Voorwoord: loslaten

Je staat bij je voordeur en kijkt het lege huis in. De verhuiswagen start de motor al. Al je persoonlijke spullen zitten in dozen, je bent klaar om te gaan. Je hebt lang naar deze dag uitgekeken. Een nieuw, lichter, groter huis wacht op je. Je hebt er zoveel zin in! Maar als je nog een keer achterom kijkt naar je oude plekje, word je ineens overvallen door weemoed. Twijfel misschien zelfs. Dit huis, met zijn rare hoeken, vochtige hal, veel te kleine badkamer… het was jouw thuis. Het was van jou. Het was het leven dat je gewend was. Een paar tellen denk je: laat ik alles weer uitladen en doen alsof er niets gebeurd is.

Wie Nieuwe Kansen krijgt – of dit nu vrijwillig is of omdat je geen keuze hebt – moet het oude achter zich laten. Een nieuwe baan, een nieuwe partner, een nieuwe leefstijl zonder alcohol. Hoe positief je ook bent over de toekomst, het betekent ook dat je afscheid moet nemen van wat je kent. Zelfs als je daar helemaal achter staat, is dat moeilijk. Zelfs als het oude slecht voor je was (roken, drugs gebruiken, een gewelddadige partner, foute vrienden) en het nieuwe erg goed (een betere gezondheid, een nieuwe baan die helemaal bij je past), kan het angstaanjagend zijn om die stap te zetten. Om los te laten wat je kent.

Want uiteindelijk gaat het daarom. Loslaten. Loslaten betekent dat je je even in het luchtledige bevindt. Je hebt geen vaste grond meer onder je voeten. Je hebt de sprong gewaagd en je kunt wel ongeveer zien waar je terecht gaat komen, maar je weet nog niet zeker waar en hoe je gaat landen. Je kunt de gevolgen van deze Nieuwe Kans nog niet helemaal overzien. Je zal een poos moeten leven met de onzekerheid. Dat is zo moeilijk te verdragen, dat onze cliënten vaak jaren worstelen met hun problemen voor ze hulp zoeken.

Maar hoe lastiger en spannender de Nieuwe Kans is, hoe belangrijker die voor jou is. Veranderen van woonplaats of stoppen met gebruiken heeft veel meer impact op je leven dan veranderen van merk wasmiddel of andere sokken kopen. Dat betekent ook dat hoe onzekerder je je voelt, hoe meer positieve gevolgen de verandering kan hebben. En dat onzekere en onwennige gevoel, dat verdwijnt. Want Nieuwe Kansen worden ook weer vertrouwde gewoontes. Als mensen na een tijdje terugkijken op een grote verandering in hun leven, dan zeggen ze vaak: dat had ik veel eerder moeten doen! En zelfs, als de Nieuwe Kans niet (helemaal) vrijwillig was: het is het beste dat me ooit had kunnen overkomen.

Dit is naar verwachting het laatste voorwoord van de Raad van Bestuur van NK. In het najaar wordt NK een bv in het netwerk van Zorg van de Zaak. Voor onze cliënten en medewerkers en onze maatschappelijke doelstelling heeft dit geen gevolgen. NK blijft zorg leveren aan Brabantse cliënten en samenwerken in Brabantse netwerken. Daarnaast voegen we onze deskundigheid toe aan het netwerk van Zorg van de Zaak. De dagelijkse leiding blijft in handen van het huidige managementteam van NK, dat straks het netwerkteam heet. De Raad van bestuur wordt echter opgeheven: bestuur vindt voortaan plaats door de netwerkdirectie van Zorg van de Zaak en zal dus letterlijk en figuurlijk meer op afstand plaatsvinden. Loslaten dus. Spannend, en een grote verandering, maar het is een sprong die we vol vertrouwen maken. Want alleen als je los kunt laten, kom je verder.

Sigrid Wijnbergh
Walther Tibosch
Raad van Bestuur Novadic-Kentron

Hoe hou ik mijn puber veilig nu de wereld weer open gaat? “Ouders onderschatten vaak hun eigen invloed”

Na meer dan een jaar lockdown in verschillende gradaties lijkt het er nu toch echt van te komen: de wereld gaat weer open. Voor de meeste mensen een enorme opluchting, maar veel ouders zullen ook wel eens hun hart vasthouden. Onze pubers staan te springen om zich weer volledig in het uitgaansleven te storten. De verleidingen van drank en drugs zijn zelden zo aantrekkelijk geweest na een jaar binnen zitten en online les volgen. En wat als je kind dit jaar examen heeft gedaan, zich met achttien jaar al helemaal volwassen voelt, en staat te popelen om te gaan studeren? Examenfeesten zijn in het water gevallen, hoe moet dat als ze na de zomer – zonder ook nog maar enig toezicht van ouders – op kamers gaan in al die leuke, bruisende studentensteden?

Daniëlle Ketelaars, preventiewerker bij NK, heeft afgelopen jaar goed in de gaten gehouden hoe de coronacrisis jongeren beïnvloedde: “Onze indruk is dat het hele gebruikspatroon onder jongeren is veranderd. Al is dat wel sterk afhankelijk van de groep. Bij de jongste tieners, die nog helemaal niet drinken of drugs gebruiken, is niet zoveel gebeurd. Oudere jongeren die bijvoorbeeld xtc gebruikten op dance events, hebben hun gebruik eerst uitgesteld, maar zijn daarna soms gaan experimenteren met andere middelen. We zien dat psychedelica zoals 2C-B populairder zijn geworden, dit zijn middelen die je thuis gebruikt en juist niet op feesten. En dan heb je nog een groep jongeren die drugs gebruiken om negatieve emoties te dempen. Als die door corona meer psychische problemen hebben gekregen, zoals eenzaamheid, zijn die juist meer gaan gebruiken. Maar voor de meeste jongeren geldt dat ze, zonder feestjes en uitgaan, minder zijn gaan drinken en gebruiken. We zien dan ook dat het aantal alcoholintoxicaties – comazuipen – tijdens de coronacrisis bijna helemaal tot nul is gedaald. Dat begint nu langzaam weer toe te nemen.”

Niks meer gewend en totaal overprikkeld

Wat gebeurt er met die jongeren als ze weer volop uitgaan, hoe kunnen ouders hier het beste mee omgaan? Daniëlle: “Ouders worstelen met grenzen stellen. We horen veel ouders zeggen: ‘Moet ik mijn kind niet gewoon los laten gaan? Er mocht al zo weinig!’ Maar juist nu is het belangrijk om kaders te bieden! Als je een tijd niet gedronken of gebruikt hebt, is je tolerantie enorm afgenomen. Je bent het niet meer gewend. Dus als je weer gaat drinken of gebruiken, is het effect veel heftiger. Dat kan je behoorlijk overvallen. Daarnaast heeft iedereen het afgelopen anderhalf jaar geleefd in een maatschappij met veel minder prikkels. Als je je weer volop in het uitgaansleven stort, festivals en evenementen bezoekt als dat weer kan, kun je overprikkeld raken door de drukte, het lawaai, de lampen… Als je in die omstandigheden drugs gebruikt of drinkt, kan het effect helemaal anders zijn dan je verwacht. Je kunt dan een behoorlijke bad trip hebben.”

Wat je vader en moeder vinden, blijft altijd belangrijk

Kun je hier als ouders überhaupt nog invloed op uitoefenen? Daniëlle: “Ouders onderschatten vaak hun eigen invloed. We raden ouders altijd aan om al bij jonge tieners te beginnen met grenzen stellen en praten over alcohol en drugs. Maar ook als je kinderen al wat ouder zijn, heb je nog steeds veel invloed. Wat je vader en moeder vinden, blijft altijd belangrijk. Zelfs als je kinderen op kamers gaan. Je kunt dan niet meer zeggen dat ze om één uur thuis moeten zijn, maar kinderen vinden het – ook al lijkt het van niet – belangrijk wat jij vindt. Je kunt hen niet meer dingen verbieden, maar je kunt nog steeds duidelijk aangeven dat je ergens niet blij mee bent, dat je iets niet goedkeurt. Dat kader is belangrijk.”

“Bij een leuk feest past geen ambulance”

“En ga vooral het gesprek aan! Juist als je kinderen al wat ouder zijn, kun je hen aanspreken op hun eigen verantwoordelijkheid. Vraag je kind wat hij of zij verwacht. Hoe zal het zijn om voor het eerst weer uit te gaan of een festival te bezoeken? Wat is fijn en wat niet? Hoe zal het zijn om voor het eerst weer te drinken of iets te gebruiken na al die tijd? Reageer niet vanuit bezorgdheid of boosheid, maar probeer vooral in gesprek te blijven. Investeer in een goede relatie met je kind, dan is je invloed ook het grootst. Ga niet oordelen of preken, maar probeer vooral de motivatie van je kind zelf te activeren. Wat vindt jouw kind belangrijk? Denk dan vooral aan effecten op de korte termijn: een leuke avond hebben. Hoe leuk is je avond nog als jij of een van je vrienden out gaat? Of als je zelf een slechte ervaring hebt door je gebruik en totaal niet meer weet wat je nu eigenlijk doet? Bij een leuk feest past geen ambulance! Probeer vooral ook te benadrukken – of liever: je kind dit zelf te laten zeggen – dat zo’n festival al leuk genoeg is: de mensen, de gezelligheid, de sfeer, de muziek… Ga daar eerst maar eens volop van genieten zonder drugs! En neem de tijd om te wennen, ga ook af en toe eens even naar buiten. Als je kind duidelijk aan de keukentafel uitspreekt dat hij of zij niet wil drinken of gebruiken, zelf in controle wil blijven, dan is dat natuurlijk geen garantie, maar het helpt wel degelijk om tijdens het feest zelf bij die beslissing te blijven.”

Nooit doen: je kind thuis ‘leren drinken’

Behalve tips voor een goed gesprek, heeft Daniëlle nog enkele belangrijke tips voor ouders: “Er zijn ouders die denken dat het goed is om je kind thuis te ‘leren drinken’. We weten inmiddels dat dit achterhaald is. Hoe duidelijker en hoe consequenter je bent over de grenzen – niet drinken tot je achttien jaar bent – hoe later kinderen beginnen met drinken. En ook drinken ze dan minder. En geef zelf ook het goede voorbeeld. Als jij in alles uitstraalt dat het leven alleen leuk is met alcohol, dan nemen je kinderen dat beeld over. Uiteindelijk blijf jij als ouder enorm veel invloed hebben op jouw kind, hoe oud ze ook zijn.”

Wil je toch gebruiken? Laat je drugs dan testen

Om de risico’s van drugsgebruik zoveel mogelijk te beperken, kunnen gebruikers bij NK hun drugs laten testen. Daarnaast zijn we op festivals aanwezig met Unity. De peer educators van Unity geven objectief en open minded informatie over de risico’s van alcohol- en drugsgebruik.

Wanneer ben je echt hersteld van je verslaving? “In terugkijken zit nooit de oplossing”

“Op een gegeven moment was ik dé drugsexpert van Nederland geworden. Ik was met mijn kop vaak op tv. Dat voelde destijds alsof ik mijn verleden echt was ontstegen. Maar de laatste jaren voelde het alsof ik een karikatuur van mezelf had gemaakt. Ik was een egootje geworden. Ik liep vast en moest weer terug naar mezelf.” Deze uitspraak van Charles Dorpmans geeft aan dat herstel eigenlijk nooit klaar is. Hij en Angela Aarts, beiden ervaringsdeskundigen maar vooral experts in herstelondersteunend werken, benadrukken het beiden: herstel is geen doel, herstel is een weg. En op die weg lopen we allemáál, of we nu verslavingsproblemen hebben, een andere psychische aandoening, of gewoon de “normale” ups-and-downs in het leven meemaken. Herstel is iets van iedereen, maar voor iedereen anders. En daarover praten levert prachtige inzichten op.

“Life’s a journey, not a destination,” zingt Steven Tyler van Aerosmith in het nummer Amazing. Voor Charles is dat de kern van zijn filosofie. Charles: “Herstel is het traject op jouw weg naar jouw toekomst. En daarin bepaal jij jouw eigen doelen en jouw eigen route.” “Herstel heeft geen begin en geen eind,” zegt Angela. Het klinkt als een ‘inspirational quote’, maar het is een essentieel inzicht over herstel. Ergens lijkt er ook een echo te klinken van de uitspraak ‘eens verslaafd, altijd verslaafd’. Om daar eerst maar even mee af te rekenen, zowel Angela als Charles zijn het daar niet mee eens. Angela: “Maar het is wel: eens verslaafd, altijd verslavingsgevoelig”. En Charles vult aan: “Ook daarin is iedereen uniek. Als herstel voor jou betekent: gecontroleerd drinken of gebruiken en dat lukt jou, dan zeg ik oprecht: dat is heel fijn voor jou! Maar voor mij is dat niet weggelegd. Ik moet op een feestje geen alcohol drinken, ook niet één drankje. Ik ben sowieso niet leuk op drank en het opent de weg naar mijn favoriete verdoving.”

“Als je focust op de verslaving, blijf je kijken naar het probleem”

Maar dat herstel een weg is, zegt veel meer dan dat. Er is meestal geen duidelijk begin, want herstel gaat vaak gepaard met meerdere pogingen en terugvallen. Maar zelfs als er (vaak achteraf) al een begin aan te wijzen was – vaak een soort rock bottom-ervaring (Charles: “De dood was in zicht, dat was voor mij een keerpunt”) – is het stoppen met gebruiken alleen maar het begin.

Angela: “Natuurlijk moet je aan je verslaving werken. Maar behandeling is zo’n klein deel van het herstel! Als je alleen maar focust op de verslaving, blijf je gericht op je verleden, op je probleem. Je blijft achteromkijken. Bij herstel kijk je juist vooruit. Dat was voor mij echt een eye-opener! Er ging een wereld voor me open. Je gaat nadenken over wat jij wilt bereiken op verschillende levensgebieden. Stoppen met gebruiken is dan niet het einddoel, maar een middel om je doelen te bereiken. Wil je gaan studeren, ander werk, een beter contact met je familie, ergens anders gaan wonen? Dan is je verslaving onder controle krijgen een van de stappen die daarvoor nodig zijn.”

“Zo, en wat heeft u de afgelopen vijftien jaar gedaan?”

Charles: “Herstel richt zich op de hele mens. Behandeling is daar een klein onderdeel van. Al tijdens de behandeling zijn ook andere dingen belangrijk: steun uit je omgeving bijvoorbeeld. Want alleen ik kan het, maar ik kan het niet alleen. Na je behandeling gaat je herstel verder. Dan kom je in andere fasen terecht. In grote lijnen: eerst pak je je gebruik aan, dan heractiveer je je netwerk. Daarna komen werk en wonen. En in elke stap kom je weer obstakels tegen: de eerste keer dat ik ergens ging solliciteren bijvoorbeeld… ‘Zo, en wat heeft u de afgelopen vijftien jaar gedaan?’ Dan is het volgens mij het beste om maar open en eerlijk te zijn, waarbij je ook een beetje geluk moet hebben. Ik had het geluk dat ik bij NK een werkplek vond.”

“Mensen bleven me zien als ex-cliënt”

Als je je leven op de rit hebt op het gebied van wonen, werk, financiën, relatie… Kun je dan misschien zeggen dat je wel grotendeels hersteld bent? Ben je er dan mee ‘klaar’? Angela: “Herstel gaat altijd verder. ‘Klaar’ is dus niet het goede woord. Ik ben niet echt meer bezig met mijn eigen verslavingsverleden: mijn herstel is overgegaan naar andere thema’s die nu belangrijk zijn voor mij. Dingen die nu op mijn pad komen, hebben vaak niets meer met mijn verslaving te maken. In het begin van mijn herstel vond ik het helpend om vaak mijn ervaringen te delen. Maar op een bepaald punt merkte ik dat dit mijn ontwikkeling juist begon te belemmeren. Mensen reageerden wel heel positief en begripvol, maar bleven me ook zien als ex-cliënt. Terwijl ik inmiddels zoveel meer was.”

Verslaving vindt in het donker plaats

Dat wil niet zeggen dat Angela haar verleden nu geheim houdt: “Nee, zeker niet! Het raakt steeds meer naar de achtergrond en dat is een gezonde ontwikkeling, maar ik vind het wel heel belangrijk om open en transparant te zijn. Verslaving vindt vaak in het donker, in het geheim plaats. Open zijn over je eigen kwetsbaarheid is een belangrijk onderdeel van acceptatie en zelfacceptatie. Dat geldt voor alle psychische aandoeningen. Je maakt je eigen keuzes in wie je wat vertelt, maar ik heb gemerkt dat mensen vaak positief reageren als je open durft te zijn. In het begin was dat spannend: ‘Wat zullen mensen wel niet denken?’ Maar bijna iedereen benoemt dan juist je kracht en hoe dapper het is om open te zijn. Inmiddels is mijn verslavingsverleden een onderdeel van mij en mijn leven geworden dat ik heb omarmd: het mag er zijn.”

Ons beeld van ‘normaal’ veranderen

Charles: “Je kunt niet herstellen als je je verleden ontkent en wil vergeten. Open zijn helpt jezelf, maar ook de beweging om ons beeld van ‘normaal’ te veranderen. Ik heb nooit geheimzinnig gedaan over mijn verleden, maar de laatste jaren ben ik – na decennia te hebben gewerkt bij Preventie – wel weer meer teruggekeerd naar mezelf. Ik werk nu de laatste periode voor mijn pensioen opnieuw als ervaringsdeskundige. Ik zet mij in om het herstelondersteunend werken breder in te zetten binnen NK. Samen met mijn collega Angela, wat het voor mij enorm tof maakt om te doen. Het voelt als thuiskomen, de cirkel is rond. Ik heb niks meer hoog te houden, ik ben wie ik ben. En juist daardoor kan ik me weer verder ontwikkelen en misschien ook andere mensen inspireren! Hen laten reflecteren. Hoe praten we met elkaar? Geef jij als hulpverlener jouw cliënt echt wat hij of zij nodig heeft op weg naar herstel?”

Angela: “Herstel als behandelvisie is echt the way to go. In terugkijken zit nooit de oplossing.”

Middelengebruik in de jeugdzorg: “Straffen heeft geen zin, maak het gebruik bespreekbaar en ga vervolgens met het ‘waarom’ aan de slag”

Onder jongeren in jeugdzorginstellingen komt regelmatig middelengebruik voor. Vaker dan bij thuiswonende jongeren. Hoe komt dat en hoe ga je hiermee om als jeugdhulpverlener? En wanneer roep je de hulp van de verslavingszorg in? We gingen in gesprek met gedragswetenschapper Nathali van Hirtum en jeugdzorgwerker Renee Bisschop van Sterk Huis. Ook zij hebben regelmatig te maken met alcohol- en middelengebruik door jongeren in hun behandelgroepen en riepen de hulp in van Nieuwe Kansen Jeugd, de jeugdafdeling van Novadic-Kentron.

 Een dag op de behandelgroep bij Sterk Huis ziet er in grote lijnen niet heel anders uit dan die van de meeste mensen: om zeven uur gaat de wekker en sta je op om naar school, werk of dagbesteding te gaan. ’s Avonds kook je (om beurten kook je samen met de gastvrouw) en eet je met je huisgenoten (de groep) en daarna is het tijd voor ontspanning (spelletjes, wandelen) en klusjes (je kamer opruimen) tot het bedtijd is. En de volgende dag weer opnieuw. “Dat klinkt heel simpel,” zegt Nathali,  “Maar voor de jongeren kost elke stap moeite. Ze zijn vaak niet meer gewend aan een vast dag- en nachtritme, hebben weinig motivatie en bieden dan ook veel weerstand. Het is de taak van de jeugdzorgwerkers om samen met de jongeren tot samenwerking te komen; dit is de basis van de behandeling die we bieden.”

Geweldloos verzet

Om dit voor elkaar te krijgen, maken ze bij Sterk Huis onder andere gebruik van de methode Geweldloos verzet. Nathali: “Dat betekent dat we niet de strijd met hen aangaan, maar dat we juist náást de jongeren gaan staan. We blijven rustig en hebben geduld. Je moet je ook realiseren dat ze dit gedrag niet voor de lol laten zien. Vaak zijn er stevige problemen, bijvoorbeeld rond de gezinssituatie. Veel jongeren hebben nare gebeurtenissen meegemaakt in hun leven, hebben het gevoel dat ze er alleen voor staan en dat niemand hen begrijpt. Wij kijken altijd naar jongeren vanuit onze kennis over het effect van traumatische ervaringen. Ik zou graag willen dat er meer begrip voor hen komt in de maatschappij.” Renee vult aan: “Jongeren moeten er vaak aan wennen hoe wij als groepsleiding met hen omgaan. Dat is heel anders dan ze gewend zijn. We tonen oprechte interesse en luisteren naar wat zij willen. We leggen de regie ook vooral bij hen neer: we kunnen aan alle kanten helpen, maar uiteindelijk moeten ze het zelf doen.”

Op zoek naar het waarom

Veel gaat in samenspraak, maar er worden natuurlijk wel opvoedkundige grenzen gesteld. Wat betreft middelengebruik hanteert Sterk Huis duidelijke regels: binnen Sterk Huis mag niet worden gebruikt en als je onder invloed terugkomt, dan blijf je op je kamer. Toch gebeurt het regelmatig dat jongeren middelen gebruiken. Nathali: “Straffen heeft dan geen enkele zin. Als ze het graag willen, dan doen ze het toch wel. Het is dan belangrijk om het gebruik bespreekbaar maken en vragen waarom ze het doen, om vervolgens met dat ‘waarom’ in de behandeling aan de slag te gaan.”

Dempen van negatieve gevoelens

Veel jongeren in een jeugdzorgorganisatie hebben trauma’s of andere psychische problemen. Ze gebruiken drugs of alcohol om negatieve gedachten te dempen en ‘niet te hoeven voelen’. Bij Sterk Huis bieden ze naast de groepsbehandeling ook traumabehandeling en andere vormen van therapie aan. Nathali: “Zo leren we de jongeren om anders met hun negatieve emoties om te gaan en hebben ze minder alcohol of drugs nodig. We pakken de kern van het probleem aan, in plaats van alleen het gebruik te verbieden. Soms is het gebruik echter zo zorgelijk, dat deskundige verslavingsbehandeling nodig is.” Renee: “We hebben bijvoorbeeld een meisje op de groep die forse suïcidale periodes kent en zichzelf ernstig snijdt. Wanneer ze blowt, heeft ze die neiging minder. Zo ontstond er een afhankelijkheid. We praten daar veel met haar over en mede door onze gesprekken heeft ze zich nu aangemeld voor hulp bij Novadic-Kentron.”

Stevig in een patroon van gebruik en dealen

Bij Sterk Huis zagen ze het middelengebruik tijdens de lockdown flink toenemen. Nathali: “Uit verveling gingen de jongeren meer blowen met elkaar. En dat kost natuurlijk geld, dus dan is de stap naar het verkopen van wiet soms ook snel gezet. Zo komen jongeren best snel in een bepaald patroon terecht, dat voor ons moeilijk te doorbreken is. Ook de groepsdynamiek op een groep maakt het bij dit soort situaties lastig om het gebruik goed aan te pakken.” Renee: “Als er één eenmaal begint, gaan anderen daar snel in mee. Daarom gaan we graag de samenwerking met Novadic-Kentron aan. We weten best veel, maar samen weten we meer. Als jongeren zo stevig in het patroon vast zitten, is de expertise van Novadic-Kentron een zeer waardevolle toevoeging.”

Verslavingsbehandeling ter plaatse

Een behandelaar van Nieuwe Kansen Jeugd komt één dagdeel in de week bij Sterk Huis in Teteringen om individuele verslavingsbehandeling aan jongeren te geven. De behandelaar gaat samen met de jongere op zoek naar alternatieve, positieve beloningen, die uiteindelijk meer opleveren dan het oude gedrag (de ACRA-aanpak). In kleine stapjes worden zichtbare resultaten behaald: dit geeft zelfvertrouwen en werkt motiverend om door te gaan en verder te komen. Renee: “Het is fijn dat de behandeling bij ons op locatie plaats kan vinden. Dat neemt veel weerstand weg en maakt het voor de jongeren een stuk laagdrempeliger om mee te werken. Daarnaast kijken we als team ook uit naar deskundigheidsbevordering. Zodat we bijvoorbeeld het gebruik van nieuwe drugs kunnen herkennen, weten wat de effecten en risico’s zijn én in gesprek met de jongeren goed beslagen ten ijs komen. Het is echt een andere expertise.”

Meer weten?

Wil je meer informatie over onze verslavingsbehandeling bij jeugdzorginstellingen? Lees hier meer: Verslaving in de jeugdzorg: Nieuwe Kansen Jeugd biedt hulp op locatie. Heb je vragen of wil je weten wat we voor jouw organisatie kunnen betekenen? Mail naar hulp@novadic-kentron.nl of bel 073- 689 90 90.

Meer weten over Sterk Huis? Kijk op www.sterkhuis.nl. Specifiek over trauma heeft Sterk Huis recent dit online magazine gepubliceerd.

* De personen op de foto zijn niet de personen uit het artikel

Wat doen alcohol en drugs met je spijsvertering? Over dik worden, ondervoeding, vreetbuien en je eigen lichaam opeten

Dat alcohol en drugs niet gezond zijn, dat weten we natuurlijk wel… Maar wist je ook dat veel genotmiddelen effect hebben op je eetlust en je spijsvertering, en daarmee op “de lijn”? Weet jij welke middelen passen bij de volgende uitspraken?

  • Je wordt er dik van, maar je kunt tegelijkertijd toch ondervoed zijn!
  • Je krijgt er vreetbuien van. In combinatie met weinig bewegen, kan dit tot overgewicht leiden.
  • Je voelt niet meer dat je honger hebt, waardoor je je lichaam dwingt zichzelf ‘op te eten’.

 Wil je de antwoorden weten en meer boeiende feiten lezen over wat genotmiddelen doen met je lijf? Lees dan vooral verder!

Om maar te beginnen met het populairste genotmiddel aller tijden: alcohol. Bernard van ’t Klooster van NK Preventie ruimt meteen een fabel uit de weg: “Een glas bier staat niet gelijk aan een bruine boterham. Een glas bier is qua calorieën ongeveer anderhalve boterham. En omdat bier van granen is gemaakt, zitten er wel vitamines en mineralen in, maar het vult niet echt en bovendien doet de alcohol alle eventueel gezonde effecten teniet. Alcohol is voor het lichaam een gif en het afbreken van dit gif krijgt altijd voorrang in het lichaam. Ook daar zijn brandstoffen en vitamines voor nodig, die je dus niet meer kan gebruiken voor andere processen. Bovendien irriteert en beschadigt alcohol het slijmvlies van maag en darmen waardoor de opname van vitamines en mineralen vermindert. Bij stevige drinkers kan dit leiden tot tekorten, zoals tekorten aan magnesium, ijzer en foliumzuur, vitamine A, D en B1 – tekort aan dat laatste kan uiteindelijk leiden tot Korsakov. Je kunt dus dik worden door alle extra calorieën in alcohol, maar tegelijk ondervoed zijn! Als mensen bij NK in behandeling komen voor problemen met alcohol, doen we dus ook altijd een gezondheidscheck. En dan is het natuurlijk ook nog eens zo dat alcohol door het prikkelende effect op je spijsvertering de eetlust stimuleert én de rem van het gezonde verstand vermindert. Dus krijg je niet alleen alle extra calorieën door dat biertje of wijntje, maar ook nog van al die bitterballen, toastjes met brie, chips of andere snacks. Meestal ook niet producten met de beste voedingswaarde.”

Vreetkicks

Alcohol is het enige genotmiddel dat van zichzelf een bepaalde voedingswaarde heeft en een substantieel aantal calorieën levert. Maar, zegt Bernard, eigenlijk is het zo dat álle dingen die invloed hebben op je emoties en je gedrag, óók invloed hebben op je spijsvertering. Alleen al doordat je slechter voor jezelf gaat zorgen: “Gamen is een goed voorbeeld. Bij gamen krijg je niets binnen, maar problematische gamers zorgen slecht voor zichzelf. Ze eten ongezond en onregelmatig. In combinatie met weinig bewegen zien we dus vaak een toename in gewicht. Bij cannabis kan dat ook gebeuren, en daarnaast veroorzaakt cannabis ook vreetkicks. Cannabis kan bij ernstige ziektes zelfs ingezet worden om de eetlust te bevorderen.”

Jezelf uithongeren

Een tegengesteld effect – maar zeker niet gezonder – zien we bij opwekkende middelen zoals xtc en speed. Bernard: “Bij alle genotmiddelen geldt natuurlijk wel dat incidenteel gebruik niet meteen leidt tot problemen met je spijsvertering. Maar het is ook niet zo dat je al ernstig verslaafd moet zijn voor je hier iets van gaat merken. Als jij in het festivalseizoen elke paar weken los gaat op xtc of speed en tussendoor onvoldoende hersteltijd hebt, dan ga je dat merken. Bij middelen zoals speed onderdruk je elk signaal van je lichaam dat het niet genoeg energie heeft. Dus moeheid maar ook honger voel je niet meer. Je bent er ook totaal niet mee bezig, je hebt ook helemaal geen trek. Maar ondertussen verbruik je wel ontzettend veel energie. Je bent jezelf echt aan het uithongeren. Als je dan na zo’n weekend weer moet werken of studeren, krijgt je lichaam geen kans om te herstellen. De verleiding is dan groot om met een puntje speed toch weer door te gaan. Waarom zou je nog eten als je je dan ook weer fit en energiek voelt? Je kunt dan sterk vermageren en ondervoed raken. Vermageren kan nog wel aantrekkelijk klinken voor sommige mensen – maar door de ondervoeding kunnen er ook belangrijke tekorten ontstaan in je lichaam. Dit is slecht voor je weerstand tegen ziektes en bacteriën, infecties en wondjes genezen slechter, je tanden kunnen gaan loszitten en uitvallen en je spieren worden afgebroken. Je lichaam is zichzelf aan het opeten omdat je het niet goed verzorgt. En nogmaals, al deze effecten treden heus niet op na één drankje of één pilletje, maar als je alcohol of drugs gebruikt, geef je je lichaam wel steeds een knal.”

Beter een bruine boterham

Bernard pleit ervoor dat zorgverleners meer oog hebben voor de effecten van alcohol en drugs op de spijsvertering: “Bij alle problemen met slokdarm, maag en darmen, zouden zorgverleners moeten vragen naar gebruik van genotmiddelen. Dit wordt soms bij een kennismaking of intake wel gevraagd, maar wordt na verloop van tijd niet altijd meer gecheckt. Als een patiënt zich dan bij een huisarts meldt met darmproblemen of maagpijn, zal niet elke arts meer denken aan alcohol- of drugsgebruik als belangrijke factor. Maar mensen hebben natuurlijk zelf ook een verantwoordelijkheid om voor zichzelf te zorgen. Als jij het belangrijk vindt om gezond te blijven, gezond te eten en fit en weerbaar te blijven, zou je ook moeten kijken naar je gebruik van alcohol en andere middelen. Want je kunt écht beter een bruine boterham eten dan een glas bier drinken.”

Reclasseren met de alcoholmeter: “Mijn zoon hoeft niet meer bang te zijn dat ik stiekem drink”

Een enkelband die 24 uur per dag controleert of je alcohol hebt gedronken. En die bij een misstap direct een melding doorgeeft aan de reclassering. Janneke, één van de cliënten bij de verslavingsreclassering van Novadic-Kentron, vindt de alcoholmeter een absolute uitkomst. “Zeker die eerste maanden, waarin dat duiveltje nog continu op je schouder zit, is de alcoholmeter een flinke stok achter de deur.” 

Janneke worstelt al langere tijd met verslaving en is onder invloed meerdere keren in aanraking gekomen met justitie: “Mijn zoontje werd uit huis geplaatst en ik raakte mijn rijbewijs en bijna mijn huis kwijt. Ook verloor ik het contact met mijn oudste zoon, mijn relatie en mijn hele sociale netwerk.” Janneke zat vier weken in detentie, maar pleegde nadat ze vrij kwam al gauw opnieuw een strafbaar feit. Vanaf dat moment werd ze onder reclasseringstoezicht gesteld. Janneke: “Het klinkt misschien gek, maar dat vond ik heel fijn; het voelde alsof ik eindelijk hulp kreeg.”

Marleen Ariëns is reclasseringswerker bij NK en de toezichthouder van Janneke. Samen hebben ze doelen opgesteld om tijdens het toezicht aan te werken. Janneke is aangemeld voor ambulante verslavingsbehandeling, die ook praktische ondersteuning biedt. Een detoxbehandeling bleek niet nodig, omdat ze al snel op eigen kracht gestopt was met alcoholgebruik. Marleen: “Janneke is abstinent een totaal ander persoon. Ze was meteen gedreven om haar leven weer op orde te krijgen, haar zoontje thuis te krijgen en haar woning te behouden. Ze wilde dan ook graag meewerken aan alle voorwaarden en afspraken om te bewijzen dat ze goed bezig was.”

Stok achter de deur

Twee keer per week komt Janneke naar locatie voor urinecontroles. Omdat ze niet in de buurt woont, brengt dat voor haar veel tijd en kosten met zich mee. Toen haar toezichthouder vertelde over de alcoholmeter, stemde ze dan ook graag in met het plaatsen van de enkelband. De enkelband is een bewezen effectief middel om alcoholmisbruik en het plegen van strafbare feiten te voorkomen. Janneke kan dat beamen: “De alcoholmeter werkt. Bij een wekelijkse urinecontrole kun je er nog ‘omheen drinken’, maar de alcoholmeter controleert je 24 uur per dag. Je weet dat je echt niets kunt drinken en als je dat wel doet, ben je meteen de sigaar!” De meetresultaten van de alcoholmeter worden twee keer per dag verzameld via een modem die bij de drager thuis staat en een keer per dag aan de reclassering doorgegeven.

Symptoombestrijding

Janneke werkt op dit moment hard aan haar herstel: “Ik volg een behandeling voor mijn verslaving en leer mezelf steeds beter kennen. Alcohol – of welk middel dan ook – was voor mij pure symptoombestrijding. Ik zet het in om mijn gevoelens te verdoven en te vluchten voor situaties waar ik niet mee om kan gaan. Ik leer nu welke situaties ik moeilijk vind, hoe ik hier op reageer en hoe ik die anders kan aanpakken. Binnenkort ga ik met mijn begeleider van Novadic-Kentron aan de slag met een signaleringsplan. Daarin leer ik welke signalen en symptomen bij mij kunnen duiden op een terugval, zodat ik tijdig kan ingrijpen.”

Leven weer opbouwen

“Wat ik graag wil voor de toekomst? Weer een geaccepteerd lid van de maatschappij zijn. Ik leef nu al jaren van een WIA-uitkering en ik zou graag weer aan het werk willen en mijn leven weer opbouwen.” De zoon van Janneke woont inmiddels weer thuis en is blij dat zijn moeder de enkelband draagt. Janneke: “Toen ik een tijdje geleden een terugval had, beangstigde hem dat heel erg. Nu ik de enkelband weer draag, hoeft hij niet bang meer te zijn dat ik stiekem drink.” Bang voor een terugval is ze niet meer: “Ik denk wel dat ik het kan zonder de band. Je kunt hem ook niet je hele leven om blijven houden natuurlijk, je moet toch je onderliggende problemen oplossen en daar ben ik nu hard mee bezig. Dankzij de goede hulpverlening en het werken aan en met de twaalf stappen van CA, ben ik in staat om – ook zonder de alcoholmeter – een clean en nuchter leven te leiden”.

Over de alcoholmeter

Sinds vorig jaar kan de reclassering in heel Nederland de alcoholmeter inzetten bij cliënten die onder toezicht staan. Deze enkelband controleert 24 uur per dag via de transpiratie of de drager alcohol heeft gedronken. Omdat het controlemiddel nog niet is opgenomen in de wet, kan de alcoholmeter voorlopig alleen nog op vrijwillige basis worden gedragen. Minister Grapperhaus van Justitie en veiligheid bereidt momenteel een wetswijziging voor waarmee de enkelband in de toekomst ook verplicht kan worden gesteld.

Resultaten pilot

Uit onderzoek in de pilotregio’s (Rotterdam en Oost-Nederland) blijkt dat 76% van alle cliënten die de alcoholmeter dragen niet drinkt tijdens het dragen van de band. Dit geldt voor zowel cliënten binnen een gedwongen als een vrijwillig kader. 52% van hen heeft ook drie maanden na het afdoen van de alcoholmeter nog steeds geen alcohol gedronken. Ook plegen cliënten die de alcoholmeter hebben gebruikt binnen een verplicht kader tijdens en na het dragen van de enkelband significant minder delicten dan de cliënten die gecontroleerd worden met urinecontroles.

Bron: Evaluatie Pilot Alcoholmeter 2018, Breuer & Intraval Onderzoek & Advies

 * De personen op de foto zijn niet de personen uit het interview