gebruik benzodiazepinen

Veel verslaafden die bij NK in behandeling zijn, gebruiken naast het middel waaraan zij verslaafd zijn ook benzodiazepinen (slaap- en kalmeringsmiddelen, ook wel benzo’s genoemd). Vaak worden deze in hoge doseringen en over een langere periode gebruikt, waardoor ook een benzoverslaving is ontstaan. Deze blijft echter vaak onderbelicht in de behandeling, omdat de focus van de behandelaar ligt op de primaire verslaving en de cliënt zelf het gebruik van benzo’s vaak niet als een (belangrijk) probleem ervaart.

Bovendien: als cliënten zelf tijdens de behandeling niet melden dat benzo’s een probleem zijn, pakt de behandelaar het meestal niet op. Een eerste onderzoek leverde op dat een kwart van de cliënten voor aanmelding al benzodiazepinen gebruikt, vaak in grote hoeveelheden en voor lange tijd. Slechts 2,5% van alle cliënten vermeldt benzo’s als hun primaire probleemmiddel. Uit dit eerste onderzoek bleek ook dat cliënten die benzo’s gebruiken, vaak complexere problematiek hebben.

In januari zijn Gerdien de Weert (senior wetenschappelijk medewerker NK) en Victor Buwalda (psychiater en geneesheer-directeur NK) gestart met een serie onderzoeken om meer zicht te krijgen op en meer inzicht in de aard en omvang van dit probleem. Daarnaast is onderzocht of cliënten het gebruik van benzo’s willen aanpakken. Voor dit onderzoek werden interviews afgenomen onder cliënten van de detox. Gevraagd werd of ze benzo’s gebruiken, of ze dat als probleem ervaren en of ze ermee willen stoppen of al stoppogingen hebben ondernomen. Voor de helft van de respondenten is benzogebruik geen probleem: ze beschouwen benzo’s als helpend. De andere helft wil ervanaf en een enkeling vindt zelfs dat artsen deze middelen niet zouden moeten voorschrijven. Zij slagen er wel vaak in te minderen, maar de meerderheid lukt het niet helemaal te stoppen. Overigens worden benzo’s volgens protocol wel voorgeschreven tijdens de detox, om de ontwenningsverschijnselen te dempen. Daarbij wordt het gebruik altijd direct afgebouwd.

Inmiddels zijn de eerste resultaten verwerkt in een artikel dat is aangeboden aan het internationale tijdschrift Addiction Research and Theory. Ook zijn de resultaten besproken in het artsenoverleg van NK, met de nadrukkelijke aanbeveling alerter te zijn op benzogebruik en -verslaving. In november krijgt het onderzoek een vervolg. Dan wordt bekeken wat er op dit moment in de praktijk gebeurt. Tien tot vijftien cliënten worden intensief gevolgd tijdens hun detox met benzo’s. Onderzocht wordt hoe de afbouw van benzo’s verloopt en waarom dit wel of niet lukt binnen de gestelde periode.

App ‘Alcohol in de hand’ niet meer beschikbaar

Een jaar of zes geleden hebben twee medewerkers de app ‘Alcohol in de hand’ ontwikkeld. Deze app was door zowel cliënten als andere mensen met alcoholproblemen te downloaden als hulpmiddel om het gebruik van alcohol te minderen of te stoppen. Inmiddels is deze app niet meer beschikbaar. De app voldeed inhoudelijk en technisch niet meer aan de normen van deze tijd en was niet meer te actualiseren.

Inmiddels is er een nieuw digitaal hulpmiddel bij alcoholproblemen beschikbaar via MindDistrict. Deze app is in tegenstelling tot ‘Alcohol in de hand’ uitsluitend te gebruiken door cliënten van NK. Daarmee is de app ondergebracht bij alle andere online modules die onze organisatie via MindDistrict aanbiedt. De app is daardoor altijd up-to-date. Ook de MindDistrict-app is ontworpen om gedragsverandering zo dicht mogelijk bij de mensen te brengen. Hulp zit letterlijk in de broekzak: gebruikers kunnen de app gebruiken voor registratie, zelfhulp, gesprekken en sociale steun door naasten. De combinatie van al deze onderdelen maakt deze app zo krachtig. De MindDistrict-app bestaat uit de volgende onderdelen:

Het alcoholdagboek

In het dagboek worden alcoholgebruik en de drang om alcohol te drinken bijgehouden, inclusief een  beschrijving van de situatie. Dit geeft inzicht in het alcoholgebruik en de triggers.

Zelfhulp: je probleem in kaart

De zelfhulpmodule brengt problemen en klachten in beeld, geeft inzicht in de eigen copingstijl en probleemoplossende vaardigheden en vergoot de motivatie om te stoppen of te minderen.

Sociale steun

Naasten kunnen worden betrokken bij behandeling en herstel; via de social support functie kunnen cliënten de mensen die hen steunen uitnodigen en met hen delen waar ze aan werken. Zo staan ze er niet alleen voor.

GHB-protocol voor hostel en opvang Den Bosch

Op verzoek van medewerkers van het hostel en de nachtopvang in Den Bosch is een GHB-protocol opgesteld. Opname van GHB-gebruikers in opvangvoorzieningen was een probleem; gebruik van GHB was in tegenstelling tot andere drugs niet toegestaan, omdat er meerdere negatieve ervaringen waren in de vorm van overdoseringen en grensoverschrijdend gedrag. Omdat daardoor de groep GHB-gebruikende daklozen buiten de boot dreigde te vallen, is het bestaande protocol geactualiseerd voor de nachtopvang en het hostel in Den Bosch.

Het nieuwe protocol is vanuit verschillende invalshoeken opgesteld. Uitgangspunt is dat de cliënt zelf  verantwoordelijkheid draagt voor zijn middelengebruik, dus ook GHB, en dat middel kan gebruiken binnen de grenzen van de huisregels van de voorziening. In principe gelden dezelfde afspraken voor alle middelen en is er voor GHB extra aandacht.

Het protocol is een handleiding voor het personeel van het hostel en de nachtopvang over hoe ze om moeten gaan met deze specifieke gebruikersgroep. Met het protocol is plaatsing voor onderdak mogelijk geworden en zijn de verantwoordelijkheden duidelijk beschreven. Aan de invoering van het protocol is een GHB-training voor medewerkers gekoppeld, die inmiddels bij het hostel is gegeven. Voor andere woon- en opvangvoorzieningen worden deze trainingen ook gepland.