Vijf signalen op de werkvloer die erop kunnen wijzen dat iemand gebruikt

Ongeveer één op de tien werkenden in Nederland worstelt met problemen door het gebruik van alcohol, drugs of medicijnen. Dat betekent dat je, als je in een middelgrote organisatie werkt, zéker collega’s of werknemers kent die hieronder lijden. Vaak worden deze problemen niet of niet op tijd herkend, met gevaarlijke situaties op de werkvloer en (langdurig) verzuim tot gevolg. Weet jij aan welke signalen je problematisch gebruik kunt herkennen? En als je de signalen ziet – maar er niet zeker van bent – hoe ga je dan het gesprek hierover aan? We vragen het aan Danielle van Pareren, voormalig preventiewerker en -teamleider bij NK en projectleider van NK Helder op het werk.

Signaal 1: veel verzuim, vooral aan het begin van de week

Veel mensen zijn na het weekend lekker uitgerust, maar anderen zijn juist een stuk minder fit en starten heel wat slechter op. Danielle: “Als iemand zich vaak op maandag ziek meldt, kan dat duiden op overmatig gebruik in het weekend. Je kunt dan denken aan het gebruik van harddrugs op een festival. Of aan veel drinken in het weekend. Als iemand veel en vaak drugs of alcohol gebruikt, heeft dat bovendien invloed op de gezondheid. Iemand is vatbaarder voor kwaaltjes en andere gezondheidsproblemen, met vaker ziekmelden tot gevolg.”

Signaal 2: verminderde productiviteit

Als je in het weekend veel gebruikt, is het mogelijk dat je op maandag en dinsdag nog aan het herstellen bent en er niet helemaal bij bent met je hoofd. Verdovende middelen zoals alcohol, opiaten en slaapmiddelen verminderen bovendien je reactievermogen, net als medicijnen met een gele sticker. “Daarnaast leidt flink drinken of drugs gebruiken vaak tot andere problemen, zoals ruzie thuis,” voegt Danielle toe. “Hierdoor kan iemand minder scherp en alert zijn op het werk. Dit kan leiden tot vertraging, een lagere kwaliteit of zelfs gevaarlijke situaties op de werkvloer. Als je merkt dat je collega veel minder productief is en fouten maakt, is dat vaak een teken dat er iets aan de hand is. Dat hoeft niet per se op die collega zelf te slaan, het kan ook zijn dat iemand worstelt met het gebruik van een naaste.”

Signaal 3: vage smoesjes als verklaring voor gedrag of uiterlijke veranderingen

Als iemand regelmatig te laat komt en daar vage redenen voor geeft, kan dat een signaal zijn van problematisch gebruik. Ook duidelijke gedragsveranderingen, zoals een kort lontje bij iemand die normaal gesproken altijd veel geduld heeft, kunnen duiden op problemen met middelen. Maar denk ook aan een onverzorgd uiterlijk, altijd met rode ogen binnenkomen of een naar alcohol ruikende adem. Danielle: “Pas natuurlijk wel op dat je niet meteen conclusies trekt en ga zéker geen geruchten verspreiden. Er kunnen ook heel andere dingen aan de hand zijn. Maar wees wel alert.”

Signaal 4: ongepast en ongeremd gedrag of juist sterk isolerend gedrag

Na flink gebruik of als iemand nog onder invloed is van alcohol of andere middelen, kan iemand snel geïrriteerd raken en heftig (ongepast of ongeremd) reageren op situaties. Danielle: “Als er sprake is van verslaving, doen mensen er meestal alles aan om dat geheim te houden. Mensen gaan gesprekken of situaties ontwijken en zichzelf isoleren, maar ook juist overcompenseren. Je collega kan extra zijn of haar best gaan doen om te laten zien dat alles onder controle is. Werk is voor veel mensen een enorm houvast. Het biedt inkomsten, maar ook structuur en zingeving. Daarom zullen sommige mensen die worstelen met verslaving juist extra hard hun best doen en ongeremd gedrag vertonen. Verslaving uit zich op heel veel manieren.”

Signaal 5: er gaan verhalen in de rondte over het gebruik

Danielle: “Dat er verhalen rondgaan over het gebruik van een medewerker, hoeft niet meteen te betekenen dat het gebruik problematisch is of van invloed op het werk. Maar je kunt deze signalen wel aangrijpen om het gesprek hierover aan te gaan met de medewerker. Zorg er ook voor dat middelengebruik bespreekbaar wordt in de organisatie. Veel medewerkers vinden het spannend om daarover te praten, omdat ze denken dat het zal leiden tot ontslag. Terwijl dat lang niet altijd aan de orde hoeft te zijn.” Een goed ADM-beleid (Alcohol-, drugs- en medicijnenbeleid) kan de openheid hierover stimuleren en helpen een veilig werkklimaat te creëren waarin medewerkers over dit soort problemen durven te praten. De bedrijfsarts speelt daarbij ook een belangrijke rol.

Signalen bundelen en toetsen

De signalen die hierboven zijn genoemd, kunnen vele oorzaken hebben. Zo is het ook mogelijk dat niet je collega maar zijn of haar partner, kind of familielid (verslavings)problemen heeft. Ook leidt gebruik lang niet altijd tot problemen op de werkvloer of tot een verslaving. Danielle: “Het is daarom belangrijk om signalen te bundelen en te toetsen bij de werknemer.”

Hoe ga je het gesprek aan over gebruik

Het gesprek aangaan

Hoe ga je het gesprek aan met een werknemer over wie je je zorgen over maakt? En wat mag je wel en niet zeggen als werkgever? Danielle: “Je mag niet vragen of iemand verslaafd is of dit in het dossier vastleggen. Dat is aan de bedrijfsarts. Maar je mag wél aangeven dat je je zorgen maakt. Begin daarmee en benoem de concrete signalen die je ziet of krijgt. Maar let op dat je niet oordeelt. Het is belangrijk om begrip te tonen, zodat iemand zich open durft te stellen in het gesprek. Je kunt dan ook vrijblijvend hulp aanbieden. Andere acties kun je als werkgever pas ondernemen als het functioneren van de medewerker sterk lijdt onder het gedrag. Maar hopelijk heb jij als goed werkgever al lang eerder gezien dat er iets niet pluis is.”

Wat kun je verder als werkgever doen?

Daniëlle: “Een preventief ADM-beleid zorgt ervoor dat zowel de werkgever als de werknemer weet wat wel en niet toelaatbaar is. Wat gebeurt er als je onder invloed op het werk verschijnt? En bij wie moet je het melden als je medicijnen gebruikt die het reactievermogen verminderen? Maar ook: wat versta je onder alcohol en drugs en wat is verantwoord gebruik? Is een vrijdagmiddagborrel geaccepteerd, mag er bij een netwerklunch alcohol op tafel staan? En welke hulp is beschikbaar als je problemen hebt? Al deze afspraken kun je vastleggen in een ADM-beleid. Zo kun je ook makkelijker het gesprek aangaan als er echt iets aan de hand is.”

Meer weten?

Wil jij hulp bij het opstellen van een ADM-beleid, het vroegtijdig signaleren en bespreekbaar maken van problemen met alcohol- of middelengebruik of het voorlichten van medewerkers over een gezonde leefstijl? Neem dan contact op met Danielle van Pareren via helderophetwerk@novadic-kentron.nl of kijk voor meer informatie op www.helderophetwerk.nl.

 

Saskia worstelt met een alcoholverslaving: “Vrienden reageerden verbaasd, zij wisten niet dat ik stiekem mijn glazen aanvulde”

Saskia is 56 jaar oud. Ze is getrouwd, heeft twee zonen, een vaste baan en leuke vriendinnen. Het gaat haar voor de wind, zou je zeggen. Saskia worstelt echter ook met een alcoholverslaving. Net als veel andere Nederlanders. Saskia: “Niet dat ik elke dag dronk of laveloos op bed lag, helemaal niet. Maar wanneer op donderdagmiddag mijn weekend begon, dacht ik maar aan één ding en dat was alcohol.” Maat houden kon ze niet. Totdat haar zoon naar zijn vader stapte en zei: ‘Het is hier ook elk weekend hetzelfde’. Toen was voor Saskia de maat vol. Ze ging naar de huisarts en kwam in behandeling bij Novadic-Kentron. Dit is haar verhaal.

Alcoholgebruik wordt in onze maatschappij heel normaal gevonden. De grens tussen sociaal drinken en problematisch drinken is onduidelijk, waardoor een verslaving er langzaam in kan sluipen. Ook bij Saskia begon het als ‘gezelligheidsdrinken’. In de loop der jaren groeide dit echter uit tot een stevige gewoonte. Saskia: “Ik dronk niet dagelijks, maar wel standaard van donderdag tot en met zondag. Ongeacht of we visite hadden of ergens naartoe moesten. Als ik van het werk naar huis fietste en het weekend begon, was het eerste wat ik dacht: ‘Yes, nu kan ik weer drinken!’ Tijdens het koken maakte ik een fles wijn open en al snel werden dat er twee of drie. Ik kon totaal geen maat houden. In het weekend begon ik ‘s middags al. Ik werd opener en vrijer door de drank en kon dan kwetsende opmerkingen maken tegen mijn zoon of man. Mijn man zei wel eens: ‘Drink nou even iets anders tussendoor,’ maar dat deed ik niet. Soms nam ik mezelf voor om te stoppen. Dat hield ik een paar dagen vol, en dan begon ik weer.”

Saskia: "Tijdens het koken maakte ik een fles wijn open en al snel werden dat er twee of drie"

Stiekem bijvullen

Veel mensen denken bij het woord ‘alcoholist’ aan iemand die niet meer voor zichzelf kan zorgen en op straat leeft. In werkelijkheid geldt dit maar voor een heel klein percentage. Een alcoholverslaving is lang niet altijd zichtbaar aan de buitenkant en veel mensen functioneren nog steeds goed met een verslaving. Saskia: “Vrienden reageerden verbaasd toen ik vertelde over mijn probleem en zeiden: ‘Maar je drinkt toch niet elke dag?!’ Nee, ik dronk misschien niet elke dag, maar wel vier dagen per week een behoorlijke hoeveelheid. Als mensen niet keken, vulde ik stiekem mijn glas bij.”

Overlijden moeder nooit goed verwerkt

Een verslaving ontstaat niet zelden doordat mensen negatieve emoties of gedachten proberen te dempen met middelen. Zo verliep het ook bij Saskia. “Mijn moeder is overleden op haar 55e. Dat ik zelf ook steeds dichter in de buurt van die leeftijd kwam, vond ik erg moeilijk. Ik had hele fijne herinneringen aan mijn moeder, maar de negatieve gevoelens kregen de overhand. Ik dronk steeds meer om in een roes te komen en het leven wat makkelijker aan te kunnen. Misschien heb ik de dood van mijn moeder wel nooit echt goed verwerkt. Ik was nog jong.”

Online behandeling

Eind vorig jaar kwam Saskia in behandeling bij Novadic-Kentron. De behandeling vond volledig online plaats vanwege corona. Saskia: “Ik sprak mijn behandelaar via beeldbellen en werkte in een online behandelomgeving zelf aan mijn doelen, wat ik prettig vond. Ik kon heel bewust en op mijn eigen gemak dingen lezen, met oefeningen aan de slag en een dagboek bijhouden. Mijn behandelaar heeft me veel tips gegeven voor afleiding wanneer ik zucht naar drank krijg. Ik ga bijvoorbeeld met de hond wandelen, in bad liggen of sporten. Eigenlijk weet je dit zelf ook wel, maar het is toch belangrijk dat iemand je helpt om dit in de praktijk vol te houden. Ik had die begeleiding nodig.”

Tips voor afleiding wanneer je zucht ervaart

Geen geheim

Saskia maakte geen geheim van haar alcoholprobleem: “Ik heb het verteld aan een groot deel van mijn familie en vrienden en kreeg veel steun, lieve berichtjes en positieve reacties.” Dat zij op de hoogte zijn van de verslaving, helpt ook in sociale situaties, wat een belangrijke trigger voor gebruik is bij Saskia. “Als we nu bij vrienden op bezoek gaan, vragen ze me van tevoren wat ik wil drinken of hebben ze alcoholvrije wijn. Soms drink ik wel één of twee glazen bier, maar dan heb ik meteen het gevoel dat ik in de gaten gehouden word. Het klinkt misschien kinderachtig, maar dan wil ik ook laten zien dat ik het daarbij kan houden. Misschien heb ik die controle wel nodig.”

Taboe op alcoholverslaving

Omdat alcohol overal verkrijgbaar is en maatschappelijk geaccepteerd, is de grens tussen ‘normaal’ gedrag en problematisch drinken moeilijk te zien. Saskia: “Veel mensen stonden wel even te kijken toen ik zei dat ik behandeling kreeg bij Novadic-Kentron. ‘Jeetje, dat is toch een verslavingszorginstelling?’ zeiden ze dan. Maar als je zo uitkijkt naar het drinken en er niet mee kunt stoppen, dan ís dat een verslaving. Door mijn verhaal te delen, hoop ik alcoholverslaving uit de taboesfeer te kunnen halen en mensen bewuster te maken van de risico’s van drankgebruik. En dat het helemaal geen schande is om hulp te vragen!”

Drank maakt niet gelukkig

In april rondde Saskia haar behandeling succesvol af. Ze kijkt tevreden terug: “Het gaat nu goed met me. Ik ben bewuster aan het leven en ik heb geleerd dat drank mij niet gelukkig maakt. In tegendeel: ik werd er alleen maar ongelukkiger van en mijn omgeving ook. Ik denk heus nog wel aan drank, zoals ik nadat ik was gestopt met roken ook dacht aan sigaretten. Maar die gedachten verdwijnen steeds meer naar de achtergrond. Af en toe drink ik nog wel een glas bier, maar daar blijft het bij. Ik wil nooit meer terug naar waar ik was. Ik ben afgevallen, ik voel me beter en ik ben een leuker mens; als je een lijstje maakt, zijn er eigenlijk alleen maar voordelen van niet drinken. Ik zeg niet dat ik er al ben, daar ben ik heel voorzichtig mee. Het is en blijft toch een verslaving. Maar ik ben blij dat ik deze stap heb genomen.”

Basis GGZ-traject

Saskia volgde bij Novadic-Kentron een Basis GGZ-traject van acht gesprekken. Dit heeft Saskia weer goed op weg geholpen. Basis GGZ is bedoeld voor mensen die wel al problemen hebben met middelengebruik of verslaafd zijn, maar het leven nog wel op de rit hebben. Naast de gesprekken ga je ook zelf aan de slag met oefeningen in de online behandelomgeving van NK.

Lees hier meer over het Basis GGZ-traject bij Novadic-Kentron

 

Ernstig verslaafd aan ‘wondermiddel’ GHB: “Als je 24 uur per dag onder invloed of bewusteloos bent, is het lastig om helder naar je eigen leven te kijken”  

Wie een verslaving aan alcohol of een ander middel ontwikkelt, kent ook nuchtere periodes. Dat kan heel ellendig voelen. Je voelt je ziek, maar ook psychisch krijg je een enorme dreun. Plotseling besef je weer ten volle hoeveel schade en problemen je verslaving veroorzaakt. Hoe vreselijk ook, die momenten kunnen je wél motiveren om hulp te zoeken. Natuurlijk heb je dan nog steeds een lange weg te gaan, maar het inzicht dat jouw verslaving je niet helpt om jouw doelen te bereiken, is een houvast tijdens je herstel. Bij GHB-verslaving is dat besef er vaak minder. Daarmee is het een complexe verslaving, waar NK-onderzoeker Harmen Beurmanjer zich de afgelopen jaren volledig in heeft gestort. Hij legt uit hoe dat kan: dat je zo in de greep raakt van GHB dat zelfs in coma op de spoedeisende hulp belanden ‘routine’ wordt.

GHB was oorspronkelijk een ‘recreatieve drug’, en mensen met GHB-verslaving komen er in die setting ook voor het eerst mee in aanraking. In het begin lijken er alleen maar voordelen te zijn. Je voelt je energiek, euforisch en hebt meer zin in seks. Maar al binnen enkele weken regelmatig gebruik, raakt je lichaam eraan gewend en heb je steeds meer nodig. En omdat GHB zo kort werkt, en bovendien geen kater oplevert én goedkoop is, nemen frequentie en dosering van gebruik zeer snel toe. Harmen: “Eerst gebruik je GHB om je beter te voelen, vervolgens om je niet meer slecht te voelen. Want zodra de GHB uitgewerkt raakt, voel je je somber en angstig en krijg je hele akelige ontwenningsverschijnselen.”

Verfrist ontwaken na een coma

Aan GHB kun je in een korte tijd verslaafd raken. Maar ook is het risico op bewusteloosheid (coma) groot, omdat het verschil tussen een werkzame dosis en een overdosis heel klein is. ‘Out gaan’ komt zeer vaak voor. Van zo’n coma schrikken GHB-gebruikers echter niet. Harmen: “Omdat de GHB op het moment van ontwaken nog steeds in hun lichaam zit, voelen ze zich prima na zo’n coma. Maar in coma raken door GHB is zeer gevaarlijk en je kunt zelf stoppen met ademhalen. En ook veroorzaken die coma’s schade aan cognitieve functies, waaronder het geheugen.”

Onder invloed of bewusteloos

De cognitieve schade is maar één van de problemen door verslaving aan GHB. Harmen: “Mensen met GHB-verslaving moeten elke paar uur GHB gebruiken. Anders krijgen ze hevige ontwenningsklachten. Dit betekent dat je hele dag- en nachtritme verstoord raakt. Mensen met een GHB-verslaving krijgen ernstige slaapproblemen en gebruiken daarvoor vaak weer andere middelen, zoals slaapmedicatie of alcohol. Ze raken werk, school en contacten met vrienden en familie kwijt en raken steeds meer geïsoleerd. Maar als je 24 uur per dag onder invloed óf bewusteloos bent, is het lastig om met een heldere blik naar je eigen leven te kijken.”

De leegte na GHB

Zelfs als het hele leven overhoop ligt, is dat door het verdovende effect van GHB moeilijk om zien. Harmen: “Ze zien GHB dan als een middel om te overleven, als de oplossing voor hun problemen op psychisch en sociaal vlak, zonder andere uitweg. Als ze in behandeling gaan, is permanent stoppen met GHB dan ook in eerste instantie vaak niet het doel. Ze willen meestal niet helemaal van de GHB af, ze willen vooral niet meer afhankelijk zijn. Natuurlijk ontdekken ze daarna dat gecontroleerd gebruik van GHB nagenoeg onmogelijk is, waardoor ze weer terug in behandeling moeten. Uiteindelijk komt het besef dat ze helemaal moeten stoppen met GHB, maar ze ervaren dan een grote leegte in hun leven, depressie en angsten. Ook dat maakt het risico op terugval groot.”

Alles aanpakken voor optimaal herstel

Om de kans op terugval te verkleinen, pleit Harmen – die in september op dit onderwerp is gepromoveerd – voor een gecombineerde aanpak, zoals die ook bij NK wordt aangeboden: “De conclusie van mijn onderzoek is dat de detoxificatie (afkicken) van GHB aangepakt kan worden door de cliënt over te laten gaan op medicinale GHB en dit geleidelijk af te bouwen. Ontwenningsverschijnselen zijn dan minder heftig. Ook het medicijn baclofen zou een gunstig effect kunnen hebben, al is daar nog meer onderzoek voor nodig. Verder is het belangrijk dat de behandeling zich richt op psychosociale problemen, zoals de angst en somberheid die cliënten ervaren. Het ondersteunen bij dagbesteding, een nieuwe woning, nieuw werk of een opleiding en een nieuw sociaal netwerk – mogelijk in een andere omgeving – kan ook de kans op herstel vergroten. Daarnaast is aandacht voor de cognitieve problemen belangrijk, dus therapie moet mogelijk op een andere manier worden aangeboden.”

Hoop en vertrouwen uitstralen

Daarnaast wil Harmen vooral ook benadrukken dat GHB-verslaving absoluut niet ‘hopeloos’ is, zoals soms gedacht wordt. Harmen: “Tijdens mijn onderzoek ben ik veel professionals tegengekomen die mensen met GHB-verslaving beschouwen als ‘moeilijke patiënten’. Dit kan leiden tot pessimisme bij de behandelaar, stoppen met zoeken naar andere, bijkomende diagnoses en zelfs het voortijdig stoppen van de behandeling. Het is belangrijk dat een behandelaar op de hoogte is van wat werkt en niet, maar vooral ook dat hij of zij hoop en vertrouwen uitstraalt en samen kijkt met de cliënt wat deze wil bereiken in het leven en hoe ze daar samen aan kunnen werken.”

Meer weten over het promotieonderzoek “When the party is over: addressing clinical challenges in patients with GHB use disorders”? Neem contact op met harmen.beurmanjer@novadic-kentron.nl.

Vragen over je eigen gebruik van GHB of dat van een patiënt of naaste? Bel voor advies en informatie naar 073-689 90 90.

Waarom zware pijnstillers je pijn erger maken

Een op de vijf mensen heeft langdurige pijnklachten. Pijn kan je leven volledig beheersen en je enorm beperken. Als eenvoudige pijnstillers niet helpen, gaan veel mensen zware pijnstillers gebruiken. Dit zijn vaak opiaten, zoals oxycodon, fentanyl of tramadol. Deze middelen zijn zeer verslavend en ze maken je suf, vergeetachtig, somber en futloos. En wat veel mensen niet beseffen: voor een korte periode werken ze prima tegen de pijn, maar als je ze langer gebruikt, maken ze de pijn juist erger. Katinka Damen, psycholoog en projectleider van de behandeling voor aanhoudende pijn en medicijnverslaving bij NK, lost deze raadselachtige paradox voor je op…

Katinka: “Om te begrijpen waarom zware pijnstilling zo’n tegenstrijdig effect heeft, moeten we eerst goed snappen wat pijn eigenlijk is. Pijn heeft als doel om ons te waarschuwen. Niet voor schade, want pijn ontstaat ook zonder overtuigend bewijs voor schade. Pijn waarschuwt voor mogelijke schade en dreiging. Het is een heel belangrijk alarm. Als je geen pijn zou voelen, zou je overal verwondingen oplopen, omdat je dan niet voelt dat je je lichaam in gevaar brengt.”

Alarm harder

Pijn is dus een alarm dat heel belangrijk is voor de veiligheid van je lichaam. En je brein is er niet zo blij mee als er een grote demper op dat alarm wordt gezet, zoals met (zware) pijnstilling gebeurt. Katinka: “Natuurlijk werkt dat een korte tijd prima. Maar in je brein merken ze ook dat het alarm een stuk minder doordringend wordt, terwijl dat brein niet gelooft dat het gevaar al geweken is. Dus gaat het alarm harder. De dosis pijnstilling die je gebruikt, is dan niet voldoende meer. Je gaat dus meer slikken. Met als gevolg dat het pijnalarm nog harder gezet wordt.”

Natuurlijke pijndemping onderdrukt

“En er gebeurt nog iets,” voegt Katinka toe. “Normaal gesproken zal je brein na verloop van tijd, als er niet zoveel gevaar meer lijkt te zijn, zelf de pijn dempen door middel van je eigen inwendige pijnstillers: neurotransmitters. Je gaat weer wat meer bewegen, het brein krijgt positieve signalen, het brein zet het alarm nog wat lager, enzovoorts. Maar deze natuurlijke pijndemping werkt ook niet meer door de zware pijnstillers. De pijn wordt immers al gedempt, dus er is geen prikkel voor het brein om dat zelf het eigen medicijnkastje te activeren.

Indringers! De rol van het immuunsysteem

Daarnaast speelt er nog een factor mee en dat is – verrassend genoeg – het immuunsysteem. Nóg een veiligheidssysteem van het lichaam dat niet blij is met pijnmedicatie. Katinka: “Ons immuunsysteem reageert op alle indringers die ons lichaam binnen komen. De stoffen die in de pijnmedicatie zitten, worden ook als indringer beschouwd. Dit activeert ons immuunsysteem en dat zorgt ervoor dat de immuuncellen in gevecht gaan tegen de indringers. Dit wordt door het zenuwstelsel – je pijnsysteem – opgemerkt.  het gevoel hiervan is dat ons hele pijnsysteem nog gevoeliger wordt gemaakt: het hele lichaam gaat als het ware naar een hoger niveau van waakzaamheid. Ons pijnalarm gaat dan veel sneller en veel harder aan. De pijnstillers nemen daar dan steeds wel de ergste kantjes vanaf, maar je krijgt wel steeds meer pijn.”

Pijn is dwingend

Deze vicieuze cirkels doorbreken, is niet eenvoudig, zeker niet omdat de alarmfunctie van pijn erg dwingend is. Katinka: “Behandeling komt er, heel in het kort, op neer dat je je activiteit langzaam opbouwt, de medicatie langzaam afbouwt en dat je je brein gaat voeden met ‘veilige’ boodschappen. Bijvoorbeeld door uitleg te geven over wat pijn precies is en dat pijn niet hoeft te betekenen dat er schade is. Zo zorg je ervoor dat het brein het alarm zelf weer gaat verminderen.”

“Maar,” zo waarschuwt Katinka, “als je pijnmedicatie gaat afbouwen terwijl je hele pijnsysteem extreem overbeschermend is geworden, krijg je tijdelijk soms juist nog meer pijn. Het afnemen daarvan heeft zijn tijd nodig, gaat met ups en downs en al die tijd moet je die indringende boodschap van je pijn dat er gevaar is, in het juiste kader blijven plaatsen. Pijn is juist zo’n effectief alarm omdat het je aandacht opeist. Je kunt je brein wel degelijk hertrainen en je pijn mogelijk verminderen, maar het is wel een heel proces, waarbij deskundige en motiverende begeleiding heel belangrijk is.”

Behandeling binnenkort ook in de huisartsenpraktijk

Bij NK (in de regio’s Tilburg en Den Bosch) kunnen mensen met langdurige pijnklachten en verslaving aan medicijnen – of andere middelen – een behandeling volgen om beter met de pijn te leren omgaan. Na zes groepssessies bouw je in de kliniek of ambulant de medicatie af. Binnenkort wordt de behandeling uitgebreid.

Katinka: “Cliënten die middelen gebruiken vanwege pijn, ervaren vaak een drempel om hulp te zoeken binnen de muren van onze instelling. Maar het is niet altijd nodig een intensief specialistisch aanbod te ondergaan! Veel cliënten hebben behoefte aan een behandeling dicht bij huis, waarbij pijn en middelengebruik samen worden aangepakt. Daarom hebben we een nieuwe aanpak ontwikkeld, waarmee onze verslavingsconsulenten hulp kunnen bieden in de huisartsenpraktijken waar ze werken. Dit aanbod bestaat uit zes sessies waarin aandacht is voor psycho-educatie over pijn en middelengebruik, fysieke activering en psychologische flexibiliteit. Ook zetten we virtual reality in. In 2022 gaan we dit aanbod breed uitzetten binnen Brabant!”

Meer weten over deze behandeling?

Lees ook deze artikelen:

Schieten op je eigen pijn: hoe virtual reality kan helpen bij aanhoudende pijn en medicijnverslaving
Waldermar heeft zijn leven terug: behandeling van aanhoudende pijn en medicijnverslaving

 

NK neemt deel aan JIM-aanpak: een alternatief voor uithuisplaatsing van jongeren

Elke professional kent ze wel: jongeren die compleet vastgelopen zijn en ouders die ten einde raad zijn. Complexe situaties waarvoor uithuisplaatsing of een schorsing van school de enige oplossing lijkt. Terwijl iedereen weet dat deze oplossingen verre van ideaal zijn en slechts een beperkt en tijdelijk effect hebben. Nu is er een alternatief: JIM. JIM staat voor Jouw Ingebrachte Mentor. In Regio Hart van Brabant is dit jaar een pilot gestart, waaraan Novadic-Kentron deelneemt.

Een JIM is meer dan een buddy of maatje

Bij de JIM-aanpak kiest een jongere zélf iemand uit zijn netwerk als mentor. Bijvoorbeeld een oma, de buurman, een tante, een vroegere leraar van de basisschool, een goede vriend. Een JIM is meer dan een buddy of een maatje. Het is een vertrouwenspersoon, iemand die meedenkt en meebeslist, die door de jongere als ondersteunend ervaren wordt, en die zij aan zij staat met de hulpverlener.

Uniek is dat deze JIM een sleutelrol krijgt bij de behandeling en gelijkwaardig samenwerkt met het gezin en de professionals. Zo benutten we de eigen steunbronnen van jongeren en gezinnen. De JIM is duurzaam aanwezig en van invloed in het leven van een jongere. Door deze aanpak kunnen jongeren met hulp van de JIM en specialisten toch (langer) thuis opgroeien.

Voor welke jongeren is JIM bedoeld?

De JIM-aanpak wordt ingezet:

  • voor jongeren tussen 10 en 23 jaar,
  • bij wie het opgroeien/opvoeden al langere tijd stagneert, ondanks aanwezige hulp,
  • en uithuisplaatsing dreigt.

JIM-aanpak

Hoe werkt het?

Bij de JIM-aanpak is de eerste vraag: ‘Ik heb iemand nodig die jij nu al kent en vertrouwt; iemand die van het begin af aan met ons mee gaat denken wat nodig is, wie kan dat zijn?’. De JIM is als vertrouwenspersoon dé deskundige van de persoonlijke context van de jongere. De professional is specialist en heeft kennis van effectieve behandelmethoden. Door deze krachten te bundelen, kan gewerkt worden aan een meer duurzame oplossing voor de jongere die aansluit bij de eigen redzaamheid. De professional krijgt een coachende rol, neemt niet over maar maakt juist verbinding met het gezin en de jongere in nauwe samenwerking met de JIM.

Twee teams opgeleid door stichting JIM

In de Regio Hart van Brabant zijn twee teams opgeleid door stichting JIM:

  • Een team van toegangs- en jeugdbeschermingsmedewerkers. Zij vergroten de inzet van informele hulp, in eerdere fasen. Als gedacht wordt aan uithuisplaatsing, overlegt dit team met het InVerbindingTeam (zie hieronder) en verwijst door naar de JIM-aanpak.
  • Een InVerbindingTeam (IVT). Het IVT bestaat uit professionals van vier specialistische zorgaanbieders: Amarant, Novadic-Kentron, GGz Breburg en Sterk Huis. Het is samengesteld uit ervaren gezinsbehandelaars, ondersteund door systeemtherapeuten, GZ-psychologen en gedragswetenschappers.

Meer informatie en aanmelden

Heb je vragen over de inzet van de JIM-aanpak? De betrokken verwijzers en het IVT bieden wekelijks een moment voor consultatie. Mail hiervoor naar jimhartvanbrabant@sterkhuis.nl.

Kijk voor meer informatie én de aanmeldroute op de website zorginregiohartvanbrabant.nl.

Informatie over de JIM-aanpak vind je ook op de landelijke website: www.jimwerkt.nl.

Zonnepanelen, rookvrije terreinen en een fietsplan: zo werkt NK aan duurzame zorg

Novadic-Kentron is een duurzaam gezonde organisatie. Dit blijkt uit onze vitale teams, ons gezonde rendement en aan ons vermogen om nieuwe kansen te creëren. Duurzaam gezond betekent voor NK ook bijdragen aan duurzame zorg. Bijvoorbeeld door onze CO2-uitstoot terug te dringen, medicijnafval te beperken en een gezonde leefomgeving te creëren voor iedereen binnen én buiten onze instellingen.

Dit zijn onze speerpunten:

  • We maken onze locaties energiezuiniger, bijvoorbeeld door de aanleg van zonnepanelen.
  • We dringen onze CO2-uitstoot terug, bijvoorbeeld door fietsen te stimuleren en digitale zorg aan te bieden.
  • We bieden werkgelegenheid aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
  • We kopen milieubewust in en kiezen waar mogelijk voor upcycling en recycling.
  • We creëren een gezonde leefomgeving voor iedereen binnen én buiten onze instellingen.

We maken onze locaties energiezuiniger

Onze hoofdlocatie in Vught heeft energielabel A. We maken hier gebruik van warmtepompen en sinds 2020 liggen er 814 zonnepanelen op het dak. Hiermee wekken we zo’n 25 tot 30% van de benodigde energie voor dit gebouw zelf op. Volgend jaar vervangen we een groot deel van de verlichting door ledverlichting. Zo maken we het gebouw nóg energiezuiniger. De locatie in Vught dient als voorbeeld voor de andere panden in eigendom.

Voor onze huurpanden zijn wij afhankelijk van de verhuurder. Hierin zoeken wij actief de dialoog op en stimuleren wij de verhuurder in het maken van duurzame keuzes. Dit heeft er bijvoorbeeld toe geleid dat onze dag- en nachtopvang in Den Bosch binnenkort wordt voorzien van voorzetramen (dit is een monumentaal pand), ledverlichting en zonnepanelen.

We voeren onze verduurzamingen altijd op een logisch en natuurlijk moment door. Zijn de cv-installaties van een bepaalde locatie bijvoorbeeld over een jaar aan vervanging toe? Dan gaan we op dat moment over naar een duurzamere oplossing. Weten we dat het dak van een gebouw over twee jaar vervangen moet worden? Dan leggen we daarna zonnepanelen.

We dringen onze CO2-uitstoot terug

We proberen onze CO2-uitstoot op meerdere manieren terug te dringen. Zo stimuleren we onze medewerkers om de fiets in plaats van de auto te pakken door middel van ons fietsplan. We richten ons transport en logistieke diensten zo efficiënt mogelijk in door centraal te laten bezorgen. En we bieden op brede schaal digitale zorg aan, zodat cliënten niet naar een locatie te hoeven reizen maar thuis kunnen werken aan hun herstel.

Fietsenplan bij NK

We bieden werkgelegenheid aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt

Novadic-Kentron staat voor nieuwe kansen. Het blijven bieden van arbeidsmarktperspectief aan onze (ex-)cliënten sluit daar naadloos bij aan. We werken met een doorgroeimodel, waarbij (oud-)cliënten hun ervaringen inzetten om anderen te helpen bij hún herstel. We bieden werkervaringsplaatsen voor herstelmedewerkers, stages en opleidingen, en werkgelegenheid aan gediplomeerde ervaringsdeskundigen. Daarmee leveren we toonaangevende, herstelondersteunende zorg én tegelijkertijd een bovengemiddelde bijdrage op het gebied van sociaal ondernemen.

Ook werken we samen met partners die sociaal ondernemen. Zo wordt onze bedrijfskantine bijvoorbeeld gerund door Stichting Broodnodig die mensen met een beperking en een grote afstand tot de arbeidsmarkt opleidt. En onze mailings en post besteden we uit aan depostBode, waar zo’n 90 procent van de werknemers een achterstand op de arbeidsmarkt heeft.

NK-rookvrijWe creëren een gezonde leefomgeving binnen én buiten onze instellingen

We stimuleren een gezonde leefstijl bij onze cliënten, bezoekers en medewerkers. Al sinds 2017 zijn alle gebouwen en terreinen van NK rookvrij. Zo houden we de lucht in en rond onze instellingen vrij van rook(lucht) en dragen we bij aan een gezonde leef-, werk- en behandelomgeving. Ook passen we steeds meer groen toe in onze instellingen omdat ook deze bijdragen aan een gezonde omgeving. We investeren in gezonde voeding door snackautomaten te vervangen door ‘gezonde’ automaten. En we stimuleren medewerkers om te bewegen door middel van een app waarmee je fitcoins kunt verdienen voor de stappen die je zet.

We kopen milieubewust in

NK hanteert een milieubewust inkoopbeleid: bij alle apparatuur die we inkopen, kiezen we voor het hoogst mogelijke energielabel dat beschikbaar is. Zijn spullen aan vervanging toe, dan kijken we hoe we dit zo duurzaam mogelijk kunnen doen. Zo hebben we bijvoorbeeld de stoelen in onze vergaderruimtes opnieuw laten stofferen in plaats van nieuwe stoelen aangeschaft. Wanneer zaken ‘op’ zijn, zoals apparatuur en matrassen, dan worden deze duurzaam afgevoerd en gerecycled.

Voortdurend in ontwikkeling

Bij alles wat we doen, denken we na hoe we dat op een zo duurzaam mogelijke manier kunnen doen. We kiezen daarbij voor maatwerk: op een passend en natuurlijk moment – bijvoorbeeld wanneer iets aan vervanging toe is – zoeken we naar de meest duurzame oplossing voor het specifieke pand. We zijn daardoor continu bezig met duurzaamheid en voortdurend in ontwikkeling.