Wat gebruikt de jeugd van tegenwoordig?
11 augustus 2021Die jeugd van tegenwoordig! Als je de media moet geloven, zijn het allemaal blowende, rokende, slikkende en zuipende jongens en meisjes die hun toekomst te grabbel gooien omdat ze alleen maar willen feesten. En dat lijkt alleen maar erger te worden! Maar wil je weten hoe het echt zit? Hoeveel procent van de jongeren drinkt en gebruikt nu eigenlijk echt? En wat gebruiken ze dan? Wanneer moet je je zorgen gaan maken? Na het lezen van dit artikel ken je de ‘ins and outs’ van vijf populaire middelen onder de jeugd! En… weet je ook wat het meest gevaarlijk is!
Een kort overzicht (tekst gaat verder onder de afbeelding):
Alcohol
Van de scholieren tussen 12 en 16 drinkt (gelukkig) minder dan 10% wekelijks. Dit is zeker niet meer dan vroeger, sterker nog: sinds 1999 is het drinken van alcohol door scholieren sterk afgenomen. Vanaf 2015 is het cijfer min of meer stabiel. Bij oudere jongeren (studenten) liggen de cijfers zoals verwacht veel hoger. Uit onderzoek onder mbo- en hbo-studenten blijkt dat ongeveer 70% drinkt, en tijdens het uitgaan vaak grote hoeveelheden. Dit zal bij wo-studenten naar verwachting niet anders zijn.
Alcohol is een giftige stof die slecht is voor de hersenen, en dus zeker ook voor hersenen die nog in de groei zijn. Daarnaast vergroot alcohol de kans op risicovol gedrag én lopen jongeren de kans door bingedrinken een alcoholintoxicatie (comazuipen) op te lopen. Reden genoeg dus om het alcoholgebruik bij jongeren nog verder terug te dringen. Maar het is wel belangrijk te benadrukken dat 70% weliswaar een flinke meerderheid is, maar dat niet drinken dus geen uitzondering is. Overigens ook niet bij volwassenen: één op de vijf Nederlanders drinkt niet.
Cannabis
Cannabis heeft een vrij onschuldig imago, ook omdat heel lang werd gedacht dat het niet lichamelijk verslavend is. Maar cannabis is binnen NK wel het middel waar onze jonge cliënten de meeste problemen mee hebben. Bijna 40% van de jongeren tot 24 jaar die in 2020 bij NK in behandeling waren, had als primair probleem verslaving aan cannabis. (Naast mogelijk problemen met andere middelen.) Onder scholieren tussen de 12 en 16 jaar is het gebruik sinds 1999 gedaald (vanaf 2015 ongeveer gelijk). Ongeveer 5% heeft in de afgelopen maand cannabis gebruikt. Van de oudere jongeren ligt dat percentage voor de 18- en 19-jarigen op bijna 12% en voor de groep 20-24 jaar op meer dan 14%.
Cannabis is schadelijk voor het opgroeiende brein en verergert psychische stoornissen. Maar daarnaast kan cannabis jongeren ook erg passief maken, wat grote gevolgen kan hebben voor prestaties op school. Jongeren die veel blowen, nemen bovendien minder initiatief en zijn minder volhardend in het bereiken van hun doelen. Daardoor lopen jongeren die blowen het risico minder ver te komen in het leven.
Lachgas
Veel in het nieuws momenteel: lachgas. Binnen NK en breder binnen de hele verslavingszorg zijn geen exacte gegevens bekend over aantallen cliënten die behandeld worden voor verslaving aan lachgas: dit middel valt nog vaak onder de categorie ‘Overig’. Maar onze afdeling Preventie is wél heel alert op lachgas. Terwijl onder scholieren het gebruik van alcohol en drugs sinds begin deze eeuw is afgenomen, neemt lachgasgebruik toe: van 7,9% (ooit gebruikt) in 2015 tot 9,9% in 2019. Gebruik afgelopen maand ligt bij scholieren nog laag: 2,5%. Studenten gebruiken veel vaker lachgas: in 2019 had 30% ooit lachgas gebruikt en ruim 8% de afgelopen maand, vergeleken met 19,8% ooit en 5,2% afgelopen maand in 2015.
Lachgas veroorzaakt zuurstoftekort in de hersenen, wat kan leiden tot flauwvallen en zelfs hartfalen. Langdurig gebruik kan leiden tot tekort aan vitamine B12, dat bloedarmoede en ernstige neurologische stoornissen kan veroorzaken. Jongeren komen bovendien nogal eens met de auto bij elkaar op parkeerplaatsen om lachgas te gebruiken en zijn daarna nog onder invloed als ze wegrijden. Dit heeft geresulteerd in een sterke toename van incidenten in het verkeer (zoals ongevallen en gevaarlijk rijgedrag), van 61 in 2016 tot 960 in de eerste helft van 2019!
Xtc
Xtc staat bekend als dé partydrug. Het aandeel xtc in de hulpvragen binnen de verslavingszorg is klein. Onder scholieren is het gebruik laag: 1,7% gebruikte het ooit, 0,8% de laatste maand. Na jaren van daling, neemt het gebruik onder scholieren wel weer toe. Ook onder jongvolwassenen neemt het gebruik toe en xtc is na cannabis de meest gebruikte drug: van de jongeren tussen de 20 en 24 had 22% ooit xtc gebruikt (meting 2019).
Het is nog niet duidelijk wat gevolgen van xtc-gebruik op lange termijn zijn, maar xtc-gebruik geeft wel een groot risico op acute problemen (intoxicatie, met symptomen als hartritmestoornissen en een te hoge lichaamstemperatuur). Meestal hangt de oorzaak samen met gevoeligheid voor de werkzame stof MDMA of met te hoog gedoseerde pillen (te veel MDMA). Daarnaast komt het in uitzonderlijke gevallen voor dat gezondheidsverstoringen veroorzaakt worden door vervuilde pillen. Ook in 2019 waren de meeste drugsgerelateerde zorgcontacten op EHBO-posten het gevolg van xtc-gebruik. Xtc wordt bovendien in verband gebracht met visuele waarnemingsstoornissen, zoals zwevende vormpjes of spikkeltjes in het blikveld, die lang aanhouden. Toch willen we ook hier benadrukken dat xtc-gebruik niet vanzelfsprekend is, ook niet op grootschalige (dance) party’s, festivals en clubs. Zelfs in die ‘ideale’ omstandigheden gebruikt 44% minimaal een keer per jaar xtc; dat is veel, maar als je het omdraait, gebruikt ruim de helft dus niet.
Gamen
Gamen is niet echt een genotmiddel, maar is zo immens populair onder jongeren – en voor ouders vaak een bron van zorg – dat we het zeker in dit overzicht wilden meenemen. Bijna alle kinderen gamen wel eens, bij slechts 4% is dit problematisch: dit zijn voor het overgrote deel jongens. Veel gamen op zich hoeft geen probleem te zijn. 36% van de gamers is te beschrijven als fanatiek hobbygamer: zij gamen gemiddeld 14 uur per week. Ze zijn echter lichamelijk en psychisch net zo gezond als niet-gamers, en ze roken, blowen en drinken minder vaak. Ouders vergeten vaak dat ze zelf misschien wel minstens net zo vaak achter een scherm zitten: hun smartphone of de televisie. Als jongeren naast het gamen ook nog andere hobby’s hebben, genoeg bewegen, aandacht hebben voor school, vrienden en hun gezin, is er voor ouders weinig reden om zich zorgen te maken.
Voor jongeren met bijkomende problemen zoals autisme of eenzaamheid, kan gamen een vlucht zijn. Dit is niet per se slecht: gamen kan hen helpen om zich staande te houden en kan zelfs bijdragen aan sociaal contact, leren samenwerken, enzovoorts. Maar het is wel belangrijk er met de jongere over te praten.
Conclusie: waarin schuilt het meeste gevaar?
Dus: welk middel is dan het meest gevaarlijk voor jongeren? Ons antwoord: die vraag is eigenlijk verkeerd… Want dat ligt aan een heleboel factoren, zoals omstandigheden en individuele gevoeligheid. Sterker nog: het rangschikken van drugs in lijstjes is op zich al risicovol, want het kan de indruk wekken dat middelen lager op de lijst ongevaarlijk zijn. Bij middelengebruik is het vooral belangrijk om te kijken naar de balans. Experimenteren met je identiteit, wat je leuk vindt en niet, wie je vrienden zijn, hoe je je kleedt: het hoort er allemaal bij als je opgroeit. En middelengebruik kan daar een deel van zijn. Meestal leidt dat niet tot grote problemen. Als het gebruik het leven van de jongere niet overheerst en de jongere ook aandacht heeft voor school, vrienden, hobby’s, enzovoorts, dan is er meestal niet zoveel aan de hand.
Maar dit wil niet zeggen dat drinken of gebruiken ‘normaal’ is. Die boodschap steeds maar bevestigen, is misschien wel het allergevaarlijkst. Dit kan namelijk juist de drempel verlagen om te drinken of te gebruiken! Het is dus vooral belangrijk om tegenwicht te bieden aan de schijnbare vanzelfsprekendheid van alcohol en drugs: er zijn miljoenen jonge en volwassen Nederlanders die niet drinken of gebruiken!
Maak je je zorgen of wil je persoonlijk advies?Neem dan contact op met onze afdeling Advies en Informatie op 073-689 90 90! |
Bronnen
De cijfers in deze artikelen zijn afkomstig uit de volgende bronnen (allemaal afkomstig van het Trimbos-instituut):
Cijfers middelengebruik onder scholieren
Nationale Drugs Monitor 2020
Cijfers drugs
Infographic middelengebruik onder scholieren
Cijfers over gamen
* De jongere op de foto is geen cliënt van NK.