Gamen bron van zorg voor veel ouders: NK geeft antwoord op prangende vragen

Veel ouders maken zich ongerust over gamen, en voorlichtingen van de preventiewerkers van NK worden dan ook goed bezocht. Zoals in Helmond, waar Daniëlle Ketelaars aan professionals, maar vooral aan ouders, uitleg gaf. Ouders willen weten wanneer het gamen van hun kind nog normaal is en wanneer het een verslaving dreigt te worden. Waar kun je als ouder op letten? Kun je als ouder grenzen stellen? En hoeveel uur mag er eigenlijk gegamed worden? De antwoorden zijn voor ouders vaak verrassend.

“Als ik ouders vraag welke game hun kind speelt, weten ze dat vaak niet”

Daniëlle: “Ouders zijn vaak erg bezorgd, maar gamen hoort tegenwoordig gewoon bij de leefstijl van jongeren, vooral van jongens. Maar omdat zij zelf niet zijn opgevoed met gamen en andere beeldschermactiviteiten, is dit voor veel ouders moeilijk voorstelbaar. De jongeren van nu zijn opgegroeid met computers en online games spelen hoort er gewoon bij. Het is echt niet alleen maar problematisch, het is voor de jongere vaak vooral leuk. Maar als ik ouders vraag: ‘Welke game speelt je kind?’ dan weten ze dat vaak niet.”

Praten over je hobby’s

“Het belangrijkste advies is dan ook het gamen bespreekbaar te maken en te houden. Praat met je kind! Toon interesse! Vraag naar de game, wat het doel is, wat de jongere al heeft bereikt, kijk een keer mee. En kom er later nog eens op terug. Mensen praten graag over hun hobby’s en interesses, en dat geldt ook voor kinderen. Je komt er dan vanzelf achter of het gamen problematisch aan het worden is of een onschuldig tijdverdrijf is.”

Het aantal uur is niet zo belangrijk

“Ouders willen graag weten hoeveel uur gamen nog normaal is. Ze willen duidelijke richtlijnen horen. Maar zo zwart-wit is dat niet. Het aantal uur is minder belangrijk dan de balans tussen het gamen en de andere levensgebieden. Doet je kind ook nog aan andere activiteiten, zoals sport of andere hobby’s? Slaapt je kind normaal, eet hij goed, gaat het goed op school, heeft hij vrienden? Dan is er meestal niks aan de hand. Als een kind niet meer kan stoppen met gamen, als school of hobby’s eronder lijden, als je kind niet meer genoeg slaapt vanwege het gamen, dan wordt het zorgwekkender.

Ook kan je kind fysieke gevolgen ondervinden van het gamen. Zoals hoofdpijn, vermoeidheid of concentratieproblemen. Dit komt door het urenlang intensief gamen, maar ook door slechter eten of slapen als gevolg hiervan. En ook urenlang weinig bewegen is natuurlijk niet gezond voor het lichaam. Dit kunnen signalen zijn van problematisch gamen, of een gameverslaving.”

Autisme, sociale angst en ADHD

“En dan zijn er nog risicogroepen. Kinderen met bijvoorbeeld sociale angsten of een stoornis op het autistische spectrum, vluchten vaak in het gamen. Dat kan voor hen een heel belangrijke uitlaatklep of vorm van ontspanning zijn. Maar ook bij deze kinderen geldt dat het belangrijk is dat er aandacht blijft voor gezondheid, voor gezond eten en een goede dag- en nachtstructuur, voor andere activiteiten, voor sociaal contact buiten het gamen, voor beweging en voor school. Wat veel mensen niet weten, is dat ook kinderen met ADHD gevoeliger zijn voor problematisch gamen. Tv kijken en gamen is voor hen vaak erg ontspannend, ze kunnen zich beter focussen en worden er rustig van. Ook zijn ze door hun impulsiviteit erg gevoelig voor de snelle beloningen van games. Daardoor zijn ze ook gevoeliger voor gameverslaving. Maar neem niet zomaar aan dat het gamen een probleem is: praat erover!”

Grenzen stellen werkt

“Als je gamen bespreekbaar maakt, is het ook makkelijker om grenzen te stellen. Ouders onderschatten nogal eens hun invloed, net als bij het stellen van grenzen bij alcohol. Maar ouders hebben een erg grote invloed op het gedrag van hun kinderen en grenzen stellen helpt echt, ook bij gamen. Zoveel uur gamen en dan iets anders doen bijvoorbeeld. Bij jongere kinderen kun je eenvoudig de regels stellen en hier consequent mee omgaan, bij oudere kinderen zal je wat meer moeten onderhandelen. Maar bij alle kinderen geldt: maak het gamen eerst bespreekbaar, praat ook over de leuke kanten, toon interesse, en maak dan afspraken.”

Bevordering deskundigheid professionals

“Ook voor professionals is het belangrijk om te weten hoe gameverslaving werkt. Bij deze groepen gaan we wat meer de diepte in: waarom wordt het ene kind verslaafd en het andere niet, wat zijn de signalen en hoe werkt dat precies bij risicogroepen.

En als een kind inderdaad risicogedrag vertoont, dan kunnen we natuurlijk altijd doorpraten met professionals of ouders, en zo nodig kunnen we het kind behandelen. Dus heb je als ouder of professional vragen over het gamegedrag? Blijf er niet mee rondlopen, maar neem contact met ons op!”

Mindfulness voor verslaafde cliënten: “Omdat je letterlijk stilstaat bij wat je ervaart, valt het kwartje”

Mindfulness heeft inmiddels bewezen meer te zijn dan een hype. Er zijn nog mensen die denken dat dit een zweverige, alternatieve stroming is, maar wie er zich in verdiept, ontdekt dat mindfulness juist erg concreet is en praktische handvatten biedt om problemen in het leven het hoofd te bieden. Door op het hier en nu te focussen word je je bewust van de (destructieve) automatische reacties en patronen die je hebt en leer je die los te laten. Je kunt ze daarna vervangen door gezonde en constructieve patronen. Mindfulness based cognitive therapy (MBCT) is een bewezen effectieve training die ook kan worden ingezet bij verslaafde cliënten. Gerrie van Heck, mindfulnesstrainer in Tilburg: “Voor verslaafden is mindfulness vaak een verademing. Met verslaving hangen gedragspatronen samen die vervangen kunnen worden, waardoor de verslaving minder belangrijk wordt en onder controle kan worden gebracht.”

Gerrie: “Ik geef sinds vier maanden mindfulnesstraining aan ambulante cliënten in Tilburg. Bij mindfulness draait het om bewustwording. Veel mensen reageren volgens automatische patronen als ze tegenslag ervaren. Bij verslaafden is dat de drank, de drugs, het gokken of het gamen. Bij mindfulness word je je bewust van die automatische destructieve patronen. Niet door erover te praten en erover te redeneren, maar door deze patronen te doorvoelen en te ervaren. Het is een effectieve methode om constructief met je problemen om te leren gaan.”

Zucht komt… en gaat

“Neem bijvoorbeeld zucht. Als cliënten zucht ervaren om middelen te gaan gebruiken, zijn ze geneigd daar intens over te gaan nadenken, ze krijgen automatisch  – vaak destructieve – gedachten en gaan daarop handelen om die gedachten kwijt te raken. In de training leer ik cliënten om die gedachten, en het gevoel dat ze teweeg brengen, te aanschouwen en te ervaren zonder er meteen op te reageren. Cliënten ervaren dan dat de zucht op een gegeven moment ook weer wegebt.”

Een terugval is slechts een terugval

“De kracht van mindfulness is dat het je leert je bewust te zijn van je gedachten en dat je kunt relativeren. Een gedachte is niets meer of minder dan een gedachte, daar hoef je niet tegen te vechten. Een gedachte is geen vaststaande waarheid. Je leert nieuwsgierig en zonder oordeel naar gedachten en gevoelens te kijken zoals ze zich voordoen: dat maakt ze minder beladen. Een terugval is slechts een terugval, het is geen falen. Een terugval wordt zo zwaar en belangrijk omdat deze met allerlei negatieve gedachten en emoties gepaard gaat. Deze gedachten zijn niet per se waar. Als je je dat realiseert en je je er bewust van wordt, kun je die emoties en gedachten sneller loslaten. Zo kun je ook naar verslaving kijken. Bij mindfulness kun je zeggen: het is maar een verslaving. Niet om het te bagatelliseren, maar om je te realiseren dat je niet je verslaving bént. Het is geen vaststaande waarheid, het is niet alles wat je bent. In de training kun je leren je daar bewust van te worden en dat je elk moment opnieuw kunt beginnen.”

Mindfulness maakt je bewust

“Dat cliënten verslaafd zijn, is niet het belangrijkste. Natuurlijk besteed ik aandacht aan specifieke onderwerpen zoals terugvalpreventie of erfelijke aanleg. Maar verslaafde cliënten zijn in wezen niet anders dan mensen zonder verslaving, alleen is hun automatische gedragspatroon middelengebruik geworden. Bij iemand anders kan dat bijvoorbeeld overmatig piekeren, agressief gedrag of depressie zijn. Dat maakt in wezen geen verschil voor de aanpak. Het gaat om de bewustwording van deze patronen, zodat je er anders op kunt reageren. Omdat je letterlijk stil staat bij wat je ervaart, word je je daarvan bewust en kun je kiezen  wat je reactie is. Je leert niet door te praten of te lezen, maar door te ervaren. Hierdoor kom je snel tot de kern omdat je voelt dat er een belemmering of spanning is.

Cliënten realiseren zich bijvoorbeeld dat ze perfectionistisch zijn en continu over hun grenzen heen gaan. Om te ontspannen nemen ze hun toevlucht tot drugs en vragen zich vervolgens af waarom ze zichzelf dit aandoen. Sommige cliënten schrikken van het besef dat verslaving hen voordelen biedt doordat ze zelf geen verantwoordelijkheid meer nemen en continu aandacht voor het verslavingsprobleem vragen zonder zelf in actie te komen. Cliënten kunnen tijdens de trainingen een aha-moment krijgen. Het kwartje valt. Ze kunnen daarna andere, bewustere en gezondere keuzes gaan maken”. 

Waarom praat je jezelf de grond in?

“Mindfulness is niet alleen bewustwording van wat je voelt en denkt, maar dit bovendien zonder oordeel te leren doen. Cliënten realiseren zich hoe hard ze voor zichzelf zijn en hoe negatief ze over zichzelf denken. Dat is ook een automatische reactie geworden. Cliënten praten zichzelf de grond in. Door de training merken ze ineens hoe negatief ze eigenlijk over zichzelf praten en beseffen ze dat het niet in hun hoofd zou opkomen om ooit op die manier over een ander te oordelen. Waarom dan wel over zichzelf?”

Hard werken, maar grote opbrengst

“Ik verwacht wel van mijn cliënten dat ze hard werken. Eén keer niet op komen dagen, dat kan, je kunt een keer ziek zijn. Maar na twee keer niet verschijnen, moet de cliënt met de training stoppen. Ik verwacht ook dat ze actief deelnemen en huiswerkopdrachten uitvoeren. Cliënten waarderen die strakke richtlijnen. Het is geen vrijblijvende training. Voorafgaand aan de training worden cliënten gescreend of ze geschikt zijn om er aan deel te nemen. En je moet abstinent zijn als je aan de training begint.”

Mindfulness werkt!

“Mindfulness is niet voor iedereen geschikt. Je moet wel enige mate van zelfreflectie kunnen opbrengen. Cliënten zijn tevreden en verrast over de training. Ik hoor regelmatig dat die lang niet zo zweverig is als ze gedacht hadden. Het is juist heel concreet. Belangrijk is dat cliënten veel oefenen, dan heeft de training effect. Vergelijk het met piano leren spelen. Dat leer je ook niet in één keer, maar als je veel oefent en er aandacht aan besteedt, gaat het op den duur vanzelf.”

Bewoners hostel Eindhoven stromen uit naar eigen thuis

Ze bestaan in Brabant inmiddels een jaar of zeven: woonvoorzieningen (hostels) voor dak- en thuisloze chronische verslaafden met psychiatrische problematiek. In ons werkgebied beheren wij er twee: een in Den Bosch en een in Eindhoven. De hostels zijn destijds opgezet als permanente woonplek voor deze doelgroep. Vanuit humane overwegingen, omdat gemeenten tenslotte de plicht hebben voor hun inwoners te zorgen. Maar ook omdat deze zwervende doelgroep overlast veroorzaakt. Maar het tij is gekeerd. In de slipstream van de beddenafbouw in de zorg en het streven om mensen te helpen in hun eigen omgeving en hen te stimuleren weer deel te nemen aan de maatschappij, zijn onze woonvoorzieningen niet langer bedoeld als permanente huisvesting. Doel is bewoners door te laten stromen naar een eigen (begeleide) woonsituatie. De theorie is duidelijk, maar wat vinden begeleiders en bewoners hier zelf van?

Van beschermd wonen naar een beschermd thuis

De veranderingen vloeien onder andere voort uit het rapport ‘Van beschermd wonen naar een beschermd thuis’ van de commissie Danneberg. Daarin is het uitgangspunt dat mensen in hun eigen woonomgeving de zorg krijgen die op dat moment nodig is, en dat die zorg weer wordt afgeschaald zodra het kan. Hierbij passen niet langer grote gebouwen ergens in de stad, maar woningen in de wijk, waar op momenten dat het nodig is maatschappelijke ondersteuning geboden wordt die ‘sociale inclusie’ (meedoen in de samenleving) mogelijk moet maken. Wijkteams en intensieve ambulante zorg, zoals geboden in de FACT-teams, werken hierbij intensief samen, zodat begeleiden en behandelen naadloos in elkaar over lopen.

Hoe maken we doorstroom mogelijk?

Helemaal nieuw is de koers niet volgens Mohamed Toukrabi, senior woongebeleider en coördinator van het hostel aan de Boschdijk in Eindhoven. Mohamed: “We zijn al zo’n twee jaar bezig om onze bewoners in beweging te krijgen en hen te laten doorstromen naar begeleid wonen. In het begin kregen de bewoners een CIZ-indicatie voor vijf jaar om hier te kunnen wonen. Maar sinds een jaar of twee krijgen bewoners een beschikking via de Wmo voor de duur van maximaal een jaar. Na afloop van die periode wordt er geëvalueerd. Als doorstroom nog geen reële optie is, krijgen bewoners doorgaans een nieuwe beschikking voor de duur van een jaar. In het behandelplan van iedere bewoner is opgenomen welke stappen gezet worden om de situatie van de bewoner verder te stabiliseren of te verbeteren, en wat er nodig is om doorstroom mogelijk te maken.”

Om meer doorstroom te realiseren en ook succesvol te maken, worden inmiddels ook ervaringsdeskundigen ingezet. Wekelijks organiseren zij een ervaringsgroep, waarbij ze met bewoners praten over onder meer het vergroten van de zelfredzaamheid. Doel is het vormen van een steunnetwerk van bewoners die bij uitstroom weer andere bewoners kunnen helpen.

Koken en sporten

Ook het activiteitenaanbod is aangepast aan het nieuwe beleid. “Sinds een tijd worden de maaltijden door de bewoners zelf verzorgd,” licht Mohamed toe. “In het begin kregen bewoners geld om individueel voor eten te zorgen. Nu is er een gezamenlijke pot voor de maaltijden, doen bewoners onder begeleiding inkopen, bereiden ze de maaltijd, dekken de tafel, eten gezamenlijk en ruimen de boel ook weer op. De onderlinge verstandhouding is hierdoor sterk verbeterd, bewoners trainen nieuwe vaardigheden en gezond eten is goed voor de gezondheid.”

De gezondheid wordt verder bevorderd door het sportproject dat nu zo’n twee maanden draait. Mohamed: “Een aantal bewoners krijgt onder andere fitness en bokstraining. We willen die sportfaciliteit verder uitbreiden door omwonenden in de buurt vrijblijvend mee te laten sporten op onze locatie. Zo kunnen ze een kijkje nemen en meteen ook sporten binnen de woonvoorziening. De collega’s die de sporters begeleiden, zullen voor beide partijen een gepast aanbod maken. Het zou mooi zijn als dat lukt, omdat onze bewoners dan al in contact komen met mensen uit de wijk en dat helpt de negatieve beeldvorming te doorbreken. Ook komen er steeds meer bewoners naar de bewonersvergaderingen, waarin klachten en wensen worden besproken. Daar gaan we direct mee aan de slag, dat motiveert bewoners om te blijven komen. En ten slotte belonen we de bewoners die meedoen, dat past in onze CRA-filosofie. Ze kunnen bonuspunten verdienen waarmee ze in de supermarkt spullen kunnen kopen.”

Schulden afbouwen

Op dit moment wonen er 33 cliënten in het hostel aan de Boschdijk, waaronder zes op justitiële basis. Om bewoners voor te bereiden op doorstroming, is er naast het hostel een appartement voor twee bewoners. Alle medewerkers, in totaal 17 fte, leggen nu de focus op doorstroming. Bewoners die daaraan toe zijn, stromen door naar woningen in de wijk van het DOOR-project. Daar krijgen ze begeleiding van NEOS, de Eindhovense opvangvoorziening.

Mohamed: “Door al die inspanningen en veranderingen is de doorstroom enorm toegenomen: het lukt steeds vaker om bewoners een woonalternatief te bieden. In 2016 en 2017 hebben we een doorstroom van tien procent gerealiseerd. Aanvankelijk werd doorstroom nog bemoeilijkt door hoge schulden. Nu krijgen bewoners met schulden verplicht bewindvoering. Dat viel aanvankelijk niet in goede aarde, maar inmiddels zien cliënten hun schulden afnemen en is er het besef dat dat nodig is om weer op eigen benen te kunnen staan. Ik merk dat steeds meer bewoners dat ook echt op hun wensenlijstje hebben. Tien procent doorstroom is gezien de verwachtingen van een aantal jaren terug best veel. Dat laat binnen het hostel perspectief zien: bewoners beseffen dat doorstroom een haalbaar doel is. Dat is motiverend.”

Toekomstperspectief

Een van die bewoners is de 44-jarige Charley*. Hij is weliswaar tevreden over het leven in het hostel, maar kijkt ook erg uit naar een alternatief: “Ik heb het hier naar mijn zin. Het hostel heeft een einde gemaakt aan mijn zwervend bestaan en me weer toekomstperspectief geboden. Ik sta tegen acht uur op, en na het ontbijt en mijn medicatie ga ik rond negen uur aan het werk. Om een uur of drie kom ik terug en doe ik activiteiten en werkzaamheden in het hostel. Eigenlijk ben ik van opstaan tot slapen gaan bezig.” Ook over de begeleiding is hij goed te spreken: “Ze nemen me serieus en staan altijd voor me klaar. Paula en Mo steunen en stimuleren me ook bij het vinden van een plekje buiten het hostel. Want daar kijk ik erg naar uit en ik heb er alle vertrouwen in dat dat gaat lukken. Binnenkort heb ik weer een gesprek met mijn psychiater, dan is op mezelf wonen zeker een gesprekspunt.”          

Gefingeerde naam

Pleidooi voor betere, menswaardige aanpak ‘verwarde personen’: “We moeten dit probleem met alle gemeenten samen aanpakken” 

Hendrik Jan van Essen, werkzaam bij team IHT (Intensive Home Treatment), is zeer gepassioneerd over het thema ‘verwarde personen’. Voor hem zijn dit geen krantenberichten, maar individuele verhalen, verhalen van mensen bij wie de problemen zo complex en zo groot zijn geworden, dat ze de grip op hun leven verliezen. Hendrik Jan: “Onder bepaalde omstandigheden kan iedereen in zo’n situatie terecht komen.” Voorkomen kan, maar gebeurt niet vaak en niet goed genoeg. En als een persoon eenmaal ontspoort, kan de aanpak ook veel beter. Om te beginnen door te beseffen dat verwarde personen vaak niet verward zijn. 

Hendrik Jan: “Verwarde personen, dat is eigenlijk een verkeerde term. Verward wil zeggen dat je je oriëntatie kwijt bent, in plaats, tijd of persoon. Dus niet meer weet waar, op welke plaats of wie je bent. Als ik weet dat ik Hendrik Jan van Essen ben, en dat het dinsdag is, en dat ik bovenop de supermarkt met messen loop te zwaaien, dan ben ik geen verward persoon. Dan ben ik psychotisch, of onder invloed, of suïcidaal, maar niet verward. Maar laten we voor het gemak toch maar spreken over verwarde personen, want zo wordt het meestal genoemd.”

De dorpsgek

“Verwarde personen, die zijn er altijd al geweest. Elk dorp had vroeger, oneerbiedig gesproken, de dorpsgek. Vanaf de Verlichting werden die mensen, als hun omgeving niet meer voor hen kon zorgen, vaak opgenomen in inrichtingen, woongemeenschappen en op instellingsterreinen. Daar leefden ze dan vaak hun hele leven onder bescherming en begeleiding. Maar de tijden zijn veranderd. Door andere inzichten, maar ook door bezuinigingen, willen we mensen nu zo lang en zo veel mogelijk binnen de maatschappij laten meedoen. Op zich is dat prima. Je kunt namelijk vaak in een vroeg stadium voorkomen dat iemand een verward persoon wordt. Bij deze groep mensen komen vaak heel veel problemen samen: psychische aandoeningen, verslaving, maatschappelijke verloedering, traumatische gebeurtenissen. Dat gebeurt meestal niet van de ene op de andere dag. Door preventie en het aanpakken van problemen in een vroeg stadium, kun je heel veel ellende voorkomen en kan iemand gewoon deel blijven uitmaken van de maatschappij.”

Repressie populairder dan zorg

“De zorg die voor deze groep nodig is – vroegtijdige signalering en aanpak van de problemen, begeleiding bij wonen, werken en financiën – ligt nu grotendeels binnen de gemeente, maar de wijkteams hebben noch de middelen noch de specifieke deskundigheid om die problemen goed op te kunnen pakken. Ook binnen de GGZ wordt bezuinigd, waardoor er lange wachtlijsten zijn en weinig opnameplekken om cliënten met complexere problemen intensief en langdurig te kunnen behandelen. In plaats van preventie en behandeling kiest de politiek, ook de lokale politiek, regelmatig voor repressie. Iemand die overlast in de wijk veroorzaakt, wordt bijvoorbeeld uit huis gezet. Een populaire maatregel, maar daarmee zijn de problemen niet verdwenen natuurlijk. Je kunt zo’n persoon beter een goede waarschuwing geven: je mag hier blijven wonen, op voorwaarde dat je je laat behandelen door NK.”

Vitamines veel goedkoper

“Met een juiste aanpak in een vroeg stadium, die nu vaak noodgedwongen ontbreekt, kunnen problemen worden voorkomen. En het is een stuk goedkoper. Neem nu Korsakov, dat volledig te voorkomen is door op tijd bepaalde vitamines toe te dienen – en hopelijk ook het alcoholgebruik aan te pakken. Zet dat eens af tegen de kosten van jarenlange, zelfs decennialange, intensieve zorg voor een persoon die eenmaal Korsakov heeft ontwikkeld… Maar zelfs met de beste preventie zullen er altijd ‘verwarde personen’ blijven. Er zullen altijd mensen zijn die zich onttrekken aan zorg en bij wie de problemen zich op een gegeven moment zo opstapelen in deze hectische maatschappij dat ze de grip op hun eigen leven verliezen.”

Heel veel schade

“En dan, wat doe je dan? Als deze personen goede vitale functies hebben, neemt de ambulance hen niet mee. De politie kan hen dan wel in de cel zetten, maar daar horen ze vaak helemaal niet thuis. Deze mensen verdienen zorg, geen straf. Dus komen ze bij de GGZ terecht, want NK krijgt van gemeente en zorgverzekeraars geen geld voor crisisopvang, zelfs niet als er genotmiddelen in het spel zijn. Als er dan ook nog sprake is van middelengebruik, is er nog een grotere kans dat cliënten in een crisis raken en een gevaar worden voor zichzelf of voor hun omgeving. Dus wat moet de GGZ dan? Separeren is geen optie, dus dan komt zo’n cliënt uiteindelijk toch bij NK terecht. Maar dan is er al heel veel schade berokkend.”

Een smeuïg verhaal in de krant

“Idealiter wordt NK door de gemeente, die de regie voert en letterlijk het dichtst bij de burger staat, in een zo vroeg mogelijk stadium betrokken bij complexe casussen. En dan specifiek het team dat spoedeisende hulp kan bieden bij mensen thuis: IHT ofwel Intensive Home Treatment. Deze mensen hebben heel veel problemen, dus die hebben van veel verschillende kanten hulp nodig. De gemeente, de wijkteams, de GGZ, de maatschappelijke opvang én Novadic-Kentron, zij zouden allemaal gezamenlijk deze mensen verder moeten helpen. Zo voorkomen we dat iemand in een mensonterende situatie terecht komt en naakt op straat rent of dreigt zijn huis te laten ontploffen. Zo voorkomen we dat iemand een smeuïg verhaal wordt in de krant.”

Samen werken aan ontwarren verwarde personen

“Een lichtpuntje is dat steeds meer Brabantse burgemeesters doordrongen raken van het probleem. Dat er veel meer burgers met complexe problemen zijn – potentiële verwarde personen – dan ze zich realiseerden. Via de veiligheidshuizen, samenwerkingsverbanden met veel verschillende deskundigen, horen ze dat het gaat om tientallen mensen, terwijl ze soms van tevoren riepen ‘In onze gemeente zijn geen verwarde personen!’ Het is belangrijk dat gemeentes onderling meer gaan samenwerken, en samen met ons de problemen in kaart brengen en de optimale aanpak ontwikkelen. De zorg is veel te complex geworden. Het gaat niet om etiketjes die op een mens geplakt worden, maar om luisteren en het inzetten van gezond verstand, om mensen helpen weer overzicht te krijgen. Dus laten we samen proberen verwarde personen weer te ontwarren!”

NAC Street League 2017: voetbalclub helpt jongeren gezonder te leven

Hoe beïnvloed je jongeren op een positieve manier? Naar wie luisteren ze het beste? Misschien wel naar hun favoriete voetbalclub! Sinds een aantal jaren organiseert voetbalclub NAC in Breda de NAC Street League: een straatvoetbalcompetitie voor jongens en meisjes van de Bredase scholen. NAC grijpt deze bijeenkomsten ook aan om jongeren op een aantal thema’s te beïnvloeden. Een van die thema’s is alcohol. NAC vroeg de afdeling Preventie van NK om hieraan bij te dragen en lessen te verzorgen op de scholen. Dinsdag 19 december was de kick-off bij het Newmancollege.

NAC-directeur Justin Goetzee en de Bredase wethouder Marianne de Bie deden de aftrap bij de start van het educatieve programma van de Street League. Na de opening deden ze ook zelf actief mee aan de workshop Een held met geld, een van de vier thema’s van de lessen. Projectcoördinator Marieke Akkermans: “Die thema’s zijn gekozen in overleg met zowel de jongeren als de school. Naast ‘groepsdruk en alcohol’ en ‘omgaan met geld’ wilden zij graag workshops over ‘omgaan met social media’ en ‘gezonde levensstijl’. Bij elk thema hebben we externe partijen gevraagd die veel kennis hebben op dat gebied. Ze waren allemaal bereid mee te werken. Daar waren we blij mee, want dat vergroot de impact van onze workshops.”

Rolmodel

Opvallend is dat er geen voetballers aanwezig zijn bij de kick-off. We vragen Marieke of het voor de impact niet van belang is ook om spelers van het eerste in te schakelen. Zij kunnen een rolmodel voor jongeren zijn. Marieke: “Het is zeker de bedoeling spelers te betrekken bij de workshops. Maar het lukt helaas niet altijd om spelers hiervoor vrij te maken: trainingen gaan voor.”

Veel enthousiasme

Preventiewerker Charlotte van den Boogaart geeft één van de workshops, die dit jaar worden gegeven aan in totaal zevenhonderd brugklassers van vier Bredase scholen. Naast het Newman zijn dat de Rotonde, Tessenderlandt en Graaf Engelbrecht. Charlotte is enthousiast over de samenwerking met NAC: “We hebben goede ervaringen met de voetbalclub. Preventie heeft het meeste effect als de boodschap herhaald wordt, bij voorkeur via verschillende kanalen. Door de samenwerking met NAC krijgt de boodschap nog meer kracht. We proeven meer enthousiasme, niet alleen bij de leerlingen, maar ook bij de docenten. Die vragen we ook om in hun eigen lessen het thema nog eens aan te kaarten. Daarbij kan het Street League Magazine gebruikt worden.”

Groepsdruk en alcohol

Tijdens de workshops besteedt Charlotte veel aandacht aan de campagne NIX18, groepsdruk en de risico’s van alcohol: “Daarbij laten we de leerlingen zelf zoveel mogelijk aan het woord. De jongeren worden aan het denken gezet en krijgen ruimte om met elkaar te praten. Ik laat ze bijvoorbeeld de voor- en nadelen van alcohol opschrijven. Daaruit blijkt dat leerlingen de risico’s van alcohol wel kennen: verslaving, ziekte, ongelukken en vechten worden vaak genoemd. Maar ook de kater is een bekend fenomeen. Door hen zelf deze nadelen te laten benoemen, blijven die ook beter hangen.” 

Niet te jong

De workshops worden gegeven in de brugklas. Dat roept de vraag op of leerlingen dan niet te jong zijn, zeker gezien de veranderde wetgeving. Charlotte: “Nee, dat denk ik niet. Deze workshops sluiten daar prima op aan. Je hebt zelf kunnen zien dat groepsdruk en alcohol thema’s zijn die je met kinderen van deze leeftijd goed kunt bespreken. Ook in het verleden verzorgden we al gastlessen voor deze doelgroep, maar ook voor groep 8 van het basisonderwijs. Het is wel van belang dat het hier niet bij blijft en dat ook in hogere klassen het thema alcohol aan de orde wordt gesteld. Bijvoorbeeld via het landelijke project ‘De gezonde school en genotmiddelen’ van het Trimbos-instituut.”

Ervaringen met alcohol steeds vaker uitzondering

Hebben al die inspanningen resultaat en dragen ze bij aan een afname van problemen door alcoholgebruik bij jongeren? Charlotte: “Het versterkt het effect van andere maatregelen. Onderzocht is dat door de veranderde wetgeving en de NIX18-campagnes minder jongeren gaan drinken en de startleeftijd verhoogd is. Dat zie ik ook tijdens deze lessen. Ik stel altijd de vraag of de leerlingen zelf al gedronken hebben. Een aantal jaren terug waren er dan altijd wel meerdere leerlingen die trots en stoer vertelden dat ze al eens gedronken hadden. Nu zijn er nog nauwelijks leerlingen die op die manier reageren. Leerlingen die al gedronken hebben, zijn nu gelukkig de uitzondering.”

Novadic-Kentron algemeen 2017 en vierde kwartaal

Het nieuwe jaar is op stoom en NK ook! Destigmatisering is hét thema voor 2018. In januari hebben we de aftrap gegeven met de voorstelling Hunker van Coup Cura, die in zeven theaters in Brabant de thema’s verslaving, stigma’s en taboes onder de aandacht bracht bij ketenpartners en medewerkers. Maar in deze nieuwsbrief kijken we nog één keer terug: naar de highlights van 2017 en naar een aantal recente ontwikkelingen in het vierde kwartaal van 2017. 

Opvallende ontwikkelingen in 2017

Preventie speelt in op laatste trends

Preventie houdt de trends op het gebied van genotmiddelengebruik nauwlettend in de gaten, en speelt daar op in met nieuwe campagnes. Zo heeft NK een voorlichtingsfilm gemaakt over het spuiten van speed, campagne gevoerd over de risico’s van lachgas en trainingen gegeven over anabolengebruik.

Deskundigheidsbevordering

NK is dé expert op het gebied van verslaving en verslavingszorg. Wij stellen die expertise graag ter beschikking aan ketenpartners. In mei deelden we onze kennis over GHB op een landelijk congres. Ook verzorgden we workshops voor tandartsen en mondhygiënisten over de invloed van drugsgebruik op het gebit. Met Avans Hogescholen sloten we een convenant af om samen toekomstbestendige professionals op te leiden. En ten slotte is ook de oprichting van het netwerk Verslavingskunde Nederland een belangrijk platform om onze kennis te delen en te bundelen met die van anderen.

Actief in de wijk

Sinds april is de BasisGGZ van NK in bezit van het keurmerk van de Stichting kwaliteit in BasisGGZ. Het keurmerk is een teken dat onze BasisGGZ goede kwaliteit levert: kort, effectief en dicht bij de cliënt in de wijk. Veel van onze activiteiten in de wijk doen wij in het kader van de Wmo in opdracht van en samen met gemeentes. Denk bijvoorbeeld aan de medische heroïnebehandeling, bemoeizorg en voorzieningen voor opvang en wonen. Ons volledige aanbod voor de gemeenten hebben we in een eenduidig en helder productportfolio opgenomen. Zo kunnen we gemeenten maatwerk leveren dat aansluit bij de behoefte van de gemeentes. De belangrijkste rol van NK binnen die samenwerking is het leveren van kennis en expertise. Zo hebben we in Oss en Bernheze infolunches georganiseerd voor de wijkteams.

Samenwerking

Samenwerking is ook binnen de Zvw-zorg cruciaal. Zo werkt NK bijvoorbeeld intensief samen met ketenpartners uit de LVB-sector. Om samen betere zorg en begeleiding voor de LVB-doelgroep te kunnen bieden, werken we samen met onder meer Cello, De la Salle en Dichterbij. Op verzoek van Dichterbij werd ook een trainingsdag uitgevoerd.

Recent (vierde kwartaal) hebben NK-breed de volgende ontwikkelingen plaatsgevonden.

Novadic-Kentron krijgt bronzen status voor project NK Rookvrij

Eind 2017 hebben verslavingszorginstellingen in Nederland een self-audit gedaan naar de stand van zaken wat betreft het rookvrij maken van de eigen instelling. Het ging daarbij over kwesties als het beleid om de locaties en werkruimtes rookvrij te maken, de betrokkenheid van medewerkers en cliënten bij het rookbeleid en de intentie om toe te werken naar een volledig rookvrije instelling.

Novadic-Kentron heeft het daarbij heel goed gedaan. Op een landelijke bijeenkomst onder leiding van VNN-verslavingsarts Robert van de Graaf (voorvechter van de Rookvrije Generatie en een van de initiatiefnemers van Rook-de-zorg-uit), werden we verrast met de toekenning van de Bronzen Status omdat NK als enige voor de self-audit de score heeft behaald die past bij die status. Namens NK heeft Anite Jonkers het bijhorende certificaat in ontvangst mogen nemen.

Landelijke campagne ‘Minder Regelgekte Meer Zorg’

De regelgekte is doorgeslagen in de ggz. Daarom heeft NK actief meegedaan aan de landelijke campagne van GGZ Nederland om de administratieve lasten met de helft te verminderen. Onder de slogan ‘Minder Regelgekte Meer Zorg’ werd een mediacampagne gevoerd en werden hulpverleners, cliënten en het algemene publiek opgeroepen het manifest te ondertekenen. Dat manifest, dat door meer dan 162.000 mensen werd ondertekend, is het fundament onder vervolgacties om de regelgekte aan te pakken. Daarvoor wordt niet alleen druk overleg gevoerd met het ministerie en de zorgverzekeraars, maar zal ook intern gekeken worden wat instellingen zelf aan protocollen en regelingen aan kunnen passen.

Belonen werkt! NK exporteert CRA-ervaring

Novadic-Kentron heeft veel geïnvesteerd in de invoering van de CRA-methode. Vrijwel alle medewerkers in zorgfuncties hebben een training gevolgd en een aantal behandelaars is opgeleid tot CRA-therapeut/supervisor. NK wil de kennis over CRA verder uitdragen. Dat gebeurde onlangs onder andere door CRA-therapeute Ansje Brinks. Zij verzorgde vanuit Kentra Business binnen de minor Verslavingskunde zestien lessen voor studenten van verschillende studierichtingen van de HAN. De lessen werden gegeven bij Kentra24, onze jeugdkliniek in Sint-Oedenrode waar de CRA-methodiek volledig is geïmplementeerd in de behandeling. De lessen en de omgeving waarbinnen die aangeboden werden, vielen goed in de smaak bij de studenten. De lessenreeks wordt afgerond met een toets.

Sport als hulpmiddel in strijd tegen verslaving

Sport is een belangrijk onderdeel binnen het aanbod en programma van onze klinieken. Ook in de jeugdkliniek in Sint-Oedenrode wordt veel gesport. Een bijzonder initiatief was de deelname van cliënten én medewerkers aan de estafettemarathon van Sint-Oedenrode op zondag 5 november. Het plan om mee te doen kwam spontaan op en was niet alleen een mooie uitdaging, maar ook een kans om te participeren in de samenleving van Sint-Oedenrode. Niet iedere cliënt was direct even enthousiast; niet omdat het hen niet leuk leek, maar omdat ze dachten dit nooit te gaan halen. Na wat motiverende woorden waren er vijf jongeren die de uitdaging aan wilden gaan. Helaas moest één jongere geblesseerd afhaken, de andere vier jongeren haalden met drie begeleiders de eindstreep! Na 3 uur en 49 minuten kwam het gezelschap over de finish.

BasisGGZ ondergebracht bij Specialistische GGZ

De afgelopen jaren heeft Novadic-Kentron BasisGGZ aangeboden onder de merknaam Kentra Basis. Een snelle intake, bewezen effectieve behandelingen, bij voorkeur in de eigen omgeving, waren de belangrijkste kenmerken van de BasisGGZ. De BasisGGZ sluit daarmee prima aan bij de terugdringing van de zorgkosten en zal dus zeker voortgezet worden. In de praktijk heeft het neerzetten van de BasisGGZ als zelfstandig product echter geen meerwaarde opgeleverd. Daarom is per 1 januari de BasisGGZ organisatorisch ondergebracht bij de Specialistische GGZ. De huidige medewerkers blijven BasisGGZ bieden, maar kunnen indien nodig ook ingezet worden binnen de Specialistische GGZ en vice versa. 

Ketenpartners Meierijstad op de koffie bij Kentra24

Begin januari was bij Kentra24 in Sint-Oedenrode de netwerkbijeenkomst ‘Een Nieuw jaar – Nieuwe Kansen’ voor netwerkpartners uit Meierijstad. Het werd een zeer geslaagde bijeenkomst, waaraan zo’n 45 netwerkpartners hebben deelgenomen van gemeente, politie, BOA’s, jongerenwerk, BJG, Sociale Wijkteams, scholen, Topaze, Labyrinthe, MEE, Weievense Hoeve, William Schrikkergroep, GGZ en GGD. Doel van de bijeenkomst was om het project ‘Vroegsignalering probleemjongeren en jonge druggebruikers’ en de activiteiten van NK Preventie onder de aandacht te brengen van de netwerkpartners uit Meierijstad. Ook werd uitleg gegeven over de jeugdkliniek, inclusief rondleiding. Ondertussen konden de overige netwerkpartners genieten van een drankje en heerlijke hapjes, die door een aantal cliënten voor ons gemaakt waren.

Avondcollege 4-FA (4-FMP)

Medio november organiseerden NK-preventiewerkers en Unity Brabant een avondcollege over 4-FA  (ook bekend als 4-FMP). 4-FA is een ‘research-chemical’ die gebruikt wordt als uitgaansdrug en sinds mei 2017 geregistreerd staat als harddrug. Zo’n 125 geïnteresseerden hebben zich ingeschreven voor dit college. Tibor Brunt (pharmaceutical wetenschapper van Trimbos) ging op basis van recent onderzoek in op de stof en zijn eigenschappen, effecten en risico’s. Rob Favié, arts bij het ETZ (Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis), vertelde over zijn werk als arts tijdens een van de vele dance events. Na de pauze was er een paneldiscussie die werd geleid door preventiewerker Xandra Laplante. Het werd een bijzonder geslaagde avond, wat ook bleek uit de hoge waarderingscijfers van de bezoekers.

DRUNK: VR-bril en app simuleren dronkenschap

Sinds kort beschikt onze preventieafdeling over DRUNK: een virtual reality bril die gekoppeld aan een interactieve app het gezichtsvermogen vervormt, zodat dat vergelijkbaar wordt met dronkenschap. Het alcoholpromillage kan ingesteld worden om de effecten op het gezichtsvermogen (vertraging, tunnelvisie, dubbelzien) perfect na te bootsen. Het lijkt dus alsof je echt dronken bent als je met de VR-bril een parcours moet lopen. DRUNK is ontwikkeld in samenwerking met EMS Risico in Oosterhout, een bedrijf dat is gespecialiseerd in veiligheid. De bril kan na een proef bij studenten van het Introfestival Breda ingezet worden bij verschillende activiteiten van onze preventiewerkers. Onlangs gebeurde dat bij het project Helder op het werk voor IBN Arbeidsintegratie rond alcohol en werk. Maar ook bij activiteiten voor 55-plussers kan de bril ogen openen en zo hopelijk valincidenten voorkomen. En ten slotte kan de bril worden ingezet bij activiteiten rond verkeersdeelname, bijvoorbeeld in het kader van de provinciale actie NUL verkeersdoden Brabant en Veilig Uitgaan. Voor dat laatste thema is ook een TRIP-versie van de VR-bril beschikbaar, die de effecten van tripmiddelen op het gezichtsvermogen nabootst.      

Gebruiksruimten overgedragen

De afgelopen jaren heeft NK de focus steeds meer gelegd op de kerntaak verslavingszorg en verslavingskunde. Voor begeleiding op bijvoorbeeld het gebied van opvang, dagbesteding en financiën zoeken wij steeds meer de samenwerking met ketenpartners in de regio die op dat gebied expert zijn. In dit kader heeft NK het beheer van de gebruiksruimten in Breda en Tilburg overgedragen aan de organisaties voor maatschappelijke opvang in die steden. Sinds deze zomer runt de SMO Breda de gebruiksruimte aan de Slingerweg en per 1 december is in Tilburg de gebruiksruimte aan de Gasthuisring in beheer van SMO Traverse.