Cliënten wandelen met demente bejaarden: een win-win-win-situatie!

Hans Ooms, medewerker van de klinische verslavingszorg in Eindhoven, was op zoek naar een zinnige tijdbesteding voor de cliënten van zijn afdeling. Via een kennis, een activiteitenbegeleidster bij een verzorgingshuis voor demente bejaarden, wist hij dat er behoefte was aan vrijwilligers die met de bewoners willen wandelen. Misschien kon het een aan het ander gekoppeld worden? Hans nam begin dit jaar dan ook contact op met het Eindhovense woonzorgcentrum Theresia. De medewerkers waren direct enthousiast over het plan. Als eerste stap werd het idee voorgelegd aan de familie van de bewoners. Wandelen met verslaafden zou immers best gevoelig kunnen liggen. Maar gelukkig waren ook de familieleden, op een enkele uitzondering na, direct positief over het plan en kon het project van start. Op vrijdag 22 mei wandelde de redactie met de groep mee.

Om half twee meldden we ons bij Liselotte van den Heuvel, die vanuit Novadic-Kentron als begeleidster van de cliënten mee zou gaan. Deze middag hadden zich vier cliënten – Louis, Margo, Tonnie en Patrick – vrijwillig aangemeld voor deze activiteit. De meesten van hen waren al vaker mee gegaan. Louis: “Ik wil iedere week wel mee. Ik ben graag even weg uit de dagelijkse routine in de kliniek. En je doet er andere mensen een plezier mee. Wat wil je nog meer?”

Zelden opgehaald door de kinderen

Tegen twee uur werden de cliënten naar verzorgingshuis Theresia gebracht. Bij de gesloten afdeling werden we ontvangen door verzorgende Danny Franse en stagiaire Leonie van Eijk. Ook zij waren vol lof over het project. Danny: “Mooi toch, zo‚’n initiatief. Veel van onze bewoners krijgen niet vaak bezoek en worden zelden opgehaald door kinderen of andere familieleden. Ik merk dat veel van hen genieten van de wandeling, ze zien het als een uitje. En dat maakt ons werk op de afdeling ook weer wat makkelijker. Daarom zie ik dit project als een win-win-win-situatie: zowel jullie cliënten, als onze bewoners, als wijzelf profiteren ervan.”

Mevrouw Jongebenen

Als wat later ook Nellie Arends aansluit, dochter van een van de bewoners, is de wandelploeg compleet. Acht bewoners in rolstoelen verlaten in colonne het verzorgingshuis voor een wandeling in de directe omgeving. De tocht voert naar de kinderboerderij in de Eindhovense wijk Strijp. Nellie loopt met haar moeder voorop. Net als veel andere bewoners woonde ze vroeger in de wijk. Ondanks hun ziekte geeft dat toch weer momenten van herkenning. Mevrouw Jongenelen blijkt nog tamelijk vlot ter been. Zij loopt gearmd met Leonie naast haar rolstoel, wat haar meteen de bijnaam “mevrouw Jongebenen” oplevert.

“Heeft u ook een hond gehad?”

Onderweg proberen onze cliënten gesprekjes aan te knopen met de bewoners. Dat valt niet altijd mee. Simpele vragen als “Hoe oud bent u?”, “Komt u uit Eindhoven?” en “Heeft u ook een hond gehad?” worden meestal beantwoord met “Dat weet ik niet”. Toch houden onze cliënten de moed erin. Patrick vindt dit dankbaar werk: “Dit is leuk om te doen. Ik heb het idee dat die oudjes het goed naar de zin hebben. Je ziet alleen maar vrolijke gezichten.”

IJsjes

Na zo‚’n twintig minuten is het tijd voor een tussenstop bij de supermarkt. Het is een mooie lentedag, dus voor iedereen is er een water- of roomijsje. Na een minuut of tien wordt de wandeltocht vervolgd. Onderweg worden nog wat herinneringen opgehaald. Bijvoorbeeld als we langs de basisschool komen waar Nellie Arends vroeger op gezeten heeft, “maar toen was het nog een meisjesschool”.

Na een uur zit de wandeling erop en worden de bewoners weer teruggebracht naar de afdeling. Onze cliënten praten op de terugweg naar de kliniek nog wat na. Ondanks dat voor sommigen zo‚’n tocht met een bewoner in een rolstoel best zwaar is, zeggen ze allemaal volgende week weer mee te gaan. Dat roept de vraag op of er plannen zijn om het project uit te breiden. Vooralsnog zijn die er niet, laat Liselotte weten: “Dit is zeker een zinvolle activiteit, een dagbesteding die de cliënten het gevoel geeft dat ze er toe doen, dat andere mensen hen waarderen. Een middag in de week is goed in te passen in het behandelprogramma. Maar als we dit vaker zouden doen, moet er veel geregeld worden en zijn er logistieke problemen. Ook door het grote verloop onder de cliënten.” Voorlopig blijft dit bijzondere project dus beperkt tot de vrijdagmiddag en tot één verzorgingshuis.

Joris wordt kok: hoe de integrale aanpak van Kentra een groot verschil kan maken

Een probleem met genotmiddelen is zelden geïsoleerd. Stevig drinken leidt bijvoorbeeld vaak tot problemen op het werk, ruzie in het gezin, psychische of lichamelijke klachten, of zelfs overlast of huiselijk geweld. En bovendien hangen die problemen meestal samen. Daarom hebben de huidige transities binnen de zorg als doel om burgers met problemen zoveel mogelijk in de eigen omgeving en onder hun eigen regie hulp te bieden. De problemen spelen zich lokaal af, en kunnen dus ook het beste lokaal – en in samenhang – worden aangepakt. Om hier optimaal op in te kunnen spelen, heeft Novadic-Kentron de afdelingen Preventie, RoderConsult, Kentra24 (jongeren) en de BasisGGZ vanaf 2015 ondergebracht in één organisatieonderdeel met de naam Kentra.

Binnen Kentra brengen wij het volledige sociale en medische domein onder één vlag. Preventie, het voormalige RoderConsult en de BasisGGZ opereren daarbij binnen de generalistische verslavingszorg. Kentra24 is een superspecialisme, maar omdat het bij jongeren heel snel fout kan gaan en we direct willen kunnen opschalen – bijvoorbeeld direct van preventie naar opname – hebben wij omwille van de snelheid ook Kentra24 ondergebracht bij Kentra.

In 2015 zal Kentra voor onze ketenpartners steeds zichtbaarder worden. Binnen onze organisatie is er geen scheiding meer tussen wijkgerichte onderdelen, maar ook de samenwerking met de andere partners in de wijk – de huisarts, de praktijkondersteuner – neemt sterk toe. Daarbij is het onze taak om deze generalisten in de wijk te leren om problemen met genotmiddelen vroegtijdig te herkennen. Daarnaast behandelen wij cliënten als dat nodig is zoveel mogelijk met kortdurende, ambulante trajecten, en ten slotte blijven wij via onze preventiemedewerkers gezond gedrag stimuleren en een vinger aan de pols houden na de behandeling. Hoe werkt deze integrale aanpak in de praktijk? Een voorbeeld.

Joris wordt kok

Joris is een jongen van 17 jaar die een flink cocaïneprobleem heeft ontwikkeld en ook drinkt en blowt. Joris is beginnen te dealen op school, en zodra dat wordt ontdekt, wordt hij weggestuurd. De zaak escaleert als Joris thuis hoogoplopende ruzie krijgt en hij zijn moeder een klap verkoopt. Onder druk van zijn ouders en de wijkmedewerker wordt besloten dat Joris in behandeling gaat. Joris is ook bepaald niet gelukkig momenteel, en laat zich vrijwillig opnemen. Na een korte opname zal hij verder ambulant worden behandeld.

“Hij hoeft niet meer thuis te komen”

Tijdens het intakegesprek geven de ouders plotseling aan dat Joris na de opname niet meer thuis hoeft te komen. Joris moet maar een kamer zoeken, maar op zo‚’n korte termijn kan het wijkteam niks meer regelen. De hoofdbehandelaar jeugd, de preventiewerkers en de wijkteammedewerker gaan in gesprek met de ouders. Zij mogen een minderjarig kind niet zomaar uit huis zetten, maar krijgen wel zelf ondersteuning.

Brussencursus

De ouders gaan akkoord en krijgen een training over hoe ze beter om kunnen gaan met hun oudste zoon. De relatie met Joris wordt langzaam maar zeker beter. Voor het jongere broertje en zusje van Joris is speciale aandacht. Zij zijn kwetsbaar om zelf gedragsproblemen of een verslaving te ontwikkelen. Zij worden ingeschreven voor een “brussencursus”, een training voor broertjes en zusjes van verslaafde jongeren. De training slaat goed aan en de kinderen hebben een positieve invloed in het gezin. Ze helpen zelfs hun ouders (“Pap, dat moet je zo niet zeggen, je moet zeggen‚Ķ”). Zo wordt het totale systeem sterker.

Koksopleiding

Joris wordt ondertussen door Kentra24 geholpen om zijn toekomst vorm te geven: hij gaat definitief van zijn huidige school af, en gaat een koksopleiding volgen, waar hij zeer enthousiast over is. Na afronding van de ambulante behandeling houdt de veldwerker die het gezin kent, nog een oogje in het zeil. Als Joris in de coffeeshop wordt gesignaleerd, is een enkel gesprek voldoende om hem weer op het juiste spoor te zetten.

“Integratie van het sociaal-medische domein binnen Kentra” klinkt als een hele mond vol zorgjargon. Maar hierdoor krijgen cliënten als Joris – én zijn hele omgeving – wel uitstekende zorg, in een naadloze samenwerking tussen experts en generalisten binnen én buiten Novadic-Kentron.

Samenwerking met SMO Verdihuis Oss: experts zoeken experts om samen beste zorg te leveren

Het gebied waar wij ons op richten, is ongekend groot. Onze professionals bewegen zich tussen xtc-gebruikers op dance-evenementen, en – helemaal aan de andere kant van het spectrum – chronisch verslaafde daklozen. Werelden van verschil. Maar we vinden het wel heel belangrijk dat élke cliënt maatwerk krijgt, met niet alleen aandacht voor het middelengebruik, maar voor het hele leven. Je kunt dan twee dingen doen: zelf alles in eigen hand nemen en “iets weten over alles”, of juist “alles weten over iets” en de rest uitbesteden. Novadic-Kentron kiest voor dat laatste. We keren steeds meer terug naar onze core business: expert zijn op het gebied van verslaving. Maar dat betekent niet dat wij onze schouders ophalen voor alle bijkomende problemen, dat we tegen een (bijna) dakloze cliënt zeggen: sorry, uw woonproblemen zijn niet onze zorg. Integendeel, door bepaalde zaken niet meer zelf te doen, wordt de totale zorg in de regio beter, eenvoudiger, efficiënter en deskundiger. Want door samen te werken met andere experts op andere gebieden, weten we samen “alles over alles”.

Dit geldt ook – en misschien wel vooral – voor personen aan de rand van de samenleving. Mensen die vaak niet alleen verslaafd zijn, maar ook andere problemen hebben, zoals met wonen. Deze kwetsbare burgers belanden vaak op straat, met als gevolg verloedering, maar ook overlast in met name de grote steden. Deze mensen van de straat af halen en hen begeleid laten wonen, is dan ook een doel van veel gemeenten.

Tussen wal en schip

In Oss beheerde Novadic-Kentron voorheen zelf groepshuizen met eigen woonbegeleiding. Ook SMO Verdihuis deed veel aan woonbegeleiding. Maar verslaafde cliënten konden niet bij het Verdihuis terecht. Daardoor vielen er mensen tussen wal en schip, want wij hadden niet de capaciteit van het Verdihuis.

Mehtap Yilmaz, teamleider specialistische GGZ: “We zijn toen met elkaar gaan praten: in hoeverre was het mogelijk dat het Verdihuis cliënten met middelenproblemen of met risico op terugval kan overnemen? Al snel werd duidelijk dat we dezelfde doelen hadden: goede zorg bieden aan mensen aan de rand van de samenleving. En het Verdihuis zag ook steeds meer in dat terugval een onderdeel kan zijn van het herstelproces. Vervolgens hebben we met het Verdihuis verkend waar de behoeften lagen.”

Op basis hiervan is begin 2015 een convenant opgesteld. Het Verdihuis zorgt voor de woonbegeleiding en Novadic-Kentron voor de behandeling van de verslavingsproblemen van de cliënt. De lijnen zijn kort en als dat nodig is, kan met een medewerker van Novadic-Kentron worden overlegd over de problemen van een cliënt. Zo nodig kunnen sámen gesprekken met de cliënt worden gevoerd.

Taboes doorbroken

Mehtap: “In het begin werden we regelmatig ingeschakeld bij problemen, maar we merken dat het Verdihuis zelf steeds kundiger wordt. Buiten de verslavingszorg zien we dat middelengebruik vaak een taboe is, een onderwerp dat vermeden wordt of dat men heel lastig vindt om te bespreken. Maar door de nauwe onderlinge samenwerking heeft het Verdihuis dat taboe weten te doorbreken. Voor de cliënten heeft deze aanpak veel voordelen: ze krijgen woonbegeleiding én verslavingszorg van de partijen in de regio die op die gebieden de meeste expertise hebben, en ze vallen niet meer buiten de boot doordat de ene partij te weinig capaciteit heeft en de ander niks met middelengebruik kan. Doordat je als instellingen niet hetzelfde doet, maar elkaar juist aanvult, wordt het totale aanbod veel beter. Door de samenwerking word je in je eigen kracht gezet, daag je elkaar uit om op je eigen gebied nog meer expertise te bieden.”

Beter en minder ingewikkeld zorgaanbod

Ook gemeentes hebben baat bij deze nieuwe samenwerkingsvormen: de expertise van elke instelling wordt optimaal benut, waardoor het totale hulpaanbod beter wordt. Ook wordt het proces bij het Wmo-loket versimpeld: het is veel overzichtelijker wie welke zorg nodig heeft en van wie hij of zij die kan krijgen.

Mehtap: “Ook in andere gemeenten kiezen we er in toenemende mate voor om niet alle zorg en begeleiding zelf te bieden, maar hiervoor samenwerking te zoeken met de experts op specifieke gebieden. We zijn niet langer elkaars concurrenten, maar bieden in de regio voor elke cliënt samen het beste zorgaanbod.”

Toename verwarde personen ook bij Novadic-Kentron merkbaar

“Verwarde man dreigt flat op te blazen”, “verwarde man door verplegers van dak gehaald”, “verwarde man zwaait met messen”: kranten reppen tegenwoordig regelmatig over dit soort incidenten. Het beeld dat incidenten met verwarde personen steeds vaker voorkomen, wordt door cijfers bevestigd: in 2014 kwamen bij de politie 60.000 meldingen binnen van dergelijke incidenten, tegen 52.000 het jaar daarvoor. Sinds 2011 is het aantal meldingen zelfs gestegen met 47%. Wat is er aan de hand?

Er worden verschillende mogelijke oorzaken genoemd van deze stijging, zoals de economische crisis. Maar ook de veranderingen in de zorg kunnen een oorzaak zijn: mensen worden vaker ambulant en minder lang behandeld, en vaker behandeld door wijkteam, huisarts of andere niet-specialistische hulpverleners. En al werkt dat voor heel veel mensen goed, en wordt de drempel voor zorg vaak lager: voor een beperkte groep kan dit wel eens heel slecht uitpakken. Hendrik Jan van Essen, senior sociaal-psychiatrisch verpleegkundige bij de Acute Zorg van Novadic-Kentron, onderschrijft dit: “Via onder meer politie, GGZ-crisisdiensten en huisartsen krijgen wij meldingen binnen van personen die met spoed hulp nodig hebben en bij wie middelengebruik een prominente rol speelt. Dat kan bijvoorbeeld een zware drinker zijn die suïcidaal wordt. Maar ook een verwaarloosde verslaafde die meer dood dan levend in zijn woning ligt. We zien de laatste jaren dat de problemen steeds complexer worden en steeds meer uit de hand zijn gelopen.”

Schrijnende onderbehandeling

Hoewel minister Schippers (VWS) aangeeft dat nog geen verband is aangetoond tussen het zorgbeleid en de toename van het aantal verwarde personen, twijfelt Hendrik Jan geen moment aan de oorzaak: “We komen door onderbehandeling zeer schrijnende gevallen tegen, die gemakkelijk voorkomen hadden kunnen worden. Zo werd een oudere man bij ons gemeld. Hij dronk veel en at al tijden slecht. De huisarts schreef hem energiedrankjes en astronautenvoedsel voor, maar dat hielp niet. Ondertussen bleef hij wel stevig drinken. Hierdoor ontstond een ernstig vitaminetekort dat uiteindelijk leidde tot Korsakov. Deze meneer is opgenomen in het ziekenhuis en daarna meteen naar het verpleeghuis gegaan. Als we hier drie maanden eerder bij waren geweest, hadden we zijn verslaving kunnen aanpakken en hem extra vitamines kunnen geven. Nu zijn de problemen niet meer op te lossen. En zijn opname in het verpleeghuis is ook nog eens veel duurder.”

Primaire zorg in gevaar

Het probleem is volgens Hendrik Jan dat de veranderingen in de zorg te snel zijn doorgevoerd: “Er konden zeker wel dingen beter worden georganiseerd in de zorg. Maar nu gaan de veranderingen zo snel dat de primaire zorg in gevaar komt. Gemeentes leggen veel bij de wijkteams; dat is begrijpelijk want die zorg wordt veel meer in de eigen woonomgeving geboden en is goedkoper, maar de wijkteams hebben niet voldoende tijd gekregen om voldoende kennis te ontwikkelen over bijvoorbeeld verslaving. Daardoor worden signalen soms te laat herkend en wordt te lang gewacht met het inschakelen van specialistische zorg als die écht nodig is. En als gevolg komen te veel mensen terecht op de spoedeisende eerste hulp, is politie-inzet nodig of zijn alsnog langdurige opnames noodzakelijk. Wij zien dat veel vaker dan een aantal jaar geleden.”

Volgens Hendrik Jan moeten de maatregelen niet per se worden teruggedraaid, maar moeten we wel veel meer investeren in deskundigheidsbevordering van huisartsen en wijkteams: “En daarnaast moeten schuttingen binnen en tussen instellingen worden weggehaald. Samen moeten we de verantwoording nemen voor de cliënt. Zodat iedereen de juiste zorg krijgt, op het juiste moment, en mensen die hulp nodig hebben niet meer door de politie worden aangehouden omdat de problemen z√≥ uit de hand gelopen zijn.”

Verwarde personen grote steden Brabant

Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek

Stad Meldingen 2014 Vergelijking met 2013
Breda 595 +22%
Den Bosch 518 +31%
Eindhoven 1.014 +11%
Roosendaal 189 -5%
Tilburg 704 +29%

 

Cijfers januari – juni 2015

Bekijk hier de cijfers over de eerste helft van 2015: u vindt hier informatie over de totale cijfers van Novadic-Kentron (specialistische en BasisGGZ), Kentra24 (jongeren) en over de cliënttevredenheid.

Novadic-Kentron totaal (specialistische en BasisGGZ)

Hieronder vindt u achtereenvolgens informatie over het aantal cliënten, hun primaire problematiek, geslacht en leeftijd.

Aantal cliënten n
Aantal nieuwe inschijvingen 2.059
Aantal cliënten in behandeling 6.832
Aantal cliënten per 1.000 inwoners 2,8

 

Primaire problematiek n %
Alcohol 2.306 33,8
Opiaten 806 11,8
Opwekkende middelen(Cocaïne, amfetamine) 966 14,1
Hallucinerende middelen(xtc) 15 0,2
Cannabis 838 12,2
GHB 189 2,8
Gokken 170 2,5
Nevencliënten 247 3,6
Overig of onbekend 1.295 19,0

 

Geslacht n %
Mannen 5.132 75,1
Vrouwen 1.700 24,9

 

Leeftijd n %
Ouder > 50 jaar 1.893 27,7
24-50 jaar 4.217 61,7
18 t/m 23 jaar 611 8,9
Jonger dan 18 jaar 111 1,6

Kentra24

186 cliënten (128 mannen, 58 vrouwen). De gemiddelde leeftijd is 20,1 jaar.

Primaire problematiek n %
Cannabis 99 53,2
Alcohol 20 10,8
Cocaïne 17 9,1
GHB 16 8,6
Amfetamine 7 3,8
Internet/gamen 9 4,8
Xtc 7 3,8
Overig/onbekend 11 5,9

Cliënttevredenheid

In 2015 zijn we gestart met een tevredenheidscijfer van 8,6. in de specialistische GGZ. De tevredenheid ligt daarmee iets hoger dan het gemiddelde van vorig jaar (8,2). Ook in de BasisGGZ vullen cliënten de meting in (zowel ROM* als de tevredenheidsmeting). De respons van deze groep is gestart dit jaar met 57% en ligt hiermee ver boven het landelijk gemiddelde. Door de metingen kunnen we op het einde van dit jaar betrouwbare uitspraken doen over hoe de cliënten van Novadic-Kentron (BasisGGZ en specialistische GGZ) de zorg beoordelen en wat de behandeleffecten zijn.

* ROM staat voor Routine Outcome Measurement. Hiermee worden de behandeleffecten gemeten. De vragenlijsten gaan over de ernst van de problemen en de klachten, het dagelijks functioneren en de kwaliteit van leven.

Korte berichten

De Novadic-Kentronvoucher voor ketenpartners: maak kennis met ons aanbod!

Wij vinden het zeer belangrijk om onze opdrachtgevers, beleidsmakers en ketenpartners te informeren over ons zorgaanbod en negatieve beeldvorming rondom verslaving en middelengebruik te doorbreken. Een nieuw middel om dit te bereiken, is de Novadic-Kentronvoucher. Hiermee kunnen gemeentebestuurders, raadsleden en beleidsambtenaren – maar ook andere ketenpartners – nader kennis maken met onderdelen van Novadic-Kentron. Die kennismaking gebeurt door lezingen, gesprekken met medewerkers en cliënten, en werkbezoeken. Tot nu toe is de voucher vooral in de regio Eindhoven ingezet. Zo waren eind april de Eindhovense wethouder Lenie Scholten, tien raadsleden en de griffier te gast bij de woonvoorziening aan de Boschdijk. Ze kregen een rondleiding, gingen in gesprek met bewoners en medewerkers en maakten kennis met de Cliëntenraad. Ook woonden ze presentaties bij over de Community Reinforcement Approach (onze leidende behandelvisie) en over trends op het gebied van middelengebruik. De reacties waren erg positief en afgesproken werd om in het najaar van 2015 een vervolg te plannen. Alle geïnteresseerde ketenpartners kunnen op maat gemaakte Novadic-Kentronvouchers aanvragen via communicatie@novadic-kentron.nl!

Medische Heroïne Unit Tilburg verhuisd

Op 24 en 25 juni is de Medische Heroine Unit in Tilburg verhuisd van de Burgemeester Suijsstraat naar de nieuwe locatie locatie Jan Wierhof. De unit is sinds 26 juni weer operationeel. In de MHU wordt naast medische heroïne ook methadon verstrekt. Voor de ingebruikname was er gelegenheid voor de leden van de beheergroep Jan Wier en wethouder Hans Kokke om een kijkje te nemen in de nieuwe ruimte. De beheergroep is nauw betrokken geweest bij de verhuisplannen en de inrichting van het terrein van de nieuwe MHU. Na de zomervakantie zal er nog een open dag worden georganiseerd voor de buurtbewoners en andere belangstellenden. Met het beheeroverleg is afgesproken dat medewerkers regelmatig een ronde door de buurt lopen. We proberen hiermee eventuele overlast tot een minimum te beperken en net als op de vorige locatie een bijdrage te leveren aan de veiligheid in de wijk.

Kentra maakt zorgafspraken met De La Salle

Kentra en Kentra24 hebben onlangs hernieuwde samenwerkingsafspraken gemaakt met De La Salle in Boxtel: een orthopedagogisch behandel- en expertisecentrum voor jongeren van 6 tot 21 jaar. Deze jonge cliënten hebben meestal een licht verstandelijke beperking, vaak gecombineerd met middelengebruik, gedragsproblemen of psychiatrische problemen. De La Salle heeft Kentra/Kentra24 gevraagd mee te denken over beleid waarmee de combinatie LVB en middelengebruik structureel aandacht krijgt. Het nieuwe beleidsdocument wordt geïmplementeerd bij behandelaars en groepsleiding. Daarnaast is vastgesteld dat uitbreiding van de samenwerking tussen Kentra/Kentra24 en De La Salle noodzakelijk is. De koppeling van de expertise van beide instellingen rondom complexe LVB- en middelenproblemen is nodig om een goed aanbod van preventie, hulp en deskundigheidsbevordering te ontwikkelen. Daarom is aan de beleidsdocumenten een bijlage toegevoegd waarin een aantal zorgarrangementen zijn beschreven.

SVP-CN intensiveert samenwerking binnen de justitiële keten

De SVP-CN (Stichting Verslavingszorg en Psychiatrie Caribisch Nederland) is op Bonaire gestart met twee initiatieven om meer activiteiten binnen de justitiële keten te ontwikkelen. Zo is met de Reclassering, Jeugdzorg, OM, Voogdijraad en politie een samenwerkingsverband aangegaan dat werkt zoals de Veiligheidshuizen in Nederland. De hulpverleners zitten echter niet in één pand: Bonaire is zo klein dat de hulpverleners elkaar sowieso regelmatig ontmoeten. Wel wordt wekelijks casusoverleg gepland. Ook met de gevangenis op Bonaire wordt intensiever samengewerkt. Er zijn afspraken gemaakt om psycho-educatie en motiverende gespreksvoering voor gedetineerden met verslavingsproblemen in te zetten. Daarnaast is afgesproken om zo vroeg mogelijk te starten met re-integratie- en resocialisatietrajecten. Om deze initiatieven uit te werken, heeft de SVP-CN onlangs twee forensische casemanagers aangetrokken. Zij worden vooralsnog vooral ingezet op Bonaire. Later wordt bekeken of activiteiten binnen de justitiële keten uitgebreid kunnen worden naar Saba en Sint Eustatius.

Theateravond ‘Who cares?‚’ opnieuw zeer geslaagd

In april werd voor de tweede keer in Den Bosch de muzikale theateravond ‘Who cares?‚’ georganiseerd. Deze theateravond, een initiatief van de Vrienden van Novadic-Kentron, is een samenwerkingsproject van Novadic-Kentron met de Will Hawkins Foundation, Koning Willem 1 College en LEF. De 150 bezoekers kregen een gevarieerd, boeiend en indrukwekkend programma te zien. Er waren drie voorstellingen over alcohol- en eetverslaving door derdejaarsstudenten van het Koning Willem 1 College, die werden omlijst door passende muziek van de Kentra24-band (cliënten en medewerkers van onze jeugdkliniek), HaroldK en het duo Thomas & Guus. Veldwerker en presentator Charles Dorpmans interviewde op indringende wijze Ralph Mohren, schrijver van de autobiografische roman Tonic, over een aan alcohol verslaafde leraar. ‘Who Cares?‚’ bleek opnieuw een schot in de roos. De theateravond kreeg ook van het Brabants Dagblad lovende kritieken. Novadic-Kentron zal volgend jaar opnieuw een ‘Who Cares?‚’-avond plannen en de mogelijkheden onderzoeken om de theateravond ook in andere delen van ons werkgebied te organiseren.