Ouderen en verslaving: “Het maakt niet uit hoe oud je bent, ook een kleine verandering kan veel winst opleveren”

Alcoholgebruik bij 55-plussers wordt vaak gebagatelliseerd. Buiten de eigen (soms beperkte) kring is overmatig gebruik nagenoeg onzichtbaar en er is weinig overlast. Daarnaast wordt vaak gedacht, óók door ouderen zelf, dat verandering op oudere leeftijd toch geen zin meer heeft. Of dat je hem of haar dat borreltje ‘niet ook nog eens kunt afnemen’. Door deze stigma’s doen we een grote groep mensen ernstig tekort. Senior preventiewerker Bernard van ’t Klooster: “Onderschat nooit de positieve, lichamelijke effecten van minder drinken, zeker ook op oudere leeftijd.”

55-plussers komen via ons centrale telefoonnummer of via de huisarts terecht bij Novadic-Kentron, waar ze bij de afdeling Preventie een korte interventie van vier gesprekken kunnen volgen: de Moti 4. Senior preventiewerker Yvonne Rühl: “55-plussers die via hun huisarts voor de Moti 4 worden aangemeld, vinden zichzelf meestal niet verslaafd, maar realiseren zich wel dat ze een probleem hebben. Ze zijn vaak door omstandigheden meer gaan drinken. Denk aan het verlies van een partner of het wegvallen van werk en daarmee een nuttige dagbesteding én sociale context.”

Respect voor de huisarts

Bernard: “Bij jongeren zie je vaak dat ze het probleem wegwuiven: ‘Het was maar één keertje, het stelt niks voor, iedereen gebruikt…’ Bij ouderen is er vaker een gevoel van urgentie. En zeker als ze via de huisarts of praktijkondersteuner komen, nemen ze de gesprekken hier vaak heel serieus. Deze generatie heeft nog veel respect voor de autoriteit van de huisarts.”

Te weinig omhanden

Yvonne: “De hulp van Moti 4 is laagdrempelig en vooral gericht op inzicht in het eigen gebruik. Welke rol speelt het alcoholgebruik? Hoe is dat zo ontstaan? Bij 55-plussers vult het vaak een leegte. Mensen hebben bijvoorbeeld veel te weinig omhanden en voelen zich eenzaam. We kunnen dan bijvoorbeeld samen gaan kijken welke activiteiten plaatsvinden in de wijk waar deze persoon woont. Soms blijkt dat een uitgebreider zorgtraject nodig is. Maar vaak is bewustwording al genoeg, en hebben mensen aan de vier gesprekken voldoende om zelf weer de regie te kunnen nemen over hun eigen gebruik.”

Stigma

Bernard: “Het is heel belangrijk om de regie bij de cliënt te laten liggen. We gaan samen onderzoeken wat er aan de hand is, maar cliënten bepalen zelf welke keuzes ze maken. Wij adviseren daarbij. Daarin probeer ik vooral heel uitnodigend te zijn. Soms moet je daarin ook wel wat lichtheid brengen. Ouderen hebben de naam minder flexibel te zijn, maar ik merk dat dat vooral een stigma is van de maatschappij. En ook zelfstigma. Ze geloven soms zelf ook dat het geen zin meer heeft om te proberen te veranderen of dat ze überhaupt nog andere keuzes kunnen maken.”

Yvonne: “Als mensen al gewend zijn om te drinken, zorgen verlieservaringen – die toch vaak horen bij het ouder worden – er nogal eens voor dat bijna ongemerkt steeds meer wordt gedronken. Als bijvoorbeeld een partner wegvalt, denken mensen nogal eens: ‘Ach, wat maakt het uit, ik zit hier toch maar alleen.’ Ze geven het op. Maar ook ouderen kunnen nog heel goed veranderen. Zo kunnen ze werken aan hun zelfvertrouwen en het vergroten van hun netwerk door nieuwe activiteiten te ondernemen, vrijwilligerswerk te gaan doen.”

Zingeving

Bernard: “Het gaat in gesprekken vaak over zingeving. Als er een leegte ontstaat in je leven, bijvoorbeeld doordat je niet meer werkt en je kinderen het huis uit zijn, dan is het de vraag hoe je die leegte weer kunt vullen. Ik merk als preventiewerker dat die gesprekken soms heel intens zijn, het gaat vaak om wezenlijke dingen: je eigen sterfelijkheid en kwetsbaarheid, eenzaamheid, je relatie met kinderen en kleinkinderen, verbinding zoeken, een doel in je leven hebben.”

Yvonne: “Zo had ik een cliënt die eerder in behandeling was geweest en nu weer meer dronk dan ze zelf wilde. Haar moeder was overleden en ze had nu te veel lege tijd. Het was niet direct nodig om weer in zorg te gaan, dus hebben we samen gezocht naar een nieuwe invulling van haar tijd. Ze is toen vrijwilliger geworden in een buurthuis, wat haar zelfvertrouwen een grote boost gaf. Zeker nadat ze daar in alle openheid had verteld over haar verslavingsgevoeligheid. Ze voelde zich weer nuttig, haar leven had nieuwe zin gekregen.”

Afgeschreven

Bernard: “Ouderen worden veel te snel afgeschreven! Er wordt gezegd: ‘Waarom zou je nog zoveel moeite doen? Meneer is 82!’ Maar misschien leeft hij nog wel tien of vijftien jaar! Het zou toch mooi zijn als dat met een zekere kwaliteit van leven kon? Mensen onderschatten de effecten van een paar glazen per dag minder drinken. Je gaat er bijvoorbeeld beter van slapen, je bent minder suf overdag, hebt daardoor ook een beter contact met je omgeving… En vergeet ook het risico op vallen niet, dat door alcoholgebruik stukken hoger is. Een val kan, zeker op hogere leeftijd, ernstige gevolgen hebben, zoals blijvende invaliditeit. Minder drinken kan ervoor zorgen dat je langer actief en zelfstandig blijft, meer uit het leven haalt. Veel klachten die aan ouderdom worden toegeschreven, worden mede veroorzaakt of verergerd door alcoholgebruik.”

Minder snel van de wijs

Yvonne: “Ouder zijn heeft ook voordelen. Oudere mensen hebben veel levenservaring, ze kunnen putten uit een rijke encyclopedie van problemen die ze overwonnen hebben. Daar kun je op teruggrijpen: als dit je toen is gelukt, lukt dit vast ook wel. Ook hebben ze meer zelfkennis en zijn ze minder snel van de wijs te brengen. Een jongere denkt vaak heel zwart-wit: ‘Nee, dat kan ik echt niet, het komt nóóit meer goed!’, een oudere kan vaak beter nuanceren en relativeren. Ze hebben alles al eens meegemaakt. Dat kan een bron van kracht zijn om ook dit probleem grondig aan te pakken. Hoe oud je ook bent, je hebt altijd een Nieuwe Kans!”

Heel veel winst

Bernard: “We krijgen soms de vraag: moeten we nog aan die mevrouw of meneer gaan sjorren? Ik vind dat zo’n enorme dooddoener. Weegt het gedoe zwaarder dan de voordelen van minderen of stoppen? Ja, de alcohol kan de eenzaamheid minder voelbaar maken, maar je komt er daardoor ook niet eenvoudig meer uit. Mensen worden steeds ouder, de 70-jarige van nu is niet de 70-jarige van vroeger. Wijkteams, huisartsen en andere zorgverleners zouden veel alerter kunnen zijn op alcohol als bepalende factor voor zowel gezondheid als kwaliteit van leven. Maar er wordt nog steeds maar heel beperkt naar gevraagd of nog eens op teruggekomen. Alcohol is zo normaal dat je het niet meer ziet. Het maakt niet uit hoe oud je bent, ook een kleine verandering in je drinkgedrag kan heel veel winst opleveren.”