Bewoners hostel Eindhoven stromen uit naar eigen thuis

Ze bestaan in Brabant inmiddels een jaar of zeven: woonvoorzieningen (hostels) voor dak- en thuisloze chronische verslaafden met psychiatrische problematiek. In ons werkgebied beheren wij er twee: een in Den Bosch en een in Eindhoven. De hostels zijn destijds opgezet als permanente woonplek voor deze doelgroep. Vanuit humane overwegingen, omdat gemeenten tenslotte de plicht hebben voor hun inwoners te zorgen. Maar ook omdat deze zwervende doelgroep overlast veroorzaakt. Maar het tij is gekeerd. In de slipstream van de beddenafbouw in de zorg en het streven om mensen te helpen in hun eigen omgeving en hen te stimuleren weer deel te nemen aan de maatschappij, zijn onze woonvoorzieningen niet langer bedoeld als permanente huisvesting. Doel is bewoners door te laten stromen naar een eigen (begeleide) woonsituatie. De theorie is duidelijk, maar wat vinden begeleiders en bewoners hier zelf van?

Van beschermd wonen naar een beschermd thuis

De veranderingen vloeien onder andere voort uit het rapport ‘Van beschermd wonen naar een beschermd thuis’ van de commissie Danneberg. Daarin is het uitgangspunt dat mensen in hun eigen woonomgeving de zorg krijgen die op dat moment nodig is, en dat die zorg weer wordt afgeschaald zodra het kan. Hierbij passen niet langer grote gebouwen ergens in de stad, maar woningen in de wijk, waar op momenten dat het nodig is maatschappelijke ondersteuning geboden wordt die ‘sociale inclusie’ (meedoen in de samenleving) mogelijk moet maken. Wijkteams en intensieve ambulante zorg, zoals geboden in de FACT-teams, werken hierbij intensief samen, zodat begeleiden en behandelen naadloos in elkaar over lopen.

Hoe maken we doorstroom mogelijk?

Helemaal nieuw is de koers niet volgens Mohamed Toukrabi, senior woongebeleider en coördinator van het hostel aan de Boschdijk in Eindhoven. Mohamed: “We zijn al zo’n twee jaar bezig om onze bewoners in beweging te krijgen en hen te laten doorstromen naar begeleid wonen. In het begin kregen de bewoners een CIZ-indicatie voor vijf jaar om hier te kunnen wonen. Maar sinds een jaar of twee krijgen bewoners een beschikking via de Wmo voor de duur van maximaal een jaar. Na afloop van die periode wordt er geëvalueerd. Als doorstroom nog geen reële optie is, krijgen bewoners doorgaans een nieuwe beschikking voor de duur van een jaar. In het behandelplan van iedere bewoner is opgenomen welke stappen gezet worden om de situatie van de bewoner verder te stabiliseren of te verbeteren, en wat er nodig is om doorstroom mogelijk te maken.”

Om meer doorstroom te realiseren en ook succesvol te maken, worden inmiddels ook ervaringsdeskundigen ingezet. Wekelijks organiseren zij een ervaringsgroep, waarbij ze met bewoners praten over onder meer het vergroten van de zelfredzaamheid. Doel is het vormen van een steunnetwerk van bewoners die bij uitstroom weer andere bewoners kunnen helpen.

Koken en sporten

Ook het activiteitenaanbod is aangepast aan het nieuwe beleid. “Sinds een tijd worden de maaltijden door de bewoners zelf verzorgd,” licht Mohamed toe. “In het begin kregen bewoners geld om individueel voor eten te zorgen. Nu is er een gezamenlijke pot voor de maaltijden, doen bewoners onder begeleiding inkopen, bereiden ze de maaltijd, dekken de tafel, eten gezamenlijk en ruimen de boel ook weer op. De onderlinge verstandhouding is hierdoor sterk verbeterd, bewoners trainen nieuwe vaardigheden en gezond eten is goed voor de gezondheid.”

De gezondheid wordt verder bevorderd door het sportproject dat nu zo’n twee maanden draait. Mohamed: “Een aantal bewoners krijgt onder andere fitness en bokstraining. We willen die sportfaciliteit verder uitbreiden door omwonenden in de buurt vrijblijvend mee te laten sporten op onze locatie. Zo kunnen ze een kijkje nemen en meteen ook sporten binnen de woonvoorziening. De collega’s die de sporters begeleiden, zullen voor beide partijen een gepast aanbod maken. Het zou mooi zijn als dat lukt, omdat onze bewoners dan al in contact komen met mensen uit de wijk en dat helpt de negatieve beeldvorming te doorbreken. Ook komen er steeds meer bewoners naar de bewonersvergaderingen, waarin klachten en wensen worden besproken. Daar gaan we direct mee aan de slag, dat motiveert bewoners om te blijven komen. En ten slotte belonen we de bewoners die meedoen, dat past in onze CRA-filosofie. Ze kunnen bonuspunten verdienen waarmee ze in de supermarkt spullen kunnen kopen.”

Schulden afbouwen

Op dit moment wonen er 33 cliënten in het hostel aan de Boschdijk, waaronder zes op justitiële basis. Om bewoners voor te bereiden op doorstroming, is er naast het hostel een appartement voor twee bewoners. Alle medewerkers, in totaal 17 fte, leggen nu de focus op doorstroming. Bewoners die daaraan toe zijn, stromen door naar woningen in de wijk van het DOOR-project. Daar krijgen ze begeleiding van NEOS, de Eindhovense opvangvoorziening.

Mohamed: “Door al die inspanningen en veranderingen is de doorstroom enorm toegenomen: het lukt steeds vaker om bewoners een woonalternatief te bieden. In 2016 en 2017 hebben we een doorstroom van tien procent gerealiseerd. Aanvankelijk werd doorstroom nog bemoeilijkt door hoge schulden. Nu krijgen bewoners met schulden verplicht bewindvoering. Dat viel aanvankelijk niet in goede aarde, maar inmiddels zien cliënten hun schulden afnemen en is er het besef dat dat nodig is om weer op eigen benen te kunnen staan. Ik merk dat steeds meer bewoners dat ook echt op hun wensenlijstje hebben. Tien procent doorstroom is gezien de verwachtingen van een aantal jaren terug best veel. Dat laat binnen het hostel perspectief zien: bewoners beseffen dat doorstroom een haalbaar doel is. Dat is motiverend.”

Toekomstperspectief

Een van die bewoners is de 44-jarige Charley*. Hij is weliswaar tevreden over het leven in het hostel, maar kijkt ook erg uit naar een alternatief: “Ik heb het hier naar mijn zin. Het hostel heeft een einde gemaakt aan mijn zwervend bestaan en me weer toekomstperspectief geboden. Ik sta tegen acht uur op, en na het ontbijt en mijn medicatie ga ik rond negen uur aan het werk. Om een uur of drie kom ik terug en doe ik activiteiten en werkzaamheden in het hostel. Eigenlijk ben ik van opstaan tot slapen gaan bezig.” Ook over de begeleiding is hij goed te spreken: “Ze nemen me serieus en staan altijd voor me klaar. Paula en Mo steunen en stimuleren me ook bij het vinden van een plekje buiten het hostel. Want daar kijk ik erg naar uit en ik heb er alle vertrouwen in dat dat gaat lukken. Binnenkort heb ik weer een gesprek met mijn psychiater, dan is op mezelf wonen zeker een gesprekspunt.”          

Gefingeerde naam