Red alert voor ‘foute’ drugs
24 april 2018Dinsdag 6 maart loopt een man van twintig binnen bij de NK-testservice in Tilburg. Hij wil zijn cocaïne laten testen, omdat een vriend na het gebruik onwel geworden is. De laboratoriumtest wijst uit dat de coke de levensgevaarlijke stof atropine bevat. Gebruik kan fatale gevolgen hebben. Om doden te voorkomen, wordt onmiddellijk de procedure Red alert gestart.
Op basis van deze fictieve maar realistische casus praten we met Charles Dorpmans, coördinator van de zeven testservicelocaties van NK in Brabant, over een Red alert. Deze regionale of landelijke alarmeringscampagne treedt in werking als er gevaar is voor de volksgezondheid. Sinds Charles de testservices coördineert, vanaf 2002, zijn in Brabant negen keer vervuilde drugs aangetroffen die tot een Red alert hebben geleid. De laatste keer was in januari van dit jaar.
Dinsdag 6 maart: sample wordt aangeleverd en gaat naar het lab
Charles: “Onze fictieve man loopt op dinsdag binnen in Tilburg met een sample cocaïne. Als recreatieve gebruiker kan hij terecht bij onze testservices. Veel pillen herkennen we uit de landelijke DIMS-database*. Pillen die we niet herkennen, plus poeders en vloeistoffen, worden doorgestuurd naar het DIMS voor een laboratoriumtest. Zo ook zijn cocaïne. Hij kan later telefonisch de uitslag opvragen. We testen anoniem, maar vragen wel altijd waar de drugs vandaan komen en onder welke naam ze verkocht zijn. Overigens krijgen bezoekers van de testservice nooit te horen dat de drug die zij aangeboden hebben, goed is. Drugsgebruik heeft altijd risico’s, ook als het geleverde sample niet vervuild is.”
Donderdag 8 maart: DIMS belt Charles met de mededeling dat er atropine is aangetroffen in sample 17038 uit Tilburg.
Charles: “We treffen een vervuiling aan, dus starten de Red alert-procedure. Het Landelijk Kernteam Red Alert, waaraan de Inspectie Volksgezondheid, het Trimbos-instituut en VWS deelnemen, wordt bijeengeroepen. Zij brengen de risico’s in kaart en formuleren een advies voor de staatssecretaris van VWS, die uiteindelijk bepaalt of er een Red alert moet komen. In het geval van deze atropinevervuiling zijn de risico’s hallucinaties, hartkloppingen, rusteloosheid en gedaald bewustzijn tot bewusteloosheid. In extreme gevallen kan gebruik een dodelijke afloop hebben, als gevolg van ademhalings- en hartritmestoornissen. Ik informeer altijd eerst de direct betrokkenen binnen Novadic-Kentron en er gaat een melding naar de zogenaamde lokale driehoek – de burgemeester, de officier of hoofdofficier van justitie en de lokale politiechef – van de betreffende gemeente. Dan is de gemeente voorbereid als het Red alert van kracht wordt en kan bijvoorbeeld bepaald worden of de burgemeester als woordvoerder een rol gaat spelen.
Vrijdag 9 maart, 14.15 uur: de gebruiker belt voor de uitslag.
Charles: “Een van onze testers bespreekt de uitslag en welke vervuiling is aangetroffen. De uitgebreide vragenlijst Aanlevertraject wordt afgenomen om meer details over het sample te achterhalen. Daarin staan vragen als: waar is het middel aangekocht, op welke locaties wordt het middel gebruikt, in welke setting wordt het middel gebruikt – bijvoorbeeld binnen een bepaalde uitgaansgelegenheid, waar is het middel populair en wat is bekend over de verspreiding van het middel? De antwoorden worden direct gerapporteerd aan het DIMS-hoofdbureau en er volgt spoedoverleg met de staatssecretaris van VWS. Deze beslist of het Red alert officieel afgekondigd wordt en op welke schaal.”
Vrijdag 9 maart, 16.00 uur: de staatssecretaris kondigt een regionaal Red alert af.
Charles: “Nu het alert een feit is, moet er een hele hoop gebeuren, volgens een specifiek protocol. In de eerste plaats informeer ik het Kernteam Red alert van NK, dat zijn de bestuurder, geneesheer-directeur, teamleider Preventie en afdeling Communicatie. Vervolgens wordt de afdeling Communicatie gevraagd alle medewerkers van NK te informeren en het alarmeringsbericht op de website en social media te plaatsen. Ook verspreiden zij de persberichten naar de regionale en zo nodig landelijke media. Vervolgens worden de GHOR, ambulancediensten, SEH-afdelingen van ziekenhuizen en huisartsenposten per mail geïnformeerd. Alle testers informeren via bestaande mailinglijsten hun gemeentelijke netwerkpartners. Op deze manier bereiken we een zo breed mogelijk publiek.”
Vrijdag 30 maart: er zijn gelukkig geen slachtoffers gevallen. De vervuilde drug is niet opnieuw aangetroffen, dus wordt het Red alert in opdracht van de staatssecretaris door DIMS opgeheven.
Charles: “Als tot drie of vier weken na de formele afkondiging van het Red alert de vervuilde drug niet meer wordt aangetroffen, vraag ik onze afdeling Communicatie en de netwerkpartners om intern en op hun websites een melding te plaatsen met de mededeling dat er geruime tijd geen nieuwe vervuiling is aangetroffen. De pers wordt niet geïnformeerd, omdat we afgesproken hebben dat het de voorkeur heeft een Red alert zogezegd een ‘zachte dood te laten sterven’. Bij het volgende vervuilde sample staan we weer paraat!
*DIMS staat voor Drugs Informatie en Monitoring Systeem van het Trimbos-instituut. Daar worden de resultaten van alle testlocaties in ons land geregistreerd.