F-ACT into the Future

Op donderdag 22 september vindt in het Parktheater in Eindhoven het jaarlijkse F-ACT-congres plaats. Deze keer wordt dit congres georganiseerd door Novadic-Kentron en GGzE. Wij nemen je mee op reis naar ’the future‚’ op naar 2020! Dat doen we met een bijzondere en eigentijdse happening: een ‘congrestival‚’.

De wereld om ons heen verandert razendsnel. Woorden als co-creatie en talentontwikkeling zijn in 2020 niet meer weg te denken en tegen die tijd spreken we ook vast niet meer van behandeling en zorginstelling, maar van talentontwikkeling en ontwikkelomgeving. Al die veranderingen hebben ook invloed op F-ACT.

Tijdens ‘F-ACT into the Future‚’ staan we hier uitgebreid bij stil. Dit congrestival is niet bedoeld om uit te leggen hoe het moet of gaat lopen: bezoekers en sprekers moeten elkaar inspireren en motiveren. Elke deelnemer komt met een koffer vol ervaringen en ideeën en gaat met een koffer vol inspiratie weer naar huis.

Ben je geïnspireerd, ben je benieuwd naar ’the future‚’ en wil je je ervaringen en ideeën daarover delen? Schrijf je dan snel in voor F-ACT into the Future!

Publiek op de banken voor Who cares editie 3

Maandag 25 april organiseerde de stichting Vrienden van Novadic-Kentron, in samenwerking met het Koning Willem 1 College Den Bosch en de Will Hawkins Foundation, voor de derde keer ‘Who cares?‚’: een muzikale theateravond rond het thema gebruik, misbruik en verslaving bij jongeren, voor iedereen die dit thema een zorg is. De 150 bezoekers kregen een zeer gevarieerd en indrukwekkend programma voorgeschoteld, gepresenteerd door spreekstalmeester Charles Dorpmans. De avond werd geopend met poëtische Nederpop van de band Lichte Dichter.

Daarna was er veel aandacht voor persoonlijke verhalen, zoals dat van Diana van Kleij, een moeder die haar zoon verloren heeft door xtc-gebruik. Ook werden de persoonlijke verhalen vervat in muziek. Zo was er rapmuziek door Ruurd en Michael (gitaar) van het dagbestedingsproject en muziekstudio Soundlust, raps van Gert, Rico en Sho van onze jeugdkliniek Kentra24 en twee nummers van onze vaste muzikanten van de Will Hawkins Foundation: Wim en Annelie. Ook was er een optreden van de Bossche vertelkunstenaar Raymond Uppelschoten, die indringend verhaalde over zijn persoonlijke verslavingsgeschiedenis.

De avond werd afgesloten met een try-out van het educatieve theatergezelschap Helder theater. Zij speelden op herkenbare wijze hoe een jonge tiener in de wereld van de drugs belandt.

LSOVD biedt steun aan naasten in samenwerking met Novadic-Kentron

De LSOVD (Landelijke stichting voor ouders en verwanten van drugsgebruikers) biedt al sinds de jaren tachtig steun aan naasten. De vrijwilligers van de LSOVD zijn allen ervaringsdeskundig en therapeutisch geschoold om verantwoord begeleiding te kunnen bieden. De LSOVD biedt landelijk een telefonische hulpdienst en organiseert in Brabant en Nijmegen gespreksgroepen voor naasten. Doordat veel hulp aan naasten niet meer wordt vergoed en Novadic-Kentron hier dus noodgedwongen minder in kan doen dan gewenst, is het bijzonder prettig dat behandelaars van Novadic-Kentron naasten kunnen doorsturen naar de hulp van de LSOVD. Omdat de LSOVD bij zowel behandelaars en naasten zelf echter nog onvoldoende bekend is, gaan Novadic-Kentron en de LSOVD intensiever samenwerken.

Novadic-Kentron biedt in verschillende steden bijeenkomsten voor naasten van cliënten aan: door deelname van vrijwilligers van de LSOVD aan deze bijeenkomsten, willen we deze bijeenkomsten inhoudelijk uitbreiden, maar ook willen we voor naasten de drempel verlagen om zich bij de LSOVD te melden voor steun en advies. Deze samenwerking zal starten in september. Wilt u als naaste informatie over deze bijeenkomsten? Neem contact met ons op.

Wachttijden ingekort: de Treeknorm voorbij

Novadic-Kentron had de afgelopen jaren vaak wachttijden die de Treeknorm (de tussen zorgbieders en verzekeraars afgesproken maximale wachttijd die instellingen verplicht op hun website moeten publiceren) overschreden. Dit probleem is met succes aangepakt. Inmiddels blijft onze organisatie wat betreft de maximale wachttijd voor een eerste gesprek ruim onder de Treeknorm van 4,8 weken. De gemiddelde wachttijd over alle locaties is 1,6 weken. Ook de wachttijd voor de start van de behandeling na het eerste gesprek blijft onder de norm: de norm is 3,9 weken, onze gemiddelde wachttijd is 3,4 weken.

Teamleider Advies & Inschrijving Anoek van de Biggelaar, die met haar mensen verantwoordelijk is voor het eerste contact, is blij met deze cijfers. Ze wijt deze aan de invoering van zorgpaden en een andere manier van intaken. Maar ze voegt er meteen aan toe dat we er nog niet zijn: “We willen meer bereiken. Er zijn nog te veel verschillen tussen afdelingen. Op sommige plekken zitten we voor de start van de behandeling nog boven de Treeknorm.” Daarnaast spelen seizoensinvloeden volgens Anoek een rol, waardoor de cijfers per maand kunnen verschillen. “De huidige cijfers worden daar wellicht ook gunstig door beïnvloed.”

Nog ambitieuzer is Bernier van Hoof, regiomanager Noordoost. Samen met zijn collega-managers uit de andere regio‚’s en de teamleiders legt hij de lat hoog. Bernier: “Per 1 september een maximale wachttijd van 5 dagen voor zowel eerste contact als start behandeling. Dat is geen streven, maar een belofte. Dat zal geen makkelijke klus worden, maar als alle neuzen dezelfde kant op staan en wij onze hulpverleners tijdig van actuele stuurinformatie voorzien, moet dat lukken.” Wordt vervolg dus!

Bekijk hier de actuele wachttijden

 

Inspectie voor de Gezondheidszorg lovend over de SVP-CN

In november 2015 heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg onderzoek gedaan naar de organisatie van de GGZ in Caribisch Nederland (de zogenaamde BES-eilanden Bonaire, Saba en Sint Eustatius). De SVP-CN, een aan Novadic-Kentron verbonden onderneming, neemt daar het merendeel van de geestelijke gezondheidszorg voor haar rekening. Het doel van het onderzoek was de GGZ binnen Caribisch Nederland in kaart te brengen en te toetsen op kwaliteit, toegankelijkheid en patiëntveiligheid.

In het rapport dat maart 2016 verscheen, beschrijft de Inspectie successen, conclusies en handhavingsmaatregelen. De Inspectie stelt in dat rapport: “De inspectie is van mening dat aan de inwoners van Caribisch Nederland in de meerderheid van de gevallen op verantwoorde wijze geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg wordt verleend. Op sommige punten kan de zorg in Nederland zelfs een voorbeeld nemen aan de GGZ in Caribisch Nederland. Voorbeeld hiervan is de ver doorgevoerde ambulantisering van de GGZ-zorg. De hieraan ten grondslag liggende werkwijze, samen met de zeer beperkte mogelijkheden voor klinische zorg, maken dat creatief en flexibel wordt ingespeeld op de problematiek van de patiënt.”

Verbeterpunten

Naast deze lovende woorden ziet de Inspectie op een aantal onderdelen ruimte voor verbeteringen. Genoemd werden onder andere de klachtenregeling, de uitwisseling van data met huisartsen en ziekenhuizen en afstemming met de apotheken over medicijnveiligheid. De SVP-CN was bij het verschijnen van het rapport al met een aantal van de genoemde punten aan de slag. De overige punten worden in 2016 verder opgepakt en benut voor kwaliteitsverbetering.

Hostel Den Bosch: twee jaar later

Het hostel aan de Van Broeckhovenlaan in Den Bosch is inmiddels twee jaar in bedrijf en draait uitstekend. De hele periode heeft de woonvoorziening voor dak- en thuislozen met verslavings- en psychiatrische problematiek een volle bezetting van dertig bewoners gehad. De vooraf door de buurt verwachte problemen zijn uitgebleven, blijkt uit een eind 2015 gehouden meting. Samen met de collega‚’s van Reinier van Arkel begeleiden onze medewerkers de bewoners. Ze proberen samen met hen hun leven weer op de rit te krijgen, zodat bewoners door kunnen stromen naar andere woonvoorzieningen. Emmy Bouwmans, teamleider van het hostel, kijkt dan ook met gepaste trots terug op de afgelopen twee jaar: “Het waren tropenjaren. Binnen een nieuwe voorziening aan de slag met een zware doelgroep, en dat midden in een woonwijk. Dat we die klus zo goed voor elkaar hebben gekregen, is een groot compliment aan onze mensen.”

Geen toename van overlast

Regelmatig onderzoekt bureau Dimensus op verzoek van de gemeente hoe omwonenden de leefbaarheid waarderen. Na een 0-meting (2013) en een 1-meting (2014), is eind 2015 een 2-meting uitgevoerd. Bewoners waarderen de woonomgeving (7,4) en de leefbaarheid (7,4) met een ruime voldoende. Deze cijfers zijn gelijk aan 2014 en iets hoger dan 2013. Slechts 10 tot 15% van de omwonenden vindt dat het hostel heeft geleid tot een toename van de overlast. Tijdens de 0-meting, toen het hostel er nog niet was, ging 50-60% van de bewoners nog uit van een toename van de overlast door verslaafden en dealers.

Incidentenoverleg

Sinds de opening van het hostel is er een incidentenoverleg, waar klachten over overlast worden besproken met onder meer politie en stadstoezicht. De afwikkeling van deze incidenten wordt gerapporteerd aan de beheergroep, waaraan ook omwonenden deelnemen. Emmy: “De acceptatie in de buurt is redelijk goed. Er zijn wel eens klachten, maar die pakken we direct en kordaat op. We moeten wel alert blijven; een goede relatie met de buurt is van groot belang.”

Doorstroming

Bij de start van het hostel werd er nog van uitgegaan dat de bewoners permanent in de woonvoorziening zouden blijven wonen. Inmiddels is de beleidslijn dat ook of daarnaast ingezet wordt op doorstroming naar andere woonvormen. Emmy: “Een groot deel van de bewoners gaat goed vooruit, hun leven is veel stabieler geworden. Op dit moment zijn er vijf kandidaten om door te stromen en gaat er één naar een woning van Zayaz. We zijn dan ook volop in gesprek met diverse partners om passende woonalternatieven te realiseren, zoals bijvoorbeeld aanleunwoningen.”

Een eigen sleutel

De bewoner die op het punt staat door te stromen, is Ohran (54). Hij verbleef eerder bij de opvang aan de Oranje Nassaulaan, maar is drie maanden na de start aan de Van Broeckhovenlaan komen wonen. Ohran: “Ik was dolblij met een eigen appartement in het hostel. Je hebt iets voor jezelf, voelt je vrijer, hebt meer privacy en een eigen sleutel. Dat had ik lang niet gehad.” Ohran voelt zich thuis in het hostel. Met zijn medebewoners en buren gaat hij om als ieder mens: hij zegt vriendelijk goedendag, laat iedereen zijn gang gaan en zorgt ervoor dat hij zelf geen aanleiding geeft tot opmerkingen. En ook over de begeleiding is Ohran goed te spreken: “Ik kan altijd bij hen terecht als ik ergens mee zit. Ook dat geeft een gerust gevoel.”

Bezige bij

Ohran is geen stilzitter. Dat had hij al aan de Oranje Nassaulaan, waar hij bijvoorbeeld kookte voor de andere cliënten: “Hier in het hostel is gelukkig ook altijd wat te doen. Rondom het hostel is een grote tuin en veel groen. Dat komt mij goed van pas. Ik vind het heerlijk om in de tuin te werken. Het zorgt voor de nodige ontspanning en geeft me het gevoel nuttig te zijn.” Hij wil ook zeker de tuin blijven bijhouden als hij naar zijn nieuwe woning verhuist.

Afkicken

Ohran denkt dat hij ook in zijn nieuwe woning, waar hij nog begeleiding krijgt van de medewerkers van het hostel, zijn draai zal vinden. Hij heeft nog een grote wens, maar weet niet of hij dat voor elkaar krijgt: stoppen met drugs. Ohran: “Ik ben vast van plan met die drugs te stoppen. Ik weet niet of dat gaat lukken, ik heb dat al vaker geprobeerd. Maar stiekem hoop ik dat die nieuwe woonsituatie helpt om die droom uit te laten komen. Het zou mooi zijn als mijn kleinkinderen me straks niet zien als hun verslaafde opa.”