Cliënten met chronische opiaatafhankelijkheid op de MAZ in Tilburg: “Het klinkt misschien raar, maar als iemand een goeie shot zet, kan ik daar ook van genieten”

Beide heren zijn eigenlijk per toeval terecht gekomen bij Novadic-Kentron. Peter en Emile waren verpleegkundigen bij respectievelijk een verpleeghuis voor jong dementerenden en een ziekenhuis. Nu werken ze met cliënten met een chronische opiaatafhankelijkheid die op de MAZ (Medisch Ambulante Zorg) in Tilburg medische heroïne of methadon krijgen en daarnaast medische begeleiding. Peter: “Het is de doelgroep die door velen wordt beschouwd als ‘het uitschot van de maatschappij’.” Daarover hebben ze nog wel het een en ander te zeggen. Bijvoorbeeld dat toeval niet alleen een rol speelt in hun carrières, maar ook alle verschil maakt in waar je in het leven belandt. Een van zijn cliënten, vertelt Peter, bleek op dezelfde school te hebben gezeten als hijzelf. Een gewone jongen, net als hij, zelfde generatie, zelfde woonplaats, zelfde achtergrond. “Maar ergens in het leven zijn er dingen gebeurd waardoor hij nu aan de ene kant van de tafel zit, en ik aan de andere.” 

Dat Peter en Emile per toeval terecht zijn gekomen op de MAZ, wil niet zeggen dat ze er niet ontzettend gepassioneerd over zijn. Dit interview kwam tot stand op initiatief van Peter zelf, die ons een mailtje stuurde over zijn werk:

“Ik heb zelden een groep mensen meegemaakt die zo betrokken is bij elkaar. Het is een groep cliënten waarvan velen elkaar al heel lang kennen, al voor ze bij de MAZ kwamen. Als er een medecliënt of collega ziek is, wordt er een kaartje gestuurd en wordt er vaak geïnformeerd hoe het met iemand gaat. Gaat er een collega weg, soms door een chronische ziekte, dan komt er ook een kaartje met soms een cadeautje en is er veel medeleven, ook als de collega al langere tijd weg is. Er wordt dan geld ingezameld. Voor sommige van onze cliënten is vijftig cent al een heel bedrag, maar toch wordt er geld gegeven. Als een cliënt zo ziek is dat er een ziekenhuisopname volgt, dan zijn er, als dat mag en kan, bezoeken in het ziekenhuis. Is iemand in de laatste fase van zijn leven, dan zijn er regelmatig bezoeken in het hospice. Als een cliënt overlijdt, dan is er verdriet, komen de verhalen, en wordt er een herinneringshoekje ingericht. […] We hebben bijzondere gesprekken, zijn eerlijk en open. Gesprekken zijn niet altijd gemakkelijk, maar het schept ergens vertrouwen. En ik, ik mag daar deel van zijn.”

“Het is een fantastische groep om mee te werken,” herhaalt Peter enkele keren in het interview. “Ze hebben ontzettend veel meegemaakt, alles en iedereen voorbij zien komen. Hun leven is gekenmerkt door tegenslagen, misbruik en trauma. Je houdt hen niet voor de gek, dus je contact met hen moet heel echt zijn.”

Niet te lief

Dat wil natuurlijk niet zeggen dat de MAZ een theekransje is. Peter: “Je moet wel heel duidelijk zijn over de regels. Soms proberen ze je uit, dan moet je stevig in je schoenen staan en ook consequent zijn in de handhaving. Zo mag je tijdens het roken van heroïne niks uit je zakken halen. Een cliënt die – met een uitdagende blik naar mij toe – toch een boterham uit zijn broekzak vist, stuur je weg. ‘Kom vanmiddag maar weer terug.’” Emile beaamt dit: “Je moet hun taal spreken. Niet te lief. Niet, zoals veel mensen dat geleerd hebben, dingen zeggen als ‘ik vind het niet prettig dat je zo tegen me doet’, maar gewoon ‘en nou kappen’. Ja, er wordt soms gescholden, er is meteen een reactie als je iets doet dat hen niet zint, dan roepen ze dat de regels ‘machtsmisbruik’ zijn. ‘Zie je wel,’ zeggen ze bijvoorbeeld. ‘Wij zijn gewoon junks voor jullie.’”

“Ik steel alleen van dealers”

Peter: “Dit zijn mensen die andere normen en waarden hebben, die het soms normaal vinden om te stelen, maar wel volgens hun eigen code: ‘Ik steel alleen van dealers.’ Emile: “Ook al is er wel eens verbale agressie, 99,9% van de tijd is de sfeer heel rustig. Het is een hecht en gemoedelijk groepje.”

Het laagste van het laagste…

Peter: “Het is ook een stabiele groep. Mensen die de verslavingszorg niet kennen, beschouwen cliënten van de medische heroïnebehandeling als ‘het laagste van het laagste’. Maar deze mensen hebben een vaste dagstructuur, hebben hier op de MAZ hun sociale contacten, een dak boven hun hoofd. Door de medische heroïnebehandeling veroorzaken ze bijna geen overlast meer, hebben nauwelijks nog contacten met justitie, hun gezondheid is veel beter en ze hebben veel minder bijgebruik van andere middelen. Ze komen hier hun heroïne gebruiken en gaan dan rustig weer naar huis.”

Het weer, politiek en voetbal

Emile: “Het zijn gewoon mensen hè, zoals jij en ik. Verschil is dat ze heel veel pech hebben gehad in het leven. Maar als je een half uur tegenover hen zit, heb je heel gewone huis-tuin-en-keukengesprekken. Over het weekend, over het weer, politiek, voetbal… Om hier te kunnen werken moet je stevig in je schoenen staan, maar vooral ook heel open-minded zijn en zorgzaam. Niet oordelen.”

Complimentjes

Peter: “En je moet een knop kunnen omzetten. Deze mensen genezen niet meer. Het hoogst haalbare is om hen stabiel te houden. Daar moet je aan wennen. Dat iemand voor je neus harddrugs gebruikt, dat moet je kunnen accepteren. Maar dan is het ook echt geweldig werk, je betekent echt iets voor deze mensen. Het klinkt misschien heel raar, maar als ik dan de spuitjes klaarmaak voor de twee cliënten die niet roken maar spuiten, en ik zie dat iemand meteen makkelijk een shot kan zetten en een goeie flash heeft, dan kan ik daar ook van genieten. Dat vinden zij dan weer heel grappig. Maar het gaat niet alleen om die heroïne. Het gaat vooral ook om het contact, ze hebben zo weinig positieve feedback gehad in het leven. Dat ze dan eens een keer een complimentje krijgen, dat ze er goed uitzien, een beetje zijn aangekomen, hun woning op orde hebben… We hebben ook cliënten die prachtige schilderijen maken. Dat iemand hen dan zegt dat ze iets goeds doen, daar leven ze enorm van op.”

Emile: “Een beetje empathie met de zwakkeren in de samenleving, dat is het allerbelangrijkste.”

De afbeelding bij dit artikel is een fragment van een schilderij van een van de cliënten van de MAZ.