Hoe maken we NK rookvrij: vijf adviezen voor (zorg)organisaties die voor dezelfde uitdaging staan

Al enkele jaren is NK bezig met het rookvrij maken van de hele organisatie, zoals veel andere (zorg)instellingen. Op 1 januari is daarin een grote stap gezet: het rookvrij maken van de klinieken. Geen sinecure, bij een doelgroep waar roken meer regel is dan uitzondering. Van tevoren was er onder behandelaars instemming en begrip, maar ook weerstand en veel zorgen. Zouden de cliënten dit wel accepteren? Moeten behandelaars nu niet te veel ‘politieagentje’ gaan spelen? Komt dit de sfeer op de afdeling wel ten goede, en lopen de klinieken straks niet leeg? Nu de eerste maanden van 2020 voorbij zijn, vertelt kartrekker en teamcoach Anique Barten hoe het gegaan is. Wat heeft ze geleerd van dit traject? Vijf adviezen voor andere organisaties die voor dezelfde uitdaging staan…

Anique: “Een eerste grote stap was het rookvrij maken van de gebouwen en terreinen van NK voor medewerkers en ambulante cliënten. Vanaf juli 2017 mocht er nergens meer gerookt worden in én rondom gebouwen van NK, met uitzondering van de binnentuinen van de klinieken. Medewerkers mochten ook niet meer roken onder werktijd, wat wil zeggen dat ze niet meer samen mochten roken met cliënten. In de periode erna hebben we veel geïnvesteerd in het trainen en opleiden van behandelaars en het voorbereiden van de volgende stap: het rookvrij maken van de klinieken. Zo moest onder meer grondig worden uitgezocht hoe we nicotinevervangers gingen financieren en hoe we stoppen-met-rokentraining konden aanbieden binnen de DBC-structuur. Na het meten van het draagvlak onder medewerkers – dat gelukkig hoog bleek te zijn – konden we op 1 januari starten met rookvrije klinieken. Tabak in de klinieken is niet meer toegestaan, cliënten krijgen in plaats daarvan nicotinevervangers.” En daarmee komen we meteen op een zeer belangrijk advies…

Ga vooruit en laat je niet weerhouden door obstakels

Anique: “Op een bepaald moment hebben we gezegd: we gaan ervoor op 1 januari. We hadden onze medewerkers al zorgvuldig voorbereid, maar we wisten ook dat er nog heel veel vragen waren over de uitvoering in de praktijk. Wat als cliënten zich niet houden aan de afspraken bijvoorbeeld, gaan we dan sancties opleggen? Maar het is onmogelijk om alles van tevoren dicht te timmeren. Je gaat vooruit of je staat stil. We hebben besloten vooruit te gaan en de problemen – samen met de teams – op te lossen waar en wanneer ze zich voordoen.”

Stel je in op kleine stapjes

Vooruit gaan wil niet zeggen dat je maar nietsontziend door banjert. Anique: “Je moet je echt realiseren dat het een proces is, en dat je niet in één keer klaar bent. We wisten van tevoren dat er weerstand zou zijn, onder cliënten maar ook onder een deel van de behandelaars. Ja, er zijn nog steeds veel praktische problemen. Een deel van de cliënten op de kliniek, de inschatting is 10%, werkt niet mee of gaat eerder met ontslag omdat ze zich niet kunnen neerleggen bij het nieuwe beleid. Cliënten nemen vaker ‘wandelpauzes’ om stiekem te roken, en krijgen dan last van het teveel aan nicotine omdat ze ook nicotinevervangers gebruiken. En we merken ook dat teams er soms nog ambivalent in staan en dus ook niet altijd een eenduidige boodschap uitstralen. Er zijn nog altijd behandelaars die roken zien als een vrijheid, als een leefstijlkeuze. De vraag is in hoeverre je kunt spreken van een keuze bij een middel dat zo ontzettend verslavend is. En je kunt mensen inderdaad niet dwingen om te stoppen, maar omdat roken niet alleen buitengewoon schadelijk is, maar blijven roken óók de kans op herstel van je andere verslaving verkleint, hebben we de verantwoordelijkheid zoveel mogelijk cliënten te motiveren om de stoppen. En dat werkt niet als andere cliënten nog wel gewoon roken, met sigaretten rondlopen en naar tabak ruiken.”

Sta stil bij de winst die je boekt

Maar Anique wil ook benadrukken dat er wel degelijk vooruitgang is: “Natuurlijk zitten we nog steeds midden in het proces, en de coronacrisis heeft dat proces niet bevorderd. Er is minder aandacht nu voor roken, terwijl we wel weten dat roken een risicofactor hierbij is. Dus daar proberen we nu aandacht voor te vragen. Maar ook na deze crisis zullen we obstakels tegenkomen, die vragen om aandacht en creativiteit. Een oplossing is niet altijd direct voorhanden, en dat hoeft ook niet, als je de grote lijn maar vasthoudt. En heel belangrijk: sta ook stil bij de winst die je boekt. Al vrij snel na de start van de rookvrije klinieken waren er ook afdelingen die aangaven dat het mee was gevallen. Er is meer rust op de afdeling, vooral ook ’s nachts, omdat cliënten niet meer rondspoken omdat ze moeten roken. Ook worden gesprekken niet meer onderbroken door rookpauzes, wat voor meer aandacht en focus zorgt. Een cliënt vertelde me dat hij altijd had willen stoppen, maar daar nooit prioriteit aan had gegeven door andere problemen, en nu lukte het wél, daar was hij zelf verbaasd over. Ook zijn er al een aantal cliënten die van plan zijn om het niet roken ook na de opname vol te houden. Ik word gebeld door medewerkers die ik helemaal niet ken, en die zelf spontaan bezig zijn met ideeën en oplossingen voor praktische problemen. Je merkt dat het leeft, dat het aandacht heeft. Het is een project dat langdurig aandacht vraagt, daarom is het essentieel om af en toe even afstand te nemen en te beseffen dat je al een heel eind gekomen bent.”

Doe het samen en blijf in contact

Daarbij is het ook noodzakelijk dat je het samen doet, zodat je elkaar kunt blijven motiveren en ondersteunen. Anique: “We hebben een projectteam waar ook enthousiaste artsen en medewerkers uit de teams bij betrokken zijn, dat is erg belangrijk. En we hebben in alle teams aandachtsfunctionarissen op dit thema, die regelmatig bij elkaar komen. Dat werkt heel goed, medewerkers leren van elkaar en geven elkaar tips. Het helpt ook om elkaar steeds weer te bevragen: ‘wat gaat er al goed en hoe kunnen we dat versterken?’ in plaats van ‘wat gaat er allemaal mis?’. In teams waar veel ambivalentie is onder medewerkers, zien we dat gedrag van cliënten dat tegen de afspraken ingaat, nog te vaak door de vingers wordt gezien. Door met de aandachtsfunctionarissen uit alle teams te spreken, kun je elkaar daar ook scherp op houden. En belangrijk is ook dat er iemand is die het project centraal kan ondersteunen en warm houden en die voortdurend in contact blijft met de teams.”

Zorg ervoor dat je managementteam ‘on board’ is

Daarmee komen we op het laatste, zeer belangrijke advies: zorg ervoor dat je managementteam dit project draagt. Anique: “NK was al jaren bezig met in stappen de organisatie rookvrij maken, maar een tijd lang is er weinig beweging geweest omdat NK andere prioriteiten had. Medewerkers konden niet worden vrijgemaakt om dit project van de grond te krijgen. Zonder het draagvlak van je management lukt dit niet, ze moeten echt ‘on board’ zijn. Je moet een portefeuillehouder in je MT hebben die zich hier hard voor maakt en die ervoor zorgt dat er capaciteit en budget beschikbaar komt. Je gaat namelijk een uitdaging aan die niet onmiddellijk voordelen oplevert, je moet iemand hebben op hoog niveau die hier gepassioneerd over is en blijft. Gelukkig hebben we dat nu, waardoor we grote stappen hebben kunnen zetten. Ja, het is hard werken, maar het is een kwestie van tijd. De norm van wat normaal is binnen de zorg, is aan het verschuiven. We zetten onze ingesleten aannames – dat cliënten niet zouden willen stoppen met roken, dat cliënten niet kúnnen stoppen – overboord. We vergroten onze kennis, verhogen de kwaliteit van onze behandeling en de kans op succesvol herstel. En we doorbreken onze automatismen. Even een sigaretje gaan roken met een cliënt ter ontspanning? Dat kan écht niet meer.”