Terugblik Herstelondersteunende zorg derde kwartaal 2018

Ook in het derde kwartaal van 2018 zijn weer een aantal stappen gezet op het gebied van herstelondersteunende zorg en ervaringsdeskundigheid (zie kader onderaan artikel). Ervaringswerkers ontwikkelen hun kwaliteiten en hulp van ervaringswerkers is op steeds meer plaatsen beschikbaar. In dit overzicht aandacht voor de volgende onderwerpen:

  • ontwikkeling herstelondersteunende zorg bij ggz-instelling Vincent van Gogh;
  • team Herstelondersteunende zorg gaat stagiaires en BBL’ers opleiden;
  • voorlichting over herstelondersteunende zorg aan alle teams;
  • samenwerking team Herstelondersteunende zorg en Nei Skoen (Helmond);
  • voorstel voor opzetten van participatie/herstelhuis;
  • samenwerking proeftuin Ruwaard in Oss.

Ontwikkeling herstelondersteunende zorg bij ggz-instelling Vincent van Gogh

Na een succesvolle voorlichting door onze ervaringsdeskundigen bij Reclassering Nederland, was ggz-instelling Vincent van Gogh zeer enthousiast. Zij hebben hulp gevraagd aan het team Herstelondersteunende zorg van NK bij het breder inzetten van vrijwilligers met ervaringsdeskundigheid. De voorlichting had overigens meer positieve gevolgen: binnen onze eigen VR wordt eveneens een project gestart voor het breder inzetten van ervaringswerkers. Bekeken wordt  wat daar voor nodig is, zoals een training van ervaringswerkers om cliënten te kunnen begeleiden binnen een justitieel kader.

Team Herstelondersteunende zorg gaat stagiaires en BBL’ers begeleiden

Het team Herstelondersteunende zorg heeft onlangs overleg gevoerd met de afdeling Opleidingen. Een van onze ervaringsdeskundigen gaat een coördinerende functie vervullen voor stagiaires en BBL’ers (beroepsbegeleidende leerweg) van de mbo-opleiding Specifieke doelgroepen met ervaringsdeskundigheid. Dit zal de drempel voor ervaringsdeskundigen in opleiding verder verlagen.

Voorlichting over herstelondersteunende zorg aan alle teams

Het team Herstelondersteunende zorg is momenteel bezig met voorlichting geven aan alle teams binnen NK over herstel, herstelondersteuning en de inzet van ervaringsdeskundigheid. We zien daarbij steeds vaker positieve reacties; het draagvlak voor het inzetten van deze waardevolle bron van kennis en zorg neemt steeds verder toe. In de toekomst zullen de teams ook een meer diepgaande training krijgen.

Samenwerking team Herstelondersteunende zorg en Nei Skoen (Helmond)

Nei Skoen is een huis in Helmond waar activiteiten vanuit de wijk plaatsvinden, met als kern ervaringsdeskundigheid. Voorbeelden van deze activiteiten zijn zelfhulpgroepen, maaltijden voor minderbedeelden, muziekavonden, creatieve activiteiten, enzovoorts. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een ‘bottom up’-benadering: initiatieven komen niet van bovenaf, maar vanuit de doelgroep zelf. Afgesproken is dat Nei Skoen in Helmond en HOZ “vrienden” worden. NK zal als vriend burgers uit Helmond verwijzen naar Nei Skoen. Daarnaast opent dit netwerk deuren voor mogelijke samenwerking bij bijvoorbeeld coachingsgroepen.

Opzetten van participatie/herstelhuis

Samen met Samen Sterk Zonder Stigma, Herstelbeweging Nederland en ervaringsplatform Nex2Next hebben we een voorstel ontwikkeld voor het opzetten van een participatie/herstelhuis. In dit huis kunnen mensen met een verslaving en andere problemen tijdelijk opgevangen worden (bijvoorbeeld bij een crisis of als er sprake is van verward gedrag), ter overbrugging tussen de acute behoefte en het inzetten van zorg of beschermd wonen. De tijdelijke bewoners wordt niets uit handen genomen, maar zij worden meteen gestimuleerd om zelf hun doelen te formuleren en hieraan te gaan werken, met steun van ervaringsdeskundigen en professionele hulpverleners op consultbasis. Het huis zal worden beheerd door ervaringsdeskundigen. Het voorstel is ingediend voor de Herstelaward bij Verslavingskunde Nederland en voor de GGZ herstelspecial van de VGZ, met als doel subsidie te verkrijgen voor het uitwerken van het plan. Inmiddels is bekend geworden dat we de GGZ herstelspecial hebben gewonnen! Na een pitch bij de uitreiking van de prijs, wordt het exacte bedrag bekend gemaakt.

Samenwerking proeftuin Ruwaard in Oss

In de Ruwaard, een wijk in de gemeente Oss, bedenken wijkbewoners en organisaties samen oplossingen waarbij mensen meer voor zichzelf en voor elkaar kunnen gaan doen. Zo kunnen meer mensen sneller, en buiten de formele paden om, geholpen worden met wat op dat moment nodig is. Een van onze ervaringswerkers is inmiddels aangesloten bij proeftuin Ruwaard en neemt deel aan besprekingen over hoe de hulp aan cliënten ingezet wordt. Een (betaalde) ervaringsdeskundige gaat aan de slag met de individuele begeleiding van cliënten.

Wat is herstelondersteunende zorg?

Bij herstelondersteunende zorg bepaalt de cliënt zelf wat hij of zij wil bereiken op verschillende levensgebieden, en neemt hier zoveel mogelijk zelf de regie in, met ondersteuning van de hulpverlener. Bij herstelondersteunende zorg is het inzetten van ervaringsdeskundigheid essentieel: als aanvulling op de zorg, als brug tussen cliënt en professional en als derde kennisbron naast professionele en wetenschappelijke kennis. Niet alleen onze cliënten en organisatie plukken daar de vruchten van, ook draagt het bij aan het herstel van de ervaringswerkers zelf. NK onderscheidt daarbij ervaringswerkers: vrijwilligers die hun eigen ervaringen gebruiken om anderen verder te helpen, en ervaringsdeskundigheid: veelal medewerkers in dienst die hun ervaringsdeskundigheid door middel van een opleiding verder hebben ontwikkeld.

Cijfers herstelondersteunende zorg derde kwartaal 

Samen herstellen

Regio Aantal deelnemers
Breda/Roosendaal 116
Bergen op Zoom 76
Tilburg 115
Den Bosch/Oss 205
Eindhoven/Helmond 174

Deelnemers ervaringsgroepen

Regio Aantal deelnemers
Roosendaal groep 1 8
Roosendaal groep 2 9
Roosendaal naastengroep 1 2
Roosendaal naastengroep 2 2
Breda groep 1 10
Breda groep 2 10
Breda avondgroep 10
Bergen op Zoom 4
Tilburg 9
Den Bosch 10
Den Bosch ouderengroep 6
Eindhoven 8
Oss 2

Deelnemers coachingsgroepen

Regio Aantal deelnemers
Breda 8
Bergen op Zoom 6
Tilburg 8
Den Bosch 17
Eindhoven 10

 Aantal herstelmedewerkers herstelpunten

Regio Aantal medewerkers
Vught 6
Eindhoven 6

Aantal herstelmedewerkers afdelingen

Afdeling Aantal medewerkers
BOPZ Vught 0

 Aantal ervaringsdeskundigen

Regio Aantal medewerkers
Breda 2
Bergen op Zoom 2
Tilburg 1
Den Bosch 2
Eindhoven 3
Vught 2
Sint-Oedenrode 3

 Totaal aantal herstelmedewerkers per regio

Functie Aantal medewerkers
Roosendaal 2
Bergen op Zoom 3
Breda 5
Tilburg 5
Vught 7
Den Bosch 5
Oss  2
Eindhoven/Helmond 9
Sint-Oedenrode 3

Totaal aantal herstelmedewerkers per project

Functie Aantal medewerkers
Samen herstellen 20
Unity 27
Cliëntenraad 6
Herstelpunten 12

 

Terugblik Justitieel domein derde kwartaal 2018

Cliënten die met justitie in aanraking zijn gekomen, worden bij NK begeleid door de verslavingsreclassering (VR) en zo nodig behandeld door de forensische verslavingszorg (FVZ). Meestal gebeurt dit binnen een justitieel kader, in opdracht van of na verwijzing door het OM. Beide afdelingen hebben voortdurend oog voor kwaliteit en innovatie om ook voor deze cliënten Nieuwe Kansen mogelijk te maken. In deze terugblik op het derde kwartaal van 2018 aandacht voor de volgende onderwerpen:

  • doorontwikkeling gedragsinterventie Alcohol en geweld;
  • groepsmodule ‘Weet wat je kan’;
  • grootschalige interne audit VR;
  • VR gaat samenwerking in sociaal domein intensiveren.

Doorontwikkeling gedragsinterventie ‘Alcohol en geweld’

Al geruime tijd voeren gecertificeerde gedragstrainers van onze Verslavingsreclassering de gedragsinterventie ‘Alcohol en geweld’ uit. Deze interventie kan als straf opgelegd worden door de rechter, maar cliënten onder toezicht van de VR kunnen hiervoor ook een aanwijzing krijgen. Alle deelnemers hebben onder invloed van alcohol geweldsdelicten, vaak uitgaansgeweld, gepleegd. De interventie heeft als doel de relatie tussen alcoholgebruik, of liever misbruik, bespreekbaar en inzichtelijk te maken om zo recidive in deze delicten te voorkomen. Deze training bestaat uit drie individuele gesprekken en negen groepsbijeenkomsten.

Deze interventie is een belangrijk instrument voor de 3RO (Verslavingsreclassering, Reclassering Nederland en de reclassering van Leger des Heils) om criminaliteit en recidive te voorkomen. Om goedkeuring voor deze interventie door de Erkenningscommissie Justitiële Interventies te behouden, wordt onderzoek gedaan. Op basis van de uitkomsten van dat onderzoek wordt de interventie verder ontwikkeld. Aandachtspunten bij die doorontwikkeling zijn onder andere minder verbale aanpak, meer gericht op het aanleren van vaardigheden en een betere afstemming op de doelgroep jongvolwassenen. Er is een onderzoeksteam samengesteld met vertegenwoordigers van SVG, IVO, Tactus, Het zwarte gat en Nispa.

Groepsmodule ‘Weet wat je kan!’

Sinds juni is de Forensisch Klinische Zorg gestart met een nieuwe groepsmodule, namelijk ‘Weet wat je kan’. Deze module is ontwikkeld door het landelijke programma KFZ (Kwaliteit Forensische Zorg) en is speciaal ontwikkeld voor forensische cliënten met LVB-problematiek. In de module worden psycho-educatie, zelfacceptatie en praktische handvatten gecombineerd. De pilot is inmiddels afgerond en zowel de cliënten als het team zijn erg enthousiast. De module lijkt zijn vruchten al af te werpen. De module is erg toegankelijk, zonder moeilijk vakjargon of ellenlange teksten. Korte stukjes tekst worden afgewisseld met kleine invulopdrachten en filmpjes, waardoor de module erg afwisselend is. Cliënten geven aan er veel aan te hebben, voorbeelden herkenbaar te vinden en ze noemen de groep zelfs ‘leuk’!

Op dit moment zijn we bezig om alle collega’s van zowel de FKZ als de ambulante tak van de FVZ op te leiden, zodat ‘Weet wat je kan’ straks aan alle cliënten binnen de forensische doelgroep aangeboden kan worden. Inmiddels is er ook belangstelling voor de module bij de afdeling LVB. “Maar eigenlijk is het een module die organisatiebreed uitgezet zou moeten worden”, zegt Evelien Tulp, die de trainingen voor de forensische collega’s verzorgt. “Veel afdelingen hebben te maken met cliënten met LVB-problematiek. Binnenkort bespreken we hoe we die verbreding in gang kunnen zetten.”

Grootschalige interne audit VR

Met het uitvoeren van audits wil de Verslavingsreclassering van NK regelmatig uitgebreid toetsen of de kwaliteit van onze werksoort en hoe die georganiseerd is, voldoet aan de normen. Die audits gebeuren vaak extern, bijvoorbeeld in het kader van HKZ-R, dat staat voor duurzame kwaliteitsverbetering in zorg en welzijn. Daarnaast toetsen de externe auditoren van 3RO of de verschillende producten van de reclassering aan de kwaliteitsstandaarden van het Handboek Reclassering 3RO voldoen.

Onze VR heeft een team Kwaliteit en Beleid, dat sinds 2017 ook interne audits uitvoert op teamniveau. Daarbij richt het team zich op speerpunten die voortkomen uit de kaderbrief en het jaarplan van de SVG, de kaderbrief van NK en de programmalijn Koers en Kansen van het Ministerie van veiligheid en justitie. Door het uitvoeren van deze interne audits wordt duidelijk waar de vier teams op gebied van kwaliteit en beleid staan, en wat er nog moet gebeuren. In september is het team van Breda geaudit, de overige drie teams worden de komende maanden geaudit. In december wordt deze interne audit afgerond. Dan worden de uitkomsten aan de teams aangeboden, waarna de teams met de conclusies aan de slag gaan. Hierdoor wordt beleid niet van bovenaf opgelegd, maar integraal aangeboden en uitgevoerd. Op deze manier stimuleren we deskundigheid en professionaliteit, waarbij we direct aansluiting hebben bij landelijke ontwikkelingen.

VR gaat samenwerking in sociaal domein intensiveren

Op dinsdag 2 oktober heeft dr. Jacqueline Bosker, lector Werken in Justitieel Kader bij de Hogeschool Utrecht, in Vught een workshop verzorgd over de nieuwe ontwikkelingen op het forensisch gebied.

Jacqueline is met zo’n dertig medewerkers van de Forensische Verslavingszorg en de Verslavingsreclassering in gesprek gegaan over de gevolgen van de samenwerking in het sociaal domein. Daarbij was er uitgebreid aandacht voor drie veranderlijnen uit het programma Koers en Kansen van het ministerie: levensloop centraal, veilig dichtbij en vakmanschap. Bij dat laatste thema  is stil gestaan bij de zeven competenties die volgens het kennisinstituut Movisie nodig zijn voor de forensisch-sociale professional. Deze zijn:

  1. Is vasthoudend in het nastreven van een effectieve werkalliantie met een cliënt die gedwongen is een maatregel of vorm van behandeling of begeleiding te accepteren.
  2. Combineert het beheersen van risicovol gedrag met het ondersteunen van gedragsverandering, en treedt hierin zelfstandig en weloverwogen op.
  3. Is in samenwerking met (netwerk)partners sturend en richtinggevend wanneer het juridisch kader daartoe aanleiding geeft.
  4. Legt verantwoording af aan de cliënt, de samenleving en de rechtstaat.
  5. Komt binnen het gedwongen kader zoveel mogelijk tegemoet aan de zelfbeschikking van een cliënt.
  6. Blijft mentaal stabiel handelen, vooral tijdens spanningsvolle situaties.
  7. Handelt op basis van gedeelde normen, ethische standaarden en gezamenlijke professionele verantwoordelijkheid.

De VR en FVZ van Novadic-Kentron hebben een goede inhoudelijke slag kunnen maken die de medewerkers als professional meer handvatten geeft om vanuit de eigen opdracht en expertise de samenwerking met het sociale domein uit te kunnen bouwen.

Terugblik Governance derde kwartaal 2018

Governance heeft betrekking op de manier waarop we met alle relevante partijen (zoals Cliëntenraad, Ondernemingsraad, bestuur, managementteam en Raad van Toezicht) samen besluiten nemen, toetsen en verantwoorden. En ook op de wijze waarop we intern en extern in gesprek gaan en verantwoording afleggen over ons handelen, onze ambities en activiteiten, onze leerpunten en kwetsbaarheden, en onze behaalde resultaten. Hierbij zijn de cliëntresultaten, de ervaren herstelondersteuning en onze waarden (Toonaangevend en Fijn behandeld) leidend. In dit artikel een overzicht van de governance-ontwikkelingen in het derde kwartaal van 2018:

  • veranderingen in het management;
  • dialoog over nieuwe visie en ambitie;
  • update samengaan Zorg van de Zaak;
  • Cliëntenraad: vergroten digitale mogelijkheden cliënten en verbeterpunten Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen;
  • Ondernemingsraad: jaarrekening 2017.

Veranderingen in het management 

In relatief korte tijd hebben om verschillende redenen drie MT-leden, te weten Ellen Rutgers (manager Gemeentelijke zorg en jeugd), Gisela Reefman (manager Justitieel domein) en bestuurssecretaris Inge Kruit onze organisatie verlaten. Inmiddels is al een nieuwe manager aangetrokken voor het domein Gemeentelijke zorg en jeugd. Die functie zal ingevuld worden door Marjan Pols. Marjan heeft sinds 1990 ruime ervaring opgedaan in het werken in de dienstverlening en het sociaal domein (Wmo, jeugd, participatie, sport). Zij heeft onder andere in Den Bosch, Tilburg en Eindhoven zowel als ambtenaar (programma- en lijnmanager) als extern ingehuurde adviseur/manager beleidsmatig en uitvoerend werk gedaan.

De veranderingen in het management zijn aanleiding om de aansturing van NK tegen het licht te houden. Op basis van de uitkomsten van die evaluatie worden afgewogen keuzes gemaakt over de (her)inrichting van het management. 

Dialoog over nieuwe visie en ambitie 

Begin oktober is binnen NK het ambitiedocument NK 2019-2020-2021 in de organisatie gedeeld. Thema van dit ambitiedocument is Nu Kwaliteit 2.0. In het document worden, op een groot aantal gebieden, een aantal doelen voorgesteld waaraan de komende jaren gewerkt kan worden om de kwaliteit van ons aanbod en de deskundigheid van onze medewerkers verder te vergroten. Alle medewerkers zijn uitgenodigd om kennis te nemen van deze kwaliteitsambitie en de vertaalslag naar het eigen werk te maken. Het ambitiedocument geeft alleen de bredere kaders, de invulling ervan vindt grotendeels binnen de teams plaats. Als de ambities verder zijn uitgewerkt, zullen deze ook extern worden gecommuniceerd.

Update samengaan Zorg van de Zaak 

Anderhalf jaar geleden is NK zoals bekend gestart met het traject naar de mogelijke aanhaking van onze organisatie bij het netwerk van Zorg van de Zaak. Dat is begonnen met een zogeheten due diligence onderzoek. Op basis van dat onderzoek konden we verder in gesprek met elkaar, en is uitgebreid gesproken over wederzijdse voorwaarden. NK moest zwarte cijfers laten zien, wat inmiddels al een aantal maanden het geval is, duidelijkheid hebben over de claim van de zorgverzekeraars (die er inmiddels is) en de vastgoedsituatie op orde hebben: dat traject is aardig gevorderd, maar loopt nog. Zorg van de Zaak moest gaan voor een volledige overname, aansluiten bij de visie van NK en zorgen voor investeringskapitaal.

Op basis van voorgaande is gewerkt aan conceptcontracten. Daarover is de afgelopen periode intensief overleg geweest met Zorg van de Zaak. Inmiddels zijn er conceptcontracten en wordt inhoudelijk gesproken over welke Nieuwe Kansen er ontstaan door samengaan van onze organisatie. Concreet wordt gesproken over het jaarplan NK 2019 en welke eventuele extra ondersteuning nodig en mogelijk is. Als dat interne traject positief verloopt, wordt het contract definitief gemaakt en voorgelegd aan de Cliëntenraad, de Ondernemingsraad, de Raad van Toezicht en externe partijen voor akkoord op het voorgenomen samengaan.

Cliëntenraad 

Nadat eerder dit jaar toestemming was verkregen voor het plaatsen van een cliënten-pc bij de MHU in Tilburg, bleek dit kwartaal dat de plaatsing nog niet was geëffectueerd. Opnieuw is aangedrongen op plaatsing en dat blijkt inmiddels ook daadwerkelijk gebeurd te zijn. Ook in Bergen op Zoom bleken er problemen te zijn rondom de digitale mogelijkheden voor cliënten. Hier blijkt door het plaatsen van een nieuwe router het probleem (deels) opgelost te zijn.

Begin september heeft in de Tweede Kamer een eerste bespreking plaatsgevonden over de aangepaste WMCZ 2018 (Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018). De beschikbare tijd bleek onvoldoende om de besprekingen af te ronden. De bespreking zou dit najaar worden voortgezet. De cliëntenorganisaties hebben verbetervoorstellen ingebracht om de positie van de Cliëntenraden te versterken. Tegelijkertijd hebben de brancheorganisaties stevige kritiek geuit op de WMCZ 2018. Ook zij hebben daarom voorstellen ingebracht. Een van die voorstellen betreft het behouden van het verzwaard adviesrecht voor cliëntenraden in plaats van het toekennen van instemmingsrecht.

Ondernemingsraad 

In het derde kwartaal heeft de OR onder meer kennis genomen van de Jaarrekening 2017. Deze belangrijke financiële rapportages en de maandelijkse financiële rapportages laten voorzichtige groei en herstel zien. Aangegeven is dat er binnen NK weer wat ruimte ontstaat voor ontwikkeling en innovatie, wat de kwaliteit en medewerkerstevredenheid ten goede komt. De OR laat zich goed informeren en heeft naast het overleg met de bestuurder ook regelmatig overleg met de concern controller over de financiële cijfers.

Blog #6 Walther Tibosch: de juiste vragen stellen

De eigen kracht van ‘de burger’ wordt meer en meer aangesproken om mee te kunnen doen in Nederland. Een heel goed uitgangsprincipe, waarbij we wel moeten erkennen dat er niet zoiets bestaat als ‘dé burger’ of ‘de gemiddelde burger’. In veruit de meeste situaties kunnen burgers zich uitstekend redden en op een plezierige wijze meedoen in de samenleving. Heel veel mensen willen graag een bijdrage leveren aan de samenleving en denken na over het toevoegen van waarde aan het eigen leven (bewuster leven) of het leven van een ander (bijvoorbeeld mantelzorg). Maar op sommige momenten kan een burger voor korte of langere tijd heel kwetsbaar zijn of worden, en is deelnemen aan de samenleving niet meer vanzelfsprekend.

Juist dan is het belangrijk dat er zo veel mogelijk opties open blijven om mee te kunnen blijven doen. Dat de eigen kracht wordt gesteund en gestut en, als dat onvoldoende blijkt te zijn, dat er tijdelijk of langdurig passende ondersteuning wordt geboden.

In een innovatief project in de gemeente Oss (proeftuin Ruwaard) worden, wanneer het meedoen in het geding is, drie vragen gesteld: “Wat wil je bereiken?”, “Wat kun je zelf of met je naasten realiseren?” en “Waarbij heb je ondersteuning nodig?” Ik denk dat normaal gesproken iedereen het liefste gewoon mee kan doen zonder dat deze vragen worden gesteld. Maar is dat wél nodig, en het antwoord op die vragen leidt naar (betaalde) zorg of (betaalde) ondersteuning, dan moet professionele beoordeling plaatsvinden of de vraag en het doel reëel zijn en ook bijdraagt aan perspectief: weer mee kunnen doen.

Als aan die voorwaarden is voldaan, dan moeten we alle drempels wegnemen en moeten we, indien nodig, de zorg over muren en structuren heen organiseren. Als niet aan die voorwaarden is voldaan, is een goed en open gesprek nodig om (eigen) verantwoordelijkheden te duiden, grenzen aan te geven, wederzijdse verwachtingen aan te scherpen en inzicht te geven in het vervolg. In uiterste gevallen is juist niet ondersteunen of behandelen, of stoppen met ondersteuning of behandeling, ook een ingreep om de eigen kracht aan te boren en te versterken.

Binnen NK stimuleren we onze medewerkers om een open, positieve en professionele houding aan te nemen bij het stellen van deze vragen. Met onze kennis en kunde als basis luisteren en kijken we goed naar onze cliënten, en waar dat nodig is bieden we adequaat en zo snel mogelijk ondersteuning of behandeling, zodat we bijdragen aan het mee blijven doen of weer mee gaan doen! Maar ook onze samenwerkingspartners zijn onmisbaar om dit te kunnen doen. Dus laten we samen verantwoordelijkheid nemen en over muren en structuren heen denken en handelen. In nieuwe netwerken, met nieuwe bewezen methodes, zodat de eigen kracht niet wordt gefrustreerd maar juist blijvend wordt gestimuleerd.

Voorwoord kwartaalbericht tweede kwartaal 2018: kwetsbaarheid en kracht

We noemen de doelgroep van de ggz en de verslavingszorg vaak ‘kwetsbaar’. Dat is al een hele verbetering ten aanzien van stigmatiserende termen die van oudsher gebruikt werden om mensen met complexe problemen te omschrijven, zoals ‘probleemjongeren’ of ‘junks’. Met de term ‘kwetsbaarheid’ nemen we afstand van associaties zoals eigen schuld, maar geven we aan dat iemand risico loopt om (meer) problemen te ontwikkelen op het gebied van gezondheid, relaties, wonen, werk, financiën, enzovoorts. ‘Kwetsbaar’ impliceert dat iemand hulp en bescherming nodig heeft. Het is een begrip dat prima past bij de reden waarom veel mensen in de zorg werken: andere mensen willen helpen. Maar het woord ‘kwetsbaarheid’ heeft ook een gevaarlijk kantje en kan op een subtielere manier net zo goed stigmatiserend werken.

Wie een persoon ziet als kwetsbaar, als iemand die het alleen nooit redt, als iemand bij wie het élk moment mis kan gaan, creëert ook verwachtingen. Als goedbedoelende hulpverlener, maar ook als ouder, leraar of werkgever, kun je op die manier mensen juist tegenhouden in hun ontwikkeling, door onbewust of bewust minder van hen te verwachten, op een minder positieve manier met hen om te gaan en dingen van hen over te nemen.

Natuurlijk zijn er mensen die bepaalde dingen (nu nog) niet kunnen. En die onze hulp en onze ondersteuning heel hard nodig hebben. Maar goede hulpverleners kunnen ook inschatten wanneer ze juist een stapje terug moeten doen. De herstelondersteunende visie is daarbij een goede leidraad: ga uit van de eigen kracht en van de eigen doelen van de cliënt. Wat willen onze cliënten bereiken? Kun jij écht voor hen bepalen of dat haalbaar is of niet? Kunnen we in plaats daarvan nadenken over hoe we cliënten kunnen ondersteunen en helpen zo dicht mogelijk bij hun doelen te komen? Hun krachten en talenten helpen ontwikkelen zodat zij weerbaarder worden?

In deze nieuwsbrief vindt u, naast overzichten op het afgelopen kwartaal, verschillende artikelen over hoe kwetsbaarheid wordt omgezet in kracht. Over schematherapie, waarbij cliënten zich op hun kwetsbaarst tonen maar tegelijk op hun krachtigst, door de hulpverlener te laten zien wat ze voor iedereen verborgen hielden. Over het weerbaar maken van jonge cliënten op het gebied van seksualiteit en zwangerschap. Over het sterker maken van kinderen van verslaafde ouders. En over Re-Cover, de pop- en rockband van ex-cliënten: misschien nog wel het sprekendste voorbeeld van mensen die hun eigen krachten ontdekken en hun talenten ontplooien!

Laten we samen blijven kijken hoe we kwetsbaarheden om kunnen bouwen tot Nieuwe Kansen!

Walther Tibosch
Bestuurder Novadic-Kentron

Kinderen van ouders met psychische problemen of een verslaving: “Mama doet zo gek”

Een kind van wie de vader of moeder een psychische aandoening of verslaving heeft, heeft vaak geen onbezorgde jeugd. Niet voor niets vroeg kinderombudsman Margrite Kalverboer onlangs meer aandacht voor deze kinderen: een op de drie van hen ontwikkelt later zelf problemen. Om dit te voorkomen, kan het helpen om deel te nemen aan een KOPP/KOV-groep (Kinderen van ouders met psychische problemen of een verslaving). Daar ervaren ze dat ook andere kinderen zich soms kunnen schamen, boos zijn, teleurgesteld of verdrietig zijn over de situatie thuis. Daar zien ze dat ze niet alleen zijn en leren ze woorden te geven aan hun emoties. Welk effect heeft het op je kindertijd als je ouders psychisch ziek zijn of verslaafd? “Kinderen denken vaak dat het aan hen ligt: ‘Als ik maar lief genoeg ben, wil mama wel blijven leven.’ ”

Boosheid, verdriet en onmacht

Saskia Noach en Yvonne Rühl zijn preventiewerker bij Novadic-Kentron en begeleiden KOPP/KOV-groepen. Saskia: “We hebben groepen voor verschillende leeftijden, in samenwerking met de GGZ. De problemen zijn bij elke leeftijdsgroep anders, maar we zien vooral veel overeenkomsten: boosheid, verdriet, onmacht. Bij pubers zien we vaak teleurstelling, en het besef dat ze nooit de ouders zullen hebben die ze zich gewenst hadden.”

Anke van Ettinger, gezinsbegeleider bij de GGzE, geeft samen met Saskia de KOPP/KOV-groepen in de regio Eindhoven. Anke: “Bij kinderen van verslaafde ouders zie je iets vaker dat ze het gevoel hebben dat ze niet belangrijk zijn. Want papa of mama kiest voor de drank of drugs, en niet voor hen. Maar de overeenkomsten tussen de groepen zijn veel groter. Ze realiseren zich dat het thuis anders gaat dan bij andere kinderen. Dat begint al heel jong, zelfs al weten ze nog niet goed hoe dat komt: ‘Mama is altijd moe’, zeggen ze bij een depressieve moeder, of ‘papa is vaak boos’. En beide groepen hebben te maken met onvoorspelbare situaties en angst.”

Door het lint

Yvonne: “Kinderen kunnen zich zó schamen. ‘Mama doet zo gek’, zeggen ze dan. Nou zegt elk kind dat wel eens – zo vinden veel kinderen het gênant om uitgebreid geknuffeld worden als je moeder je afzet op school – maar hier gaat het vaak om extremer gedrag, een moeder die door het lint gaat als een vriendinnetje komt spelen bijvoorbeeld.”

Anke: “Kinderen hebben sterk de neiging om te denken dat zij het gedrag van hun ouders veroorzaken. Voor een deel geeft dat ook een gevoel van controle. Als het aan jou ligt, kun je er misschien wat aan doen. ‘Als ik maar lief genoeg ben, wil mama wel blijven leven.’ Maar andersom denken ze ook dat woedeaanvallen het gevolg zijn van ‘stout’ gedrag. De reactie is vaak dat ze zich heel erg gaan aanpassen.”

Te volwassen

Saskia: “Je ziet bij deze kinderen vaak verwarring over hun eigen gevoelens. Wat willen en voelen ze nu eigenlijk zelf? Ze weten dat hun ouders het moeilijk hebben, en wat je vaak ziet is dat ze de ouderrol dan overnemen. Dat kan gaan om taken, zoals koken of de zorg voor kleinere broertjes of zusjes, maar ook om ondersteuning en bijvoorbeeld het aanspreken op ongewenst gedrag. Deze kinderen tonen te volwassen gedrag.”

Yvonne: “Dat geeft hen ook controle, houvast. Er was een kind in mijn groep dat zei: ‘Mijn moeder is opgenomen, nou kan ik fijn de keuken opnieuw inrichten, helemaal zoals ik het wil.’ Je moet zo’n kind niet afvallen, niet zeggen dat dat niet mag. Voor een kind kan dat een manier zijn om met die onbekende situatie van een opname om te gaan.”

Saskia: “We kijken wel: wat kun je blijven doen voor je vader of moeder en wat hoort echt bij hen? Het weer op zich nemen van verantwoordelijkheden kan ook deel zijn van het herstel van de ouder.”

Op slot

Yvonne: “Bij kinderen zie je verschillende reacties: sommige kinderen uiten zich sterk naar buiten, bijvoorbeeld door veel aandacht te vragen, maar anderen praten er liever helemaal niet over. Ze gaan op slot, ze voelen niks meer. Het is hun reactie op een onveilige en onvoorspelbare omgeving. Dat hoeft niet per se tot psychische problemen te leiden. Als de omgeving weer stabiel en rustig wordt, bijvoorbeeld omdat de ouder goede hulp krijgt, verdwijnt het gedrag ook. Maar je ziet ook kinderen over wie je je zorgen maakt. Dan moet je juist op die leeftijd al proberen om de situatie te verbeteren, daar waar dat haalbaar is.”

Stoelen die door de kamer vliegen

Anke: “We proberen in de eerste plaats kinderen te laten beseffen dat het niet hun schuld is. We proberen hen te leren om makkelijker woorden te geven aan wat ze voelen, en om beter te begrijpen wat er gebeurt. Doel is dan niet meer begrip voor de ouder te hebben, maar te beseffen dat het niet hun schuld is. Als papa zijn medicijnen niet inneemt, kunnen we uitleggen hoe zijn aandoening werkt, waaróm hij dat niet doet, en dat dat niet komt doordat hij jou niet lief vindt. En daarnaast is de herkenning van leeftijdsgenootjes ook heel belangrijk, al moeten we dat soms wel in een kader plaatsen. Een kind in mijn groep zei dat bij hen thuis de stoelen door de kamer vlogen toen de ouder een woede-uitbarsting had. Waarop een ander reageerde: ‘Oh maar dat is normaal, dat gebeurt bij ons ook’. We leggen dan uit dat het heel fijn is dat ze elkaar begrijpen, maar dat dát niet normaal is.”

Extra aandacht

Saskia: “We moeten niet vergeten dat het vaak ook goed gaat met kinderen van ouders die problemen hebben. Maar ook voor deze kinderen is de KOPP/KOV-groep fijn: de groepen kunnen ook die kinderen meer begrip, erkenning en handvatten geven. Het is geweldig als ouders zichzelf kunnen overstijgen en kunnen zeggen: ‘Het zal wel loslopen met mijn kind, maar ik wil toch die extra aandacht geven’. Elk kind dat last heeft thuis van de problemen van een ouder – of die ouder nu wel of geen diagnose of een hulptraject heeft – is welkom bij ons! 

Angst voor uithuisplaatsing

Anke: “Het is voor mensen in de omgeving vaak moeilijk om signalen bij kinderen te herkennen, ook omdat ze zich soms juist erg aangepast gedragen, op school de ideale leerling zijn om zo niet nog meer problemen te krijgen. Maar als een leerkracht wel kennis heeft van de thuissituatie, geef dat kind dan een beetje extra aandacht. In de meeste gevallen is het echter de hulpverlener van de ouder die de beste ingang heeft. Je zou denken dat de vraag ‘hoe is het met je kinderen’ vanzelfsprekend is, maar dat is helaas nog niet zo.” 

Saskia: “En nog een tip voor mensen in de directe omgeving van zo’n kind: wees niet te confronterend. Vraag niet: ‘Hoe gaat het nu met je moeder? Kan ik je helpen?’. Vooral jonge kinderen zijn heel bang dat ze uit huis worden geplaatst: wie moet er dan voor papa of mama zorgen? Zij vinden het heel bedreigend om toe te geven dat hun ouders grote problemen hebben. Vraag dus liever iets als: ‘Hoe was je weekend, heb je nog iets leuks gedaan?’ Het is fijn als een kind wat extra aandacht krijgt, als dat kind zelf eens centraal staat.”

Kind aanmelden?

Kent u een kind dat baat kan hebben bij steun van leeftijdsgenootjes en deskundige begeleiders? Neem contact met ons op via preventie@novadic-kentron.nl!