PITD: “Jongeren ervaren dat wij echt iets voor hen willen én kunnen betekenen”

Erbij horen, plezier hebben, dingen uitproberen: voor de meeste jongeren belangrijke doelen in het leven. Experimenteren met drank en drugs kan daar deel van uitmaken, en gamen of actief zijn op social media is voor nog veel meer jongeren onmisbaar. Meestal heeft dat weinig negatieve gevolgen. Maar als de balans zoek is, of als jongeren hiermee negatieve emoties vermijden of verdoven, kan dit tot problemen leiden. Dan is het belangrijk dat die jongeren snel hulp krijgen. Dat kan met PITD. 

Dennis van Dun, PITD-medewerker bij de gemeente Meijerijstad

Dennis van Dun, PITD-medewerker

PITD staat voor Project Individuele Trajectbegeleiding Drugsgebruikers. Een hele mond vol, maar kortgezegd richten we ons met dit project op jongeren tussen de 12 en 25 jaar die door drugsgebruik of overmatig beeldschermgebruik in de problemen (dreigen te) komen.

Dennis van Dun, PITD-medewerker bij de gemeente Meierijstad: “De preventiewerkers of jeugdhulpverleners in een gemeente proberen jongeren met problematisch drugsgebruik of overmatig beeldschermgebruik zo snel mogelijk in beeld te krijgen en met hen in gesprek te gaan. Want hoe sneller dat gebeurt, hoe groter de kans dat we ernstige problemen kunnen voorkomen of deze succesvol kunnen behandelen. Als we contact gelegd hebben, proberen wij de jongeren te motiveren om hulp te accepteren. Én kunnen wij ook direct die hulp bieden. Alle PITD-medewerkers zijn namelijk als ambulant behandelaar verbonden aan Nieuwe Kansen Jeugd. Op het moment dat wij jongeren toeleiden naar zorg, vervullen we zelf de rol van verantwoordelijk behandelaar. Ze zien dus vanaf het begin steeds hetzelfde gezicht. Zo wordt de drempel om hulp te zoeken veel lager.”

Werken vanuit vertrouwen

Dennis: “Het mooiste aan het werk vind ik dat we veel tijd en ruimte krijgen om de jongeren te motiveren. Dit hebben we ook nodig, aangezien jongeren lang niet altijd staan te springen om met hulpverleners te praten. We proberen heel laagdrempelig contact te maken op een tijdstip en locatie waar de jongeren zich veilig voelen. Zo ervaren ze dat wij als hulpverleners echt iets voor hen willen én kunnen betekenen. Ze leren ons vertrouwen en vanuit die basis gaan we aan het werk om de jongeren te helpen met hun problemen.”

Problemen onder de radar

Ketenpartners vinden het vaak lastig om met onderwerpen als drugsgebruik of overmatig beeldschermgebruik om te gaan. Dennis: “Toen ik in Meierijstad begon als PITD-medewerker, vertelde een professional uit een andere organisatie me dat ze eigenlijk nooit jongeren tegenkwam met problematisch drugs- of beeldschermgebruik. Inmiddels heb ik met vrijwel alle medewerkers van deze organisatie aan casussen samengewerkt. De problemen zijn er dus wel degelijk. Maar zo lang je die niet bespreekbaar maakt, blijft er veel onder de radar en worden ze alleen maar groter.”

Verslaving op de kaart

“Ik vind het fijn dat ik als PITD-medewerker in de gemeente Meierijstad het onderwerp verslaving op de kaart kan zetten. Zo hoop ik iets te kunnen betekenen voor de jongeren die met verslaving worstelen, maar de stap naar hulpverlening nog niet kunnen of willen zetten. Geen enkele jongere zou in zijn eentje met problemen moeten blijven worstelen.”

Meer weten?

PITD wordt door Nieuwe Kansen Jeugd inmiddels in meerdere Brabantse gemeentes succesvol ingezet: in Geertruidenberg, Oss en Meierijstad. Wil je meer weten over PITD? Neem dan contact op met de afdeling Advies en Informatie, 073-690 90 90.

* De jongere op de foto is geen cliënt van NK. 

Voorwoord: loslaten

Je staat bij je voordeur en kijkt het lege huis in. De verhuiswagen start de motor al. Al je persoonlijke spullen zitten in dozen, je bent klaar om te gaan. Je hebt lang naar deze dag uitgekeken. Een nieuw, lichter, groter huis wacht op je. Je hebt er zoveel zin in! Maar als je nog een keer achterom kijkt naar je oude plekje, word je ineens overvallen door weemoed. Twijfel misschien zelfs. Dit huis, met zijn rare hoeken, vochtige hal, veel te kleine badkamer… het was jouw thuis. Het was van jou. Het was het leven dat je gewend was. Een paar tellen denk je: laat ik alles weer uitladen en doen alsof er niets gebeurd is.

Wie Nieuwe Kansen krijgt – of dit nu vrijwillig is of omdat je geen keuze hebt – moet het oude achter zich laten. Een nieuwe baan, een nieuwe partner, een nieuwe leefstijl zonder alcohol. Hoe positief je ook bent over de toekomst, het betekent ook dat je afscheid moet nemen van wat je kent. Zelfs als je daar helemaal achter staat, is dat moeilijk. Zelfs als het oude slecht voor je was (roken, drugs gebruiken, een gewelddadige partner, foute vrienden) en het nieuwe erg goed (een betere gezondheid, een nieuwe baan die helemaal bij je past), kan het angstaanjagend zijn om die stap te zetten. Om los te laten wat je kent.

Want uiteindelijk gaat het daarom. Loslaten. Loslaten betekent dat je je even in het luchtledige bevindt. Je hebt geen vaste grond meer onder je voeten. Je hebt de sprong gewaagd en je kunt wel ongeveer zien waar je terecht gaat komen, maar je weet nog niet zeker waar en hoe je gaat landen. Je kunt de gevolgen van deze Nieuwe Kans nog niet helemaal overzien. Je zal een poos moeten leven met de onzekerheid. Dat is zo moeilijk te verdragen, dat onze cliënten vaak jaren worstelen met hun problemen voor ze hulp zoeken.

Maar hoe lastiger en spannender de Nieuwe Kans is, hoe belangrijker die voor jou is. Veranderen van woonplaats of stoppen met gebruiken heeft veel meer impact op je leven dan veranderen van merk wasmiddel of andere sokken kopen. Dat betekent ook dat hoe onzekerder je je voelt, hoe meer positieve gevolgen de verandering kan hebben. En dat onzekere en onwennige gevoel, dat verdwijnt. Want Nieuwe Kansen worden ook weer vertrouwde gewoontes. Als mensen na een tijdje terugkijken op een grote verandering in hun leven, dan zeggen ze vaak: dat had ik veel eerder moeten doen! En zelfs, als de Nieuwe Kans niet (helemaal) vrijwillig was: het is het beste dat me ooit had kunnen overkomen.

Dit is naar verwachting het laatste voorwoord van de Raad van Bestuur van NK. In het najaar wordt NK een bv in het netwerk van Zorg van de Zaak. Voor onze cliënten en medewerkers en onze maatschappelijke doelstelling heeft dit geen gevolgen. NK blijft zorg leveren aan Brabantse cliënten en samenwerken in Brabantse netwerken. Daarnaast voegen we onze deskundigheid toe aan het netwerk van Zorg van de Zaak. De dagelijkse leiding blijft in handen van het huidige managementteam van NK, dat straks het netwerkteam heet. De Raad van bestuur wordt echter opgeheven: bestuur vindt voortaan plaats door de netwerkdirectie van Zorg van de Zaak en zal dus letterlijk en figuurlijk meer op afstand plaatsvinden. Loslaten dus. Spannend, en een grote verandering, maar het is een sprong die we vol vertrouwen maken. Want alleen als je los kunt laten, kom je verder.

Sigrid Wijnbergh
Walther Tibosch
Raad van Bestuur Novadic-Kentron

Hoe hou ik mijn puber veilig nu de wereld weer open gaat? “Ouders onderschatten vaak hun eigen invloed”

Na meer dan een jaar lockdown in verschillende gradaties lijkt het er nu toch echt van te komen: de wereld gaat weer open. Voor de meeste mensen een enorme opluchting, maar veel ouders zullen ook wel eens hun hart vasthouden. Onze pubers staan te springen om zich weer volledig in het uitgaansleven te storten. De verleidingen van drank en drugs zijn zelden zo aantrekkelijk geweest na een jaar binnen zitten en online les volgen. En wat als je kind dit jaar examen heeft gedaan, zich met achttien jaar al helemaal volwassen voelt, en staat te popelen om te gaan studeren? Examenfeesten zijn in het water gevallen, hoe moet dat als ze na de zomer – zonder ook nog maar enig toezicht van ouders – op kamers gaan in al die leuke, bruisende studentensteden?

Daniëlle Ketelaars, preventiewerker bij NK, heeft afgelopen jaar goed in de gaten gehouden hoe de coronacrisis jongeren beïnvloedde: “Onze indruk is dat het hele gebruikspatroon onder jongeren is veranderd. Al is dat wel sterk afhankelijk van de groep. Bij de jongste tieners, die nog helemaal niet drinken of drugs gebruiken, is niet zoveel gebeurd. Oudere jongeren die bijvoorbeeld xtc gebruikten op dance events, hebben hun gebruik eerst uitgesteld, maar zijn daarna soms gaan experimenteren met andere middelen. We zien dat psychedelica zoals 2C-B populairder zijn geworden, dit zijn middelen die je thuis gebruikt en juist niet op feesten. En dan heb je nog een groep jongeren die drugs gebruiken om negatieve emoties te dempen. Als die door corona meer psychische problemen hebben gekregen, zoals eenzaamheid, zijn die juist meer gaan gebruiken. Maar voor de meeste jongeren geldt dat ze, zonder feestjes en uitgaan, minder zijn gaan drinken en gebruiken. We zien dan ook dat het aantal alcoholintoxicaties – comazuipen – tijdens de coronacrisis bijna helemaal tot nul is gedaald. Dat begint nu langzaam weer toe te nemen.”

Niks meer gewend en totaal overprikkeld

Wat gebeurt er met die jongeren als ze weer volop uitgaan, hoe kunnen ouders hier het beste mee omgaan? Daniëlle: “Ouders worstelen met grenzen stellen. We horen veel ouders zeggen: ‘Moet ik mijn kind niet gewoon los laten gaan? Er mocht al zo weinig!’ Maar juist nu is het belangrijk om kaders te bieden! Als je een tijd niet gedronken of gebruikt hebt, is je tolerantie enorm afgenomen. Je bent het niet meer gewend. Dus als je weer gaat drinken of gebruiken, is het effect veel heftiger. Dat kan je behoorlijk overvallen. Daarnaast heeft iedereen het afgelopen anderhalf jaar geleefd in een maatschappij met veel minder prikkels. Als je je weer volop in het uitgaansleven stort, festivals en evenementen bezoekt als dat weer kan, kun je overprikkeld raken door de drukte, het lawaai, de lampen… Als je in die omstandigheden drugs gebruikt of drinkt, kan het effect helemaal anders zijn dan je verwacht. Je kunt dan een behoorlijke bad trip hebben.”

Wat je vader en moeder vinden, blijft altijd belangrijk

Kun je hier als ouders überhaupt nog invloed op uitoefenen? Daniëlle: “Ouders onderschatten vaak hun eigen invloed. We raden ouders altijd aan om al bij jonge tieners te beginnen met grenzen stellen en praten over alcohol en drugs. Maar ook als je kinderen al wat ouder zijn, heb je nog steeds veel invloed. Wat je vader en moeder vinden, blijft altijd belangrijk. Zelfs als je kinderen op kamers gaan. Je kunt dan niet meer zeggen dat ze om één uur thuis moeten zijn, maar kinderen vinden het – ook al lijkt het van niet – belangrijk wat jij vindt. Je kunt hen niet meer dingen verbieden, maar je kunt nog steeds duidelijk aangeven dat je ergens niet blij mee bent, dat je iets niet goedkeurt. Dat kader is belangrijk.”

“Bij een leuk feest past geen ambulance”

“En ga vooral het gesprek aan! Juist als je kinderen al wat ouder zijn, kun je hen aanspreken op hun eigen verantwoordelijkheid. Vraag je kind wat hij of zij verwacht. Hoe zal het zijn om voor het eerst weer uit te gaan of een festival te bezoeken? Wat is fijn en wat niet? Hoe zal het zijn om voor het eerst weer te drinken of iets te gebruiken na al die tijd? Reageer niet vanuit bezorgdheid of boosheid, maar probeer vooral in gesprek te blijven. Investeer in een goede relatie met je kind, dan is je invloed ook het grootst. Ga niet oordelen of preken, maar probeer vooral de motivatie van je kind zelf te activeren. Wat vindt jouw kind belangrijk? Denk dan vooral aan effecten op de korte termijn: een leuke avond hebben. Hoe leuk is je avond nog als jij of een van je vrienden out gaat? Of als je zelf een slechte ervaring hebt door je gebruik en totaal niet meer weet wat je nu eigenlijk doet? Bij een leuk feest past geen ambulance! Probeer vooral ook te benadrukken – of liever: je kind dit zelf te laten zeggen – dat zo’n festival al leuk genoeg is: de mensen, de gezelligheid, de sfeer, de muziek… Ga daar eerst maar eens volop van genieten zonder drugs! En neem de tijd om te wennen, ga ook af en toe eens even naar buiten. Als je kind duidelijk aan de keukentafel uitspreekt dat hij of zij niet wil drinken of gebruiken, zelf in controle wil blijven, dan is dat natuurlijk geen garantie, maar het helpt wel degelijk om tijdens het feest zelf bij die beslissing te blijven.”

Nooit doen: je kind thuis ‘leren drinken’

Behalve tips voor een goed gesprek, heeft Daniëlle nog enkele belangrijke tips voor ouders: “Er zijn ouders die denken dat het goed is om je kind thuis te ‘leren drinken’. We weten inmiddels dat dit achterhaald is. Hoe duidelijker en hoe consequenter je bent over de grenzen – niet drinken tot je achttien jaar bent – hoe later kinderen beginnen met drinken. En ook drinken ze dan minder. En geef zelf ook het goede voorbeeld. Als jij in alles uitstraalt dat het leven alleen leuk is met alcohol, dan nemen je kinderen dat beeld over. Uiteindelijk blijf jij als ouder enorm veel invloed hebben op jouw kind, hoe oud ze ook zijn.”

Wil je toch gebruiken? Laat je drugs dan testen

Om de risico’s van drugsgebruik zoveel mogelijk te beperken, kunnen gebruikers bij NK hun drugs laten testen. Daarnaast zijn we op festivals aanwezig met Unity. De peer educators van Unity geven objectief en open minded informatie over de risico’s van alcohol- en drugsgebruik.

Wanneer ben je echt hersteld van je verslaving? “In terugkijken zit nooit de oplossing”

“Op een gegeven moment was ik dé drugsexpert van Nederland geworden. Ik was met mijn kop vaak op tv. Dat voelde destijds alsof ik mijn verleden echt was ontstegen. Maar de laatste jaren voelde het alsof ik een karikatuur van mezelf had gemaakt. Ik was een egootje geworden. Ik liep vast en moest weer terug naar mezelf.” Deze uitspraak van Charles Dorpmans geeft aan dat herstel eigenlijk nooit klaar is. Hij en Angela Aarts, beiden ervaringsdeskundigen maar vooral experts in herstelondersteunend werken, benadrukken het beiden: herstel is geen doel, herstel is een weg. En op die weg lopen we allemáál, of we nu verslavingsproblemen hebben, een andere psychische aandoening, of gewoon de “normale” ups-and-downs in het leven meemaken. Herstel is iets van iedereen, maar voor iedereen anders. En daarover praten levert prachtige inzichten op.

“Life’s a journey, not a destination,” zingt Steven Tyler van Aerosmith in het nummer Amazing. Voor Charles is dat de kern van zijn filosofie. Charles: “Herstel is het traject op jouw weg naar jouw toekomst. En daarin bepaal jij jouw eigen doelen en jouw eigen route.” “Herstel heeft geen begin en geen eind,” zegt Angela. Het klinkt als een ‘inspirational quote’, maar het is een essentieel inzicht over herstel. Ergens lijkt er ook een echo te klinken van de uitspraak ‘eens verslaafd, altijd verslaafd’. Om daar eerst maar even mee af te rekenen, zowel Angela als Charles zijn het daar niet mee eens. Angela: “Maar het is wel: eens verslaafd, altijd verslavingsgevoelig”. En Charles vult aan: “Ook daarin is iedereen uniek. Als herstel voor jou betekent: gecontroleerd drinken of gebruiken en dat lukt jou, dan zeg ik oprecht: dat is heel fijn voor jou! Maar voor mij is dat niet weggelegd. Ik moet op een feestje geen alcohol drinken, ook niet één drankje. Ik ben sowieso niet leuk op drank en het opent de weg naar mijn favoriete verdoving.”

“Als je focust op de verslaving, blijf je kijken naar het probleem”

Maar dat herstel een weg is, zegt veel meer dan dat. Er is meestal geen duidelijk begin, want herstel gaat vaak gepaard met meerdere pogingen en terugvallen. Maar zelfs als er (vaak achteraf) al een begin aan te wijzen was – vaak een soort rock bottom-ervaring (Charles: “De dood was in zicht, dat was voor mij een keerpunt”) – is het stoppen met gebruiken alleen maar het begin.

Angela: “Natuurlijk moet je aan je verslaving werken. Maar behandeling is zo’n klein deel van het herstel! Als je alleen maar focust op de verslaving, blijf je gericht op je verleden, op je probleem. Je blijft achteromkijken. Bij herstel kijk je juist vooruit. Dat was voor mij echt een eye-opener! Er ging een wereld voor me open. Je gaat nadenken over wat jij wilt bereiken op verschillende levensgebieden. Stoppen met gebruiken is dan niet het einddoel, maar een middel om je doelen te bereiken. Wil je gaan studeren, ander werk, een beter contact met je familie, ergens anders gaan wonen? Dan is je verslaving onder controle krijgen een van de stappen die daarvoor nodig zijn.”

“Zo, en wat heeft u de afgelopen vijftien jaar gedaan?”

Charles: “Herstel richt zich op de hele mens. Behandeling is daar een klein onderdeel van. Al tijdens de behandeling zijn ook andere dingen belangrijk: steun uit je omgeving bijvoorbeeld. Want alleen ik kan het, maar ik kan het niet alleen. Na je behandeling gaat je herstel verder. Dan kom je in andere fasen terecht. In grote lijnen: eerst pak je je gebruik aan, dan heractiveer je je netwerk. Daarna komen werk en wonen. En in elke stap kom je weer obstakels tegen: de eerste keer dat ik ergens ging solliciteren bijvoorbeeld… ‘Zo, en wat heeft u de afgelopen vijftien jaar gedaan?’ Dan is het volgens mij het beste om maar open en eerlijk te zijn, waarbij je ook een beetje geluk moet hebben. Ik had het geluk dat ik bij NK een werkplek vond.”

“Mensen bleven me zien als ex-cliënt”

Als je je leven op de rit hebt op het gebied van wonen, werk, financiën, relatie… Kun je dan misschien zeggen dat je wel grotendeels hersteld bent? Ben je er dan mee ‘klaar’? Angela: “Herstel gaat altijd verder. ‘Klaar’ is dus niet het goede woord. Ik ben niet echt meer bezig met mijn eigen verslavingsverleden: mijn herstel is overgegaan naar andere thema’s die nu belangrijk zijn voor mij. Dingen die nu op mijn pad komen, hebben vaak niets meer met mijn verslaving te maken. In het begin van mijn herstel vond ik het helpend om vaak mijn ervaringen te delen. Maar op een bepaald punt merkte ik dat dit mijn ontwikkeling juist begon te belemmeren. Mensen reageerden wel heel positief en begripvol, maar bleven me ook zien als ex-cliënt. Terwijl ik inmiddels zoveel meer was.”

Verslaving vindt in het donker plaats

Dat wil niet zeggen dat Angela haar verleden nu geheim houdt: “Nee, zeker niet! Het raakt steeds meer naar de achtergrond en dat is een gezonde ontwikkeling, maar ik vind het wel heel belangrijk om open en transparant te zijn. Verslaving vindt vaak in het donker, in het geheim plaats. Open zijn over je eigen kwetsbaarheid is een belangrijk onderdeel van acceptatie en zelfacceptatie. Dat geldt voor alle psychische aandoeningen. Je maakt je eigen keuzes in wie je wat vertelt, maar ik heb gemerkt dat mensen vaak positief reageren als je open durft te zijn. In het begin was dat spannend: ‘Wat zullen mensen wel niet denken?’ Maar bijna iedereen benoemt dan juist je kracht en hoe dapper het is om open te zijn. Inmiddels is mijn verslavingsverleden een onderdeel van mij en mijn leven geworden dat ik heb omarmd: het mag er zijn.”

Ons beeld van ‘normaal’ veranderen

Charles: “Je kunt niet herstellen als je je verleden ontkent en wil vergeten. Open zijn helpt jezelf, maar ook de beweging om ons beeld van ‘normaal’ te veranderen. Ik heb nooit geheimzinnig gedaan over mijn verleden, maar de laatste jaren ben ik – na decennia te hebben gewerkt bij Preventie – wel weer meer teruggekeerd naar mezelf. Ik werk nu de laatste periode voor mijn pensioen opnieuw als ervaringsdeskundige. Ik zet mij in om het herstelondersteunend werken breder in te zetten binnen NK. Samen met mijn collega Angela, wat het voor mij enorm tof maakt om te doen. Het voelt als thuiskomen, de cirkel is rond. Ik heb niks meer hoog te houden, ik ben wie ik ben. En juist daardoor kan ik me weer verder ontwikkelen en misschien ook andere mensen inspireren! Hen laten reflecteren. Hoe praten we met elkaar? Geef jij als hulpverlener jouw cliënt echt wat hij of zij nodig heeft op weg naar herstel?”

Angela: “Herstel als behandelvisie is echt the way to go. In terugkijken zit nooit de oplossing.”

Middelengebruik in de jeugdzorg: “Straffen heeft geen zin, maak het gebruik bespreekbaar en ga vervolgens met het ‘waarom’ aan de slag”

Onder jongeren in jeugdzorginstellingen komt regelmatig middelengebruik voor. Vaker dan bij thuiswonende jongeren. Hoe komt dat en hoe ga je hiermee om als jeugdhulpverlener? En wanneer roep je de hulp van de verslavingszorg in? We gingen in gesprek met gedragswetenschapper Nathali van Hirtum en jeugdzorgwerker Renee Bisschop van Sterk Huis. Ook zij hebben regelmatig te maken met alcohol- en middelengebruik door jongeren in hun behandelgroepen en riepen de hulp in van Nieuwe Kansen Jeugd, de jeugdafdeling van Novadic-Kentron.

 Een dag op de behandelgroep bij Sterk Huis ziet er in grote lijnen niet heel anders uit dan die van de meeste mensen: om zeven uur gaat de wekker en sta je op om naar school, werk of dagbesteding te gaan. ’s Avonds kook je (om beurten kook je samen met de gastvrouw) en eet je met je huisgenoten (de groep) en daarna is het tijd voor ontspanning (spelletjes, wandelen) en klusjes (je kamer opruimen) tot het bedtijd is. En de volgende dag weer opnieuw. “Dat klinkt heel simpel,” zegt Nathali,  “Maar voor de jongeren kost elke stap moeite. Ze zijn vaak niet meer gewend aan een vast dag- en nachtritme, hebben weinig motivatie en bieden dan ook veel weerstand. Het is de taak van de jeugdzorgwerkers om samen met de jongeren tot samenwerking te komen; dit is de basis van de behandeling die we bieden.”

Geweldloos verzet

Om dit voor elkaar te krijgen, maken ze bij Sterk Huis onder andere gebruik van de methode Geweldloos verzet. Nathali: “Dat betekent dat we niet de strijd met hen aangaan, maar dat we juist náást de jongeren gaan staan. We blijven rustig en hebben geduld. Je moet je ook realiseren dat ze dit gedrag niet voor de lol laten zien. Vaak zijn er stevige problemen, bijvoorbeeld rond de gezinssituatie. Veel jongeren hebben nare gebeurtenissen meegemaakt in hun leven, hebben het gevoel dat ze er alleen voor staan en dat niemand hen begrijpt. Wij kijken altijd naar jongeren vanuit onze kennis over het effect van traumatische ervaringen. Ik zou graag willen dat er meer begrip voor hen komt in de maatschappij.” Renee vult aan: “Jongeren moeten er vaak aan wennen hoe wij als groepsleiding met hen omgaan. Dat is heel anders dan ze gewend zijn. We tonen oprechte interesse en luisteren naar wat zij willen. We leggen de regie ook vooral bij hen neer: we kunnen aan alle kanten helpen, maar uiteindelijk moeten ze het zelf doen.”

Op zoek naar het waarom

Veel gaat in samenspraak, maar er worden natuurlijk wel opvoedkundige grenzen gesteld. Wat betreft middelengebruik hanteert Sterk Huis duidelijke regels: binnen Sterk Huis mag niet worden gebruikt en als je onder invloed terugkomt, dan blijf je op je kamer. Toch gebeurt het regelmatig dat jongeren middelen gebruiken. Nathali: “Straffen heeft dan geen enkele zin. Als ze het graag willen, dan doen ze het toch wel. Het is dan belangrijk om het gebruik bespreekbaar maken en vragen waarom ze het doen, om vervolgens met dat ‘waarom’ in de behandeling aan de slag te gaan.”

Dempen van negatieve gevoelens

Veel jongeren in een jeugdzorgorganisatie hebben trauma’s of andere psychische problemen. Ze gebruiken drugs of alcohol om negatieve gedachten te dempen en ‘niet te hoeven voelen’. Bij Sterk Huis bieden ze naast de groepsbehandeling ook traumabehandeling en andere vormen van therapie aan. Nathali: “Zo leren we de jongeren om anders met hun negatieve emoties om te gaan en hebben ze minder alcohol of drugs nodig. We pakken de kern van het probleem aan, in plaats van alleen het gebruik te verbieden. Soms is het gebruik echter zo zorgelijk, dat deskundige verslavingsbehandeling nodig is.” Renee: “We hebben bijvoorbeeld een meisje op de groep die forse suïcidale periodes kent en zichzelf ernstig snijdt. Wanneer ze blowt, heeft ze die neiging minder. Zo ontstond er een afhankelijkheid. We praten daar veel met haar over en mede door onze gesprekken heeft ze zich nu aangemeld voor hulp bij Novadic-Kentron.”

Stevig in een patroon van gebruik en dealen

Bij Sterk Huis zagen ze het middelengebruik tijdens de lockdown flink toenemen. Nathali: “Uit verveling gingen de jongeren meer blowen met elkaar. En dat kost natuurlijk geld, dus dan is de stap naar het verkopen van wiet soms ook snel gezet. Zo komen jongeren best snel in een bepaald patroon terecht, dat voor ons moeilijk te doorbreken is. Ook de groepsdynamiek op een groep maakt het bij dit soort situaties lastig om het gebruik goed aan te pakken.” Renee: “Als er één eenmaal begint, gaan anderen daar snel in mee. Daarom gaan we graag de samenwerking met Novadic-Kentron aan. We weten best veel, maar samen weten we meer. Als jongeren zo stevig in het patroon vast zitten, is de expertise van Novadic-Kentron een zeer waardevolle toevoeging.”

Verslavingsbehandeling ter plaatse

Een behandelaar van Nieuwe Kansen Jeugd komt één dagdeel in de week bij Sterk Huis in Teteringen om individuele verslavingsbehandeling aan jongeren te geven. De behandelaar gaat samen met de jongere op zoek naar alternatieve, positieve beloningen, die uiteindelijk meer opleveren dan het oude gedrag (de ACRA-aanpak). In kleine stapjes worden zichtbare resultaten behaald: dit geeft zelfvertrouwen en werkt motiverend om door te gaan en verder te komen. Renee: “Het is fijn dat de behandeling bij ons op locatie plaats kan vinden. Dat neemt veel weerstand weg en maakt het voor de jongeren een stuk laagdrempeliger om mee te werken. Daarnaast kijken we als team ook uit naar deskundigheidsbevordering. Zodat we bijvoorbeeld het gebruik van nieuwe drugs kunnen herkennen, weten wat de effecten en risico’s zijn én in gesprek met de jongeren goed beslagen ten ijs komen. Het is echt een andere expertise.”

Meer weten?

Wil je meer informatie over onze verslavingsbehandeling bij jeugdzorginstellingen? Lees hier meer: Verslaving in de jeugdzorg: Nieuwe Kansen Jeugd biedt hulp op locatie. Heb je vragen of wil je weten wat we voor jouw organisatie kunnen betekenen? Mail naar hulp@novadic-kentron.nl of bel 073- 689 90 90.

Meer weten over Sterk Huis? Kijk op www.sterkhuis.nl. Specifiek over trauma heeft Sterk Huis recent dit online magazine gepubliceerd.

* De personen op de foto zijn niet de personen uit het artikel

Wat doen alcohol en drugs met je spijsvertering? Over dik worden, ondervoeding, vreetbuien en je eigen lichaam opeten

Dat alcohol en drugs niet gezond zijn, dat weten we natuurlijk wel… Maar wist je ook dat veel genotmiddelen effect hebben op je eetlust en je spijsvertering, en daarmee op “de lijn”? Weet jij welke middelen passen bij de volgende uitspraken?

  • Je wordt er dik van, maar je kunt tegelijkertijd toch ondervoed zijn!
  • Je krijgt er vreetbuien van. In combinatie met weinig bewegen, kan dit tot overgewicht leiden.
  • Je voelt niet meer dat je honger hebt, waardoor je je lichaam dwingt zichzelf ‘op te eten’.

 Wil je de antwoorden weten en meer boeiende feiten lezen over wat genotmiddelen doen met je lijf? Lees dan vooral verder!

Om maar te beginnen met het populairste genotmiddel aller tijden: alcohol. Bernard van ’t Klooster van NK Preventie ruimt meteen een fabel uit de weg: “Een glas bier staat niet gelijk aan een bruine boterham. Een glas bier is qua calorieën ongeveer anderhalve boterham. En omdat bier van granen is gemaakt, zitten er wel vitamines en mineralen in, maar het vult niet echt en bovendien doet de alcohol alle eventueel gezonde effecten teniet. Alcohol is voor het lichaam een gif en het afbreken van dit gif krijgt altijd voorrang in het lichaam. Ook daar zijn brandstoffen en vitamines voor nodig, die je dus niet meer kan gebruiken voor andere processen. Bovendien irriteert en beschadigt alcohol het slijmvlies van maag en darmen waardoor de opname van vitamines en mineralen vermindert. Bij stevige drinkers kan dit leiden tot tekorten, zoals tekorten aan magnesium, ijzer en foliumzuur, vitamine A, D en B1 – tekort aan dat laatste kan uiteindelijk leiden tot Korsakov. Je kunt dus dik worden door alle extra calorieën in alcohol, maar tegelijk ondervoed zijn! Als mensen bij NK in behandeling komen voor problemen met alcohol, doen we dus ook altijd een gezondheidscheck. En dan is het natuurlijk ook nog eens zo dat alcohol door het prikkelende effect op je spijsvertering de eetlust stimuleert én de rem van het gezonde verstand vermindert. Dus krijg je niet alleen alle extra calorieën door dat biertje of wijntje, maar ook nog van al die bitterballen, toastjes met brie, chips of andere snacks. Meestal ook niet producten met de beste voedingswaarde.”

Vreetkicks

Alcohol is het enige genotmiddel dat van zichzelf een bepaalde voedingswaarde heeft en een substantieel aantal calorieën levert. Maar, zegt Bernard, eigenlijk is het zo dat álle dingen die invloed hebben op je emoties en je gedrag, óók invloed hebben op je spijsvertering. Alleen al doordat je slechter voor jezelf gaat zorgen: “Gamen is een goed voorbeeld. Bij gamen krijg je niets binnen, maar problematische gamers zorgen slecht voor zichzelf. Ze eten ongezond en onregelmatig. In combinatie met weinig bewegen zien we dus vaak een toename in gewicht. Bij cannabis kan dat ook gebeuren, en daarnaast veroorzaakt cannabis ook vreetkicks. Cannabis kan bij ernstige ziektes zelfs ingezet worden om de eetlust te bevorderen.”

Jezelf uithongeren

Een tegengesteld effect – maar zeker niet gezonder – zien we bij opwekkende middelen zoals xtc en speed. Bernard: “Bij alle genotmiddelen geldt natuurlijk wel dat incidenteel gebruik niet meteen leidt tot problemen met je spijsvertering. Maar het is ook niet zo dat je al ernstig verslaafd moet zijn voor je hier iets van gaat merken. Als jij in het festivalseizoen elke paar weken los gaat op xtc of speed en tussendoor onvoldoende hersteltijd hebt, dan ga je dat merken. Bij middelen zoals speed onderdruk je elk signaal van je lichaam dat het niet genoeg energie heeft. Dus moeheid maar ook honger voel je niet meer. Je bent er ook totaal niet mee bezig, je hebt ook helemaal geen trek. Maar ondertussen verbruik je wel ontzettend veel energie. Je bent jezelf echt aan het uithongeren. Als je dan na zo’n weekend weer moet werken of studeren, krijgt je lichaam geen kans om te herstellen. De verleiding is dan groot om met een puntje speed toch weer door te gaan. Waarom zou je nog eten als je je dan ook weer fit en energiek voelt? Je kunt dan sterk vermageren en ondervoed raken. Vermageren kan nog wel aantrekkelijk klinken voor sommige mensen – maar door de ondervoeding kunnen er ook belangrijke tekorten ontstaan in je lichaam. Dit is slecht voor je weerstand tegen ziektes en bacteriën, infecties en wondjes genezen slechter, je tanden kunnen gaan loszitten en uitvallen en je spieren worden afgebroken. Je lichaam is zichzelf aan het opeten omdat je het niet goed verzorgt. En nogmaals, al deze effecten treden heus niet op na één drankje of één pilletje, maar als je alcohol of drugs gebruikt, geef je je lichaam wel steeds een knal.”

Beter een bruine boterham

Bernard pleit ervoor dat zorgverleners meer oog hebben voor de effecten van alcohol en drugs op de spijsvertering: “Bij alle problemen met slokdarm, maag en darmen, zouden zorgverleners moeten vragen naar gebruik van genotmiddelen. Dit wordt soms bij een kennismaking of intake wel gevraagd, maar wordt na verloop van tijd niet altijd meer gecheckt. Als een patiënt zich dan bij een huisarts meldt met darmproblemen of maagpijn, zal niet elke arts meer denken aan alcohol- of drugsgebruik als belangrijke factor. Maar mensen hebben natuurlijk zelf ook een verantwoordelijkheid om voor zichzelf te zorgen. Als jij het belangrijk vindt om gezond te blijven, gezond te eten en fit en weerbaar te blijven, zou je ook moeten kijken naar je gebruik van alcohol en andere middelen. Want je kunt écht beter een bruine boterham eten dan een glas bier drinken.”