Redenen om te blijven roken: de 90-jarige kettingroker en andere fabels
25 juli 2017Vanaf 1 juli wordt NK Rookvrij. We doen dit in verschillende fases: eerst de medewerkers, vervolgens de (klinische) cliënten. Op NK-locaties wordt vanaf 1 juli niet meer gerookt door medewerkers, ook niet buiten op het terrein. Voorlopig wordt roken door cliënten in de binnentuinen bij de klinische afdelingen nog wel gedoogd. Uiteraard roept dit heel wat op. In dit artikel nemen we veelgehoorde argumenten om niet te stoppen onder de loep. Oh, en die beroemde rokende opa van 90 die alle rokers schijnen te hebben? Die komt ook nog even langs!
Roken is een goede manier om informeel contact te hebben met cliënten.
Een veelgehoorde reden om te blijven roken binnen de GGZ en verslavingszorg! Dit zou impliceren dat niet-rokende medewerkers geen goed contact kunnen hebben met cliënten. Of dat rokende medewerkers een beter contact hebben met rokende cliënten dan met niet-rokende cliënten. Als een medewerker moeite of tijdgebrek heeft om een goed gesprek met een cliënt te voeren, is samen roken geen gezonde en positieve oplossing. Het actief delen van een verslavende gewoonte kan nooit een goede manier zijn waarop een medewerker in de verslavingszorg contacten onderhoudt met cliënten. Je gaat tenslotte ook geen biertje drinken met een cliënt. Als je informeel contact met je cliënten belangrijk vindt, is dat te prijzen, maar ga dan thee of koffie met ze drinken of koppel het aan een andere activiteit, zoals een wandelingetje.
Cliënten gaan al zo’n moeilijke tijd tegemoet, roken is alles wat ze nog hebben!
Bijna net zo vaak genoemd: “Je kunt ze dit niet ook nog afnemen”. Het is een vreemd idee dat het overwinnen van een verslaving wordt gezien als een cliënt iets “afnemen”. Binnen de zorgvisie CRA zoeken we naar alternatieven voor verslavende middelen, naar een gezonde levensstijl die meer beloningen oplevert dan alcohol, drugs, gokken, gamen en… roken. Roken is geen gezond alternatief! Als cliënten na de behandeling alleen nog plezier zouden beleven aan hun sigaret, is die behandeling zeker niet conform de zorgvisie CRA en herstelondersteunende zorg (en veel andere behandelmethodes). Bij beide visies staat immers het hele leven centraal: wonen, werken, dagbesteding, zingeving, sociale contacten, familie, hobby’s, enzovoorts. Roken is geen alternatieve beloning, en al helemaal geen onderdeel van een gezonde en prettige levensstijl.
Cliënten moeten worden afgeholpen van hun alcohol- of drugsverslaving. Dat is al zo’n grote winst, dat ze dan nog roken is maar een kleinigheid.
Roken is zeker geen kleinigheid. Ten eerste vergroot nicotineverslaving (roken) het risico op terugval in andere verslavingen. Nicotine zorgt ervoor dat de hunkering naar andere middelen toeneemt en het ‘beloningssysteem’ in de hersenen op het gebied van verslavende middelen actief blijft. En ten tweede: er gaan uiteindelijk meer verslaafden dood aan gevolgen van roken dan aan hun primaire verslaving. Ter vergelijking: aan roken gaan 20.000 mensen per jaar dood, aan alcohol nog geen 2.000. Aan alle andere drugs samen sterven jaarlijks enkele honderden mensen.
Stoppen met roken leidt cliënten af van het stoppen met hun andere verslaving.
Meerdere klinische studies hebben inmiddels aangetoond dat het stoppen met roken en de behandeling van alcohol- en/of drugsafhankelijkheid goed gecombineerd kunnen worden. Het gelijktijdig werken aan de tabaksverslaving en andere verslavingen kan elkaar juist in positieve zin beïnvloeden. Het is zelfs zo dat blijven roken de behandeltijd verlengt én de kans op terugval in de primaire verslaving vergroot. Uit onderzoek blijkt dat roken de periode verlengt dat een alcoholverslaafde blijft hunkeren naar alcohol. Bij niet-rokers neemt die “craving” na een week al af, bij rokers duurt dit wel een maand. Om de kans op het slagen van de behandeling van bijvoorbeeld alcoholverslaving zo groot mogelijk te maken, moeten we onze rokende cliënten dus ook motiveren om te stoppen met roken.
Roken is niet zo’n belangrijke verslaving, want het levert nauwelijks overlast op.
Roken geeft inderdaad niet of nauwelijks overlast op het gebied van bijvoorbeeld veiligheid op straat, agressief of crimineel gedrag of verkeersveiligheid. Maar dat roken geen overlast oplevert, is niet waar. Denk aan peuken op straat en aan meeroken. Daarnaast levert roken enorm veel gezondheidsschade op en uitval door bijvoorbeeld ziekte. Naast veel levensbedreigende ziektes, veroorzaakt roken ook een grotere gevoeligheid voor griep- en verkoudheidsvirussen. Zo zijn rokers vaker en erger verkouden dan niet-rokers. Roken is de grootste vermijdbare factor voor gezondheidsschade. Daarnaast kost roken (door zorgkosten en productieverlies als gevolg van ziekte en sterfte) de maatschappij 20 tot 40 miljard euro per jaar.
Mijn opa rookte een pakje per dag en is er negentig mee geworden.
Dat kan, al is het niet erg waarschijnlijk. Ruim de helft van de rokers die blijven roken gaat dood aan de gevolgen ervan, een kwart sterft voor het pensioen en rokers gaan gemiddeld tien jaar eerder dood dan niet-rokers. Dat is een gemiddelde, en niet iedereen die rookt, gaat dus voortijdig hieraan dood. Die opa heeft gewoon geluk gehad. Maar roken is wel een erg gevaarlijke gok, met je gezondheid en leven als inzet. Het rekensommetje is eenvoudig: Nederlandse mannen die niet roken worden gemiddeld ongeveer tachtig jaar, mannen die roken zeventig. Dus voor elke veelgenoemde opa die met stevig roken toch negentig werd, zijn er meerdere rokers die helemaal geen opa zijn geworden omdat ze bijvoorbeeld op hun vijftigste of zestigste al overleden.
Roken helpt me te ontspannen.
Ja, maar alleen omdat je je door je verslaving juist veel vaker gespannen voelt. Bij iemand die regelmatig rookt, vraagt het lichaam steeds opnieuw om nicotine. Nicotine geeft je ongeveer twintig minuten lang een goed gevoel. Daarna ga je je steeds onrustiger voelen. Dat komt doordat de hoeveelheid nicotine in je lichaam daalt. Vanaf twee uur na het roken beginnen de eerste ontwenningsverschijnselen. Je voelt je bijvoorbeeld gespannen, minder geconcentreerd of chagrijnig. Dat wordt steeds sterker, tot je opnieuw rookt. Pas dan voel je je weer even goed. Daardoor heb je telkens opnieuw behoefte aan een sigaret.
Ik rook al heel lang, dus voor mij heeft stoppen toch geen zin meer.
Stoppen heeft altijd zin. Op korte termijn zijn er positieve effecten op bloeddruk, de samenstelling van het bloed, bloedsomloop, bloeddruk en longfunctie. Na een jaar is het risico op coronaire hartziekten gehalveerd, na vijf tot vijftien jaar is er geen verhoogd risico meer op een beroerte en na tien jaar is het verhoogde risico op longkanker gehalveerd. Stoppen met roken voor je vijftigste halveert het risico om te overlijden aan de gevolgen hiervan. Zelfs als je al gezondheidsproblemen (zoals hartklachten) hebt, is de kans dat je daarvan herstelt of dat de aandoening niet terugkomt groter als je stopt met roken. Ook voor het gebitsonderhoud en wondgenezing (heupoperaties en dergelijke) is stoppen met roken zeer gunstig.