Pilot Slachtofferdevice gestart

De verslavingsreclassering is gestart met de pilot Slachtofferdevice (regio Tilburg). Het slachtofferdevice is een apparaatje dat de afstand tussen het slachtoffer en de verdachte/veroordeelde signaleert en is verbonden met de meldkamer van de reclassering. Het device kan worden ingezet bij zaken waar sprake is van een hoog risico op stalking (belaging) en/of huiselijk geweld. Met de inzet van dit device wordt het veiligheidsgevoel van slachtoffers vergroot, worden verdachten/veroordeelden gestimuleerd zich aan contact- en locatieverboden te houden en wordt de integrale regionale aanpak van ex-partner stalking versterkt.
De pilot loopt tot en met december 2025.

Het slachtofferdevice is altijd gekoppeld aan elektronische monitoring van de verdachte/veroordeelde. De verdachte of veroordeelde heeft een GPS band en een locatieverbod. De medewerking aan het slachtofferdevice moet altijd in een bijzondere voorwaarde staan beschreven. De rechterlijke macht of DJI legt die voorwaarde op in het kader van detentiefasering.

Hoewel de pilot in de regio Tilburg draait kan de verdachte/veroordeelde uit de gehele reclasseringsregio Noord-Brabant komen. Het slachtoffer dient wel in de regio Hart van Brabant (Tilburg en randgemeenten) te verblijven.

Over het slachtofferdevice

  • Het device ziet eruit als een soort sleutelhanger. Je kunt het ook middels een clip aan je kleding vastmaken.
  • Het device is altijd gekoppeld aan de elektronische enkelband van de verdachte/veroordeelde en verzendt een gps–signaal dat verbonden is met de meldkamer van de reclassering. Dit GPS signaal signaleert de afstand tussen het slachtoffer en de verdachte/ veroordeelde.
  • Het slachto­fferdevice heeft ook een knop voor noodsituaties. Deze kan bijvoorbeeld gebruikt worden als de verdachte/veroordeelde of iemand uit zijn of haar kring daadwerkelijk contact zoekt en het slachtoff­er zich bedreigd voelt. Door het drukken op de noodknop belt het device direct met de politie.

Wat zijn de instroomcriteria?
Tijdens een overlegmoment met ketenpartners binnen het Zorg- en Veiligheidshuis Midden-Brabant in Tilburg bekijkt men of een casus geschikt is voor inzet van het slachtofferdevice.

Voor de inclusie voor het slachtofferdevice hanteren wij binnen de pilot de volgende criteria:

Casusinhoudelijke criteria:

  • Het netwerk is van mening dat inzet van een slachtofferdevice van meerwaarde is voor de bescherming van het slachtoffer.
  • Er moet sprake zijn van een ‘relatie’ tussen het slachtoffer en de verdachte/ veroordeelde. Als voorbeeld: het stalken van een politicus valt buiten de scope van het project.
  • Er zijn signalen dat er sprake is van dreiging/ gevaar.

Standaard criteria voor inzet slachtofferdevice:

  • Het slachtoffer wil en kan meewerken aan een traject voor het slachtofferdevice. De medewerking van het slachtoffer is namelijk vrijwillig.
  • Er moet sprake zijn van een strafrechtelijk traject, zodat de rechter/DJI de juiste voorwaarden kan opleggen na een advies van de reclassering.
  • Het slachtoffer is woonachtig in het gebied Hart van Brabant (Tilburg en randgemeenten; Waalwijk, Heusden, Dongen, Loon op Zand, Gilze, Rijen, Oisterwijk, Alphen-Chaam, Goirle, Hilvarenbeek, Baarle-Nassau).
  • De verdachte/ veroordeelde is woonachtig in het werkgebied van de reclassering. Voor de reclassering van Novadic-Kentron is dit hun hele werkgebied, dus heel Noord-Brabant.
  • De verdachte/ veroordeelde en het slachtoffer mogen niet te dicht bij elkaar wonen omdat dit problemen veroorzaakt voor de opvolging. Denk aan een minimale afstand van 1,5 kilometer.