Verslaafden in herstel verzetten bergen in Schaijk
25 oktober 2017Wie zijn verslaving overwint en zijn leven weer op de rit krijgt, is fantastisch goed bezig. Maar een aantal verslaafden in herstel gaan nog een stap verder, en willen hun ervaringen ook inzetten om anderen te helpen. Veel organisaties en zorginstellingen, waaronder ook Novadic-Kentron, omarmen de inzet van ervaringsdeskundigheid: het is een win-win-win-situatie die Nieuwe Kansen biedt voor de verslaafde in herstel, voor cliënten en voor de zorg. Een geweldig voorbeeld van een initiatief dat naadloos aansluit bij die ontwikkeling, vinden we in Schaijk (gemeente Landerd). Een groep verslaafden in herstel en mensen uit hun naaste omgeving, met de naam ‘Moed-Brabant, maak(t) verslaving bespreekbaar’, heeft hun zorgen over het toenemende drugsgebruik in de regio omgezet in daden. Moed-Brabant verzet bergen en is daar voorlopig nog niet mee klaar.
Rigoureus stoppen
Peter Peters (27), verslaafde in herstel, is een van de initiatiefnemers van het eerste uur. Jarenlang was cocaïne zijn ‘drug of choice’, maar ook dronk hij veel en gebruikte naast cocaïne zowat elke andere drug die voorhanden was. Vier jaar geleden liep hij volledig vast. Peter: “Ik maakte er echt een zootje van. Mijn relatie liep stuk, ik had geen rooie cent meer en ging niet meer naar mijn werk. Mijn tweelingzus regelde een afspraak bij huisarts Van Kollenburg. Die verwees me naar Novadic-Kentron in Den Bosch. Daar was enige wachttijd, dus stopte ik op eigen kracht. Drie maanden gebruikte ik niks, maar uiteindelijk kon ik het niet bolwerken.” Peter werd opgenomen in een twaalfstappenkliniek. Dat hielp: op dit moment is hij al bijna anderhalf jaar ‘clean’ en gebruikt hij geen alcohol, drugs of sigaretten.
De dokter, de deskundige en de burgemeester
Na zijn herstel wilde Peter, samen met Wim Jillesen (eveneens verslaafde in herstel), zijn zus en moeder ‘iets doen’ om het drugsgebruik in Schaijk bespreekbaar te maken. Daarmee was de basis gelegd voor Moed-Brabant. Het eerste idee was een grootschalige informatieavond voor de hele gemeenschap. Het gezelschap besprak dit plan in eerste instantie met huisarts René van Kollenburg,
René: “Ik was direct enthousiast en blij dat Moed-Brabant iets wilde doen aan een in mijn ogen groot probleem. Ik adviseerde hen om voor inhoudelijke ondersteuning contact te zoeken met Charles Dorpmans, preventiewerker van Novadic-Kentron. Die had ik een keer aan het werk gezien bij een nascholingsbijeenkomst. Ook hij was direct bereid om met Moed-Brabant de plannen verder voor te bereiden.” De laatste hobbel was geld. Peter: “We hadden een klein budget nodig voor de huur van de ruimte en voor koffie en thee. Daarom zijn we met burgemeester Bakermans gaan praten. Die was ook enthousiast en zegde toe de avond te financieren.”
Bekende figuren in Schaijk
De informatieavond, die 17 mei onder de naam ‘Laten we het er eens over hebben’ plaatsvond, bleek een schot in de roos. Maar liefst 250 tot 300 inwoners van Schaijk kwamen opdagen. Peter: “Die grote opkomst verbaasde ons niets. De avond is aangekondigd in de plaatselijke media, we hebben posters opgehangen en flyers verspreid en Wim en ik zijn bekende figuren in Schaijk. We waren blij met de enorme belangstelling. Dat was voor ons een teken dat veel dorpsgenoten zich op een of andere manier betrokken voelen bij of bezorgd zijn over het gebruik in de gemeente.”
Charles praatte als spreekstalmeester de avond aan elkaar. Ook hij blikt er enthousiast op terug: “Toch geweldig wat die gasten voor elkaar gebokst hebben. Op die manier naar buiten treden om te voorkomen dat anderen ook verslaafd raken. Het levensverhaal van Wim Jillesen was indrukwekkend, ook door de manier waarop hij zich kwetsbaar opstelde voor dorpsbewoners die hem allemaal kennen. Ik blijf hen zeker ondersteunen met kennis en inhoud.”
Moeders
Inmiddels zijn we een paar maanden verder. Moed-Brabant is spontaan uitgebreid: er zijn moeders bijgekomen en de huisartsen en de gemeente zijn ook vertegenwoordigd. Het gezelschap is nu met z’n tienen. Peter: “Met die club hebben we een expertmeeting gehouden onder leiding van Charles Dorpmans. En we hebben in september twee vervolgavonden georganiseerd, één speciaal voor jongeren en één voor ouders. Ook op die avonden kunnen we tevreden terugkijken: druk bezocht en veel enthousiasme.” En inmiddels is ook de website van Moed-Brabant in de lucht. Daarop onder andere informatie over middelen en verslaving, links naar de hulpverlening, een zelftest en een oproep om bij problemen contact op te nemen met iemand van Moed-Brabant (info@moed-brabant.nl of 06-83 66 95 23).
Iets teweeg brengen
Maar Moed-Brabant heeft nog meer plannen. Peter: “Door de geslaagde avonden zijn we ervan overtuigd dat we als groep iets teweeg kunnen brengen. We willen scholen, sportclubs, jongerenwerk en dergelijke in Schaijk en omgeving gaan benaderen om voorlichting te geven. Die moet betaalbaar zijn, laagdrempelig en dicht bij de mensen. We denken hiervoor een klein budget nodig te hebben. Daarover gaan we in gesprek met de gemeente.” Maar ook Charles wil het Schaijkse initiatief verder uitdragen. “De 40 gemeenten in Noordoost-Brabant zijn in gesprek om gezamenlijk aan preventie te gaan doen. Dat project heeft als werktitel ‘Drugs, dat kunnen we hier niet gebruiken’. Misschien zijn er ook in andere gemeenten dergelijke initiatieven te ontplooien. Hoe mooi zou dat zijn. Ondertussen is de eerste lijn hier bediend met een deskundigheidsbevordering ‘Signaleren, bespreekbaar maken’, hebben de vrijwilligers van Jeugdbelang Zeeland een drugsbijeenkomst gehad en verzorg ik met Moed-Brabant voor alle huisartsen uit de omgeving op 9 oktober een expertmeeting.”
Safe house
Ten slotte start Peter, samen met zijn zus en een andere ervaringsdeskundige, ook een initiatief op het gebied van de hulpverlening. Ze zijn bezig om samen een vorm van begeleid en beschermd wonen te realiseren in Schaijk. “We zijn een huis in Schaijk aan het opknappen dat dienst gaat doen als safe house. Daar kunnen maximaal zes jongeren uit de regio begeleid worden die kampen met alcohol- of drugsproblemen. We bieden een plek waar ze niet in aanraking komen met alcohol of drugs en een luisterend oor als ze het moeilijk hebben. Per 1 november komt de eerste bewoner.”