Drugsgebruik is niet normaal

Meer dan 13.000 Brabantse en Limburgse jongvolwassenen deden in het najaar van 2024 mee aan de tweede SKIP monitor ‘SKIP jij’? De monitor is een samenwerking tussen 39 gemeenten, GGD Hart van Brabant, GGD Brabant Zuidoost en Novadic-Kentron. In de monitor is onderzocht in welke mate jongvolwassenen tussen de 16 en 27 jaar drugs(gebruik) normaal vinden. De resultaten van dit onderzoek zijn gebundeld in een rapport en sinds vandaag openbaar.

De SKIP monitor focust op de houding van jongvolwassenen ten aanzien van drugs(gebruik). Hoe normaal vinden zij het om drugs te gebruiken en hoe denken zij over drugsgebruik bij vrienden? Hoe jongvolwassenen hierover denken, is een belangrijke indicator om zelf wel of geen drugs te gaan gebruiken. Denormalisering van drugs is daarom nodig om die groepsdynamiek -waarin drugsgebruik wel normaal gevonden wordt- te doorbreken.

Normeren helpt
SKIP pioniert nu vier jaar op dit gebied door als eerste, als grootschalig regionaal samenwerkingsverband, de norm te stellen dat drugsgebruik niet normaal is. Hiervoor organiseert SKIP interventies en voert gerichte campagnes. Daniëlle van Pareren, projectleider SKIP: “Het delen van de daadwerkelijke cijfers van drugsgebruik laat jongvolwassenen zien dat drugsgebruik niet normaal is. Normeren helpt.”

Positieve beweging
Een opvallend inzicht in vergelijking tot de eerste SKIP monitor in 2021: Veel jongvolwassenen denken dat hun leeftijdsgenoten meer drugs gebruiken dan ze in werkelijkheid doen. In 2021 gebeurde dat nog vaker: toen dachten ze dus vaker dat anderen veel drugs gebruikten, terwijl dat niet zo was. Nu hebben ze daar een beter, realistischer beeld van. Dat lijkt op een positieve beweging naar denormalisering van drugsgebruik onder jongvolwassenen.

Verschil in drugssoorten
Uit de SKIP-monitor blijkt dat de mate waarin jongeren drugsgebruik als normaal zien, verschilt per drug en per situatie. Er is dus geen sprake van een algemene normalisering van drugsgebruik. Zo is xtc onder gebruikers bijvoorbeeld vrij normaal, terwijl mensen die nooit gebruiken dit juist niet als normaal ervaren. Andere middelen zoals poes/miauw en tripmiddelen worden vooral als normaal gezien in specifieke groepen, zoals jongvolwassenen die alleen wonen, in studentenhuizen leven of veel uitgaan. Lachgas, ketamine, cocaïne, amfetamine en designerdrugs worden over het algemeen niet als normaal beschouwd. Ook de manier waarop jongvolwassenen hun vrije tijd besteden, speelt een rol. Wie vaak uitgaat, vindt drugsgebruik eerder normaal. Tegelijkertijd werkt sporten bij een vereniging juist beschermend: deze jongeren vinden drugsgebruik minder normaal.

Belang van brede aanpak en preventie
“Verschillende drugs en sociale situaties vragen om verschillende aanpakken”, zegt Rik Compagne, voorzitter van de SKIP stuurgroep. “Met 39 gemeentes, de politie, de GGD en verslavingsexpert Novadic-Kentron leveren we als SKIP hier een belangrijke bijdrage aan. Door te focussen op risicogroepen en locaties waar drugs gebruikt wordt. En bij de groepen en plaatsen waar drugs normaal gevonden worden, in te zetten op preventie. We zijn ervan overtuigd dat SKIP een goed voorbeeld kan zijn voor de rest van Nederland.”

Over SKIP
In 2021 hebben 32 gemeenten in Brabant, de GGD Hart voor Brabant, de GGD Brabant Zuidoost en Novadic-Kentron hun krachten gebundeld in regionaal project SKIP. SKIP zet zich inmiddels 39 gemeenten dagelijks in om een nieuwe norm te realiseren over drugsgebruik en richt zich op jongvolwassenen tussen de 16 en 27 jaar. Ga voor meer informatie over SKIP naar www.skipdietrip.nl

 

Nog altijd grote zorgen binnen verslavingszorg om gokken en alcohol

Bijna de helft van de hulpvragen binnen de verslavingszorg gaan over alcohol. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Landelijk Alcohol en Drugs Informatie Systeem (LADIS). Daarnaast stijgt het aantal mensen dat hulp zoekt bij problemen met gokken in 2024 opnieuw. Verslavingskunde Nederland en de Nederlandse ggz maken zich onverminderd zorgen om deze getallen. Bestuurder Gerard Niemeijer: “Al jaren zien we dat alcohol een groot risico is voor veel mensen. Ook onze zorgen over gokken zijn niet nieuw. Het is onverteerbaar dat deze ingrijpende persoonlijke en maatschappelijke schade blijft voortbestaan.”

Maak van voorkomen alcoholschade prioriteit
Alcohol blijft met afstand de meest voorkomende reden voor mensen om zich aan te melden bij de verslavingszorg. Dit geldt in het bijzonder voor volwassenen en ouderen. Deze groep vormt een substantieel deel van de zorgvraag, en dat beeld is de afgelopen jaren constant gebleven. Dat de politiek heeft bezuinigd op het voorkomen van gezondheidsproblemen, botst met deze hoge zorgvraag. Wat Verslavingskunde Nederland en de Nederlandse ggz betreft worden deze bezuinigingen snel teruggedraaid. “Effectieve preventie richt zich daarbij niet alleen op jongeren, maar ook op volwassenen. Vooral alcohol veroorzaakt grote maatschappelijke schade en het voorkomen daarvan moet nu echt prioriteit krijgen.” vindt Niemeijer. Vanuit zijn rol als voorzitter van Verslavingskunde Nederland en bestuurslid van de Nederlandse GGz pleit hij voor gokken voor onder meer de verhoging van de minimumleeftijd naar 21 jaar.

Gokken: stijgend aantal hulpvragen, veel nieuwe cliënten
Het aantal mensen dat zich meldt met gokproblematiek blijft toenemen. Opvallend is dat 44% van deze groep voor het eerst in behandeling komt. Dit wijst op een relatief nieuwe groep mensen met gokproblemen. Van bijna de helft van deze cliënten is niet bekend waar het gokken plaatsvindt, maar van de geregistreerde groep blijkt het merendeel online te gokken. “Nog altijd ontbreekt wetgeving om reclame te verbieden. Neem bijvoorbeeld gokken. Al sinds het openstellen van de kansspelmarkt in 2021 roepen we op tot een verbod op gokreclames. Die zijn er nog steeds niet. En ondertussen blijft het aantal mensen dat onze hulp inroept groeien, in het bijzonder onder jongeren.” zegt Niemeijer.

Stijgende hulpvragen 3-MMC, ketamine en medicatiegebruik
Hoewel de absolute aantallen nog laag zijn, ziet de verslavingszorg een duidelijke stijging in het aantal hulpvragen voor 3-MMC en ketamine. Niemeijer: “We zien verder een stijging van het aantal mensen dat in behandeling komt voor het problematisch gebruik van nieuwe psychoactieve stoffen zoals 3-MMC en ketamine. Ook al zijn de absolute aantallen nog klein, effectieve preventie is meer dan ooit nodig. Ook het aantal cliënten met problemen door medicijngebruik (zoals benzodiazepines en opioïden) stijgt gestaag door, in lijn met bredere zorgen over medicijnverslaving.

Nieuw werkboek ‘Pijn en verslaving’ biedt perspectief voor mensen die pijndempende middelen gebruiken

Hoe houd je grip op je leven als je dagelijks wordt geconfronteerd met pijn? En hoe voorkom je dat het gebruik van middelen zoals oxycodon en fentanyl, bedoeld als verlichting, je juist gaat belemmeren of uitmondt in verslaving? In het nieuwe werkboek Pijn en verslaving. Een leven vrij van medicatie en andere middelen reiken auteurs Katinka Damen, Eva Tielen en Koert Hommel praktische handvatten aan voor mensen die leven met aanhoudende pijn én hun gebruik van pijndempende middelen willen veranderen. 

Het boek is een gezamenlijk initiatief van Novadic-Kentron en uitgeverij Hogrefe, en wordt op 19 mei 2025 officieel gelanceerd. 

 Eén op de vier mensen worstelt met aanhoudende pijn. Middelen als oxycodon, fentanyl, alcohol of cannabis(olie) lijken soms een uitkomst, maar werken op de lange termijn vaak averechts. Pijn en verslaving biedt een alternatief: praktische kennis, ervaringsdeskundigheid en oefeningen gebaseerd op Acceptance and Commitment Therapy (ACT). De auteurs introduceren zes krachtbronnen – Verdragen, Focussen, Relativeren, Ervaren, Verbinden en Doen – die mensen helpen om weer regie te krijgen over hun leven. Het werkboek stimuleert vaardigheden die je veerkracht versterken, waardoor je je gebruik van pijndempende middelen makkelijker kunt doorbreken. 

 De auteurs 

  • Katinka Damen is gz-psycholoog bij het pijnprogramma van Novadic-Kentron. 
  • Eva Tielen werkt als psycholoog in de verslavingszorg. 
  • Koert Hommel is ervaringsdeskundige op het gebied van chronische pijn en opiaatverslaving en actief binnen het pijnprogramma van Novadic-Kentron en stichting Pijnstad. 

“Dit boek is een gids, een steun en een inspirerend kompas. Laat het je meenemen naar een leven waarin je meer regie ervaart, met meer ruimte voor wat er écht toe doet.”
Arno Engers, www.pijnprofessionals.nl 

 Voor wie? 

Het boek is bedoeld voor mensen met aanhoudende pijn, hun naasten, én zorgprofessionals die hen begeleiden. Het biedt een brug tussen psychologische inzichten en de realiteit van leven met pijn en middelengebruik. 

___________________________________________________________________________ 

Meer informatie 

Het boek is verkrijgbaar via www.hogrefe.com. De foto van de auteurs is rechtenvrije beschikbaar. 

 Noot voor de redactie:
Voor interviews neem contact op met: Katinka Damen, 06-83300896 

Voor recensie-exemplaren neem contact op met: Hogrefe Uitgevers | www.hogrefe.com
 

Nu beschikbaar: handreiking ‘Contingentie Management’, effectieve behandeling bij verslaving

Met trots presenteren we de handreiking ‘Contingentiemanagement gericht op abstinentie’ voor behandeling van verslaving aan cannabis, cocaïne en (meth)amfetamine van Verslavingskunde Nederland. NK werkt nauw samen met dit landelijke expertisenetwerk aan de landelijke implementatie van Contingentiemanagement. Onze NK-collega’s Laura DeFuentes-Merillas en Lieke Knapen hebben bijgedragen aan het schrijven van deze VKN-handreiking.

Contingentiemanagement is één van de effectiefste behandelingen bij verslaving.

De interventie is gebaseerd op de principes van operante conditionering: gewenst gedrag belonen. In het geval van verslaving wordt aantoonbaar geen alcohol of drugs gebruiken beloond.

Contingentiemanagement zeer effectief bij verslaving
De effectiviteit van deze interventie is uitgebreid aangetoond in zeer veel gerandomiseerde onderzoeken (RCT’s) en uitgebreid systematisch literatuuronderzoek. Contingentiemanagement wordt dan ook aanbevolen door zorgprofessionals. Deze aanbeveling is opgenomen in verschillende multidisciplinaire richtlijnen en is geautoriseerd door de belangrijkste beroepsverenigingen en partijen in de verslavingszorg – nationaal en internationaal.

Handreiking goed startpunt
Het moge duidelijk zijn: de aanbeveling contingentiemanagement in te zetten bij middelengebruik wordt breed gedragen. Voor deze implementatie is de handreiking een goed startpunt. De handreiking Contingentiemanagement bevat namelijk de belangrijkste principes en procedures voor de behandeling.

Communicatie
Veelgestelde vragen over deze behandelmethode zijn beantwoord. Je vindt ze online en in de handreiking (pagina 30). De handreiking staat in de databank van Verslavingskunde Nederland.

Vragen en meer informatie
Wil je meer informatie of heb je vragen, neem dan contact op met Verslavingskunde Nederland: info@verslavingskundenederland.nl.

Drugs Red Alert: Na­maak-oxy­co­don­pil­len met het le­vens­ge­vaar­lij­ke iso­to­ni­t­aze­py­ne in om­loop

Af­ge­lo­pen vrij­dag is er in Ne­der­land ie­mand over­le­den bij wie na­maak-oxy­co­don­pil­len zijn aan­ge­trof­fen. De­ze pil­len wa­ren on­li­ne aan­ge­kocht als pijn­me­di­ca­tie zon­der dok­ters­re­cept. Uit ana­ly­se van het Ne­der­lands Fo­ren­sisch In­sti­tuut (NFI) blijkt dat de­ze pil­len de ni­t­azeen iso­to­ni­t­aze­py­ne be­vat­ten. Ze be­vat­ten géén oxy­co­don. Het ge­bruik van dit soort oxy­co­don­pil­len kan le­vens­ge­vaar­lijk zijn.

Gro­ter ri­si­co op over­do­se­ring na ge­bruik van ni­t­aze­nen
Iso­to­ni­t­aze­py­ne en an­de­re ni­t­aze­nen zijn syn­the­ti­sche opi­o­ï­de pijn­stil­lers die veel ster­ker zijn dan bij­voor­beeld fen­ta­nyl, oxy­co­don of mor­fi­ne. Daar­naast wer­ken ni­t­aze­nen een stuk lan­ger dan veel an­de­re ster­ke syn­the­ti­sche opi­o­ï­de pijn­stil­lers. Hier­door is er een gro­ter ri­si­co op over­do­se­ring. Een paar mil­li­gram kan al voor se­ri­eu­ze ge­zond­heids­ri­si­co’s zor­gen, zo­als pro­ble­men met adem­ha­ling. Dit kan er­toe lei­den dat ie­mand over­lijdt.

Scha­kel me­di­sche hulp in bij on­wel wor­den
Als ie­mand on­wel wordt na ge­bruik van oxy­co­don, scha­kel dan di­rect de me­di­sche hulp­dien­sten in. Bel 112, geef aan dat het gaat om syn­the­ti­sche opi­o­ï­de pijn­stil­lers en vraag om na­loxon. Na­loxon wordt na­me­lijk ge­ge­ven bij over­do­se­rin­gen met syn­the­ti­sche opi­o­ï­de pijn­stil­lers.

Ge­bruik geen on­li­ne aan­ge­koch­te oxy­co­don
Het ge­bruik van on­li­ne ge­koch­te me­di­cij­nen, zo­als oxy­co­don, kan ern­sti­ge ge­vol­gen heb­ben voor de ge­zond­heid. Zie voor meer in­for­ma­tie On­li­ne me­di­cij­nen | In­spec­tie Ge­zond­heids­zorg en Jeugd.

Heb je vra­gen over het ge­bruik van oxy­co­don?
Ge­bruik je (pijn)me­di­ca­tie die je on­li­ne hebt ge­kocht? Be­spreek dit dan met je (huis)arts. Heb je vra­gen over drugs­ge­bruik of maak jij je zor­gen over je­zelf of ie­mand an­ders? Bel de drugs­in­fo­lijn op 0900-1995 of ga naar www.drugs­in­fo.nl

Wat is het DIMS?
Het DIMS-bu­reau is on­der­ge­bracht bij het Trim­bos-in­sti­tuut. Het co­ör­di­neert het Drugs In­for­ma­tie en Mo­ni­to­ring Sys­teem (DIMS). Het DIMS ver­za­melt in­for­ma­tie via een lan­de­lijk net­werk van twaalf deel­ne­mers met 33 test­lo­ca­ties in Ne­der­land, veel­al in­stel­lin­gen voor ver­sla­vings­zorg. Ne­der­lan­ders kun­nen daar hun drugs la­ten tes­ten op in­houd. Op die ma­nier heeft het DIMS een goed beeld van de nieu­we mid­de­len die de Ne­der­land­se drugs­ge­brui­ker uit­pro­beert. Dit geldt ook voor de kwa­li­teit en sa­men­stel­ling van be­staan­de mid­de­len.

Het doel is om te sig­na­le­ren wat er in om­loop is op de Ne­der­land­se drugs­markt en te waar­schu­wen voor ex­tra ge­zond­heids­ri­si­co’s. Daar­naast is het voor in­stel­lin­gen voor ver­sla­vings­zorg een goe­de ma­nier om in con­tact te ko­men met po­ten­ti­ë­le ge­brui­kers en hen in­for­ma­tie te ge­ven over de ri­si­co’s van drugs­ge­bruik.

Ondertekening samenwerkingsconvenant Park Voorburg

Gisteren is het Samenwerkingsconvenant Park Voorburg officieel ondertekend door de burgemeester van Vught, de politie, Reinier van Arkel, Cello en Novadic-Kentron. Het convenant onderstreept de gezamenlijke verantwoordelijkheid en samenwerking tussen de zorginstellingen, de gemeente Vught, politie en het Openbaar Ministerie.

De afgelopen jaren hebben deze partijen intensief samengewerkt om zowel de kwaliteit van de zorg als de veiligheid en leefbaarheid op en rondom Park Voorburg en daarmee de maatschappelijke veiligheid in Vught een positieve impuls te geven.

Een belangrijk doel van de intensievere samenwerking is het beter kennen van elkaars ondersteuningsvragen en het delen van expertise. De samenwerking resulteert in heldere afspraken over zorgsituaties waarbij een beroep gedaan kan en moet worden op elkaars kennis en inzet. De ingezette samenwerking werpt duidelijk zijn vruchten af; zo is de inzet van politie op en rondom het zorgpark aanzienlijk afgenomen.

Enkele jaren geleden moest de politie zeer regelmatig optreden op Park Voorburg, bijvoorbeeld vanwege assistentie van de zorg. In goede samenwerking met de zorginstellingen, gemeente, politie en het Openbaar Ministerie zijn diverse maatregelen genomen om dit probleem aan te pakken.

Uit analyses bleek dat eigen maatregelen van de zorginstellingen, zoals een aangepast handelingsprotocol voor zorgpersoneel bij (dreigende) incidenten en vermissingen, en de uitgebreide, gerichte inzet van (zorg)beveiliging bijdragen aan de maatschappelijke en zorgveiligheid. Hierdoor is de politie minder vaak nodig. Ook worden bijvoorbeeld gezamenlijke de-escalatietrainingen georganiseerd tussen de politie en
zorginstellingen. Dit vergroot de kennis en kunde van de betrokken partners, en draagt daarmee bij aan het voorkomen of zelfstandig opvangen van incidenten door de zorginstellingen. Daar waar nodig blijft de politie betrokken bij de veiligheid op en rondom Park Voorburg en ondersteunt de zorginstellingen.

De gezamenlijke inspanningen, afspraken en maatregelen zien we als belangrijke succesfactoren. Deze zijn nu verankerd in het ‘Samenwerkingsconvenant Park Voorburg’. In het convenant zijn naast de gezamenlijke doelstellingen en ambities, ook de relevante kernwaarden en uitgangspunten geborgd. Zo blijven we nu en in de toekomst, ieder vanuit eigen taak en rol, samenwerken aan een goede kwaliteit van de zorg en een leefbare, veilige omgeving op en rondom Park Voorburg.