Voor klachten van cliënten van NK over de uitvoering van de Wet Verplichte GGZ zijn wij aangesloten bij de Klachtencommissie cliënten van de GGZE. Op deze pagina vind je de uitspraken van de Klachtencommissie cliënten, naar aanleiding van klachten van cliënten gericht tegen Novadic-Kentron in het kader van de Wet verplichte GGZ (Wvggz).

De leden van de Klachtencommissie cliënten werken niet bij GGzE of bij NK en komen tot een onafhankelijke beslissing.

Meer algemene informatie over klachten lees je op de pagina Klacht of compliment doorgeven.

Uitspraak klacht 2020/001
1.   Korte omschrijving van de klacht, met aangeving van de periode waarop de klacht betrekking heeft en de setting en juridische status van cliënt

De klacht richt zich op de beslissingen vanaf 16 december 2020 om klager in haar recht op bewegingsvrijheid te beperken door de zorgverantwoordelijke in het kader van haar zorgmachtiging (artikel 8:9 en 9:9 Wvggz).

2.   Geef een korte samenvatting van klacht en uitspraak

 Klaagster is van mening dat zij sinds maandag 14 december 2020 onterecht is beperkt in haar vrijheden door haar zorgverantwoordelijke. Deze beperking vond plaats in het kader van de uitvoering van de zorgmachtiging die voor klaagster is verleend. Klaagster is nog naar een andere afdeling overgeplaatst, terwijl zij dat niet wilde en waar zij ook niet hoort.

Klaagster verzoekt de klachtencommissie om de klacht te beoordelen waarbij zij zowel formele als de rechtsbeginselen van proportionaliteit, subsidiariteit en doelmatigheid in ogenschouw zou moeten nemen. Ook verzoekt klaagster de klachtencommissie onder verwijzing naar artikel 10:11 lid 1 Wvggz om een schadevergoeding toe te kennen.

  • Klaagster verblijft binnen NK op grond van een zorgmachtiging.
  • Klachten zijn gegrond verklaard.
  • Schadevergoeding: het verzoek tot schadevergoeding is aangehouden.
3.   Uitspraken van de commissie

Is de klacht gegrond verklaard?

De klacht is gegrond verklaard.

Is het verzoek tot schadevergoeding toegekend?

Dit verzoek is aangehouden.

Op 8 februari 2021 heeft de klachtencommissie een schadevergoeding toegekend. 

4.   Evt overige opmerkingen 

Geen

Uitspraak klacht 2021/036
1.   Korte omschrijving van de klacht, met aangeving van de periode waarop de klacht betrekking heeft en de setting en juridische status van cliënt 

De klachtencommissie ontving op 20 mei 2021 een klaagschrift, gedateerd 12 mei 2021. De klacht richt zich volgens het klaagschrift tegen de beslissing om aan klager verplichte zorg te verlenen in de vorm van de opname in een accommodatie (zorgmachtiging).

2.   Geef een korte samenvatting van klacht en uitspraak 

Klager klaagt over de uitvoering van de zorgmachtiging en de verplichte zorg die hem in dit kader is opgelegd, in de vorm van opname in een accommodatie. Klager licht in zijn klaagschrift toe dat een opname niet nodig was omdat hij zijn alcoholgebruik onder controle had en er geen psychiatrisch ziektebeeld bij hem zou zijn vastgesteld. Daarnaast geeft klager aan dat er tijdens de opname geen behandeling heeft plaatsgevonden en de wondroos aldaar werd door de thuiszorg verzorgd.

Eveneens geeft klager aan dat de opname in een accommodatie onnodig lang heeft geduurd.

Daarnaast geeft klager aan boos te zijn over het geopperde idee door verweerster om over te stappen op een vorm van begeleid wonen. Klager woont immers zelfstandig.

Klager geeft aan dat de opname veel impact op hem heeft gehad, waardoor stress, slecht slapen en somberheid hem parten hebben gespeeld. Klager verzoekt dan ook om een schadevergoeding.

3.   Uitspraken van de commissie 

Is de klacht gegrond verklaart?

De klachtencommissie verklaart de klacht

  • voor zover die zich richt op de beslissing die genomen is tussen 22 februari 2021 en 28 februari 2021 door GGzE om aan klager verplichte zorg te verlenen door hem op te laten nemen in een accommodatie; gegrond
  • voor zo ver die zich richt op de beslissing van 1 maart 2021 om aan klager verplichte zorg te verlenen door hem op te nemen in een accommodatie; gegrond
  • over de duur van de opname in een accommodatie; gegrond
  • over het voorstel om over te stappen op een vorm van begeleid wonen; ongegrond. 

Is het verzoek tot schadevergoeding toegekend? 

De klachtencommissie zal nog geen oordeel geven over het verzoek tot schadevergoeding.

Verweerster zal in de gelegenheid worden gesteld om een reactie te geven op het verzoek om schadevergoeding. Daarna zal de klachtencommissie een beslissing nemen over het verzoek om schadevergoeding.

4.   Evt overige opmerkingen

Geen

Uitspraak klacht 2021 /046
1.   Korte omschrijving van de klacht, met aangeving van de periode waarop de klacht betrekking heeft en de setting en juridische status van cliënt.

De klacht richt zich op de beslissing tot toepassing van verplichte zorg in de vorm van medicatie, alsmede toepassing van tijdelijk verplichte zorg in de vorm van separatie en (nood)medicatie, een en ander op 6 augustus 2021.

2.   Geef een korte samenvatting van klacht en uitspraak 

Klager verzoekt de klachtencommissie om zijn klacht gegrond te verklaren op de navolgende gronden:

a. Er was geen noodzaak om mij onder dwang medicatie toe te dienen, ik wilde dat niet.

b. Er was geen sprake van een tijdelijke noodsituatie op grond waarvan (nood)medicatie en separatie noodzakelijk waren.

c. Verweerders hadden de volgens hen verplichte zorg behoren aan te kondigen door middel van een 8.9 Wvggz – mededeling, zodat ik daartegen mijn verzet via de PVP en de klachtencommissie had kunnen organiseren.

d. De wilsbekwaamheid in de zin van artikel 8.9 lid 4 Wvggz is niet getoetst.

e. In de mededeling als bedoeld in artikel 8.9 Wvggz is niet aangegeven welke medicatie verweerders aan mij wilden toedienen. Dat is pas op 25 augustus 2021 gedaan, dus bijna 3 weken later.

f. Er is geen actueel behandelplan.

Klager is aldus van mening dat de beslissing tot uitvoering van de (tijdelijk) verplichte zorg niet aan de algemene eisen van de Wvggz voldoet en wil dat zijn klachten gegrond worden verklaard. Hij heeft nog steeds psychische klachten over hetgeen hem op 6 augustus 2021 is overkomen. Hij heeft (onder andere daarover) tot op heden gesprekken met een psycholoog. Klager heeft niet om een schadevergoeding verzocht.

3.   Uitspraken van de commissie

Onverminderd het feit dat de klachtencommissie hierna de klacht gegrond zal verklaren wegens hetgeen hiervoor is overwogen zal zij zich ook overigens (inhoudelijk) uitlaten over de inhoud van de klacht. De gang van zaken zoals die zich kort voor en op 6 augustus 2021 heeft voorgedaan is op meerdere onderdelen laakbaar. De wilsbekwaamheid van klager is niet getoetst, het formulier ex artikel 8.9 Wvggz voldoet niet aan de wettelijke vereisten en is achteraf gerepareerd, de medicatie die toegediend zou worden is op 6 augustus 2021 niet als zodanig benoemd en er is noch doelmatig noch proportioneel geacteerd door tegelijkertijd dwangmedicatie en noodmedicatie toe te dienen en klager bovendien direct te separeren. Klager heeft daar veel spanning, stress en hinder door ondervonden, zodanig dat hij psychologische hulp heeft gekregen waar hij nog steeds gebruik van maakt.

Schadevergoeding

Door de cumulatie van zaken die niet goed zijn verlopen zal de klachtencommissie gebruik maken van haar bevoegdheid om ambtshalve een schadevergoeding aan klager toe te kennen zoals bedoeld in artikel 10:11 lid 3 Wvggz, ondanks het feit dat klager daar niet om heeft verzocht. Alvorens de klachtencommissie daartoe over gaat zal zij de zorginstelling in de gelegenheid stellen om zich over dat voornemen uit te laten. Daartoe zal worden beslist als volgt.

4.   Evt overige opmerkingen

Geen

Uitspraak klacht 2022/09
1. Korte omschrijving van de klacht, met aangeving van de periode waarop de klacht betrekking heeft en de setting en juridische status van cliënt.

Klager heeft een klacht betreffende de insluiting in de separeerruimte in de periode van 5 tot 22 december 2022. Cliënt heeft een zorgmachtiging.

2. Geef een korte samenvatting van klacht en uitspraak

De klacht richt zich op het feit dat de (waarnemend) zorgverantwoordelijke cliënt niet persoonlijk heeft onderzocht voorafgaande aan de beslissing om cliënt in te sluiten. Hierdoor is ook de wils(on)bekwaamheid niet op basis van eigen waarneming beoordeeld.

Daarnaast is de mentor van klager pas daags na de beslissing tot insluiting geconsulteerd. Uit het elektronische dossier kon niet worden vastgesteld of het wettelijk verplichte formulier artikel 8.9 Wvggz ook feitelijk aan klager is uitgereikt.

3. Uitspraken van de commissie:

-Is de klacht gegrond verklaard?

Alle bovenvermelde klachtonderdelen zijn gegrond verklaard.

-Is het verzoek tot schadevergoeding toegekend?

Er is een schadevergoeding toegekend.

4. Evt. overige opmerkingen

Geen