Alternatieve eindes voor het verhaal van Bjorn: Hoe krijg je een jongere uit de problemen?
27 oktober 2020Het gaat niet goed met Bjorn. Terwijl zijn moeder pas nog tegen de buurvrouw opmerkte dat Bjorn zo’n lekker makkelijk kind is. Zijn broer, dáár hebben ze nogal wat mee te stellen. Hoogbegaafd, ja, maar ook een ernstige vorm van autisme. Dus dat geeft nogal wat spanningen thuis. Dat Bjorns vader flink is gaan drinken, vertelt ze niet aan de buurvrouw. Maar die had de ruzies al lang gehoord door de dunne muren. En Bjorn zit daar middenin en voelt zich steeds onzichtbaarder. Op straat bij zijn vrienden is het leuker dan thuis. Spannender ook. Op zijn elfde rookt hij zijn eerste sigaret, na een paar jaar gevolgd door alcohol en cannabis. Op feestjes probeert hij speed uit en dat bevalt hem wel. Van school komt niet veel meer. Heeft-ie toch geen tijd voor. Om sigaretten, drank en drugs te kunnen kopen, steelt hij en klust hij bij als drugskoerier. Bjorn is boos, maar eigenlijk is hij gewoon diep ongelukkig. Een verhaal dat op meerdere manieren af kan lopen.
Bjorn gaat ons helpen. Hij bestaat niet echt, is samengesteld uit meerdere verhalen, maar Bjorn staat symbool voor alle kinderen en jongeren die diep in de ellende zitten en hulp nodig hebben. Al vinden ze zelf van niet. We willen u vertellen hoe onze hulp voor jongeren vroeger was en hoe het de komende jaren wordt. Maar dat is een nogal droog verhaal, over ambulantisering en outreachende hulp. Beetje saai wel. Maar wél met hele concrete gevolgen voor de levens van kinderen. Dat kan op verschillende manieren af lopen en dat gaat Bjorn laten zien, voor alle jongeren die wél echt bestaan.
Irene Dijkstra, teamleider jeugd: “Wanneer komt een jongere bij ons in beeld? Vroeger was dat meestal pas als de problemen uit de hand gelopen waren, als de jongere al bij veel instanties in beeld was en die ook niet meer wisten wat ze met hem of haar aan moesten. Pas als het middelengebruik een verslaving was geworden, werd aan ons gedacht.”
In het drugspand
Bjorn komt pas in beeld door een melding van de politie. Hij is dan negentien en overnacht regelmatig in een drugspand, na een aantal korte verblijven in jeugdzorginstellingen, waar hij steeds wegliep. Hij komt af en toe nog wel thuis, maar als zijn moeder dan begint te huilen en zijn vader tegen hem schreeuwt, gaat hij er weer vandoor. Als het drugspand wordt ontruimd, treffen de agenten daar ook een erg verloederde Bjorn, die inmiddels ook aan de GHB verslaafd is geraakt.
Irene: “Voor jongeren met zulke ernstige problemen, was een opname in de kliniek tot enkele jaren geleden de gangbare behandeling. In de kliniek werken we aan alle levensgebieden waar problemen zijn ontstaan. We richten ons op de doelen van de jongere zelf, met een positieve benadering.”
Vallen en opstaan
In de veilige omgeving van de kliniek van Kentra24 knapt Bjorn snel op. We praten ook een paar keer met zijn ouders, die het moeilijk vinden om hun communicatie met Bjorn te veranderen. Bjorn blijkt, na gedegen onderzoek, ook een vorm van autisme te hebben. Als we dat eenmaal weten, hebben we betere handvatten voor zijn herstel. Samen met Bjorn gaan we op zoek naar een opleiding, iets wat hij echt leuk vindt: een opleiding tot grafisch ontwerper. Bjorn gaat weer naar huis. Maar vlak voor de opleiding start, gaat het weer mis. Bjorn heeft weer contact met zijn oude vriendengroep. Hij valt nog drie keer terug voor hij zijn leven min of meer op de rit heeft. Van de opleiding is nooit iets terecht gekomen, maar Bjorn heeft gelukkig wel een vaste baan bij een drukkerij.
Irene: “Belangrijk bij iedereen met een verslaving, en zéker bij een jongere aan het begin van zijn of haar leven, is om er op tijd bij te zijn. Niet wachten tot het helemaal verkeerd gaat. We zetten nu veel meer in op het actief opsporen van jongeren. We willen zijn waar de jongeren zijn. Zo werken we intensief samen met Preventie, die op straat, bij scholen, in parken op zoek gaan naar jongeren die problemen hebben. Zij leggen makkelijk contact met jongeren, bouwen langzaam het vertrouwen op en werken aan de motivatie om de problemen aan te pakken.”
Alternatief einde #1
Nachtmerries
We hoeven nu niet meer te wachten tot Bjorn in het drugspand woont en een hoop overlast veroorzaakt. Een van onze preventiewerkers vindt Bjorn bij een groepje gasten in het park, waar ze lachgas gebruiken. Na een paar pogingen raakt de preventiewerker in gesprek met Bjorn. De preventiewerker praat op een hele fijne manier met Bjorn, zonder oordelen of verwijten. Na een aantal gesprekken gaat Bjorn ermee akkoord in behandeling te gaan. Na een detox en een kort verblijf in de kliniek, wordt Bjorn ambulant behandeld. Ook worden er meerdere gesprekken gevoerd met de ouders: systeemtherapie. Bjorn pakt zijn school weer op en gaat thuis wonen. Maar het gaat niet zonder slag of stoot. Bjorn komt regelmatig weer in contact met zijn oude vriendengroep, met als dieptepunt dat hij het ziekenhuis in wordt geslagen vanwege een ruzie over vermeende, oude schulden. Bjorn heeft nog lang nachtmerries hiervan, maar met vallen en opstaan komt Bjorn weer op zijn pootjes terecht.
Irene: “In de toekomst willen we nog veel intensiever samenwerken met ketenpartners om jongeren met problemen op te sporen. In een zo vroeg mogelijk stadium. En dan ook meteen beginnen met de aanpak van de problemen, zo laagdrempelig mogelijk en zoveel mogelijk ambulant, aangevuld met online ondersteuning. Omdat de ambulante behandeling veel sterker is opgezet, is een langdurige behandeling in de kliniek dan sowieso eerder uitzondering dan regel. Behandeling kan ook thuis, in de wijk of bij een andere instelling waar de jongere al behandeling krijgt. Zo weten we dat jongeren met psychische problemen veel vatbaarder zijn voor verslaving. Dus een jongere die al bij een ggz-instelling in beeld is en nu al stevig drinkt of regelmatig drugs gebruikt, zou op dát moment al behandeling voor dat gebruik moeten krijgen. Dat vraagt om korte lijnen. Ook willen we andere professionals deskundiger maken zodat ze jongeren met beginnende problemen sneller herkennen.”
Alternatief einde #2
Flinke wietlucht
In dit scenario, hopelijk in de nabije toekomst, wordt Bjorn opgemerkt door een hulpverlener in de ggz die Bjorns broer in behandeling heeft. Hij ziet ook dat Bjorns vader veel drinkt, en vraagt naar de andere kinderen in het gezin. Bjorn, dan nog maar dertien jaar, is ongemerkt steeds stiller geworden. Hij zit veel op zijn kamer te tekenen en zijn ouders ruiken regelmatig een flinke wietlucht. Als hij wel iets zegt, heeft hij vaak een grote mond.
Ruzie met de leraar
Via de ggz-hulpverlener wordt een ambulante begeleider vanuit de gemeente geregeld, ook in dienst van NK, die regelmatig bij Bjorn thuis komt om met hem en het gezin te praten. Hij kijkt of er praktische problemen zijn waar hij Bjorn mee kan helpen, en als hij hoort dat er ruzie op school is met een leraar, gaat hij mee met Bjorn om dat op te lossen. Gaandeweg merkt hij iets in Bjorns gedrag waardoor hij toch denkt aan behandeling. Bjorn gaat ermee akkoord en wordt behandeld bij Nieuwe Kansen Jeugd, onderdeel van Novadic-Kentron. Zijn middelengebruik is nog niet heel ernstig, maar zeker in combinatie met de diagnose autisme die gesteld wordt, is het belangrijk dat Bjorn nú goede handvatten krijgt. Dat kan volledig ambulant, dicht bij zijn eigen woonplaats, en voor een deel ook online. En Bjorn speelt met veel plezier een speciale game op zijn telefoon, waar hij punten krijgt voor gezond en sociaal gedrag. Bjorn heeft nog geen detox nodig, maar zelfs dat zou ambulant kunnen. Ook jongeren met heel complexe problemen krijgen een intensieve, ambulante behandeling. Zo kunnen de jongeren meteen in de praktijk toepassen wat ze hebben geleerd. Bjorns ouders doen bovendien mee met de CRA Familietraining, waardoor ze op een meer positieve manier met hun kind leren praten. Waar overigens ook Bjorns broer baat bij heeft.
Opa en oma
Door het tijdige ingrijpen komt Bjorn nooit in hanggroepen in het park terecht, stopt hij met roken en blowen, begint nooit met speed, GHB of lachgas, komt niet in aanraking met de politie, wordt nooit in elkaar geslagen en loopt geen vertraging op in zijn studie. Jaren later, als eigenaar van zijn eigen ontwerpbureau, denkt hij nog wel eens terug aan die tijd en bedenkt hij dat het allemaal heel anders had kunnen lopen. Dan ziet hij dat het al zes uur is en trekt hij de deur van zijn kantoor achter zich dicht om de kinderen op te halen bij opa en oma.