Gedragsinterventies van VR al in forensische verslavingskliniek ingezet

Gedragsinterventies zijn een belangrijk instrument voor de verslavingsreclassering van Novadic-Kentron om het risico op recidive te verkleinen. Wanneer een rechter de door onze reclasseringsmedewerkers geadviseerde gedragsinterventies overneemt in een vonnis, is de cliënt verplicht om hieraan deel te nemen (justitiële interventie). Een justitiële interventie richt zich op het verbeteren van onder meer de kennis, vaardigheden en attitudes van de delinquent. Het doel van deze interventie? Beter functioneren in de maatschappij en het risico op recidive verkleinen. Denk bijvoorbeeld aan een leefstijltraining gericht op verslavingsgedrag of een training over alcohol en geweld.

Vroeger gaven we deze interventies meestal ambulant. Tegenwoordig bieden we de interventies al aan tijdens het verblijf in de forensische verslavingskliniek of de Penitentiaire Inrichting in Vught. Want hoe eerder mensen met hun herstel aan de slag gaan, hoe beter. Als iemand na de detox stabieler is en met therapie begint, wordt de gedragsinterventie ingepast in het behandelschema. Hierdoor kan de cliënt direct aan de slag met meerdere aspecten van de problemen. Nadat de cliënt ontslagen wordt uit de kliniek of PI, pakken we de interventies verder ambulant op.

Meer weten?

Lees hier meer over de forensische verslavingszorg en verslavingsreclassering van Novadic-Kentron

Wil je meer over weten over de gedragsinterventies van verslavingsreclassering? Neem dan contact op met coördinator Marill Muyres via m.muyres@svg.reclassering.nl.

Cliëntportaal zorgt voor meer grip op eigen zorgtraject

Deze zomer zet Novadic-Kentron weer een mooie stap in de eHealth-ontwikkelingen en groeien we samen mét de cliënt in de zelfregie ván de cliënt. Vanaf 14 juli hebben cliënten van Novadic-Kentron namelijk de mogelijkheid om via het digitale cliëntportaal altijd en overal hun eigen zorgdossier in te zien.

In het cliëntportaal kan de cliënt alles terugvinden over zijn behandeling bij Novadic-Kentron. Zo kan de cliënt hier bijvoorbeeld:

  • zijn behandelplan inzien;
  • vragenlijsten invullen;
  • correspondentie bekijken;
  • medicatiegegevens en -afspraken inzien;
  • persoonsgegevens aanpassen en inzien.

Online behandeling

Het cliëntportaal is bereikbaar via de online behandelomgeving van Novadic-Kentron op het platform Minddistrict. In deze behandelomgeving kunnen cliënten aan de hand van modules zelf werken aan hun herstel, waar en wanneer ze willen. Er zijn modules speciaal gericht op de verslavingsbehandeling, maar ook modules die helpen bij bijkomende problemen als moeite met (in)slapen, sombere stemming, enzovoorts.

Lees hier meer over online behandeling bij NK

Meer zelfregie biedt meer houvast

Door cliënten inzicht in het zorgdossier te bieden op dezelfde plek als waar ze ook aan gedragsverandering werken, geven we ze meer grip op hun eigen zorgtraject. Meer zelfregie biedt meer houvast en kan leiden tot een sneller en beter herstel.

Voorwoord: moed

Als er één woord is dat het afgelopen voorjaar beschrijft, dan is het wel ‘onzekerheid’. We gingen vol hoop het nieuwe jaar in. De vaccinaties waren gestart en we konden weer langzaam gaan dromen over een leven ná corona. Inmiddels zijn we al een heel kwartaal verder. Een kwartaal waarin berichten over tegenvallende productie van vaccins, bijwerkingen en nieuwe varianten van het virus elkaar opvolgden. De ene dag was het goed nieuws (het vaccin werkt tóch goed tegen die en die variant!), de volgende dag slecht (we zetten de vaccinaties opnieuw stop om de bijwerkingen te onderzoeken). Zo vlogen we heen en weer van optimisme naar teleurstelling en andersom. En alsof het weer dit aanvoelde, was het ook op dat gebied een bizar voorjaar. Waarin we letterlijk in het ene weekend konden schaatsen, en het volgende weekend buiten konden picknicken. Zelfs de regering van ons land begaf zich op glad ijs, of zakte erdoorheen, of…

Mensen hebben een wonderbaarlijk aanpassingsvermogen. Dat is vorig jaar wel gebleken, ook binnen NK. Letterlijk binnen een paar weken na de start van de lockdown konden medewerkers online vergaderen en online hulp verlenen. Ook werden andere creatieve oplossingen bedacht om veilig te kunnen behandelen. Onze cliënten hadden het niet makkelijk – zeker niet als je in de kliniek zit en geen bezoek mag ontvangen – maar waardeerden de enorme inzet van behandelaars. Schouders eronder en doorgaan en over een paar maanden, in de zomer, na de zomer, volgend jaar wordt het beter! Maar het is nog niet beter, we lijken soms net zoveel stappen voor- als achteruit te zetten. Dus waar moet je je nu aan aanpassen? Waar moet je je op instellen? Als je keer op keer op keer op keer een andere koers in moet slaan, is de rek er dan op een gegeven moment niet uit?

Toch heet dit voorwoord niet ‘onzekerheid’ maar ‘moed’. Want wat is moed? Moed is niet: je onbevreesd en zonder twijfel over de goede afloop in het gevaar storten. Moed is juist: ondanks alle angst en onzekerheid stappen voorwaarts zetten. Moed is aan jezelf en je omgeving toegeven dat je een probleem met alcohol of drugs hebt, moed is hulp zoeken, ook al weet je helemaal niet in hoeverre je kunt herstellen en hoe moeilijk dat zal zijn. Moed is cliënten thuis bezoeken omdat die dat heel hard nodig hebben, wetend dat je daarmee jezelf ook meer blootstelt aan mogelijke besmetting. Moed is elke dag naar beste vermogen je werk doen en positief blijven, je kinderen blijven voorhouden dat het ‘natúúúúrlijk goed komt!’ ook al ben je vanbinnen net zo bang als zij.

Het pad naar herstel van onze cliënten is meestal geen rechte lijn, maar wordt vaak gekenmerkt door tegenslagen en terugval. Dat geldt ook voor het herstel van de coronacrisis. Juist op de momenten dat alles onzeker en angstig is, moet je je moed verzamelen. En moed verzamelen, dat gaat het beste samen. We hebben allemaal momenten dat onze moed ons even in de steek laat, maar samen hebben we genoeg! Dus help elkaar. Houd moed!

Gamende jongeren en hun appende ouders: “Welk voorbeeld geef jij jouw kind als jouw telefoon altijd voorrang krijgt?”

Dat jongeren fors meer zijn gaan gamen tijdens de coronacrisis is niet zo gek. In tijden waarin hobby’s en sociale contacten tot een minimum zijn beperkt, is gamen de ideale bezigheid: het is spannend, interactief en (vaak) sociaal. Je kunt voor even ontsnappen aan de verveling en de problemen en beperkingen van het ‘echte’ leven in coronatijd. Maar wat zijn op lange termijn de gevolgen van deze toename in scherm- en gametijd? Leidt meer gamen ook tot meer verslaving? En wat is de rol van ouders in deze kwestie? We vroegen het de experts! 

Floris Brocaar, preventiewerker bij Novadic-Kentron, bevestigt dat de schermtijd van jongeren tijdens de coronacrisis flink is opgelopen. “Ik spreek veel ouders die zich zorgen maken over de schermtijd van hun kinderen. Heel verrassend is dat natuurlijk niet. Gamen is in coronatijd een aantrekkelijke tijdsbesteding voor jongeren. Het biedt spanning en interactie, en het is bovendien heel laagdrempelig. En het heeft ook voordelen: in veel games ben je samen met je vrienden online bezig, en kun je ook nuttige vaardigheden ontwikkelen, zoals samenwerken en communiceren.”

Voor jongeren die het mentaal zwaar hebben, bijvoorbeeld doordat ze zich in coronatijd erg geïsoleerd voelen of het thuis moeilijk hebben, is gamen ook een ideale uitweg. Maar dan brengt het gamen wel meer risico met zich mee. Floris: “Tijdens het gamen valt de last tijdelijk van hen af. Ze zijn met iets bezig waar ze zich goed door voelen en die ‘happy’ tijd ervaren ze alleen tijdens het spelen. Het gevaar is dat gamen de problemen natuurlijk niet oplost. En je hersenen kunnen ook overprikkeld raken door het gamen, waardoor je daarna juist meer onrust en spanning kunt voelen.”

Spanning en avontuur

Of de toename in gametijd tijdens de coronacrisis ook zal leiden tot meer verslaving, betwijfelt Floris. “Wanneer de maatregelen teruggedrongen worden en jongeren het ‘normale’ leven weer op kunnen pakken, zullen de meesten hun gametijd gemakkelijk kunnen afbouwen. Ze zijn blij dat ze weer naar school of de sportschool kunnen en met vrienden kunnen afspreken.” Bij kwetsbare jongeren kan het echter wel tot verslavingsproblemen leiden. “Wees daarom altijd alert,” zegt Floris. “Maak het gedrag bespreekbaar en verdiep je in het gamegedrag van je kind. Wat speelt je kind bijvoorbeeld voor spellen en is hij er goed in? Vindt hij competitie leuk, zoekt hij spanning en avontuur, speelt hij graag vanwege het online sociale contact of speelt hij om andere problemen te vermijden? Gamen wordt vaak gezien als een eenzame hobby, maar veel gamers bouwen ook echt vriendschappen op tijdens het gamen!”

Bij elk piepje kijken

We zien overigens niet alleen bij kinderen en jongeren een toename in schermtijd, maar ook bij volwassenen. Floris: “Nu we door corona veel thuiswerken, zitten mensen urenlang achter de laptop en stappen ze van de ene online meeting in de andere. We vinden dat onze kinderen te veel op de computer of hun telefoon bezig zijn, maar hoeveel schermtijd hebben ouders zelf? Als ze dat gaan optellen, schrikken ze er soms zelf van. Niet alleen tijdens het werk, maar ook ’s avonds zitten de meeste mensen nog veel op hun telefoon te kijken. Wat leer je jouw kind als je bij elk piepje meteen naar je telefoon kijkt, hem op tafel laat liggen tijdens andere activiteiten en een appje of mailtje altijd voorrang geeft boven het gesprek of de klus waar je mee bezig was? Wees je bewust van de voorbeeldrol die je hebt en zorg zelf ook voor een goede balans tussen online en offline. Neem regelmatig pauzes en bespreek met je kind waarom dat belangrijk is. En focus niet teveel op de gametijd, maar bespreek met name het gedrag dat daaruit voortkomt en wat voor effect dat heeft op jou en andere gezinsleden. En ten slotte, probeer het gamen ook niet automatisch te zien als probleem. Gamen kan ook gewoon een ontspannende en fijne activiteit zijn, net als appen, Netflixen of social media dat voor jou is.”

Verwaarlozing

Als er balans is, is er dus geen reden tot zorg. Maar wanneer wordt gamen wél problematisch? Laura De Fuentes, senior wetenschappelijk medewerker bij Novadic-Kentron: “Wanneer iemand echt niet meer kan stoppen met gamen en dus de controle kwijt is over zijn gedrag, is dat een duidelijk signaal van verslaving. We zien dat het gamegedrag dan negatieve consequenties heeft voor belangrijke aspecten in het leven. De jongere besteedt geen tijd meer aan school, verschijnt niet of te laat op zijn werk en onderhoudt geen sociale contacten meer in de echte wereld. Vaak is ook het slaap- en waakritme helemaal uit balans en verwaarloost hij of zij hygiëne en voeding.”

Een gameverslaving kan heel intens zijn. Karin Nouwens is behandelaar bij Nieuwe Kansen Jeugd (de jongerenafdeling van NK) en ziet regelmatig jongeren met gameverslaving: “Het is heftig om te zien hoe moeilijk het kan zijn voor iemand met een gameverslaving om los te komen van het beeldscherm. Zo hebben we regelmatig jongeren in behandeling die élke beschikbare seconde meteen gaan gamen. Zelfs als ze al voor hun probleem naar een hulpverlener zijn gestapt en die bijvoorbeeld even met de ouders in gesprek is.”

Belonen met een luxe gaming headset

Bij Novadic-Kentron behandelen we gameverslaving volgens een speciaal door ons ontwikkeld gameprotocol in combinatie met ACRA (Adolescent Community Reinforcement Approach). Karin: “Dat betekent onder andere dat we samen met de jongere op zoek gaan naar andere plezierige activiteiten en de functie van het gamen onderzoeken. We betrekken de ouders hierbij en ondersteunen hen bij het begrenzen van het gamegedrag. Vaak zien we dat ouders de gameverslaving van hun kind onbewust faciliteren. Aan de ene kant proberen ze het gamen te begrenzen, maar vervolgens belonen ze goed gedrag met een dure aankoop in een spel of een luxe gaming headset. Dat geeft het verkeerde signaal. We leren ook de ouders wat de verslaving inhoudt en hoe ze hier beter mee om kunnen gaan.”

Helemaal niet achter de computer of op je telefoon bezig zijn, dat is in deze maatschappij niet haalbaar. Daarom richten we ons in de behandeling op gecontroleerd gebruik van beeldschermen en meer balans tussen gamen en andere activiteiten in het leven. Uiteindelijk gaat het om de juiste balans. Beeldschermen moeten in dienst staan van jouw leven, en niet andersom!

Maak jij je wel eens zorgen om het gamegedrag van je kind en wil je hier graag met anderen over spreken, meld je dan aan voor onze Facebookgroep ‘Mijn kind en gamen’.

 

“Je moet onbevreesd doorvragen”: het aanpakken van stress bij mensen met autisme én een verslaving

“Ik las gisteren aan een cliënt voor uit eigen werk, en toen barstte hij ineens in huilen uit.” Het eigen werk waar NK-psycholoog Johan van Zanten naar verwijst, is het boek dat hij en zijn collega Marc Bosma hebben geschreven over verslaving en autisme. Het betreffende stukje ging over de kenmerken van mensen met autisme die middelen gebruiken. Dat dit juist de mensen zijn die ondanks hun autisme uit alle macht blijven proberen zo goed mogelijk mee te doen:

“Juist deze laatste groep mensen met autisme lijkt vaker middelen te gebruiken zoals cannabis en alcohol om op die manier problemen te verminderen. Ze trekken zich niet terug, maar gaan juist uitdagingen aan (werk, relaties, vriendschappen, hobby’s). Deze mensen zijn dus sterk en volhardend op zoek naar allerlei mogelijkheden om hun eigen beperkingen te overwinnen. Dat kost hun veel energie: ze worden voortdurend geconfronteerd met hun beperkingen en daarnaast ervaren ze hierdoor ook nog eens extra onvoorspelbaarheid en prikkels. Ze kunnen dan naar middelen grijpen en ongewild een verslavingsprobleem ontwikkelen.” 

Johan: “Dit was voor mijn cliënt pijnlijk herkenbaar – dit is wat ik ben, zei hij – en tegelijk was hij enorm opgelucht dat iemand het eindelijk begreep. Hoeveel moeite en stress het kost om met autisme te functioneren in een maatschappij die daar niet op is ingericht.”

Vechters en doorzetters

Marc: “Dit zijn de vechters, de doorzetters. Die hun hele leven hebben geprobeerd hun beperkingen te camoufleren. Het is een overlevingsmechanisme. Als ze dan gaan drinken of gebruiken, kunnen ze ervaren dat het allemaal nét wat makkelijker lijkt te gaan. Lijkt – want het gebruik leidt juist tot nieuwe problemen en uiteindelijk tot méér stress. Een verslaving gooit je leven overhoop, zorgt voor minder structuur en controle. Bij mensen met autisme zijn controle en structuur meestal juist essentieel om te kunnen functioneren. Ze moeten bijvoorbeeld bewust nadenken over het onderhouden van sociale contacten. Als ze onder invloed zijn, voelt het wel alsof ze met minder moeite bewegen in het sociale verkeer, maar hun gedrag wordt juist vreemder en ongepaster.”

Improviseren is geen optie

Structuur in je leven betekent ook: op tijd eten en genoeg slapen, op je gezondheid letten, je werk naar behoren doen. Als iemand met autisme structuur en controle kwijtraakt door middelengebruik, kan hij of zij meestal niet improviseren om toch overeind te blijven. Problemen nemen dan snel toe. Marc: “Stress kan leiden tot verslaving, maar verslaving leidt alleen maar tot meer stress. Om hieruit te komen, moet de verslaving worden aangepakt, maar moet ook worden gekeken naar andere manieren om met die stress om te gaan.”

Autistische burn-out

Johan: “Als je die stress niet aanpakt, kun je zelfs een burn-out ontwikkelen. Mensen met autisme voelen vaak niet goed hoe de stress zich geleidelijk opbouwt. Dat blijft dan maar stapelen, stapelen, stapelen tot ze niks meer kunnen. Dit wordt ook wel een autistische burn-out genoemd: mensen raken chronisch uitgeput nadat ze zich jarenlang op alle fronten hebben ingespannen om te functioneren als iemand zonder autisme.”

Marc: “Cliënten die delen van ons boek gelezen hebben, waren soms verbaasd. ‘Ik wist niet dat ik zoveel stress had, maar ik herken alles wat ik hier lees!’”

Niks aan de hand?

Johan: “En als ze dan voelen dat het écht niet goed gaat, kunnen ze vaak slecht aan anderen vertellen of laten zien hoe ze dingen ervaren. Als iemand dan vraagt hoe het gaat, komen ze niet verder dan ‘het gaat wel goed’, ze vallen dan terug op het meest eenvoudige protocol voor sociaal gedrag dat er is.”

Marc: “Of ze vertellen het wel, maar worden niet gehoord in hun hulpvraag. Ze zeggen dat ze het helemaal niet meer zien zitten, niet weten hoe ze nog door moeten gaan, maar ogenschijnlijk zonder enige emotie. Omdat de hulpverleners geen emoties zien en geen spanning ervaren bij de cliënt, onderschatten ze de ernst van de klachten. Maar je mag bij mensen met autisme nooit dingen aannemen of interpreteren vanuit je eigen kader. Je moet bij deze groep onbevreesd doorvragen.”

Oprecht nieuwsgierig zijn

Johan: “Hulpverleners zijn soms bang om het verkeerde te zeggen bij mensen met autisme. Maar uiteindelijk gaat het vooral om vrágen stellen. Jezelf zijn, authentiek en open, oprecht nieuwsgierig zijn, echt willen wéten hoe het bij iemand werkt. Dan creëer je een speelveld waarin je samen gaat puzzelen. Hoe kun je stress op een andere manier aanpakken? Vanuit die vrije en open verkenning werk je dan samen aan het opbouwen van een nieuwe structuur. Die structuur is heel belangrijk, juist omdat mensen met autisme anders soms heel belangrijke dingen vergeten. Zo heb ik een cliënt die door haar enorme focus op haar interesses vergeet om water te drinken. Die zet nu bijvoorbeeld een glas neer in de badkamer; als ze dan haar tanden gaat poetsen, ziet ze dat glas en dan drinkt ze water. Je moet voor iedereen individueel kijken wat werkt.”

Keuzes maken

Marc: “Het is belangrijk om nieuwe vaste gewoontes te ontwikkelen. Op basis van wat iemand belangrijk vindt, zodat hij of zij niet aan alles mee hoeft te doen, maar keuzes kan maken. Bijvoorbeeld niet naar familiefeesten gaan, maar wel naar netwerkactiviteiten op het werk. Of andersom, afhankelijk van je waarden en doelen. Je leven zo inrichten dat je minder stress van je autisme ervaart en jezelf kunt zijn, zónder gebruik van middelen.”

Het boek “Grip: aan de slag met verslaving en stress bij autisme” van Marc Bosma en Johan van Zanten komt in de zomer van 2021 uit bij uitgeverij Hogrefe. Het boek biedt inzicht en handvatten aan mensen die autisme hebben en hun stress en gebruik aan willen pakken, maar ook aan hulpverleners en andere mensen in hun omgeving die hen hierbij willen ondersteunen. Volg ons op LinkedIn om op de hoogte te blijven!

“Corona lijkt hier niet te bestaan”: het leven in de Bossche dag- en nachtopvang ten tijde van corona

Voor de cliënten in de dag- en nachtopvang in Den Bosch bestaat corona niet of nauwelijks. Ze zijn eigenlijk maar met één ding bezig en dat is: gebruiken. In die wereld is geen ruimte voor corona. Natuurlijk zijn er volop maatregelen genomen in de opvang en draagt iedereen verplicht een mondkapje. Maar als je even niet oplet, zit dat mondkapje zo weer op het voorhoofd. Toch is er in al die tijd geen enkele cliënt in de opvang besmet geraakt met corona en dat is opvallend. We praten met teamleiders Emmy Bouwmans en Sanne Jennen en met ervaringsdeskundig begeleider Corryne Dijsselbloem over het leven in de Bossche dag- en nachtopvang ten tijde van corona.

“De meeste cliënten in onze opvang houden zich totaal niet bezig met corona,” begint Corryne te vertellen. “Corona lijkt hier niet te bestaan. Soms ben ik me daar pas weer van bewust als ik naar buiten loop om naar huis te gaan. Dan zie ik de lege straten en denk ik: oh ja. Natuurlijk hebben we in de opvang veel aangepast en de nodige maatregelen genomen, maar het is soms best lastig om cliënten zich aan de regels te laten houden. Ze hebben geen of weinig besef van de risico’s. Ze dragen een mondkapje omdat het van mij moet, maar zelf maken ze zich er echt niet druk om.”

Zijn wie je bent, mét verslaving

De mensen die gebruikmaken van de dag- en nachtopvang kampen met zware psychiatrische problemen en jarenlange verslaving. Omdat ze niet in staat zijn om op zichzelf te wonen en ze niet passen in de bestaande woonvoorzieningen of andere vormen van 24-uurszorg, kwamen ze – mede door de ambulantisering van de zorg – op straat terecht. De meesten van hen komen al lang en zeer regelmatig in de opvang aan de Oranje Nassaulaan. Slechts een enkeling komt maar af en toe.

Emmy: “Dit is de enige plek waar ze terecht kunnen en waar ze mogen zijn wie ze zijn, mét hun verslaving.” In de opvang is het gebruik van middelen toegestaan. Wie binnenkomt geeft zijn of haar middelen aan de beveiliger af en krijgt die na controle terug om vervolgens onder toeziend oog van een medewerker te kunnen gebruiken. Ook worden in het kader van harm reduction hulpmiddelen aangeboden om besmetting te voorkomen, zoals schone naalden en injectiespuiten.

De deur open voor iedereen

Sanne: “Toen corona vorig jaar steeds meer om zich heen greep, werden landelijk alle instanties opgeroepen om de opvang van de dak- en thuislozen samen goed te waarborgen. ‘Zet de deur open voor iedereen,’ luidde de opdracht. Ook mensen die normaal gesproken niet in de opvang mogen verblijven omdat ze bijvoorbeeld geen verblijfsvergunning hebben, konden hier nu wel terecht.”

Pittige momenten

Corryne: “We waren blij dat we onze deuren mochten openen voor iedereen, maar het zorgde wel voor extra drukte in de opvang. Soms leidde dat tot heel gezellige avonden, maar vaak ook tot onrust.”

“Die onrust werd niet alleen veroorzaakt door de drukte in de opvang, maar had ook te maken met de andere coronamaatregelen,” zegt Emmy. “Toen de grenzen dicht waren, was het lastig om drugs te importeren of exporteren. Dat maakte de drugs duurder en minder beschikbaar. Daarnaast gingen dagbestedingen niet of slechts in beperkte mate door, waardoor cliënten niets te doen hadden.”

Corryne: “Op die pittige momenten heb je je collega’s heel hard nodig en moet je er echt als een team staan. Dat heeft corona wel voor ons gedaan: het bracht ons dichter bij elkaar. Hoe druk het ook was, samen konden we het aan.”

Mondkapjes op het voorhoofd

Opvallend is dat er in de hele coronatijd tot nu toe geen enkele cliënt in de dag- en nachtopvang besmet is geraakt met corona. “En dat terwijl ze hier soms bovenop elkaar zitten en de mondkapjes op het voorhoofd zetten,” zegt Corryne. De opvang werkt intensief samen met de GGD om corona buiten de deur te houden. Emmy: “Bij binnenkomst wordt bij iedereen de temperatuur opgemeten, cliënten en medewerkers moeten verplicht een mondkapje dragen, er zijn looproutes aangegeven, de bedden zijn meer verspreid over de locatie en het personeel draagt beschermingsmiddelen. Het enige dat niet lukt, is de anderhalve meter afstand bewaren. Zeker niet tijdens topdrukte.”

Ook in andere steden lijkt het aantal besmettingen onder daklozen mee te vallen (zie onder meer de rapportage van de Nederlandse Straatdokters Groep en Radboudumc), terwijl juist werd gevreesd dat deze kwetsbare groep extra hard getroffen zou worden. De snel ingevoerde maatregelen spelen hierbij waarschijnlijk een rol, maar er wordt ook wel geopperd dat het veel buiten en in beweging zijn wellicht een zekere bescherming biedt tegen het ontwikkelen van een (ernstige) corona-infectie.

Rustiger op straat

Terwijl de gemoederen in de opvang soms hoog oplopen, neemt de onrust op straat juist af. Sanne: “We ontvangen de laatste tijd minder meldingen van overlast. Dat heeft denk ik te maken met meer politietoezicht op straat en de inzet van een extra beveiliger. Daarnaast hebben we het sanctiebeleid in onze opvang aangescherpt en proberen we mensen ook op een positieve manier te stimuleren om zich rustig te houden. Dat doen we door doorstroommogelijkheden te laten zien. Het vooruitzicht op een eigen plek is een belangrijke stimulans voor cliënten om zich aan de regels te houden en soms zelfs iets minder te gebruiken.”

Sommige cliënten hebben zich echter berust in hun lot en willen helemaal niet doorstromen. Emmy: “Wanneer alcohol en drugs zo allesbepalend zijn in je leven, is het ongelooflijk moeilijk om daaruit te stappen. Zeker wanneer je niks meer hebt. Ik snap dat sommige mensen bewust voor dit leven kiezen. En ik heb groot respect voor diegenen die het wél lukt om hier uit te komen.”