Met een enkelband werken aan een beter leven
29 oktober 2019Elektronische controle bij de Verslavingsreclassering
Een van de middelen waarmee de Verslavingsreclassering toezicht houdt op haar cliënten – mensen die onder toezicht zijn gesteld – is de enkelband. Met deze elektronische controle (EC) kan in de gaten worden gehouden waar de cliënt zich bevindt. De band kan worden opgelegd bij zowel een ‘locatieverbod’ als een ‘locatiegebod’. Met andere woorden: de cliënt mag ergens niet zijn of moet juist ergens wél zijn. Hoewel de EC de vrijheid van cliënten beperkt, is het ook een belangrijk middel om cliënten te laten re-integreren in de maatschappij.
Marill Muijres is aandachtsfunctionaris EC bij de Verslavingsreclassering in Tilburg en legt ons uit hoe elektronische controle werkt en waarom het zo’n zinvol middel is. Marill: “Elektronische controle wordt ingezet als voorwaarde bij een ‘locatiegebod’ of een ‘locatieverbod’. Bij een gebod wordt in de gaten gehouden of de cliënt zich op de vastgestelde tijden op een afgesproken plaats bevindt. Bijvoorbeeld op afspraken bij de reclassering, op de dagbesteding, of ‘s avonds in zijn of haar woning. In principe kunnen alle cliënten een locatiegebod opgelegd krijgen. EC is inzetbaar bij vele delicten en op verschillende momenten in het strafproces, zoals verlof, schorsing van voorlopige hechtenis of voorwaardelijke invrijheidsstelling. Dat gebeurt altijd op advies van een van onze reclasseringswerkers. Een locatiegebod is geen alternatief voor detentie en ook geen bewakingsmiddel, maar wordt ingezet als middel om het dagelijks leven en het gedrag van een cliënt te reguleren en te structureren, bijvoorbeeld om weer een normaal dag- en nachtritme te krijgen, of om van verdachte locaties weg te blijven.”
Bijna nooit vernield
In de praktijk blijkt dat de enkelband bijna nooit wordt vernield. Marill: “Voor cliënten heeft de elektronische controle veel voordelen. De enkelband ondersteunt hun herstel. Het geeft cliënten een kans om weer een leven op te bouwen en betere keuzes te maken, bijvoorbeeld op het gebied van wonen en werken. Zo kan een gebod opgelegd worden voor de werkomgeving. Vaak hebben cliënten geen nuttige dagbesteding. De enkelband maakt het mogelijk om de cliënt te laten werken en weer te laten wennen aan een arbeidsritme. Dat kan een opstapje zijn om na afloop van de straf te blijven werken.”
Bescherming slachtoffers
Naast een locatiegebod kan met EC ook een locatieverbod worden gereguleerd. Dat is bedoeld om een cliënt van een bepaald plek weg te houden. Marill: “Daarbij gaat het bijvoorbeeld om de bescherming van eventuele slachtoffers of voorkomen dat slachtoffers opnieuw met de dader geconfronteerd worden. Er wordt als bijzondere voorwaarde opgelegd dat de cliënt zich niet mag bevinden in de buurt van de plek waar het slachtoffer woont. Ook kan het verbod worden opgelegd om recidive te voorkomen. De cliënt mag zich dan bijvoorbeeld niet binnen een afgesproken straal van een uitgaansgebied of een verdachte locatie bevinden. Bijvoorbeeld een locatie waar veel gedeald wordt.”
Verdachte woning
Voorwaarde voor het gebruik van EC bij een locatiegebod is dat cliënten onderdak hebben. Marill: “Als ze geen eigen woning hebben, kan dat ook een tijdelijk onderkomen zijn. Het is een van mijn taken om te controleren of de woning of het tijdelijk onderkomen geschikt is. Van belang is in ieder geval dat er elektriciteit en GSM-bereik zijn en dat er geen signalen zijn dat het een ‘verdachte’ woning betreft. Het komt zelden voor dat we een onderkomen af moeten wijzen.”
De band is geen pretje
EC wordt opgelegd binnen een verplicht kader. Een cliënt die de band niet wil, loopt het risico dat hij in detentie gaat. Marill: “In de praktijk komt het eigenlijk nooit voor dat een cliënt weigert. Het dragen van de band is weliswaar zowel psychisch als lichamelijk geen pretje, maar heeft voor veel mensen toch de voorkeur boven opgesloten zitten. Je kunt weer werken aan je toekomst, eventueel een nieuw vak leren, een nieuw bestaan opbouwen en een ongezonde omgeving leren vermijden.”
Verboden gebied
En wat als de cliënt zich niet aan de afspraken houdt en bijvoorbeeld in een ‘verboden gebied’ komt?
Marill: “De band staat direct in verbinding met de meldkamer van de provider, die de melding zo snel mogelijk doorzet naar justitie, politie en reclassering. Als een van onze cliënten zich niet aan de afspraken houdt, krijgt de reclasseringswerker die toezichthouder is een signaal. De reclasseringswerker gaat zo snel mogelijk met de cliënt in gesprek over het verbreken van de bijzondere voorwaarde. Wat was er aan de hand? Waarom bevond de cliënt zich niet op de afgesproken plek? Afhankelijk van de situatie worden maatregelen genomen. In het uiterste geval kan de cliënt opnieuw de cel in moeten. Maar in de praktijk gebeurt dat niet vaak. Cliënten zien zelf ook duidelijk de voordelen van een enkelband.”
Nieuwe Kansen dankzij enkelband
Tot en met september is bij 31 cliënten van NK een enkelband geplaatst, landelijk was dat bij 291 cliënten. In de meeste gevallen (negen keer) gebeurde dat in het kader van een kort of lang verlof en in het kader van een penitentiair programma. Vijf keer in het geval van een schorsing van preventieve hechtenis en vier keer betrof het een voorwaardelijke veroordeling. Marill: “Landelijk zien we dat het gebruik van de enkelband toeneemt. Dit is voor ons heel logisch: de enkelband is een manier om toezicht te houden, maar biedt tegelijk veel meer mogelijkheden om te re-integreren dan detentie. De enkelband geeft cliënten Nieuwe Kansen.”