Forensische verslavingszorg: tussen herstel en veiligheid

Veel mensen die in aanraking komen met justitie, hebben onderliggend een probleem met middelengebruik of een verslaving. Om hen succesvol te laten rehabiliteren in de maatschappij, is het noodzakelijk om deze problemen aan te pakken. Dat gebeurt door de Forensische verslavingszorg (FVZ). FVZ is daarmee een heel bijzondere vorm van zorg. Waar bij de reguliere verslavingszorg het belangrijkste doel is om het welzijn en de levenskwaliteit van individuele cliënten te verbeteren, heeft Forensische verslavingszorg (FVZ) een overkoepelend doel: recidive voorkomen en daarmee de veiligheid van de samenleving verbeteren. Cliënten die door de FVZ behandeld worden, komen bovendien nooit zelf op vrijwillige basis in contact met NK. Zij zijn daar omdat het een voorwaarde is die is opgelegd door de rechter. Dat zorgt ervoor dat de behandeling binnen de FVZ gekenmerkt wordt door tegenstellingen: een individu behandelen met een maatschappelijk doel, en iemand motiveren om te herstellen terwijl hij of zij daartoe verplicht wordt. Wat betekent dit voor de behandeling en de samenwerking tussen cliënt en reclassering?

NK heeft een kliniek voor Forensische verslavingszorg in Vught, maar ook ambulante forensische teams in alle Brabantse regio’s. Alle cliënten die hier worden behandeld, worden hierheen verwezen via justitiële kanalen en staan onder toezicht van de reclassering. Er worden cliënten uit het hele land behandeld, die zonder wachttijd in behandeling kunnen worden genomen.

René Vervoort, teamleider van de klinische FVZ-afdeling: “Bij veel cliënten die wij behandelen, heeft de rechter als – bijkomende – voorwaarde opgelegd dat de cliënt zich onder behandeling moet stellen van de verslavingszorg. Soms gaat daar eerst een detentieperiode aan vooraf, waarna de cliënt instroomt op onze klinische behandelvoorziening. Ook stromen cliënten in vanuit klinische voorzieningen met een zwaarder beveiligingsniveau. In het kader van de zogeheten ‘afschaling’ kan de cliënt het laatste gedeelte van hun behandeling bij ons volgen. Onze klinische afdeling is namelijk een laag beveiligde voorziening, die meer privileges kent dan hoog beveiligde voorzieningen zoals TBS-klinieken. Die afschaling is bedoeld om de terugkeer in de maatschappij meer geleidelijk te laten verlopen.”

Delictgedrag én verslaving aanpakken

De behandeling is zowel gericht op het voorkomen van recidive en daarmee het verkleinen van het delictrisico als op de verslaving. René: “Om daaraan tegemoet te komen, werken we onder andere met de zogenaamde delictketenanalyse. Daarmee leren we de cliënten riskante situaties herkennen en daar anders mee om te gaan. Want hoe impulsief een delict ook lijkt, er is altijd sprake van een riskante situatie die eraan vooraf gaat. Hierbij worden zowel face-to-facecontacten als online behandelmethodes ingezet.”

Tegelijkertijd wordt de daarmee samenhangende verslaving behandeld. Als dat nodig is, start die behandeling met een detox van zeven weken. Dat gebeurt op de klinische FVZ-afdeling in Vught. René: “We kunnen cliënten ook op laten nemen op de algemene detoxafdeling in Vught, maar dat doen we eigenlijk alleen bij GHB-verslaving, omdat dan zeer intensieve medische ondersteuning vereist is. Ontgiften op onze eigen afdeling heeft grote voordelen. Er zijn korte lijnen met de verwijzende instantie en de aandacht voor de specifieke forensische problemen en het motivatietraject starten onmiddellijk vanaf het begin van de behandeling. Daarom werken we soms ook met een langere detoxperiode dan gebruikelijk is bij de speciale detoxafdeling.”

Aansluitend aan de detox start de behandeling, in groepsverband of individueel. René: “Behandelen in groepen heeft onze voorkeur, omdat cliënten elkaar dan ondersteunen in hun veranderingsproces en elkaars motivatie vergroten. Want hoewel cliënten hier in een verplicht kader komen, is het voor hun herstel essentieel dat ze uiteindelijk zelf gemotiveerd worden om hun problemen aan te pakken. Ze moeten zelf gaan inzien dat het aanpakken van hun verslaving uiteindelijk de sleutel kan zijn om niet meer met justitie in aanraking te komen.

Fasebeleid verlof

Werken met deze doelgroep is niet vanzelfsprekend: deze groep heeft een verleden met justitie, dat betekent dat er vaak sprake was van grensoverschrijdend gedrag. Bepaalt dit ook het behandelklimaat binnen de FVZ? René: “Dat valt bij onze kliniek reuze mee, maar er zijn natuurlijk wel eens spanningen tussen cliënten onderling of cliënten en personeel. Een groot voordeel is dat cliënten onze kliniek niet zien als strafinrichting, maar als een behandelvoorziening. De meeste cliënten weten waarvoor ze komen en beseffen het belang van de behandeling. Naarmate de cliënt de controle over zichzelf terugkrijgt, nemen de vrijheden ook toe; dit noemen we het fasebeleid. Dit zorgt ervoor dat elke cliënt bewust wordt van eigen mogelijkheden en onmogelijkheden op dat moment. Binnen het fasebeleid kan een cliënt een stap vooruit zetten om te oefenen, maar ook terug naar eerdere fase, om zichzelf weer iets meer bescherming op te leggen.”

Meer weten?

Klik hier voor meer informatie over de Forensische verslavingszorg.

 

 

Intensieve ambulante behandeling voor jeugd nu ook in Breda!

“Wat de problemen ook zijn, elke jongere kan bij ons terecht!”

 Medio augustus is Kentra24 – de jeugdafdeling van Novadic-Kentron – gestart met Jeugd Intensief Ambulant in Breda (voorheen dagbehandeling genoemd). De reden hiervoor is dat we in plaats van opnames steeds meer ambulant willen behandelen. De jeugdkliniek in Sint-Oedenrode, waar dit aanbod al beschikbaar is, is voor jongeren uit het midden en westen van Brabant behoorlijk ver reizen en een ambulant aanbod in deze regio’s is dus zeer gewenst. Bij jongeren met fors middelengebruik stagneert de behandeling in andere zorginstellingen vaak. Wij willen een vaste en vertrouwde schakel zijn in de hele keten van jeugdhulpverlening, en werken dan ook veelvuldig samen met andere jeugdzorginstellingen. Zo krijgt elke jongere de juiste ondersteuning en hulp bij het stoppen met middelengebruik, en wordt de behandeling binnen een andere ggz- of jeugdzorginstelling weer effectief. Wat de problemen ook zijn, elke jongere kan bij ons terecht!

Bij Intensief Ambulant Jeugd komt een jongere voor een of meer dagdelen naar onze locatie voor verschillende therapieën, die in groepsverband of individueel gegeven worden. Vaak voorkomt deze ambulante behandeling een klinische opname, maar ook kan deze de klinische behandeling ondersteunen en een logische en meer geleidelijke tussenstap vormen na behandeling in de jeugdkliniek. De jongeren die behandeld worden bij Intensief Ambulant Jeugd zijn jongeren die niet alleen problemen met middelen hebben, maar vaak ook psychische problemen en problemen met bijvoorbeeld hun opleiding of werk, met hun familie of met justitie.

Grote problemen en grote verschillen

Anouk Bergmans, behandelaar bij Kentra24: “We zijn in Breda gestart met één dag intensief ambulant in de week. Daarbij werken we ook samen met Juzt, een organisatie die jeugd- en gezinshulp biedt. Jongeren krijgen hier een intensieve behandeling, waarbij ze de hele dag bij ons zijn.”

“We zijn nog maar pas begonnen in Breda, maar je merkt wel al dat dit aanbod echt in een behoefte voorziet. De jongeren die nu bij ons komen, zijn heel verschillend. Enerzijds hebben we jongeren die nog aan het afwegen zijn wat ze met hun gebruik willen doen. Dit vraagt om een laagdrempelige aanpak. We praten met hen over hun gebruik en de functie daarvan. Daarbij leggen we een brug naar de psychische problemen die hieraan ten grondslag liggen, en proberen hen te motiveren om hiermee aan de slag te gaan.”

“Aan de andere kant hebben we instroom van jongeren die al een klinische behandeling voor hun middelenproblemen gehad hebben, maar voor wie de stap van de kliniek naar slechts één gesprek per week te groot is. Zij zoeken naast hun werk of opleiding nog wat extra ondersteuning, om terugval te voorkomen en stabiliteit te bereiken wat betreft hun psychische problemen. Zij hebben al meer inzicht in hun valkuilen en sterke kanten, waardoor ze om meer diepgang vragen binnen de behandeling. De komende tijd staat gaan we dan ook een passend behandelaanbod op maat ontwikkelen voor de twee verschillende doelgroepen, om ervoor te zorgen dat de benadering goed aansluit bij de doelen van alle cliënten.”

Onmisbaar binnen de jeugdzorgketen

Ook voor ons aanbod in Breda werken we graag samen met ketenpartners en we zien dat ons aanbod een zinvolle aanbieding biedt op de jeugdzorg. Irene Dijkstra, hoofd Kentra24: “Binnen de jeugdzorgketen is ons aanbod, waaronder ook de intensief ambulante hulp, een onmisbare schakel. Bij de behandeling van jongeren met ernstige psychische en sociale problemen, lopen onze ketenpartners soms vast, omdat de jongere zoveel middelen gebruikt, dat een aanpak van de andere problemen niet effectief is. Wij kunnen het middelengebruik aanpakken, in combinatie met hulp voor de andere problemen. Als het middelengebruik onder controle is, kan de jongere effectief door andere jeugdzorg- of ggz-instellingen verder worden behandeld. Maar ook het gelijktijdig inzetten van behandeling voor verslavingsproblemen en andere behandelingen vanuit de GGZ werkt beter. We zijn ons aanbod nog verder aan het ontwikkelen om ook op locatie van GGZ of jeugdzorg ambulante hulp aan te bieden.”

Hulp nodig voor jongeren?

Novadic-Kentron biedt met Kentra24 hulp aan jongeren (12 tot 24 jaar) in heel Brabant. We behandelen verslaving aan alle middelen, inclusief bijkomende problemen zoals psychiatrische aandoeningen, een licht verstandelijke beperking, een justitiële achtergrond, sociale problemen of problemen met wonen, werk of financiën. We bieden op locaties in heel Brabant poliklinische hulp. Dagbehandeling (intensief ambulante hulp) bieden we in Breda en in onze jeugdkliniek in Sint-Oedenrode. Jongeren kunnen op deze laatste locatie ook worden opgenomen. Meer informatie? Neem contact met ons op!

De tandarts als doelgroep van preventie

“Goed flossen en stoppen met drugs gebruiken”

Onze preventiewerkers houden nieuwe ontwikkelingen op het gebied van drugs en verslaving nauwgezet in de gaten, en hebben daarbij altijd oog voor nieuwe doelgroepen – waaronder niet alleen gebruikers zelf, maar ook de professionals die met hen te maken krijgen. Nu zal iedereen onmiddellijk begrijpen dat bijvoorbeeld horecapersoneel of medewerkers van een casino in dat kader een belangrijke doelgroep van preventie zijn. Maar bij tandartsen en mondhygiënisten ligt dat minder voor de hand. Toch kan deze beroepsgroep volgens drugsexpert Charles Dorpmans een belangrijke rol vervullen in het bespreekbaar maken van gebruik en eventueel doorverwijzen van patiënten. Overmatig drugsgebruik heeft namelijk direct invloed op de mondgezondheid en het gebit.

Een tip van een patiënt

Charles Dorpmans voegde tandartsen toe aan zijn netwerk in 2015. Eind van dat jaar gaf hij op het congres The wild side of life een presentatie over de ontwikkelingen van alcohol- en drugsgebruik aan de Vereniging Medisch Tandheelkundige Interactie (VMTI). Joris Muris, tandartsenopleider en nauw betrokken bij de organisatie van het congres: “Voor ons congres waren we op zoek naar thema’s waar algemene gezondheid en mondgezondheid samenkomen. Alcohol- en drugsgebruik is zo’n thema. Gek genoeg kwam dat bij toeval ter sprake met een patiënt. Die tipte mij om Charles Dorpmans te vragen.”

Naar aanleiding van het congres vroeg de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (KNMT) Charles om in 2016 mee te werken aan een aantal kwaliteitsbijeenkomsten, verspreid over het hele land. In totaal hebben bijna 450 tandartsen, orthodontisten en enkele studenten tandheelkunde deelgenomen aan deze scholingsbijeenkomsten. 

Ingeburgerd

Charles Dorpmans: “Mijn bijdrage aan de KNMT-scholingen is tweeledig. Om te beginnen neem ik de deelnemers mee in de ontwikkelingen van middelengebruik van de afgelopen decennia. Die trip eindigt in 2016, nu het druggebruik inmiddels behoorlijk ingeburgerd is. Waar gebruikers een aantal jaar geleden nog stiekem snoven op slikten op de toiletten in het uitgaansleven, gebruikt men nu ‘gewoon’ aan de bar. Ook is er meer thuisgebruik.” Die normalisering brengt volgens Charles een groot risico met zich mee. Steeds meer mensen zullen vroeg of laat de keuze maken om te gebruiken, omdat de doelstelling van gebruik zo divers is geworden. En erger nog: “Op belevingsniveau zullen ze daarbij het idee hebben dat gebruik relatief onschuldig is. En dat terwijl alle drugsgebruik risico’s heeft,” aldus Charles. 

Geen taboes meer 

Dat de taboes op gebruik wegvallen, heeft ook voordelen. Charles: “Als de openheid rondom gebruik toeneemt, is het ook gemakkelijker om het erover te hebben. Zoals met tandartsen. Verslavingsdeskundigen kunnen tandartsen leren om gebruik te herkennen, zowel op basis van algemene signalen als op basis van de schadelijke effecten op mond en gebit. Maar ook kunnen ze hen gesprekstechnieken aanleren om het gebruik bespreekbaar te maken. Tandartsen zijn zorgprofessionals die hun patiënten goed kennen. Zij zien die patiënten immers van jongs af aan voor periodieke controles en behandeling. Als zij zich bewust zijn van de nadelige gevolgen van druggebruik, zoals het ontstaan van cariës door monddroogte en tandenknarsen, kunnen zij naast advies over goed poetsen, stoken en flossen ook eventueel drugsgebruik ter sprake brengen en de gevolgen voor het gebit bespreken. Ook kunnen zij hun patiënten wijzen op hulp bij een gespecialiseerde instelling als Novadic-Kentron.”

Eyeopener 

Charles heeft met zijn activiteiten de verslavingszorg als ‘partner’ van de tandheelkunde op de kaart gezet. Dat blijkt ook uit de evaluaties van zowel het congres als de workshops. Joris Muris: “Alhoewel wij doorgaans voornamelijk medische thema’s behandelen, was er voor het thema alcohol en drugs veel waardering. Het verhaal van Charles was een eyeopener voor de deelnemers.” Inmiddels wordt erover gedacht om deze vorm van deskundigheidsbevordering ook aan te bieden aan mondhygiënisten. Joris zou dat toejuichen: “Juist voor mondhygiënisten, die meer signalerend en preventief bezig zijn, zou het goed zijn als zij gebruik kunnen herkennen en indien nodig bespreekbaar maken.”

Forensische verslavingszorg en Verslavingsreclassering in 2016

Bij veel delicten speelt verslaving een rol. Uit cijfers van de Nationale Drugsmonitor 2016 van het Trimbos-instituut, blijkt dat alcohol- of drugsgebruik een factor is bij ongeveer een derde van de gewelds- en seksuele delicten. Naar schatting is bij 30% van alle gedetineerden verslaving de dominante zorgvraag. Bij stelselmatige daders loopt die schatting op tot meer dan 80%. Jaarlijks komen landelijk zo’n 20.000 justitiabelen terecht bij de Verslavingsreclassering (VR). Een groot deel daarvan wordt voor behandeling van de verslaving doorverwezen naar de Forensische Verslavingszorg (FVZ) (zie ook het artikel over onze Forensische Verslavingszorg).

De afdelingen VR en FVZ van Novadic-Kentron begeleiden en behandelen verslaafde cliënten die met justitie in aanraking zijn gekomen. Het belangrijkste doel daarvan is voorkomen van recidive. Daarmee leveren deze afdelingen een belangrijke bijdrage aan een veiliger samenleving, en uiteraard ook aan het herstel van deze doelgroep zelf. Hieronder kunt u meer lezen over belangrijke ontwikkelingen binnen onze justitiële zorg in 2016.

Sneller ingrijpen bij beginnende criminelen  

“Doen wat nodig is.” Onder dat motto lanceerde het Ministerie van Justitie het project Ruim baan en schiep daarmee financiële ruimte om sneller in actie te komen bij beginnende criminelen die aangehouden zijn voor relatief lichte vergrijpen. Dat gaf de reclasseringswerkers van NK de mogelijkheid om met deze nieuwe doelgroep aan de slag te gaan. De traditionele werkwijze, waarin de focus ligt op uitvoeren van grotendeels geprotocolleerde taken die voortkwamen uit rechtszaken, werd daarbij gedeeltelijk losgelaten.

In gesprek bij cliënten thuis

De geringe ernst van delicten bij deze doelgroep leidde vaak tot ‘plankzaken’ met een lange doorlooptijd. Door het uitblijven van een sanctie stijgt echter de kans op herhaling. Daarom gaan VR-medewerkers nu in een zo vroeg mogelijk stadium in gesprek met deze cliënten over het vergrijp en daarmee samenhangend middelengebruik. Die eerste gesprekken vinden ook plaats in de thuissituatie, waardoor bovendien de naasten van de cliënt betrokken kunnen worden. Zo nodig vindt doorverwijzing naar de Forensische Verslavingszorg plaats. 

Geen strafblad

De nieuwe werkwijze dient een groot maatschappelijk belang: de kans op recidive wordt verkleind, de samenleving wordt veiliger en het justitiële apparaat wordt ontlast. Maar ook voor de cliënt heeft de snelle interventie voordelen. Als de cliënt meewerkt, wordt de zaak – al dan niet voorwaardelijk – geseponeerd en krijgt hij of zij geen strafblad. Als de cliënt daarbij door de vroegtijdige aanpak grip krijgt op de achterliggende verslavingsproblemen, heeft hij of zij daar bovendien het hele leven lang profijt van. 

Slachtofferbewust werken bij de Verslavingsreclassering

Een delict heeft grote impact op de slachtoffers. Afhankelijk van de ernst van het delict kunnen slachtoffers daar langdurig last van hebben. Aandacht voor het slachtoffer heeft dan ook altijd een rol gespeeld in het werk van zowel onze reclasseringswerkers als die van de Forensische Verslavingszorg. Maar de focus lag primair op de dader en de problemen die met het delict samen hingen. In 2016 werd, in navolging van een Europese richtlijn, de aandacht voor de slachtoffers veel explicieter.

Eigen verantwoordelijkheid erkennen

Daders onderdrukken vaak gevoelens van schuld en schaamte, zowel tijdens als na het delict. Bij verslaafde cliënten, die gewend zijn om hun emoties met middelen te dempen, is die neiging nog sterker. Toch is het van belang dat daders spijt ervaren over hun rol in het delict. Dat besef helpt herhaling te voorkomen. Daders nemen immers pas verantwoordelijkheid voor het delict als ze hun eigen rol daarin erkennen. Maar ook voor de slachtoffers is het belangrijk dat de dader de eigen rol erkent. Als een slachtoffer weet waarom de dader het heeft gedaan en dat deze oprecht spijt heeft en inziet wat hij of zij heeft aangericht, wordt die schokkende gebeurtenis vaak beter hanteerbaar. 

Timing

Dit is uiteraard geen makkelijk proces, zowel voor cliënt als behandelaar. Slachtofferbewust werken vraagt van onze medewerkers dat deze onbevooroordeeld kunnen luisteren. Zij moeten de confrontatie met de cliënt aangaan, maar niet zo snel dat de cliënt dicht klapt. Bij de meeste cliënten is het bovendien nodig om eerst andere problemen te bespreken, zoals verslaving of traumatische ervaringen uit het verleden.

Steeds meer verwarde personen

Een bedreiging voor de veiligheid is de toename van verwarde personen in de openbare ruimte. Het aantal meldingen van incidenten bij de politie stijgt sterk, maar ook onze organisatie krijgt steeds meer signalen hierover: zware drinkers met suïcidale neigingen, drugsgebruikers die doordraaien en zware verslaafden die in hun huis verkommeren en overlast veroorzaken, zijn daar voorbeelden van. Als een van de oorzaken worden veranderingen in de zorg genoemd: mensen worden minder snel opgenomen, minder lang behandeld en krijgen niet-specialistische hulp, die voor velen prima werkt, maar soms ook verkeerd uitpakt.

Ketenaanpak

De toename van verwarde mensen is geen exclusief probleem voor de forensische verslavingszorg. De forensische verslavingszorg komt alleen in beeld als verwarde personen onder invloed van middelen delicten plegen. Maar ook in dat geval hebben andere organisaties vaak al contacten met deze cliënten, en zijn verschillende partijen betrokken bij een oplossing. Dat maakt een ketenaanpak noodzakelijk. In verschillende gemeenten in ons werkgebied, zoals in Breda en Tilburg, zijn hierover in 2016 afspraken gemaakt. Zo worden schuttingen binnen en tussen instellingen weggenomen en komt er ruimte om elkaars expertise beter te benutten.

Kwaliteit en onderzoek in 2016

Als toonaangevend expert op het gebied van riskante leefstijl en verslaving, investeert Novadic-Kentron aanzienlijk in het ontwikkelen en vergroten van kennis en het verbeteren van de kwaliteit van onze zorg. Hieronder de belangrijkste ontwikkelingen op dit gebied in 2016.

NK participeert in Onderzoeksagenda GGZ

De Nederlandse gezondheidszorg staat in de wereld in de top. Het bereik, de kwaliteit en de waardering van de cliënten en patiënten voor de zorg zijn toegenomen. De maatschappelijke gevolgen van psychische stoornissen zijn echter niet afgenomen, en zoals bekend heeft verslavingsproblematiek ernstige effecten op kwaliteit van leven en functioneren. Blijvende aandacht voor de problemen en vragen die nog steeds bestaan, is dus essentieel. Om tot een nieuw onderzoeksprogramma te komen voor de GGZ, heeft NK geparticipeerd in de ‘Onderzoeksagenda GGZ: De juiste behandeling op het juiste moment’ (GGZ-Nederland, 2016). Samen met andere verslavingszorginstelling wordt dit uitgewerkt tot een landelijke onderzoeksagenda.

RIVM-rapport kosten-baten van verslavingszorg

NK heeft een belangrijke rol gehad bij de totstandkoming van het RIVM-rapport ‘Maatschappelijke kosten-batenanalyse van cognitieve gedragstherapie voor alcohol- en cannabisverslaving’. Hieruit blijkt dat de verslavingszorg een belangrijke maatschappelijke bijdrage levert en dat interventies leiden tot aanzienlijke netto baten voor de samenleving.

Onderzoeken GHB

Door budgetbeperkingen wordt onderzoek steeds meer vormgegeven in samenwerking met andere instellingen en universiteiten. In 2016 richtten verschillende onderzoeken zich op GHB. Verslavingsarts Rama Kamal deed in samenwerking met NISPA onderzoek naar de detox van cliënten met GHB-verslaving. Dr. Kamal is in februari 2016 gepromoveerd op dit onderzoek. In september kende het ministerie van VWS subsidie toe voor een onderzoek naar ziektebesef van patiënten met GHB-verslaving. De studie maakt onderdeel uit van het promotietraject van wetenschappelijk medewerker Harmen Beurmanjer.

Overige onderzoeken in 2016

In 2016 vonden hiernaast de volgende onderzoeken plaats:

  • onderzoek naar doorbreken van verslaving aan benzodiazepinen met het medicijn flumazenil (Erik Paling), lopend;
  • onderzoek naar Cognitive Bias Modification, gericht op het voorkomen van terugval bij alcohol- en cannabisverslaving (in samenwerking met VNN en Universiteit van Amsterdam), lopend;
  • nieuwe detoxrichtlijnen (in samenwerking met NISPA), lopend;
  • onderzoek naar hersenschade bij GHB-coma in samenwerking met AmC UvAmsterdam (Boukje Dijkstra), lopend;
  • dieronderzoek toxiciteit GHB en alternatieve mogelijkheden voor detoxificatie (Harmen Beurmanjer), lopend;
  • onderzoek naar de voorspellende validiteit van de MATE-s (Lieke Knapen), lopend;
  • literatuuronderzoek naar indicatiestelling in samenwerking met IVO (Laura DeFuentes), lopend;
  • onderzoek naar de betrouwbaarheid en validiteit van de Nederlandse herziene versie van de CRA-TVL (Maaike van Irsel & Peter Greeven), lopend;
  • onderzoek naar een verbeterde toegang voor jongvolwassenen met LVB-problematiek, in samenwerking met IVO (Peter Greeven), lopend;
  • onderzoek naar ontwikkeling van nieuwe speekseltesten voor drugsscreening, in samenwerking met Tactus (Harmen Beurmanjer), lopend;
  • kwalitatief onderzoek naar ziekte-inzicht bij GHB verslaving (Harmen Beurmanjer), afgerond;
  • GHB in haarstalen: detectie-onderzoek naar Gammahydroxyboterzuur (Cor Verbrugge) in samenwerking met Cleo Crunelle, UvAntwerpen, afgerond.

Opleidingen

Op het gebied van opleidingen heeft NK in 2016 belangrijke stappen gezet:

  • Intern is geïnvesteerd in een hernieuwd opleidingsprogramma waarbij we gebruik maken van e-learning (GoodHabitz en GGZ Ecademy).
  • Een nascholingsprogramma ‘Verslaving en Psychiatrie’ is ontwikkeld, dat geaccrediteerd is door de beroepsverenigingen.
  • Naar aanleiding van het nieuwe Handboek cognitieve gedragstherapie bij middelengebruik en gokken, heeft NK een training georganiseerd voor medewerkers.
  • Intern leidt NK ook onder meer klinisch psychologen en GZ-psychologen op. NK is opnieuw erkend als praktijkinstelling voor de opleiding tot verslavingspsychiatrie en we zijn erkend als praktijkinstelling voor de opleiding tot klinisch psycholoog. Voor beide opleidingen werken wij samen met regionale GGZ-instellingen.
  • Extern ontwikkelen we opleidingsaanbod voor huisartsen, wijkteams, enzovoorts. Er is steeds meer vraag naar specifieke verslavingsexpertise in de generalistische zorg. We proberen daarop in te spelen door ook onze preventiemedewerkers en specialisten op consultatiebasis voorlichting en training te laten geven.

Kwaliteitsstatuut

Iedere zorgaanbieder (instelling en vrijgevestigden) binnen de GGZ onder de zorgverzekeringswet is vanaf 1 januari 2017 verplicht om een eigen kwaliteitsstatuut te hebben, dat is geregistreerd én geaccordeerd. In het kwaliteitsstatuut wordt uiteengezet hoe NK de behandeling vormgeeft, hoe de ‘patient journey’ eruit ziet en welke regiebehandelaars bij de behandeling betrokken zijn. Eind 2016 heeft NK het kwaliteitsstatuut ingediend en is dit erkend door het Zorg Instituut Nederland.

Behandeleffectmetingen

NK participeert intensief in de uitwisseling met de Stichting Benchmark GGZ, die via de ROM (routine outcome measurement) landelijk de behandeleffectmetingen op middelengebruik berekent. Hierbij blijkt dat NK wederom boven het landelijk gemiddelde scoorde. We zijn blij met deze score, maar blijven de ROM-metingen vooral gebruiken om de kwaliteit van de zorg verder te verbeteren.

Zorg op orde

Het afgelopen jaar is wederom veel geïnvesteerd in het op orde krijgen van onze zorg, passend binnen de nieuwe financiële kaders. We hebben zorgpaden ontwikkeld en geïmplementeerd, waarlangs de cliëntenzorg is ingericht. Ook is er fors ingezet op vernieuwing van onze ICT-omgeving, waardoor iedere medewerker nu de beschikking heeft over een eigen laptop. Deze vernieuwing was noodzakelijk om de organisatie toekomstbestendig te maken, waarbij we steeds flexibeler worden in onze diensten. Centraal daarbij staat de cliënt en zijn/haar herstelproces.

Zorgstandaarden

Tot slot heeft NK in 2016 geparticipeerd in de ontwikkeling van de zorgstandaarden voor de verslavingszorg. Deze zorgstandaarden, die in 2017 geïmplementeerd moeten worden, gaan uit van een zorgperspectief waarbij professionele en ervaringskennis samenkomt: zorg op de juiste plek, in goede samenhang en rondom de cliënt. Dat zal voor 2017 een belangrijke opdracht worden voor NK.

Speelbewust: unieke app om gokverslaving te voorkomen

Voor veel mensen is gokken op speelautomaten een ontspannend tijdverdrijf. Voor een aantal spelers echter is gokken geen leuk spelletje meer, maar ligt verslaving op de loer. Voor die spelers is de nieuwe app Speelbewust beschikbaar. De app is uniek: hij helpt spelers niet alleen om via GPS-signalen hun gokgedrag te monitoren en in de hand te houden, maar kan ook gebruikt worden door medewerkers van automatenhallen, familieleden, vrienden en behandelaars. Ook zij worden, met toestemming van de speler, op de hoogte gehouden en kunnen op basis van informatie over het speelgedrag het gesprek met de speler aangaan.  

Hoe werkt de app Speelbewust?

De speler installeert de app en kan vervolgens maximale speeltijden en geldbedragen invoeren. De app herkent op basis van GPS-signalen wanneer de speler een automatenhal betreedt. Op dat moment gaat de speeltijd lopen. De speler krijgt signalen over zijn of haar speelgedrag op basis van de ingestelde maxima. De app zal risicovol gedrag onmiddellijk aan de speler melden. Als de speler een buddy (bijvoorbeeld een medewerker van een automatenhal, familielid, vriend of behandelaar) heeft aangewezen, wordt ook deze direct geïnformeerd. Bij (herhaald) risicovol gedrag kan de speler zichzelf opleggen een periode niet te spelen.     

Pilot

De app is ontwikkeld door E-ASSYST in opdracht van Fair Play Casino’s (FPC). Onze organisatie en de VAN Kansspelen brancheorganisatie waren hierbij nauw betrokken. Ook zijn medewerkers van FPC zijn door ons getraind om risicovol speelgedrag te signaleren en te bespreekbaar te maken.