Annick (dochter van een verslaafde moeder)
Als je ouders verslaafd zijn
“Mijn moeder was een trotse vrouw, sociaal, gedreven en creatief, talentvol en ambitieus. Ze was ontwerpster en goed in haar vak. Ik ben ook erg trots op wie ze was en wat ze heeft bereikt. Ik weet niet waarom ze steeds meer is gaan drinken, maar toen ik een jaar of twaalf was, merkte ik steeds vaker dat er iets niet klopte. Ik vond de lege flessen drank die ze in huis verstopte als ze stiekem had gedronken. Ze lag steeds vaker op bed en verwaarloosde het huishouden. Maar er werd niet over haar drankgebruik gesproken. Mijn ouders vormden een gesloten front.
“Mijn zus en ik stonden geregeld het eten te koken”
Toch moet de omgeving wel gemerkt hebben dat er iets aan de hand was. Mijn zus en ik stonden geregeld het eten te koken. Ik weet niet of iemand daar ooit met mijn ouders over heeft gesproken. Daarom vind ik het ook zo belangrijk dat er openheid komt over verslaving binnen een gezin. Het is zo belangrijk dat mensen in de omgeving hun vermoedens uitspreken. Een kind moet ook kind kunnen zijn. Ik was continu bezig met mijn moeder. Ik zag in één oogopslag of ze gedronken had. Ik schatte in hoever ze was en wist dan wat ik kon verwachten. Ik had altijd mijn voelsprieten uit om de temperatuur te bepalen.
“Ze bleef mijn moeder, maar ik had ruimte voor mezelf nodig”
Toen ik ging studeren en uit huis ging, stokte de communicatie met mijn moeder. Ze bleef mijn moeder, maar ik had ruimte voor mezelf nodig. Pas toen ik zelf moeder werd, is mijn eigen moeder weer een grotere rol gaan spelen in mijn leven. Mijn moeder mocht ook gewoon een oma voor mijn kinderen zijn, ze heeft hen geen onrecht aangedaan.
“Ik kies ervoor om geen slachtoffer te zijn, dan is er ook geen dader”
De laatste jaren was mijn moeder eenzaam, ze zat veel thuis. Ze dronk wel minder, maar hoewel ze nog maar zestig was, had ze het lichaam van een hoogbejaarde. In die periode had mijn moeder ondersteuning van Novadic-Kentron. Mijn broer, zus en ik vonden het prettig dat er iemand was die geregeld bij haar op bezoek kwam. Dit gaf ons rust. De laatste weken van haar leven heeft mijn moeder met de belangrijke mensen in haar leven een goed gesprek gehad. Ik heb er vrede mee hoe alles is gelopen, ik heb het een plek kunnen geven. Ik kies ervoor om geen slachtoffer te zijn, dan is er ook geen dader.”